zondag 30 juli 2023

Kay Dick - Zij


Zij zijn een latente bedreiging en bieden een verontrustend toekomstbeeld

Zij is het verhaal van een beangstigende, dystopische wereld; in Engeland, maar in principe doet dit niet ter zake. Kay Dick (Londen, 1915 – 2001) schreef het in 1977. Het won een literaire prijs, waarna het al snel in het vergeethoekje belandde. Bij toeval werd het in 2020 door een literair agent gevonden in een antiquarische boekwinkel van Oxfam in Bath, Somerset. De Paris Review noemde They in 2020 'een verloren gewaand dystopisch meesterwerk'. Lisette Graswinckel vertaalde de herontdekte klassieker en Uitgeverij Orlando heeft deze eerste Nederlandse vertaling onlangs uitgegeven – met een nawoord van Manon Uphoff – in hun steeds groeiende en prachtig vormgegeven klassiekerreeks. De Engelse titel They dekt de lading van de roman echter beter dan het Nederlandse Zij, omdat het hier een meervoudsvorm betreft. Deze titel is opgenomen in de zomeractie 2023 van Schwob.

Marjon Nooij

Kay Dick schreef vijf romans en twee biografiën; onder andere een onderzoek over het leven van Colette. Ook werd er van haar in 1984 een alom geprezen autobiografisch werk uitgebracht, The shelf, waarin ze de lesbische liefde onderzocht.

Zij is een klein chef d'oeuvre dat zijn tijd vooruit was. Het schetst een verontrustende wereld waarin een georganiseerde bende iedereen controleert en de scepter zwaait. Wie er schuilgaan achter ‘zij’ is voor niemand duidelijk, maar hun macht is groot. Het is ook niet duidelijk wat hun beweegredenen zijn. ‘Zij’ opereren veelal in het geniep, laten hun sporen na, maar zijn alleen soms vanuit de verte te zien. De bewoners van het kustplaatsje zijn het overgrote deel van hun autonomie kwijt, hun spullen worden gestolen en velen leven voortdurend in angst voor represailles. ‘Het had geen zin om naar voetstappen te luisteren. Zij droegen geen schoenen.’ Evenmin wordt duidelijk hoe de bewoners weten wat ze wel en niet mogen. Door de straffen die worden uitgedeeld, zullen ze in de gaten krijgen wat mag en wat niet mag. Sommigen vinden bij het ontwaken kruisbeelden van zeewier voor hun deur, wat kan worden opgevat als een serieuze waarschuwing.
Het verhaal doet denken aan de (overigens vreselijke) serie Arcadia die is gemaakt voor de Nederlandse televisie. Totale controle en wie – in de ogen van ‘zij’ – buiten de pot pist wordt genadeloos gestraft en verbannen.

Omdat de dorpelingen zichzelf niet zo belangrijk wanen dachten ze nog dat ze door 'hen' over het hoofd waren gezien, maar het lijkt erop dat iedereen een keer aan de beurt komt. Het onderdrukken van het zelfbeschikkingsrecht heeft als doel om alle creativiteit uit te bannen. Wie schilderijen maakt, loopt de kans blind gemaakt te worden. Wie muziek maakt, eindigt doof en wie schrijft, raakt zijn hand kwijt. Herinneringen worden vernietigd, uitgebannen, uitgevaagd door mensen te dwingen ‘in retraite’ te gaan, met de intentie ze te ‘genezen’. De angst onder de bevolking om ook de pisang te zijn is groot. ‘Zij konden altijd en overal opduiken. Een latente bedreiging waar je niet omheen kon.’ Ook kunst wordt vernietigd; de National Gallery is al leeggehaald. Boeken verdwijnen van de particuliere boekenplanken en schilderijen worden uit huis gehaald. Het heeft geen nut om je huis af te sluiten, ‘zij’ komen hoe dan ook binnen. Er zijn grote verwoestingen in de dorpen en steden. Veel woningen, winkels, het postkantoor zijn al gesloten en er zijn planken voor de ramen getimmerd. ‘Zij’ zijn een bedreiging waar niet aan te ontkomen is. In colonne bewegen ‘zij’ zich voort met ‘complexe bewegingspatronen’, ‘strakke exercitie’ en ‘monsterlijke, accurate precisie’; nietsontziend en niemand ontwijkend.

