Recensie door Roosje
Uitgeverij Lalito Klassiek
Een Haags
meisje
Vier
‘Couperussen’ las ik dit jaar: een novelle: Noodlot,
twee Haagse romans: Boeken
der kleine zielen en Eline Vere; één
Indische roman: De
stille kracht.
Denk erom:
mogelijke spoilers!!
En als je wilt,
kun je de verhaalbeschrijving hier beneden ook overslaan en direct doorgaan
naar de bespreking onder de stippellijn.
Eline Vere woont bij haar zus Betsy en haar zwager Henk
van Raat. Hun ouders waren vroeg gestorven en ze hadden na hun dood bij een
oudere tante gewoond. Hun moeder was ‘heerszuchtig’; hun vader een gevoelige
schilder, die alsmaar aan grote doeken begon en die niet kon afmaken wegens een
tekort aan energie. Betsy lijkt op haar moeder en Eline op haar vader. Hun neef
Vincent Vere lijkt ook op hun vader:
dromerig, langoureus, anemisch en met een onevenwichtige energiebalans. De
familie Van Raat zit goed bij kas. Henks broer, Paul, is een beetje een luiwammes en heeft rechten gestudeerd. Henk
heeft, geloof ik, geen werk, hij beheert het familiekapitaal. Niet alle mensen
uit hun coterie zijn net zo well tot do.
Sommigen moeten ondanks hun mooie familienaam en lange familiegeschiedenis de
eindjes aan elkaar knopen. Zij wonen soms liever op hun buiten dan in Den Haag vanwege de kosten. Zo is het
met de familie Van Erlevoort en hun
buiten De Horze in de buurt van Zwolle .
Omdat Eline en
Betsy zulke andere karakters en humeuren hebben, botsen zij vaak. Hun ruzies
kunnen hoog oplopen. Henk is dan meestal intermediair. Soms lijkt het wel alsof
Henk meer verkikkerd is op zijn schoonzusje dan op zijn vrouw. De verhouding
tussen Betsy en Henk is bepaald lauw. Betsy stelt prijs op de Haagse
vormelijkheid en de Haagse zeden, Henk is een warmbloediger mens. Hij houdt van
buiten zijn en van honden en paarden, hij heeft eenvoudige, authentieke gevoelens.
De jachthonden zijn een bron van huiselijke twisten en op enig moment zijn zij
aanleiding voor een bijna fatale ruzie tussen de zusjes. Betsy was feitelijk
getrouwd om bij de oude tante weg te zijn, voor wie de zusjes op het laatst een
last bleken.
Eline houdt van
muziek en zingen. Zij speelt piano en zingt prachtig. Zwager Paul helpt zij met
zijn zangstudie en de beiden musiceren vaak samen. Naar de opera gaat men ook
en de ontvankelijke Eline raakt in vuur en vlam voor de opera-bariton Fabrice. Al haar energie stopt zij erin zijn portretjes te verzamelen, die zij koopt in de
boekhandels. Zij staat vroeg op om hem tegen te komen in het Haagse Bos. De gril gaat snel voorbij en
Eline raakt een beetje gedeprimeerd.
Dan blijkt het Otto van Erlevoort te zijn die haar met
Sinterklaas een prachtige waaier cadeau heeft gedaan. Even dacht zij dat het
Vincent was geweest, die weer in het land is. Otto vraagt haar hand. Ondanks
het feit dat de familie van Otto geen sou heeft, is hij een goede partij. Eline
heeft immers geld van haarzelf.
De komst van
Vincent gooit roet in het eten. Die zorgt ervoor dat Eline en Otto uit elkaar
groeien, maar ook dat de onmin tussen Betsy en Eline te groot wordt. Eline
zorgt voor Vincent tijdens zijn vage anemische ziekte. Betsy had hem eerst in
huis genomen voor de gezelligheid, maar is de klaploper na verloop van tijd
moe.
Vroeger meende
ik dat Eline verliefd was op haar neef, maar dat is niet zozeer het geval.
Eline herkent in haar neef haar vader en zichzelf. Hun gevoeligheid en neiging
tot zwaarmoedigheid ziet zij aan voor diepgang en authentiek leven. Hoewel zij
heel verliefd was op Otto geeft zij na lang weifelen zijn woord terug. Zij wil
zorgen voor Vincent en raakt nog meer in zijn ban. Dat leidt tot een breuk met
Betsy.
Eline zwerft
van adres naar adres en na reizen met oom Daniël
Vere en zijn jonge vrouw Elize,
echte feestbeesten, die omgaan met low
life types, keert Eline terug naar Den Haag om zo lang bij de door haar
geliefde mevrouw van Raat te gaan wonen, de schoonmoeder van haar zus.
