dinsdag 30 juni 2020

Carmen Korn - Dochters van een nieuwe tijd

Recensie door Roosje
Uitgeverij Signatuur


Het leven in de breedte

Dochters van een nieuwe tijd van Carmen Korn is het eerste deel van een breed opgezette historische romantrilogie over het Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog. Het middelpunt van deze geschiedenis is de relatie tussen vier vrouwen en hun ouders, partners, kinderen, collegae, vrienden en kennissen. Plaats van handeling is Hamburg, de van oudsher vrije Hanzestad, die tijdens de Tweede Wereldoorlog langdurig en intensief gebombardeerd is. Vanzelfsprekend komt dat laatste uitgebreid aan de orde.

De periode waarin deze roman zich afspeelt loopt van maart 1919 tot december 1948. De roman eindigt met een enorme cliffhanger. Ik houd niet zo van zo’n mes op de keel. Ook al maakt het boek deel uit van een groter geheel, dan zie ik graag een afgerond geheel. Ik wil zelf graag besluiten of ik het volgende boek of de volgende serie wil lezen of zien. Maar ondanks dat is deze historisch roman van Korn een heerlijk leesbare geschiedenis van een (deel van een) Europees land. En niet zomaar een land natuurlijk, het land dat aanstichter en verliezer is van twee wereldoorlogen in de twintigste eeuw. Dat feit heeft veel Duitse intellectuelen en denkers intensief beziggehouden. Is iedere Duitser schuldig aan deze zwarte bladzij in de wereldgeschiedenis? En hoe los je zo’n schuld in nadat een wereldoorlog is afgelopen? Ik ga maar eventjes heel kort door de bocht.

Carmen Korn lost dat probleem tamelijk simpel op: vier gewone, maar toch moderne vrouwen en hun entourage vormen het middelpunt van de Duitse geschiedenis. Met hen leef je als lezer mee. Door hun ogen zie je de Duitse geschiedenis en wat die geschiedenis betekent voor gewone mensen. Bovendien behoren die vrouwen allemaal tot de groep die om verschillende redenen niet meegaan in het nationaal-socialisme. Duidelijk representeren zij het gedachtegoed, het kunstklimaat, het liberale en vrijzinnige leven van de Weimarrepubliek, die na WOI in de Duitse politiek en het culturele leven de toon zette.

De stijl van Carmen Korn is prettig, leesbaar en to the point. Het is verrassend hoe zij het oplost om een periode van ongeveer dertig jaar overzichtelijk te vertellen. De hoofdstukken krijgen een aanduiding van de maand en het jaar waarin de gebeurtenissen zich afspelen, bijvoorbeeld maart 1919. De hoofdrolspelers zijn min of meer gewone vrouwen. Hun gewone levens en wat zich daarin afspeelt: hun ouders, hun partner, hun eigen gezin, hun liefdesleven, hun werk, de omgang met anderen,  dat is de kern. De lezer wordt niet verteld maar leeft mee met de personages. Korte situaties worden de lezer geschetst. Dit procédé is vergelijkbaar met een andere roman over de Duitse geschiedenis die onlangs in het Nederlands verscheen: De Effingers van Gabriele Tergit.
Op deze wijze wordt het leven in de breedte getoond: lange lijnen, veel personages, en niet zozeer de diepste zielenroerselen van een  enkele hoofdpersoon. Als je houdt van dieptepsychologische, filosofische beschouwingen en nauwgezette observaties zal een boek als dit even wennen zijn. Carmen Korn wil benadrukken, denk ik, dat veel gewone Duitsers aan ‘de goede kant’ stonden; de goede kant is in dit geval de kant van de Weimarepubliek met zijn aandacht voor kunst, wetenschap, moderniteit en vrijzinnigheid.

Kort ben ik over de verschillen tussen de roman van Tergit en die van Korn. Tergits roman verscheen kort na WOII en gaat over vier generaties joodse Duitsers in het zuiden van Duitsland en in Berlijn. Korns roman is onlangs verschenen en zij schrijft over het noorden van Duitsland - en ligt een beetje in de buurt van Lübeck van Thomas Mann, maar is er totaal niet mee te vergelijken -. De entourage in Korns roman waaiert breed uit. Een paar personages in Korns roman zijn joods.