‘Zij kwamen nooit als je thuis was. Confrontatie was in hun ogen nodeloze verspilling van energie, een luxe die ze niemand gunden. Stille geniepigheid maakt diepere wonden. Het was hun vorm van bestraffing. Zij namen alleen strenge maatregelen als je de geldende normen overschreed.’


Een anonieme ik-figuur vertelt in negen losstaande hoofdstukken over het leven in een overgecontroleerde tijd. Hij of zij – gender wordt in het midden gelaten – woont alleen in een cottage aan de kust en weigert zich te conformeren aan ‘hun’ eisen door te verhuizen naar aangewezen, identieke woningen, maar paranoia dringt zich bij iedereen op. De ik-figuur zegt continu het gevoel te hebben te worden gadegeslagen, maar dat opgeven uit den boze is, omdat je ‘hen’ ermee in de kaart speelt. Daarbij vormen vrijgezellen volgens ‘hen’ een bedreiging, omdat ‘zij’ een solitair leven vrezen. Wie alleen woont, heeft extra te duchten.

Dick heeft haar roman heel compact gehouden. Ze maakt veel gebruik van korte dialogen met korte zinnen. Niet alles wordt uitgesponnen, veel blijft gehuld in mist, waardoor ze de lezer veel ruimte biedt om na te denken.

‘[…] “Ik schrijf weer gedichten.” Haar stem klonk vreugdevol. “Ze is nu briljant met haar linkerhand.”
Toen zij Janes gedichten in het vuur gooiden, was ze instinctief naar voren gesprongen. Ze hadden haar rechterarm acht minuten lang in het vuur gehouden.’


Op de collectieve angst voor dit dreigende totalitaire systeem, volgt het risico om door anderen verraden te worden. De verrader waant zich veilig, omdat communicatie onderling wordt ontmoedigd. Lethargie en berusting liggen gevaarlijk op de loer.

Het is bijzonder dat Dick deze visionaire roman al in 1977 schreef; social media stond in de zeventiger jaren immers nog in zijn beginschoenen en internet was nog niet algemeen gangbaar in de meeste huishoudens. Apps als TickTok – met zijn geraffineerde algoritme, waarvan wordt gezegd dat China die beïnvloeding gebruikt om zo eigen doelen te realiseren, als het veranderen van de wereldorde – kwamen pas in de 21e eeuw. Zover als in de serie Arcadia, waarin de mensen een chip geïmplanteerd kregen, gaat Dick niet, maar we kunnen Zij beschouwen als een fikse waarschuwing voor de voortschrijdende controle waar we heden ten dage mee te maken hebben. Het is in ieder geval een verhaal dat zich niet laat lezen zonder er kippenvel van te krijgen. 

--

Eerder verschenen op Tzum


Titel: Zij
Auteur: Kay Dick
Vertaling: Lisette Graswinckel
Pagina's: 192
ISBN: 9789083255125
Uitgeverij Orlando
Verschenen: december 2022

zaterdag 29 juli 2023

Kaouther Adimi – Kwade wind

 

Hoe een 'broer van dezelfde melk' twintig jaar van je leven kan verzieken

De in Algiers geboren Kaouther Adimi (1986) heeft al een aantal werken op haar naam staan wanneer in 2021 haar roman De boekhandel van Algiers in Nederlandse vertaling op de markt verschijnt. Na dat succes is onlangs in vertaling van Noor Koch ook haar meest recente werk Kwade wind verschenen; een roman over diepgewortelde tradities, vriendschap en verraad, tegen de achtergrond van de geschiedenis van Algerije in de twintigste eeuw.