Maar ook daar
houdt Eline het niet uit. Naar Betsy en Henk wil zij niet terug. Haar
gezondheid is verslechterd, zij is licht tuberculeus en zij slaapt slecht; ze
wordt paranoïde. In Den Haag heeft Eline een jonge modieuze huisarts maar hij
is voorzichtig met medicijnen. In Brussel treft zij een arts die wel weg weet
met dames die slecht slapen: morfinedruppels.
Ze gaat terug
naar Brussel naar haar oom Daniël. Daar ontmoet zij Vincent weer en diens
vriend Lawrence St Clare, een Amerikaan.
De laatste is een warm, tolerant en empathisch mens. Hij wil met haar trouwen.
Eline is er inmiddels van overtuigd dat zij mensen alleen maar ongelukkig
maakt. Zij acht St Clare erg hoog en valt ook wel een beetje voor hem maar
durft het niet aan. Ze heeft zich in haar hoofd gehaald dat Otto de enige is
van wie zij echt gehouden heeft. Zij heeft het ten onrechte ‘af’ gemaakt, maar kan niet meer naar hem
terug.
Als Vincent en Lawrence in de winter met
de trein naar Rusland gaan, keert Eline terug naar Den Haag. Niet naar mevrouw
Van Raat, niet naar Betsy en Henk, maar ze gaat wonen in een pension voor
meisjes, haar laatste adres. Ze is inmiddels lichamelijk totaal verzwakt.
De inleiding
over het levensverhaal van Eline is eigenlijk lang geworden. Te lang,
misschien. Het zij mij vergeven?
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Eline Vere was Couperus’ debuut-roman uit 1889. Het verhaal
verscheen eerst als feuilleton in het dagblad Het Vaderland 1887-1888. Op deze wijze kon Couperus er dubbel aan
verdienen. Schrijven was zijn beroep en zijn leven in het buitenland, niet al
te benepen, was een dure zaak.
Ik geloof dat
ik deze roman zijn beste ‘contemporaine’ roman vind. Dat ‘contemporaine’ zal ik
nader verklaren. Meestal spreken we van de Haagse romans van Couperus: zoals
bijvoorbeeld: Boeken der kleine zielen,
Eline Vere. Die spelen zich af in het
benauwde milieu in Den Haag. Van oude
mensen, de dingen die voorbijgaan speelt zich af in Den Haag maar gaat
voornamelijk over gebeurtenissen die in Indië gespeeld hebben. Volgens mij
hoort ook een boek als De stille kracht,
dat totaal over Indië gaat, in deze categorie. En ook een novelle als Noodlot. En veel van Couperus’ kortere
verhalen. - Misschien ook zijn journalistieke reisverhalen, maar die zijn meer
non-fictie, dus behorend tot een andere categorie. - Wat zij gemeen hebben is
dat ze zich afspelen in de tijd van Couperus zelf. In tegenstelling tot zijn
historische romans, die veelal handelen over de klassieke oudheid, De laatste
hadden Couperus’ voorliefde. Jaren geleden werd ik door grote verliefdheid
overvallen op de Tachtigers en de hun aanverwanten. Het impressionistische
taalgebruik, de neologismen, de fijnzinnige mensbeschouwing, ‘psychologie’ zo
je wilt, de uitvoerige beschrijvingen van dingen, natuur, mensen, het tragische
in een mensenleven. Ook Van Deyssel
bijvoorbeeld, Frederik van Eden, Marcellus Emants of Jacob Israël de Haan, Sam Aletrino en de zulken. Toch vond ik
klassieke romans van Couperus lastig te lezen.
Nu ik in korte
tijd vier ‘contemporaine’ werken van de dandy uit Den Haag gelezen heb, moet de
klassieke oudheid er nu toch ook maar eens aan geloven.
Waarom is Eline
Vere een fijn boek? Een van de zaken die me bij de derde herlezing (een gok)
ineens opvielen is de grote liefde, de enorme sympathie voor en empathie met de
kinderen, de bakvissen, de kwajongens, de jongvolwassenen en de pasgehuwden,
die Couperus uitgebreid ten toon spreidt. Hoe sprankelend schrijft hij over de
jeugd, het is altijd zonnig wanneer hij over hen schrijft. Dat moet wel iets te
maken hebben met de échtheid, de authenticiteit die Couperus (en met hem vele
anderen!) toedicht aan kinderen. Zij zitten nog niet vast in verkillende en
verstikkende sociale conventies waarmee de volwassenen te dealen hebben. Ze zitten nog niet opgesloten in het sociale harnas.
Het is deze verstikking, die de dandy Couperus zelf probeerde te ontvluchten
met zijn verblijf in het buitenland en door zijn bewondering voor de klassieke
oudheid. Dat heeft ongetwijfeld ook te maken met Couperus’ altijd zorgvuldig
verborgen gehouden homoseksualiteit. Hij was getrouwd, met zijn achternicht Elisabeth Baud, dat wel. Zij was zijn
steun en toeverlaat.
