maandag 1 oktober 2018

Bert Moerman-Niet dat het iets uitmaakt


Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Polis




Niets is wat het lijkt!


Op luchthartige, soms onverschillige toon wordt deze roman gepresenteerd als een boek waarvan je je kunt afvragen of je het dan wel wilt lezen, wanneer het toch niets uitmaakt…

Maar dat is natuurlijk juist de prikkel om hem wel op te pakken, je wilt toch minstens weten wát het hét is dat niets uitmaakt. Nieuwsgierigheid won en daarom deze recensie van een boek waarin het gaat over meer dan keuzes maken en vriendschap.

In de introductietekst van de uitgever staat dat Bert Moerman opgroeide in de ‘diepste krochten van West-Vlaanderen’, wat zou dat nog toe kunnen voegen aan de leeservaring? Er gebeurt daar behalve lezen en films kijken niet zoveel, dus moet het verhaal helemaal uit het brein van de debutant komen. Hij gaat daarvoor naar New York om zich twee jaar aan zijn roman te wijden.


Na het motto van Woody Allen volgt een stukje tekst uit een hoofdstuk dat later in het boek aan bod zal komen. Als lezer heb je nog geen benul in welke context deze passage staat, maar dat hij ‘erin hakt’ is duidelijk. Het beschrijft een flitsende actie, met een behoorlijke portie geweld, maar ook een dikke knipoog door de humor.

En dan het volgende raadsel: de aankondiging ‘Dit is een waargebeurd verhaal’.

We, de lezers, lezen kennelijk een waargebeurde roman…., nee, zo kan het niet zijn, lees maar verder!

Heel grappig zijn de titels van de hoofdstukken, ze lijken een beetje afgezaagd, maar ook hier weer de knipoog naar zaken die te flauw zijn voor woorden, wat te denken van ‘Zomaar, daar op de trap’ of ‘Heerlijke nieuwe wereld’?


Het verhaal wordt verteld vanuit het je-perspectief, het is even wennen, want als lezer kun je je afvragen met wie die ‘je’ bedoeld wordt. Aan de ene kant raadselachtig, aan de andere kant word je gedwongen tot doorlezen en je verbaast je over wat deze ‘je‘ zoal doet en vooral denkt. Dit hoofdpersonage is een narcistisch wezen dat menigmaal de wenkbrauwen doet fronsen. Er wordt een karikatuur gemaakt van de vrouw. In de ogen van de hoofdfiguur en zijn vriend Francis zijn vrouwen wezens die je kunt keuren alsof het slachtvee is. Ook wanneer het, zoals de auteur in een interview meldt, slechts zou gaan om uitvergrote karaktereigenschappen, zit een vrouwelijke lezer toch op het puntje van de stoel bij het lezen hiervan en leidt niet direct tot sympathie voor deze figuur. Dat is de auteur goed gelukt dus, ontlok de lezer emoties!

‘Het was een frisse dag, wat normaal was voor de tijd van het jaar. Je zat buiten weggedoken in je jas, maar de zon zorgde ervoor dat je het nooit echt koud kreeg. De koffie hielp ook. Je had een terras uitgekozen waar het uitzicht op passanten maximaal was. Het was vrijdagmiddag, dus de meeste mensen die je zag lopen waren allicht werklozen of studenten. Het waren vooral de vrouwelijke leden van de tweede categorie op wie jij en Francis het gemunt hadden. Naast elkaar aan een tafeltje, als twee bejaarden. Commentaar op alles wat bewoog, precies zoals jullie het allebei wilden. Gewoon. Ter ontspanning.’

Dit is natuurlijk maar een deel van het verhaal, er gebeurt meer met de jongeman die zichzelf als goddelijk beschouwt en zich ook op die manier gedraagt. Zo af en toe moet ook hij tegenslag incasseren, een leermomentje...

‘Je glimlachte. ‘Ik ben ook blij dat ik hier ben.’
Haar gezicht betrok.
‘Dat wé hier zijn, bedoel ik.’ Je zei het alsof je jezelf verbeterde, maar je wist dat je het niet meende. Haar gezicht zou zich nooit meer herstellen naar diezelfde verliefde glimlach van vier seconden geleden. Vanaf hier zou alles snel gaan. Maar dat wist je toen nog niet. Nog lang niet.’

Het verhaal kent een wisselend verloop, het begin komt het een beetje kabbelend over. In de vele, zeer korte, hoofdstukjes komen we steeds meer te weten over de ‘je’, zijn carrière, zijn vriendschap met Francis, maar vooral over zijn liefdesleven, hoewel er meer sprake is van wel of geen fysieke aantrekkingskracht dan van ware liefde. De vele toevalligheden zorgen voor de levensloop van onze narcist. Dit leidt tot verrassende situaties, vaker zijn ze uiterst tragikomisch, ineens is hij aanwezig op een begrafenis:

‘Haar benen werden omspannen door de zwarte stof en waren keurig naast elkaar geplaatst. Haar voeten wezen lichtjes naar links. Ze had er zelden zo mooi uitgezien. Verdriet stond haar beeldig. Je sloeg de benen over elkaar voor het geval dat er iets gemaskeerd diende te worden. De rigor mortis werkte aanstekelijk. Het leven ging verder. Niet iedereen is dood op een begrafenis.’

Wanneer een nieuwe mogelijkheid zich aandient als een heuse deus ex machina, komt het verhaal in een stroomversnelling en wordt het zelfs thrillerachtig spannend. Wat is er precies gebeurd en vooral waarom? En wat is de functie van de perspectiefwisseling bijna aan het einde van het boek? Allemaal vragen die stemmen tot nadenken en ervoor zorgen dat uiteindelijk het kwartje valt.

Eerlijk gezegd heb ik me met dit boek geen moment verveeld, kon het wegleggen en oppakken, leefde mee met de vooral de slachtoffers, verwonderde me over het gemak en het opportunisme waarmee het hoofdpersonage zijn leven dacht vorm te geven en genoot van de plotwendingen.




   
De auteur

Bert Moerman (1987) groeide op in de diepste krochten van West-Vlaanderen, een plek waar weinig meer te doen was dan lezen en films kijken. In 2016 gaf hij zijn job op en trok hij naar New York om daar een roman te schrijven. Intussen is hij veilig en wel terug in België en werkt hij als artistiek directeur in een concertzaal. https://www.polis.be/auteurs/bert-moerman



Titel: Niet dat het iets uitmaakt
Auteur: Bert Moerman
Uitgever: Polis
ISBN: 9789463103589
Pag.: 224
Genre: fictie
Verschenen: 2018


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.