Adimi heeft Kwade wind gebaseerd op een bestaande roman van Saïd – de beste vriend van haar grootvader – en heeft daarmee het leven opgetekend van Leïla en Tarek; 'want literatuur kan een reddingsboei zijn, maar ook een kwade wind.'

Marjon Nooij

Tarek en Saïd groeien samen op in El Zahra als gezworen 'broers van dezelfde melk', daar de dove moeder van Tarek, in ruil voor wat groente, fruit en vlees, ook Saïd zoogde. Hun vriendschapsband is sterk en buurmeisje Leïla sluit zich vaak bij hen aan. Op vijftienjarige leeftijd wordt zij echter uitgehuwelijkt aan een veel oudere man. Wanneer ze na een jaar is bevallen van haar eersteling, verlaat ze hem. Ze wordt hiermee de paria van het dorp en niet bepaald het lichtende voorbeeld voor de andere meisjes. 'Waag het niet hetzelfde te doen!'

Tijdens hun tienerjaren zien de 'broers' elkaar alleen in de spaarzame vakanties; Tarek wordt geheel volgens de traditie herder. Saïd wordt door zijn vader, die de imam van het dorp is, naar een school in Tunis gestuurd, waardoor hun wegen zich scheiden en Tarek ziet hoe de ander verandert; stadser wordt en zich anders kleedt.

De Tweede Wereldoorlog zorgt ervoor dat Tarek vrijwillig naar Europa vertrekt om mee te vechten. Hij wordt ingescheept naar Marseille en doet zichzelf de belofte dat hij Leïla om haar hand zal vragen als hij de oorlog mag overleven, ondanks dat hij weet dat Saïd ook verliefd op haar is.
In Versailles komt hij voor een kort moment Saïd weer tegen die wordt opgepakt en in de Cherche-Midi-gevangenis in Parijs wordt geïnterneerd.

'Tarek was er niet helemaal ongeschonden uitgekomen. Er waren littekens. Die op zijn lichaam kon hij niet verbergen. De andere waren van hem alleen.' '[…] alle oorlogen doen hetzelfde met mannen, ze veranderen je ogen in dode knikkers.'


Na zijn huwelijk met Leïla in de herfst van '45 – waarbij Saïd niet aanwezig is – breekt de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog uit en sluit Tarek zich aan bij het FLN.

Nadat Ahmed Ben Bella tot eerste democratische president van Algerije is gekozen, vindt Tarek werk bij de productie van La battaglia di Algeri; een authentiek filmverslag van de onafhankelijkheidsstrijd van de Italiaanse regisseur Gillo Pontecorvo. Het is door hem dat Tarek uiteindelijk in Rome belandt en aan het werk kan bij een zonderling man met een beelden- en kunsttuin. De eenzaamheid en de stilte voelen als een weldaad, maar hij durft zijn vrouw er niet over te vertellen. Dan komt er onverwacht een telegram uit El Zahra dat hij terug moet komen bij zijn gezin.

'Tarek zei niet veel. Nog altijd spaarzaam met woorden. Als zijn moeder zonder woorden kon leven, moest hij dat ook kunnen.'


In het tweede deel wisselt het perspectief even naar Leïla die zich richt tot haar man. Saïd heeft een boek over hen geschreven, waarmee ze zich in diskrediet voelt gebracht. Uit angst dat er een film van wordt gemaakt, nemen ze de wijk naar Algiers waar ze twintig jaar zullen verblijven, voordat ze eindelijk terug durven om de veiligheid van hun huis op te zoeken. Ondanks dat Houari Boumédienne – die van 1954 tot 1962 als guerrilla-strijder vocht in de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog – in december 1976 door een staatsgreep de tweede president van Algerije is geworden en met hem de democratie is overgegaan in een militaire dictatuur, durven ze het aan om terug te gaan naar El Zahra, waar de dorpelingen tijdens de burgeroorlog zijn uitgemoord door moslimextremistische groeperingen. Ze treffen huizen aan die zijn vervallen tot ruïnes, maar de Barbarijse vijgenbomen dragen overvloedig vruchten en Leïla besluit daar de touwtjes van hun leven stevig in eigen handen te nemen.

