Recensie
door Eric Waut
Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep
Een
waanzinnig knappe vertaling met fenomenale toelichting
“Wie
altijd zekerheid wil, net als een jager of visser, en wie onbekend
terrein vermijdt, zal nooit een veldslag winnen.”
Bij
het lezen van dit verhaal over de strijd van twee machtige clans in
Japan, de Taira en de Minamoto, wordt men ondergedompeld in een
wereld die enerzijds gedreven is door meedogenloze razernij en
anderzijds verfijnde beleving van religie en literatuur. Het is een
oorlogsepos dat zich afspeelt in de tweede helft van de twaalfde
eeuw. Op dat moment is de macht van Taira-clan, onder leiding van
Taira Kiyomori, op zijn hoogtepunt. Hij heeft tal van familieleden en
beschermelingen gepositioneerd op enkele belangrijke postjes en laat
op gegeven moment een ander sterk figuur, voormalig keizer
Go-Shirakawa, opsluiten.
Uiteindelijk
komt het tot een confrontatie met de Minamoto-clan waarbij na enkele
militaire nederlagen de Taira-clan langzaam zijn macht verliest. In
deze kroniek is het niet zo dat de overwinnaar wordt geprezen. Neen,
het lijkt eerder een beschrijving van een kantelmoment in de Japanse
geschiedenis. Het is vooral een raamvertelling, naast de intriges en
krijgsverrichtingen worden diverse andere verhalen en legenden, maar
vooral een prachtige beschrijving van de maatschappij zelf op dat
moment, weergegeven. De aandachtige lezer ontdekt met andere woorden
heel wat meer dan deze strijd tussen de twee clans.
Historische
figuren
De
val van de Taira geeft
dus het verhaal weer van de strijd tussen twee machtige clans. Er
komen tal van historische figuren in voor zoals Go-Shirakawa
(1127-1192). Hij is wel geen keizer meer op het moment dat het
verhaal begint, doch is achter de schermen nog steeds een zeer
belangrijk persoon. Hij kiest uiteindelijk partij voor de
Minamoto-clan.
Verder
is er het hoofd van de Taira-clan: Taira Kiyomori (1118-1181) die bij
momenten onverbiddelijk is en uiteindelijk het slachtoffer is van
zijn eigen hoogmoed.
De Minamoto-clan wordt bij de
machtsovername geleid door Minamoto Yoritomo (1147-1199); intiteel
was hij verbannen, doch kan dus later beginnen aan de succesvolle
opstand. Hij is de stichter van het Kamakura-shogunaat.
Maar
de meest boeiende figuur is toch wel Minamoto Yoshitsune (1159-1189),
halfbroer van Minamoto Yoritomo. Hij behaalt de overwinningen op het
slagveld, maar wordt slachtoffer van roddel en raakt in ongenade bij
zijn halfbroer. Deze en nog andere figuren nodigen de lezer uit om
verdere opzoekingen te doen over de geschiedenis van Japan.
Gebruik
en zeden
Hofcultuur
blijkt zo belangrijk te zijn. Iemand die bepaalde regels niet
respecteert loopt enorme risico’s. Zo is er het verhaal van Taira
Tadomori, vader van Taira Kiyomori, die omwille van plannen van een
aanslag die hij had vernomen voor alle zekerheid een dolk had
meegenomen naar het paleis. Dit werd hem zeer kwalijk genomen toen
één en ander werd ontdekt (zie Boek I, 2).
Of
de beschrijving van het gebruik, bij de aristocratie (zowel mannen
als vrouwen), hun tanden zwart te verven, niet alleen om esthetische
redenen, doch ook om tandbederf tegen te gaan.
Architectuur
Het
is een meerwaarde bij het lezen van dit boek dat men details leert
over bepaalde gebouwen. Door verder op zoek te gaan via internet komt
men al gauw een heel verhaal op het spoor. Zo komt zijdelings op
gegeven moment het Imagumano-schrijn twee keer aan bod in dit boek.
Dit was gebouwd in 1160 in opdracht van Go-Shirakawa. Nu blijkt dit
nog steeds te bestaan. Meer nog, er zou een boom staan waarvan het
verhaal gaat dat Go-Shirakawa, deze nog geplant heeft. (1)
Of,
het Itsukushima-schrijn dat na een visioen die Taira Kiyomori had
grondig werd herbouwd ingevolge zijn opdracht (Boek III,5). Het is nu
vooral gekend voor de beroemde torii-poort. (2) Heel wat van deze
tempels of andere gebouwen komen aan bod.
Maar
de mooiste passage is de omschrijving van een tuin.