Niet alle
volwassenen zijn even ‘erg’, niet even zeer verstard door de sociale
conventies. Henk van Raat, bijvoorbeeld, is een beetje een buitenmens met zijn
paarden en zijn honden. Hij heeft genoeg kapitaal om rustig en ruim te leven.
Hij kan het
zich dus veroorloven. Zijn vrouw Betsy is daarentegen wel een vrouw die erg
gesteld is op conventies en hoe het hoort. Betsy heeft er de middelen voor om
zich enigszins vrijer te kunnen gedragen, maar dat doet ze niet. Misschien
omdat ze bang is net zo te worden als Eline, die zich verre houdt van sociale
verplichtingen. Hooghartig is ze, vinden sommigen, ongrijpbaar, aanstellerig
misschien ook wel. Voor mannen is haar kwijnende attitude en haar broze
schoonheid heel aantrekkelijk.
Er is een
verschil tussen mannen en vrouwen in deze roman, logischerwijze. Mannen kunnen
zich losser bewegen, vrouwen hebben minder bewegingsvrijheid.
Eline is aan de
ene kant een super vrouwelijke vrouw, die door vrouwelijke bekenden niet altijd
gewaardeerd wordt. Denk aan Frédérique van Raat, die Eline zo overdreven vindt,
zo onécht, zo trots, zo op zichzelf, maar die ook wel een beetje op haar lijkt.
Freddy gaat net als Eline niet meteen overstag wanneer een man haar hand
vraagt. Ze wil haar eigenheid en onafhankelijkheid nog eventjes bewaren en het
gevoel geven dat ze niet zomaar ‘zu haben’
is. Freddy gaat daarin bijna te ver, maar de oude mevrouw De Raat weet er wel
weg mee. Eline is degene die werkelijk te ver gaat, eerst in haar nauwelijks
gemotiveerde breuk met Otto, en later wanneer ze zich realiseert dat zij hem
niet zijn woord had moeten teruggeven, maar niet meer terug op de goede weg kan komen.
Eline is een
vrouw met een eigengereidheid waaraan sommige mannen nog een puntje kunnen
zuigen. Hoewel op en top een vrouw gaat ze haar eigen weg. Ze verlaat Den Haag,
al keert ze er later weer terug. Ze gaat in het buitenland wonen, ongehuwd, wel
onder chaperonne van familie, maar die familie is niet erg keurig. Ze gaat
proberen een eigen leven te leiden .
De
levenshouding van Eline maakt ons, die zo’n 130 jaar later leven, ook wrevelig.
Ik kon tenminste een bepaald soort irritatie niet helemaal onderdrukken. Zo
lijdzaam als zij is, zo intens overdreven op zoek naar de diepte van het
bestaan, naar overprikkeling van gevoelens en daar dan weer niet tegen kunnen,
zo eigengereid dat zij geen raad van wie dan ook kan accepteren. Wij zouden haar nu vermoedelijk in een
psychiatrische hokje stoppen: een bipolaire stoornis of iets dergelijks. Maar
in die eigenzinnigheid schuilt juist haar kracht en haar afwijzing van de
oppervlakkige wereld. Ze is geen vrouw uit de 21e eeuw die alles kan doen, bijna alles, wat ze wil; die kan gaan en staan waar zij wil.
Eline Vere is een naturalistische en deterministische roman.
Anders dan Zola, die zijn boeken
juist situeerde in het lagere milieu, zoekt Couperus het in het hogere milieu,
waar hij ervaring mee had. Toch is Couperus in zekere zin net zo ‘geëngageerd’
als Zola. Ook hij wil aantonen dat de mens bepaald wordt door zijn afkomst,
zijn milieu, de omstandigheden. Eline is well
to do, ze hoeft niet te werken (dat zou in haar milieu ook niet mogen) noch
te trouwen om in haar levensonderhoud te voorzien. Maar erfelijk is ze
gepredisponeerd. Haar vader, die we gereflecteerd zien in haar neef Vincent,
was een zeer gevoelig man, zeer artistiek, maar had last van spleen (dat woord gebruikt Couperus
overigens niet), een gebrek aan daadkracht en levenslust. Eline heeft dat van
hem geërfd, daar kan
ze niets aan doen.
Het is een
beetje onduidelijk of de omstandigheden haar erg dwars zitten. Ze is geliefd
bij de mannen, maar minder bij de vrouwen. En juist de vrouwen moet je in
Eline’s milieu wel een beetje op je hand hebben. Wat haar beslist tegen zit, is
haar dominante zus Betsy. De voortdurende onmin tussen de zussen maakt dat
Eline de verkeerde actie onderneemt. Dat realiseert zij zich later ook, en
Betsy evenzeer, maar haar trots en misschien haar realiteitszin maken dat zij
niet op haar schreden terugkeert. In de verzorging van de zieke Vincent vindt
Eline een levensvervulling, voor korte tijd overigens, die haar hoog opstuwt in
haar eigen morele besef. Dat mist zij bij Otto.