'We zwegen over de nachtmerries en terwijl heel het land in de ellende werd gestort, deden we alsof we niet wisten dat onze ogen waren veranderd, net als eerder die van onze ouders en grootouders, want dat doen oorlogen met je, ze veranderen je, beschadigen je voor altijd.'


Met Kwade wind heeft Adimi een realistisch verhaal opgetekend van bestaande, nog in leven zijnde personen. Het is bijzonder dat ze dat heeft aangedurfd, daar haar hoofdpersonages in de zeventiger jaren, vanwege de openbaringen in het boek van hun vriend, op de vlucht zijn geslagen en zich uit schaamte zoveel jaren niet meer hebben durven vertonen in hun dorp.

Adimi heeft zich niet laten verleiden om op het sentiment van de lezer in te spelen, doordat ze op een onderkoelde wijze schrijft. Ze gebruikt niet te veel woorden en gaat in bepaalde perioden zelfs wat al te snel door de tijd. Ze maakt duidelijk hoe Tarek en Leïla in de vorige eeuw zijn beschadigd door de traditie, oorlogen, het geweld en de dictatuur. De relevante stukken geschiedenis heeft ze in het boek verweven als intermezzo's, waarmee ze haar verhaal urgentie heeft gegeven. 

--

Eerder verschenen op Tzum


Titel: Kwade wind
Auteur: Kaouther Adimi
Vertaling: Noor Koch
Pagina's: 256
ISBN: 9789026362491
Uitgeverij Ambo|Anthos
Verschenen: juni 2023

donderdag 27 juli 2023

Hans Erich Nossack – Op z'n laatst in november

 

Met haar zou hij willen sterven

Hans Erich Nossack (Hamburg, 1901–1977) studeerde literatuur en kunstgeschiedenis. Deze studies ruilde hij echter in voor een studie rechten, waaraan hij voortijdig de pijp aan Maarten gaf om in een fabriek te gaan werken en een opleiding te volgen om als bankbediende aan het werk te gaan. In die periode werd hij lid van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD). De nationaal-socialisten zaten hem echter op de hielen, maar hij wist aan hen te ontkomen. Tijdens het bombardement van Hamburg in 1943 verloor hij alles wat hij bezat, inclusief zijn manuscripten. In Der Untergang deed hij verslag van het verwoestende geallieerde bombardement op zijn geboortestad. Op z'n laatst in november verscheen in 1955 en betekende zijn grote doorbraak. Deze klassieke roman is nu vertaald door Josephine Rijnaarts en uitgegeven door Uitgeverij Oevers. Opgenomen in de lente-actie 2023 van Schwob.

Marjon Nooij

Op z'n laatst in november vertelt het verhaal van de dramatisch zoektocht van de achtentwintigjarige Marianne Helldegen: een zoektocht naar liefde, erkenning en zingeving tijdens de naoorlogse wederopbouw en de West-Duitse economische hoogconjunctuur. Ze zit gevangen in een gearrangeerd, benauwend huwelijk, waarin ze vooral dient als het verlengstuk van haar man Max die een winstgevend bedrijf runt. Iedere bediende in huis heeft een taak en zelfs voor haar eigen kind hoeft ze niet te zorgen. Veel intermenselijk contact ervaart ze dan ook niet. In wezen is ze eenzaam tussen anderen. Haar man leeft voor zijn bedrijf, maar hoe beter de zaken gaan, hoe meer hij zijn vrouw uit het oog verliest. 'Mijn man zegt dat iedereen me arrogant vindt. Terwijl ik zo verlegen ben als een klein meisje, ik kan het alleen goed verbergen.' De enige die haar wel begrijpt, is haar schoonvader die bij hen inwoont. 

'Geen mens weet wat geluk is, ook ik niet, want toen het er was vond ik alles zo vanzelfsprekend dat ik het helemaal niet als geluk beschouwde, eerder als... ik weet het niet, ik dacht er niet over na. Maar wat het is om ongelukkig te zijn, weet iedereen precies.'


