Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Polis
Niets is wat het lijkt!
Op luchthartige,
soms onverschillige toon wordt deze roman gepresenteerd als een boek
waarvan je je kunt afvragen of je het dan wel wilt lezen, wanneer het
toch niets uitmaakt…
Maar dat is
natuurlijk juist de prikkel om hem wel op te pakken, je wilt toch
minstens weten wát het hét is dat niets uitmaakt. Nieuwsgierigheid
won en daarom deze recensie van een boek waarin het gaat over meer
dan keuzes maken en vriendschap.
In de
introductietekst van de uitgever staat dat Bert Moerman opgroeide in
de ‘diepste krochten van West-Vlaanderen’, wat zou dat nog toe
kunnen voegen aan de leeservaring? Er gebeurt daar behalve lezen en
films kijken niet zoveel, dus moet het verhaal helemaal uit het brein
van de debutant komen. Hij gaat daarvoor naar New York om zich twee
jaar aan zijn roman te wijden.
Na het motto van Woody Allen volgt een stukje tekst uit een hoofdstuk dat later in het boek aan bod zal komen. Als lezer heb je nog geen benul in welke context deze passage staat, maar dat hij ‘erin hakt’ is duidelijk. Het beschrijft een flitsende actie, met een behoorlijke portie geweld, maar ook een dikke knipoog door de humor.
En dan het volgende
raadsel: de aankondiging ‘Dit is een waargebeurd verhaal’.
We, de lezers, lezen
kennelijk een waargebeurde roman…., nee, zo kan het niet zijn, lees
maar verder!
Heel grappig zijn de
titels van de hoofdstukken, ze lijken een beetje afgezaagd, maar ook
hier weer de knipoog naar zaken die te flauw zijn voor woorden, wat
te denken van ‘Zomaar, daar op de trap’ of ‘Heerlijke nieuwe
wereld’?
Het verhaal wordt
verteld vanuit het je-perspectief, het is even wennen, want als lezer
kun je je afvragen met wie die ‘je’ bedoeld wordt. Aan de ene
kant raadselachtig, aan de andere kant word je gedwongen tot
doorlezen en je verbaast je over wat deze ‘je‘ zoal doet en vooral
denkt. Dit hoofdpersonage is een narcistisch wezen dat menigmaal de
wenkbrauwen doet fronsen. Er wordt een karikatuur gemaakt van de
vrouw. In de ogen van de hoofdfiguur en zijn vriend Francis zijn
vrouwen wezens die je kunt keuren alsof het slachtvee is. Ook wanneer
het, zoals de auteur in een interview meldt, slechts zou gaan om
uitvergrote karaktereigenschappen, zit een vrouwelijke lezer toch op
het puntje van de stoel bij het lezen hiervan en leidt niet direct
tot sympathie voor deze figuur. Dat is de auteur goed gelukt dus,
ontlok de lezer emoties!
‘Het was een
frisse dag, wat normaal was voor de tijd van het jaar. Je zat buiten
weggedoken in je jas, maar de zon zorgde ervoor dat je het nooit echt
koud kreeg. De koffie hielp ook. Je had een terras uitgekozen waar
het uitzicht op passanten maximaal was. Het was vrijdagmiddag, dus de
meeste mensen die je zag lopen waren allicht werklozen of studenten.
Het waren vooral de vrouwelijke leden van de tweede categorie op wie
jij en Francis het gemunt hadden. Naast elkaar aan een tafeltje, als
twee bejaarden. Commentaar op alles wat bewoog, precies zoals jullie
het allebei wilden. Gewoon. Ter ontspanning.’
Dit is natuurlijk
maar een deel van het verhaal, er gebeurt meer met de jongeman die
zichzelf als goddelijk beschouwt en zich ook op die manier gedraagt.
Zo af en toe moet ook hij tegenslag incasseren, een leermomentje...
‘Je glimlachte.
‘Ik ben ook blij dat ik hier ben.’
Haar gezicht betrok.
‘Dat wé hier
zijn, bedoel ik.’ Je zei het alsof je jezelf verbeterde, maar je
wist dat je het niet meende. Haar gezicht zou zich nooit meer
herstellen naar diezelfde verliefde glimlach van vier seconden
geleden. Vanaf hier zou alles snel gaan. Maar dat wist je toen nog
niet. Nog lang niet.’
Het verhaal kent een
wisselend verloop, het begin komt het een beetje kabbelend over.
In de vele, zeer korte, hoofdstukjes komen we steeds meer te weten
over de ‘je’, zijn carrière, zijn vriendschap met Francis, maar
vooral over zijn liefdesleven, hoewel er meer sprake is van wel of
geen fysieke aantrekkingskracht dan van ware liefde. De vele
toevalligheden zorgen voor de levensloop van onze narcist. Dit leidt
tot verrassende situaties, vaker zijn ze uiterst tragikomisch, ineens
is hij aanwezig op een begrafenis:
‘Haar benen werden
omspannen door de zwarte stof en waren keurig naast elkaar geplaatst.
Haar voeten wezen lichtjes naar links. Ze had er zelden zo mooi
uitgezien. Verdriet stond haar beeldig. Je sloeg de benen over elkaar
voor het geval dat er iets gemaskeerd diende te worden. De rigor
mortis werkte aanstekelijk. Het leven ging verder. Niet iedereen is
dood op een begrafenis.’
Wanneer een nieuwe
mogelijkheid zich aandient als een heuse deus ex machina, komt het
verhaal in een stroomversnelling en wordt het zelfs thrillerachtig
spannend. Wat is er precies gebeurd en vooral waarom? En wat is de
functie van de perspectiefwisseling bijna aan het einde van het boek?
Allemaal vragen die stemmen tot nadenken en ervoor zorgen dat uiteindelijk het
kwartje valt.
Eerlijk gezegd heb
ik me met dit boek geen moment verveeld, kon het wegleggen en
oppakken, leefde mee met de vooral de slachtoffers, verwonderde me
over het gemak en het opportunisme waarmee het hoofdpersonage zijn
leven dacht vorm te geven en genoot van de plotwendingen.
De auteur
Bert Moerman (1987)
groeide op in de diepste krochten van West-Vlaanderen, een plek waar
weinig meer te doen was dan lezen en films kijken. In 2016 gaf hij
zijn job op en trok hij naar New York om daar een roman te schrijven.
Intussen is hij veilig en wel terug in België en werkt hij als
artistiek directeur in een concertzaal. https://www.polis.be/auteurs/bert-moerman
Titel: Niet dat het
iets uitmaakt
Auteur: Bert Moerman
Uitgever: Polis
ISBN: 9789463103589
Pag.: 224
Genre: fictie
Verschenen: 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.