“In
de tuin tierden welig de jonge gewassen. Groene wilgentakken zwaaiden
in de wind, en het eendenkroos op de vijver leek wel brokaat dat lag
te drogen in de zon. Om de pijnbomen op het eilandje slingerden zich
golven van blauweregen, en tussen het vele groen zag de late kers er
nog heerlijker uit dan de eerste bloesems van het jaar. Op de oevers
bloeiden tal van kerriarozen, en door de wolkenlagen weerklonk het
lied van de kleine koekoek uit de bergen, die dolblij leek vanwege
het hoge bezoek.”
Literatuur
als alternatief voor het krijgsgeweld
“Heike
monogatori” is vooreerst het verhaal over de strijd tussen twee
machtige clans. Er is af en toe wel wat wapengekletter en er zijn
prachtige omschrijvingen van veld- en zeeslagen. Evenwel komen er
mooie passages in voor die met oorlogsgeweld weinig te maken hebben.
Afwisselend proza en poëzie. Zeer leuk om te lezen, met dikwijls
heel wat toelichting vanwege de vertaler.
Zo
is er een ontroerend mooie passage wanneer heer Taira Koremori
afscheid neemt van zijn vrouw als de Taira vluchten uit de hoofdstad
(Boek VII, 14).
“Haar
gelaat was zo fris als perzikbloesems onder de dauw; haar blozende
witbepoederde wangen benadrukten de bekoorlijkheid van haar ogen;
haar haren waren als wilgetakken in de lentebries – een grotere
schoonheid kun je je niet indenken.”
En...
hij laat zich door haar overhalen zijn gezin toch mee te nemen. Dit
gaat echter niet door wanneer zijn medestrijders dit ontdekken.
Eén
van de mooiste passages van De val van
de Taira is terug te vinden in het
laatste deel: “Het boek der geïnitieerden”. Het is het verhaal
van Kenreimon-in. Zij is een voormalig keizerin en heeft zich
teruggetrokken in een klooster waar ze onder meer bezoek krijgt van
de voormalige keizer Go-Shirakawa. Ze hoorde tot de Taira-clan en
staat bij wijze van spreke symbool voor het einde van hun
heerschappij.
“Terwijl
Kenreimon-in schreiend zat te mijmeren over het verleden en de
toekomst, hoorde zij de roep van een kleine koekoek, waarop ze
dichtte:
Vooruit
dan,
kleine koekoek,
we vergelijken onze tranen, want
ook
van mij hoor je hier slechts
een droeve klacht!“
Over
de vertaling
Het
betreft hier een vertaling van “Heike Monogatori”. Het werd in
1371 gedicteerd door Akashi Kakuïchi die afkomstig was uit een lange
reeks van blinde barden, gespecialiseerd in voordrachten van dit
verhaal. Het bestaat uit dertien boeken (tekstrollen) met meestal 10
à 20 hoofdstukken. Het is, zoals reeds eerder aangehaald, een
raamvertelling, waarbij naast het verhaal hoofse romances, Chinese
legenden en religieuze verhalen aan bod komen.
De
vertaling werd verzorgd door Jos Vos (1960). Hij is gekend voor de
vertaling van heel wat andere werken van de klassieke Japanse
literatuur. Bekend zijn de reisdagboeken van Matsuo
Bashõ (1644-1694) die verschenen in de bekende reeks
privé-domein bij de Arbeiderspers. Verder ook nog de vertaling van
Het
verhaal van Genji
van Murasaki Shikibu, Eeuwige
reizigers
(een bloemlezing van klassieke Japanse teksten) en nog veel meer (3).
En eerlijk... dit is echt een waanzinnig knappe vertaling. Een kenner
aan het woord. Regelmatig worden bepaalde gebeurtenissen of literaire
uitstapjes van commentaar voorzien in een voetnoot. Ook de
toelichting is fenomenaal. Je leert heel wat van de klassieke Japanse
literatuur.
Uitgave
Dit
werk is recent in harde kaft, mooi gebonden met prachtige omslag,
uitgegeven door uitgeverij Atheneum-Polak & Van Gennep. Het is
een echte klassieker, de naam meer dan waard. Ga niet op reis naar
Japan alvorens je dit boek hebt gelezen!
Voetnoten
1) https://kyoto-universal.jp/en/universals/detail.php?lid=1161
2) https://www.worldhistory.org/Itsukushima_Shrine/
3) https://www.katernjapan.nl/jos-vos-vertaler-aangenaam/
Titel:
De val van de Taira (Heike Monogatari)
Auteur:
onbekend
Pagina’s:
672
ISBN:
9789025309848
Uitgeverij
Atheneum-Polak & Van Gennep
Verschenen:
maart 2022