Wanneer Max, ter meerdere eer en glorie van zichzelf, een literatuurprijs heeft uitgeloofd, wordt zijn vrouw geacht naar de Kunsthalle te gaan om hem te vertegenwoordigen en de prijs uit te reiken aan Berthold Möncken. De aantrekkingskracht tussen haar en de schrijver is groot en als bij donderslag zegt hij haar; 'Met u is het de moeite waard om te sterven'. Nogal onbezonnen neemt ze hem mee naar huis en pakt een aantal spullen in om met hem per trein te vertrekken naar... ergens, om te ontsnappen aan de leegheid van haar huwelijk. In de Duitse literatuurkritiek wordt Nossacks roman daardoor vergeleken met Flauberts
Madame Bovary.

Marianne neemt wel de moeite om te wachten op de thuiskomst van haar man en brengt nog een laatste keer haar zoontje naar bed. Max wordt overrompeld door haar besluit om te vertrekken, maar lijkt haar actie niet echt serieus te nemen; 'En waar gaat de reis heen, als ik vragen mag?' Hij laat haar zonder slag of stoot gaan en verzekert haar ervan de goegemeente te vertellen dat zijn vrouw in een sanatorium zal verblijven.

Nossack schrijft zijn verhaal ingetogen, op een haast laconieke, prozaïsche wijze; met glasheldere, korte zinnen. De lezer wordt meegezogen door de koortsachtige innerlijke monoloog van de ik-figuur die – door middel van flashbacks en flashforwards – op de laatste periode terugkijkt, waarbij de auteur zich een meester toont in het psychologisch ontleden van zijn hoofdpersonage. Marianne is de onbetrouwbare verteller, maar ze heeft gezonde zelfkritiek die evenwel voortkomt uit onzekerheid. Het ingenieuze plot heeft enkele magische kantjes doordat Marianne letterlijk gebeurtenissen en conversaties vertelt waarbij ze zelf niet aanwezig is. 'Zo ongeveer moet het gegaan zijn, want zo ging het altijd.'

Berthold is niet vermogend; ze verblijven in verschillende pensions of hotels en leven van het geld dat hij incasseerde met de prijsuitreiking. Zij grote droom is om eens een Volkswagen te kunnen kopen. Hun beoogde geluk is echter van korte duur. Hij wordt volledig opgeslorpt door het toneelstuk dat hij aan het schrijven is en hierdoor vergeet hij aandacht aan Marianne te schenken. Het duurt zelfs enige weken voordat hij met haar in één bed wil slapen en hij is ronduit kribbig. 'Het is of geluk niet mag.' Ze verveelt zich en brengt haar dagen vooral buitenshuis door; in parken en musea. In de vele discussies kunnen ze elkaar niet meer bereiken. 'Het lag allemaal aan mij, ik was te ongeduldig.'

'Zijn werk daar, zijn schrijven is alleen maar een voorwendsel, zegt hij. Ik weet niets van hem, ik weet niets van die andere wereld die hem kwelt en waar hij aan kapot gaat.'


Uiteindelijk besluit ze terug te keren naar man en kind, en deze keer is het Berthold die haar niet tegenhoudt. Als vanzelfsprekend en zonder afkeuring laat Max haar weer binnen in zijn gezin. 'Wanneer we elkaar tegenkwamen, lachten we vriendelijk naar elkaar.' Zij doet consequent alles waarvan ze denkt dat de ander het op prijs stelt. 'Ik las ergens, op een kalenderblaadje of in de bijlage van de krant, dat je voor een fout moet uitkomen, want dan is die fout geen fout meer.'

Een krantenbericht in november over de première van het toneelstuk in de stadsschouwburg beroert de gemoederen in huize Helldegen. Marianne weet dat ze hem kan verwachten. Die avond staat hij inderdaad (in beschonken toestand weliswaar) bij de villa op de besneeuwde stoep – 'Zijn hele gezicht straalde, zo blij dat hij me eindelijk weer zag' – om vol trots zijn Volkswagen te laten zien. En Marianne stapt in. Op weg naar een spannende ontknoping.