Het is juiste de breedte van Korns verhaal waarin de sterkte van deze roman ligt. Vier vrouwen staan centraal: de vriendinnen Käthe en Henny, beiden vroedvrouw; de schoonzus van Henny, Lina, en de rijke Ida. Zij vieren krijgen met elkaar te maken. Een breedheid van het maatschappelijke leven komt aan de orde: het joods zijn, met name de geassimileerde joden - net als in De Effingers -; lesbisch en homo zijn; vrouwen die werken en de kost verdienen; jong weduwe worden; niet met de liefde van je leven kunnen trouwen; het communisme en hoe ver ga je in je overtuiging; ‘interraciale’ liefde; vreemdgaan; een onbekende vader hebben; voor de oorlog moeten vluchten uit Duitsland vanwege je overtuiging; zelfmoord uit angst voor de nazi’s; zelfmoord uit wanhoop; armoede en overdaad; ongehuwd samenwonen; het culturele leven; vrijzinnigheid; gokken en schulden maken; zaken doen; het moderne ziekenhuis; alleenstaande moeders; een moeder die eigenlijk niet de biologische moeder is van een kind; onvruchtbaarheid; de kunst uit de Weimarrepubliek, die later gezien wordt als on-Duits en ‘entartet’: schilderijen met een zwart personage, ‘met een negerfiguur’; moderne architectuur, zoals Bauhaus etc.
Voorin staat een korte lijst met personages, die wat mij betreft wel iets langer had mogen zijn. En die heb ik vele malen geraadpleegd.
Achterin is een bijlage toegevoegd met termen uit de geschiedenis en met name over Hamburgse zaken en geografische plaatsen. Een stadskaart van Hamburg van 1919 met verschillende stadsdelen en belangrijke gebouwen completeert deze bijlage. Heel fijn!

Je kunt je afvragen of Korn niet teveel onderwerpen te berde brengt, want ongeveer alles passeert de revue. Misschien is dat wel zo, maar zij heeft er duidelijk voor gekozen om zoveel mogelijk kwesties en issues uit de gewone Duitse geschiedenis voor het voetlicht te brengen. Haar stijl is vrij eenvoudig; die staat dus de veelheid aan onderwerpen en personages niet in de weg. Misschien is deze historische roman over het Duitsland van de afgelopen honderd jaar niet de beste, maar zeker een zeer leesbare en zeer vermakelijke.
Anders dan in de Cazalets van Elizabeth Jane Howard heb ik me niet gestoord aan opmerkingen en observaties die niet thuishoren in de historische periode, de zg. anachronismen, maar Korns verhaal is anderzijds veel minder smeuïg dan dat van Howard. Mijn voorkeur gaat overigens uit naar Carmen Korn.

Auteur

Carmen Korn - Düsseldorf, 1952 - werkte na haar studie als redacteur bij het Duitse weekblad Stern. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen. Dochters van een nieuwe tijd is het eerste deel van een trilogie, die in Duitsland al een bestsellersstatus heeft bereikt; er werden al meer dan 1,7 miljoen exemplaren verkocht.

Voor haar trilogie De Nieuwe Tijd liet zij zich inspireren door de vrouwen uit haar eigen familie: haar grootmoeders, hun zussen en schoonzussen. Als jong meisje zat ze vaak naar hen te luisteren als ze het over de oorlog, over liefde of over hun dromen hadden. Veel van hun levens heeft Korn verwerkt in die van haar personages.

Auteur: Carmen Korn
Titel: Dochters van een nieuwe tijd
Vertaling Olga Groenewoud
Pagina's: 522
ISBN: 9789056726577
Uitgeverij Signatuur
Verschenen: juni 2020

maandag 29 juni 2020

Marlies Allewijn – Barsten

Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Pepper Books


Zeeuwse blik op de Roaring Sixties

Een tijdsbeeld dat een gezicht krijgt door een personage te laten meemaken hoe het was of zou kunnen zijn is vaak een mooie manier kennis te maken met zo’n periode. Zo ook in deze roman waarin we meelopen met Saar (Sari), een Zeeuwse tiener die opgroeit in een conservatief nest en door een vakantieliefde haar leven volledig ziet veranderen. Het boek heeft een uitnodigende omslag met kleuren die passen bij de jaren ‘60 en ook het meisje met haar bloemenkrans om het hoofd maakt het hippie-gevoel helemaal af. 