In haar
afwijzing van Otto gaat zij misschien ook te ver. In vergelijking met Vincent
is Otto eigenlijk maar een oppervlakkige vlerk. Daar kan zij zich niet overheen zetten. Hovaardig
is zij in haar gevoel daarin. En van de oude Grieken weten we al dat hovaardij
door de goden ernstig gestraft wordt.
Vincent gelooft
in het noodlot, de voorbestemming, dat het in je leven zo gaat als tevoren
bepaald is. Eline weifelt aanvankelijk daarover. Onder Vincents invloed raakt
zij ook overtuigd van de noodlotsgedachte. Ook daarom verzet zij zich op het
laatst niet meer tegen haar ziekte en de mislukking van haar leven (dat is mijn
interpretatie, rdv, maar Eline suggereert dat wel).
Op drie niveaus
speelt determinatie een rol: erfelijkheid, sociale omstandigheden en
psychologie.
Er is aan het
einde van de 19e en aan het begin van de 20e eeuw veel aandacht voor vrouwen,
hun leven, hun psychologie en ook hun pathologie. Couperus is hier een goed
voorbeeld van, maar ook Frederik van Eden met zijn Van de koele meren des doods. Van Deyssel met zijn Een liefde. Het lijkt erop of heel
voorzichtig de aandacht voor vrouwen tot stand komt, misschien onder invloed
van de vrouwenbeweging (Aletta Jacobs, de suffragettes, e.d; zie de boeken van
bijvoorbeeld Els Kloek.). De moderne tijd doet zijn intrede. De andere helft
van de wereldbevolking begint voorzichtig haar plaats in te nemen.
Als je maar één
boek van Couperus kunt of wilt lezen, neem dan Eline Vere!!!
Auteur
Louis Marie Anne Couperus (Den
Haag, 10 juni 1863 – De Steeg, 16
juli 1923) was een Nederlandse schrijver en een van de eerste Nederlandse
vertegenwoordigers van het literaire naturalisme.
Couperus' werk
omvat allerlei uiteenlopende literaire genres. Hij debuteerde met poëzie, maar
legde zich vervolgens al snel toe op psychologische romans, waarmee hij de
meeste bekendheid verwierf. Hij schreef daarnaast cultuursprookjes, historische
romans en veel reisverslagen en columns. In het algemeen wordt hij gezien als
een van de belangrijkste schrijvers uit de canon van de Nederlandse literatuur.
Auteur: Louis
Couperus
Titel: Eline
Vere
Pagina's: 470
pagina's
ISBN: 9789491982057
Uitgeverij
Lalito Klassiek
Verschijningsdatum:
oktober 2015
In het artikel "Hoe schrijf je een goede recensie" (zie Hebban) staat deze tip: "Het gebruik van 'ik' en 'mijn' is niet aan te raden."
BeantwoordenVerwijderenGelukkig houdt niet iedereen zich daar aan. Gelukkig zijn er ook nog recensies die een heel persoonlijke kijk op een boek geven, zoals deze.
Ik las "Eline Vere" jaren geleden, en dit is zonder meer een van de treffendste recensies die ik ooit las over deze "roman over noodlot": deze recensie "is" het boek, ik kan het niet beter verwoorden. Was Eline Vere "well to do", dan is deze recensie absoluut "very well done".
En ik heb weer een nieuw woord geleerd: coterie.
Toch een vraagje: ergens in de tekst staat "dat is mijn interpretatie, rdv, maar Eline suggereert dat wel" … wat betekent "rdv"?
En een opmerking: in de volgende zin staat één keer "te" te veel: "De andere helft van de wereldbevolking begint voorzichtig haar plaats te in te nemen." Corrigeer dit a.u.b., als dat nog kan tenminste … Dat een prachtige recensie als deze ontsierd wordt door zo'n banaal foutje is gewoon onverdraaglijk.
Bedankt voor deze zeer precieze recensie, Roosje!
Dank voor je compliment én je opmerkingsgave: te staat er 1x te veel. Geen slechte score aan fouten in een tamelijk lange tekst.
BeantwoordenVerwijderenIk vind het prettig persoonlijke boekbesprekingen te lezen en te schrijven. rdv is Roosje de Vries ��
Heerlijk om deze bespreking te doen. Ik heb in een jaar vier Couperussen gelezen en besproken. Boeken der kleine zielen. Noodlot. De stille kracht. Eline Vere. Couperus is 'back'.
"De stille kracht" heb ik ook gelezen, de twee andere werken niet. En ja, ik heb ook de indruk dat Couperus aan een kleine revival bezig is.
BeantwoordenVerwijderen