woensdag 31 januari 2018

Robert Seethaler-De Weense sigarenboer

Uitgeverij De Bezige Bij 



Lichtvoetig proza met donkere wolken op de achtergrond


Aanleiding

Stel je voor: een jongeman van zeventien jaar met een schat van een moeder en handen als van een meisje, want hij hoefde geen zwaar werk te doen. Zijn naam is Franz Huchel. Het is 1937 en noodweer in Salzkammergut krijgt grote gevolgen voor Franz en zijn moeder. De puissant rijke Alois Preininger verdrinkt tijdens het noodweer en dit betekent dat de douceurtjes aan Franz' moeder stoppen. 

Helaas, de tijden zijn hard, werk is er amper te vinden en Franz wordt naar Wenen gestuurd. Daar komt hij onder de hoede van Otto Trsnjek, een oude vriend, waarmee moeder lang geleden een warme zomer heeft beleefd. Otto heeft een sigarenzaakje, daar zou Franz wel een handje kunnen helpen. 

Sfeer 

Franz wordt op de trein gezet, het gewicht van de voorbereidingen en het afscheid verdwijnt tijdens de reis: 

'En opeens voelde alles op de een of andere manier luchtig en prettig aan. Het was alsof met de vervaagde gestalte van zijn moeder ook een groot deel van zijn eigen gewicht op het perron van Timelkam was achtergebleven. Licht als een veertje zat Franz nu in de coupé, voelde het ritmische geratel onder zijn achterste en raasde met de onvoorstelbare snelheid van bijna tachtig kilometer per uur naar Wenen.' 


Brein en begrip bevorderen 

Otto verkoopt behalve tabakswaren ook schrijfwaren en kranten. Het is de bedoeling dat, wanneer er geen klanten zijn, Franz op het kleine krukje naast de winkeldeur rustig wacht en 'brein en begrip bevordert' door kranten te lezen. En dan ook écht alles lezen uit alle kranten. Alleen zo kun je de klanten adviseren. In betere tijden zorgden het aroma, de geur, de smaak en het kruidige van de sigaren voor het idee dat je een tempel voor geest en genot binnentrad. Nu is de aanvoer van sigaren onbetrouwbaar. De eigenaar is een oorlogsveteraan en loopt op krukken, hij heeft nog maar één been.

Het verhaal kabbelt voort, er lijkt weinig te
gebeuren, maar langzamerhand wordt duidelijk hoe het dagelijks leven rondom het tabakszaakje reilt en zeilt. Franz leert de vaste klanten kennen. Er zijn opscheppers bij zoals mevrouw dr. dr. Heinzl. Zij grossiert in doctorstitels die ze na het sterven van haar twee echtgenoten vol trots draagt. Een Kommerzialrat komt met zijn incontinente teckel, sommigen komen losse sigaretten halen en gepensioneerden nemen andere kranten dan studenten.  

Sigmund Freud 

Hé, dat is een bekende! Professor Freud behoort ook tot de klantenkring. Deze professor doet heel wat stof opwaaien, Franz raakt geïntrigeerd en probeert in gesprek te komen met de geleerde. Het is een interessant personage in het verhaal, want hij kan Franz adviseren in belangrijke levenskwesties. Franz is jong, onervaren en heeft geen idee wat hij moet aanvangen met zijn gevoelens. Freud adviseert hem een meisje te gaan zoeken. Vervolgens krijgen we de ontwikkeling van Franz te zien, wat dat betreft zou je het als een bildungsroman kunnen beschouwen. Door de ontmoeting met Freud en een even stormachtig en betoverende als confronterende liefde verandert Franz van een jongen in een jonge man. 

'In het vroege schemerlicht, als de lantaarnmannen op hun ladders klommen en de gaslantarens uitdeden, en de eerste arbeiders met beschaduwde gezichten op weg naar de vroege ploegendienst gingen, bewoog hij zich alleen nog voort in een nevelige, onzekere toestand tussen waken en dromen. En terwijl hij dan langzaam en moe terug sloop naar het sigarenzaakje, kwam het Boheemse meisje hem op elke hoek tegemoet. Boheems meisje onder de lantaarn. Boheems meisje achter het hek. Boheems meisje in een huisportiek, haar gezicht verlicht door de gloed van een sigaret. Boheems meisje in het uitstalraam, haar armen naar hem uitgestrekt en glimlachend.' 