De setting is een dorp in Zeeland, waar Saar met haar ouders leeft. Het strand is dichtbij en het toerisme is in opmars, langzamerhand verandert het kleine dorp. Nieuwigheden zoals televisie, een koelkast en campings zorgen voor luxe, comfort en een dorp dat groter wordt. Opmerkelijk is de sterke verzuiling die in die tijd nog vanzelfsprekend was. Zo speelde een katholiek kind meestal niet met een protestant vriendje, maar dit gebeurde wel met Saar en de ‘paapse’ Marianne. Ook het verschil in stand is opmerkelijk, Mariannes vader is huisarts en bezit een prachtig huis, Saar woont met haar ouders veel eenvoudiger. Emancipatie is hier ver te zoeken

‘’Johanna,’ klinkt het vanuit de voorkamer.
Ik bijt op de binnenkant van mijn onderlip en zucht onbedoeld luid. Betrapt kijk ik opzij. Maar mijn moeder glimlacht en geeft me een knipoog. ‘Hij werkt zo hard.’
‘Voor ons’, voegt ze er nog aan toe.
‘Voor ons’, herhaal ik. Ik pak de laatste pan van het afwasrek en gebaar. ‘Ga gauw.’ (pag. 10)

De hoofdstukken krijgen allemaal hun eigen motto mee in de vorm van een stukje songtekst uit een hit. De liedjes zijn zorgvuldig gekozen bij het onderwerp en achterin het boek staat waar de lijst met de songs te beluisteren zijn. De muziek brengt je in de juiste stemming waarin dit verhaal gelezen moet worden. De maatschappij bevindt zich op een kantelpunt, jongeren laten van zich horen en willen verandering, ook Saar komt in aanraking met een jongen die kritisch is op hoe de maatschappij is ingericht. Kortom alle ingrediënten zijn aanwezig voor een omwenteling en Saar staat in het centrum van deze storm, ze maakt aan den lijve mee wat het betekent buiten de lijntjes te kleuren.

In een rap tempo komen relevante thema’s aan de orde zoals de rol van de vrouw ten opzichte van de man, de al genoemde klassenverschillen en verzuiling, de tegenstelling stad – platteland, instituties versus studenten en de vrouwenemancipatie met hun ludieke acties, als Dolle Mina’s eisen ze het recht op ‘Baas in eigen buik’.

Het boek is zeer onderhoudend geschreven en leest als een pageturner. Het is van tijd tot tijd wel erg geromantiseerd, zoals ze haar weg in Amsterdam vindt bijvoorbeeld, menig ander jonge vrouw zou in de goot beland zijn. De herkenning van zaken die besproken worden wekt nostalgische gevoelens op. Wat te denken van het tv programma Farce Majeure, daar bleef je voor thuis! Voor wie dit programma niets zegt: 

‘Farce Majeure was een komisch, satirisch en muzikaal Nederlands televisieprogramma van de NCRV met Alexander Pola (1914-1992), Fred Benavente (1926-2005), Ted de Braak (1935), Jan Fillekers (1938) en Henk van der Horst (1939). De muziek van veel liedjes was van Harry Bannink (1929-1999).
De eerste reeks uitzendingen liep van 17 september 1966 tot 1976. Een tweede reeks liep van 1983 tot 1986.
De titel is een woordspeling met de Franse term force majeure, dat overmacht betekent. Maar farce betekent in het Frans scherts, of mop, dus farce majeure betekent supermop.’ (Wikipedia)  
Hoe Saar uiteindelijk haar weg vindt na alles wat ze meemaakte, hoe ze zich probeerde te bevrijden uit het Zeeuwse net, is allemaal te lezen in Barsten. De titel komt regelmatig terug in het boek, tenslotte moet het mooie plaatje, de schone schijn, ooit ontmaskerd worden en dat gaat met vallen en opstaan. Voor wie graag een toegankelijk boek met inhoud leest en houdt van een blik op de jaren ‘60 -’70 is dit een heel fijne roman. 