'Ja, zo ongeveer is het gegaan.'


--
Eerder verschenen op Tzum


Titel: Op z'n laatst in november
Auteur: Hans Erich Nossack
Vertaling: Josephine Rijnaarts
Pagina's: 334
ISBN: 9789493290327
Uitgeverij Oevers
Verschenen: februari 2023

woensdag 12 juli 2023

Abdelrahman Munif – Ten oosten van de Middellandse zee

 

De onderwereld, een wereld van bloed en katten’

In tegenstelling tot het vuistdikke Cities of salt (1984-1989) waarin Abdelrahman Munif de veranderingen in de Arabische wereld tijdens het olietijdperk beschrijft, is Ten oosten van de Middellandse Zee (Sharq al-Mutawassit) uit 1975 nooit in het Engels vertaald, maar nu wel bij uitgeverij Jurgen Maas verschenen in een vloeiende Nederlandse vertaling van Djûke Poppinga. De roman trapt af met een aantal artikelen uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Artikelen waarvan we weten dat ze heden ten dage nog altijd nodig zijn.

De Saoedi-Arabische schrijver Abdulrahman Munif (1933-2004) werd geboren in Amman (Jordanië) als zoon van een Saoedi-Arabische vader en een Iraakse moeder. Hij wordt beschouwd als politiek intellectueel en een van de meest geprezen en belangrijkste moderne Saoedische auteurs van de twintigste eeuw. Buiten auteur was hij ook journalist en cultuurcriticus. In 1952 vertrok hij naar Irak om rechten te studeren. Zijn honger naar kennis leidde hem naar de universiteit van onder andere Caïro, Parijs, Belgrado. Na zijn terugkeer in Bagdad werd hij lid van de Arabische Socialistische Ba'ath-partij en kreeg hij een functie in het olieministerie en was van invloed op de OPEC.

In de 1986 ontnam Saoedi-Arabië hem zijn staatsburgerschap en verketterde zijn boeken, ook vanwege zijn politieke en republikeinse ideologieën. Hierop ging hij gedwongen in ballingschap in Damascus (Syrië). Hij distantieerde zich van het regime dat hem tegen de borst stuitte, en begon met schrijven. Hij schroomde daarbij niet om de politiek en het elitaire zakenleven van het Midden-Oosten te kapittelen en op karikaturale wijze te bespotten.

Marjon Nooij

Hoofdpersoon van Ten oosten van de Middellandse Zee is Radjab die op de Aischylos – grondlegger van de klassieke Attische tragedie; mooie intertekstualiteit – naar Europa vaart. Hij is een politiek gevangene in een Arabisch land dat niet bij name wordt genoemd. Ook wordt niet duidelijk voor welk delict hij is gedetineerd. Vanuit het ik-perspectief en door middel van flashbacks vertelt hij de lezer over de gruwelijke misstanden die hem tijdens zijn gevangenschap ten deel zijn gevallen. 'Zelfs de stukjes brood, die in hun geduldige handen in schaakstukken zijn veranderd, worden geconfisqueerd.' Gruwelijk zijn de scènes waarin hij vertelt dat er een zak over zijn hoofd werd gedaan waarin twee katten werden gestopt 'en steeds wanneer ze de katten sloegen, begonnen die mij te bijten.' Aanhoudend wordt hem de keuze geboden om te capituleren en een bekentenis te tekenen. Zijn waardigheid wordt geknakt, maar hij blijft zwijgen.

'Wat had ik me naakt gevoeld, al die keren dat de Agha sigaretten op mijn lichaam uitdoofde: onder mijn oksels, tussen mijn billen, op mijn kin. […] Wat kan ik eraan doen dat mijn lichaam het begeeft? Mijn wilskracht daarentegen, die is nooit gebroken, niet één dag.'