Licht en donker 

Terwijl Franz zich ontwikkelt en exotische avonturen beleeft, wordt de jodenhaat groter. Freud is joods en klant van Otto, dit tot misnoegen van meesterslager-slager Roßhuber. Dat dit tot spanningen moet leiden is duidelijk. De schermutselingen worden gedetailleerd beschreven en, hoewel niet zo fijn om voor te stellen, is ook hier weer met een niet al te zware pen geschreven. Verder in de tijd wordt de sfeer grimmiger. Ondanks de sterke arm van de macht lijkt de rol van de tegenstander niet uitgespeeld. Eenmansacties lijden soms tot een hilarisch, soms een droevig schouwspel, ontroering en afschuw wisselen elkaar af.  

Warm 

De relatie Otto/Franz wordt geweldig uitgewerkt, twee kwetsbare personen die zonder veel woorden voor elkaar instaan. Otto heeft het te doen met zijn protegé wanneer deze wegkwijnt door liefdesverdriet en Franz helpt Otto wanneer er weer eens sporen van vandalen opgeruimd moeten worden, samen staan ze sterk.  Franz heeft beloofd zijn moeder iedere week te schrijven. De correspondentie is liefdevol: 

'(Kaart met slottuin van Schönbrunn, verlicht door lantarens en gesuikerd met sneeuw) 
Beste moeder, 
Nu ben ik al vrij lange tijd hier in de stad, toch lijkt alles me eerlijk gezegd steeds vreemder. Maar misschien is dat met het hele leven zo: vanaf je geboorte kom je met elke nieuwe dag een stukje verder van jezelf af te staan, tot je het op een bepaald moment helemaal niet meer weet. Kan het zijn dat dit werkelijk het geval is? Vraagt met veel groeten, 
Je Franz' 

Conclusie 

Dit bijzondere boek heeft me verrast door de stijl. Een verhaal dat zich afspeelt aan de vooravond van WOII kan op verschillende manieren geschreven worden. Deze auteur heeft een 17 jarige jongen als uitgangspunt genomen, een jongen die volop in ontwikkeling is. Hij is romantisch en wat dromerig van aard, dit vormt een contrast met de harde realiteit van de tijdsgeest. Door de dromerige aard van Franz lijkt het soms of je in een andere wereld terecht komt. Op zoek naar het Boheemse meisje maakt hij bizarre gebeurtenissen mee. Dat element geeft het verhaal een heerlijk magisch laagje.  

De auteur

Robert Seethaler
 werd in 1966 in Wenen geboren. Hij schreef meerdere romans, waaronder het in Duitsland succesvolle Der Trafikant, en brak definitief door met Een heel leven, dat sinds verschijnen in de bestsellerlijsten stond. Seethaler woont in Berlijn en Wenen. (De Bezige Bij)


Titiel: De Weense sigarenboer 
Auteur: Robert Seethaler 
Vertaler: Liesbeth van Nes 
Uitgever: De Bezige Bij 
ISBN: 9789023471608 
Pag.: 256 
Genre: Fictie 
Verschenen: Oktober 2017 


  

zondag 28 januari 2018

Daniel Kehlmann-Tijl

Uitgeverij Querido 


  
'Een eigenzinnige nar in het strijdgewoel van de dertigjarige oorlog'


Historisch 

Het Europa van 1618-1648 is het decor van deze bijzondere schelmenroman. Tijl Uilenspiegel was een legendarisch personage uit de veertiende eeuw, bekend van zijn streken, grappen en grollen. Hij reisde zo vrij als een vogel door Europa en trok zich niets aan van God noch gebod. De auteur heeft deze legendarische beroemdheid geplaatst in de zeventiende eeuw. Te midden van het geweld, vooral door de spanningen tussen katholieke en gereformeerde staten, vindt hij zijn weg. De opbouw is niet chronologisch, het verhaal begint met een verslag van een dorpsbewoner. De bevolking is er zo arm als Job en dan is er plots vertier: 