De auteur 
Marlies Allewijn (1977) is opgegroeid in het Zeeuwse Yerseke en woont tegenwoordig in Amsterdam. Marlies werkte als redacteur/verslaggever voor verschillende tv-programma’s. In 2012 verscheen haar (semi-) autobiografische debuut SchEef en enkele jaren later de oorlogs-ya Ze was 16. Over deze laatste succesvolle roman zei Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei: ‘Ik las het in één adem uit. Zo levensecht.’
Marlies Allewijn had in 2018 veel succes met haar historische roman ‘De meid’, geïnspireerd door het leven van Neeltje Lokerse.


Titel: Barsten
Auteur: Marlies Allewijn
Uitgever: Pepper Books
ISBN: 9789020608861
Pag.: 320
Genre: fictie
Verschenen: april 2020

vrijdag 26 juni 2020

Lida Dijkstra – Het beest met de kracht van tien paarden

Recensie door Mireille Bregman
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff


Een krachtige samenwerking
‘Waar begint een verhaal? Bij je geboorte? […] Of misschien is een verhaal rond als een bal, en heeft het in werkelijkheid geen begin of eind?’

Lida Dijkstra had niet passender kunnen beginnen. Er zijn meerdere Griekse mythen die niet uit één verhaal bestaan, maar verweven zijn met andere en zo een verhalencluster vormen. Zo ook ‘Theseus en de Minotauros’: het verhaal van Theseus die met de hulp van Ariadnes draad de Minotauros verslaat, is verbonden aan Daidalos en Ikaros en Medea.

Lida Dijkstra kiest ervoor haar vertelling van het verhaal te beginnen met het moment dat veertien kinderen in een luchtkoker worden neergelaten. Ze komen allemaal uit Athene en dienen als offer voor het beest dat in het labyrint op het eiland Kreta gevangen wordt gehouden. Elke negen jaar is dit een gruwelijke verplichting van de Atheense koning aan de Kretenzische koning Minos, als vergelding voor de moord op diens zoon. (van een vicieuze cirkel gesproken!)
Het bijzondere en leuke aan ‘Het beest met de kracht van tien paarden’ is dat het strikt genomen maar deels een hervertelling is, want de tijd die De Veertien doorbrengen in de ondergrondse ruimtes staat in geen enkele overlevering beschreven. Dijkstra maakt er een levendig geheel van met bijvoorbeeld fresco’s die de eerder genoemde verwante verhalen verbeelden, zodat ook die op een soepele manier in het boek verteld worden. De groep kinderen is een bont geheel, die samenwerkt en zelfs grapjes maakt.
En passant is meer in het verhaal verwerkt: het Klassieke wereldbeeld, Minoïsche beschaving, gulden middenweg, de positie van meisjes in de Klassieke tijd (en een deels feministische Theseus), net als het verschil tussen labyrinten en doolhoven.

De illustraties van Djenné Fila passen ontzettend goed bij de tekst. Kleurrijk waar ze de fresco’s weergeven, donker als het een scène in het doolhof bevat. Ook het verschil tussen enerzijds het beestachtige en het intelligente in de Minotauros anderzijds brengt ze treffend over.

Andere details die ik opvallend/fijn vond: Dijkstra houdt de Griekse spellingswijze aan (Daidalos, Ikaros) en sommige namen staan in de tekst een keer in het Grieks geschreven; het gebed van koning Minos, aan de goden gericht in de hoop dat ze zijn zoon Androgeos zullen wreken, is op papier gezet in de vorm van een zwaard. (Zeus vindt het “vlijmscherp”.) Achterin het boek vind je een verklarende woorden- en persoonslijst en landkaart.

Het is een verhaal dat tevens uitnodigt tot voorlezen. Je zou er zelfs een toneelstuk van kunnen maken. Lida Dijkstra hoort in iedere kast naast Imme Dros en Simone Kramer.
Ik zou bijna zeggen: een vorm van klassieke receptie zoals het hoort! Maar dat laat ik graag aan iedere andere individuele lezer over.

‘Waar eindigt een verhaal? Met het einde van een opdracht of reis? Rolt de bal eindeloos door […]? Eindigt een verhaal ooit?’

Titel: Het beest met de kracht van tien paarden
Auteur: Lida Dijkstra
Illustraties: Djenné Fila
Pagina's: 168
ISBN: 9789024587346
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff
Verschenen: november 2019