In eerste instantie heeft hij elf jaar aan zijn broek gekregen. Zijn vriendin Hoda kan het niet meer aan en trouwt een ander. 'In mijn gedachten was ze een mythische heldin die het wachten nooit moe werd. Toch heeft ze niet op me gewacht.'

Wat loodzwaar op hem drukt, is dat hij zich verantwoordelijk acht voor de dood van zijn moeder die deelnam aan een opstand bij de gevangenis en bezweek aan de gevolgen van stokslagen.

Het verhaal is fragmentarisch en het perspectief verschuift regelmatig naar zijn zus Aniesa die daarmee ook een stem krijgt van Munif. Zij maakt zich grote zorgen over de tanende gezondheid van haar broer.

Wanneer het na vijf jaar detentie lichamelijk steeds slechter met hem gaat en hem de kans wordt gegeven om voor een bepaalde periode naar Frankrijk af te reizen om een arts te bezoeken, gaat Radjab overstag en tekent hij. Voorwaarde is wel dat hij zijn landgenoten daar moet bespioneren. De Franse arts geeft hem echter een nogal controversieel advies: 'U moet uw verdriet omzetten in haat. Alleen op die manier kunt u overwinnen. Als u zich daarentegen overgeeft aan uw verdriet, wordt u een verliezer en dan is het afgelopen met u. U zult verliezen als mens.'

Om er zeker van te zijn dat Radjab terugkeert naar de gevangenis wordt zijn zwager gegijzeld. '[…] als ze Hamid vermoorden, laat hij vier kinderen achter. Ik moet iets doen. Nee, ik laat ze niet zomaar hun gang gaan.'

Radjab ziet het geschreven woord als zijn laatste wapen en bij terugkomst uit Frankrijk geeft hij, voordat hij wordt gehaald om naar de gevangenis terug te gaan, zijn papieren aan zijn zus met de opdracht ze te verbranden. Het voortzetten van de martelingen kost hem uiteindelijk zijn gezichtsvermogen.

'Mijn wil is gebroken. Ik heb nog maar een paar maanden voordat ik doodga. Kan de wil van iemand die geen enkele band meer met het leven heeft hersteld worden? Ik ben die iemand. Nee, ik ben niemand meer.'

Ten oosten van de Middellandse Zee is de literaire erfenis van Munif; existentialistische Arabische gevangenisliteratuur die wordt vergeleken met Darkness at Noon van de Hongaars-Britse Arthur Koestler. Het is een protest tegen de tirannie, onrechtvaardigheid en de benarde situatie van politieke gevangenen in de Arabische wereld. Munif reflecteert hiermee op het totalitarisme en het ontberen van voorwaarden van essentiële behoeften, zoals voldoende eten, rust, veiligheid en aanraking. De existentiële thema's van het verhaal zijn onder andere verlies van het moreel, pijn, eenzaamheid, angst, rouw en verlies, wanhoop en zelfs de bereidheid om te sterven. Ten oosten van de Middellandse Zee is een Indringende en subversieve vertelling met proza dat je bij de strot grijpt, maar ondanks de gruwelijke scènes is het een prachtige en heldere, vertelling. En helaas nog altijd heel urgent.

'Ik heb alle martelingen doorstaan. En wat denkt u? Heb ik geschreeuwd? Heb ik bekend? Nee, ik was standvastig. Ik was nog lankmoediger en taaier dan een kameel, maar op een stil moment ben ik ingestort. De man die u voor u ziet is niet zo sterk als de woorden in zijn hoofd doen vermoeden. Een tijdlang was hij sterk en daarna is hij in één keer ingestort. Uiteindelijk heb ik met een matte glimlach om mijn lippen mijn overlijdensakte getekend.'

--

Eerder verschenen op Tzum en Bazarow



Titel: Ten oosten van de Middellandse Zee
Auteur: Abdelrahman Munif
Vertaling: Djûke Poppinga
Pagina's: 208
ISBN: 9789083296708
Uitgeverij Jurgen Maas
Verschenen: mei 2023