'De huif was van rood zeildoek. Ervoor hurkte een oude vrouw. Haar lichaam zag eruit als een buidel, haar gezicht als leer, haar ogen als twee piepkleine zwarte knoopjes. Een jongere vrouw met zomersproeten en donker haar stond achter haar. En op de bok zat een man die we herkenden, ook al was hij hier nog nooit geweest, en toen de eersten het weer wisten en zijn naam riepen, wisten ook de anderen het weer en zo klonk er algauw van alle kanten uit vele monden: ‘Tijl is hier!’' 

Molenaar

We gaan terug in de tijd en maken kennis met de vader van Tijl. Claus Uilenspiegel is een man met een, bijna obsessieve, drang naar kennis. Voor hij trouwde met de molenaarsdochter leidde Claus een reizend bestaan. Af en toe was hij bij iemand in dienst, zoals Wolf Hüttner, een chiromant (handwaarzegger) en geestenbezweerder. Daar kwam hij in aanraking met magische formules, spreuken en krachtig werkende kruiden. Toen hij daar vertrok zat er zomaar een stel boeken in zijn rugzak. 
Uiteindelijk werden die hem fataal, want toen hij terecht stond wegens hekserij waren verboden boeken aanvullend bewijs, ook al kon je ze niet lezen omdat ze in het Latijn geschreven waren. Twee jezuiëten, doctor Tesimund en doctor Kircher, kwamen hem thuis ophalen en Claus werd verhoord en schuldig bevonden. Saillant detail: tijdens het verhoor keek Tijl, die op een wagen geklommen recht in de ogen van Kircher, die daardoor ineens niet meer zo zeker van zijn zaak was. 

Tijl 

Ook Tijl heeft wat magisch over zich, zijn uiterlijk is opmerkelijk: 

'We kenden zijn bonte wambuis, we kenden zijn met ezelsoren versierde kap en zijn jas van kalfshuid, we kenden zijn lange magere gezicht, zijn kleine ogen, zijn holle wangen en zijn konijnentanden. Zijn broek was van goede stof, zijn schoenen waren van mooi leer, maar zijn handen waren dieven- of klerkenhanden, die nooit gewerkt hadden; zijn rechterhand hield de teugels vast, zijn linker de zweep. Zijn ogen vlamden en hij groette naar links en naar rechts.' 

Geen wonder dat hij de aandacht trekt, ook al doordat hij een echte entertainer is. Samen met het meisje en de oude vrouw speelt, danst en zingt hij de sterren van de hemel. In de toneelstukken die opgevoerd worden herken je zonder meer Romeo en Julia en De Storm van William Shakespeare. Het koordlopen waar hij zo op geoefend heeft doet hij alleen en oogst daarbij niets dan bewondering.  

Winterkoning 

Als voorafschaduwing van wat er nog te gebeuren staat tijdens de komende tijd in roerig Europa horen we Tijl een spotlied zingen over Winterkoning, de keurvorst van de Palts. Dit is koning Frederik die maar één winter koning is geweest, daarna is hij verdreven door het leger van keizer Ferdinand II. Tijl zal een belangrijke rol spelen in het leven van Ferdinand en zijn vouw Elizabeth, Liz. Jacobus l van Engeland is haar vader, die steunt het jonge paar vooral in woord, niet in daad, dat komt hem politiek niet uit.  

Elizabeth (kleindochter van Mary Stuart) heeft een groot gevoel voor drama, ze is gek op theater, eigenlijk speelt ze zelf ook toneel. Toen zij en haar man Frederik in Bohemen waren, die ene winter, droomde ze van en hoftheater met de beste acteurs van de wereld, helaas kwam er van deze grandeur niets terecht, maar de droom bleef. Steeds armer wordend trok het gezin van het ene protestantse hof naar het andere, de protestanten hadden het zwaar, want de katholieken wonnen terrein. Gustaaf Adolf van Zweden gaf tegengas en Frederik besloot de banden aan te halen met de man die niet had willen trouwen met Elizabeth. 

Fictie of waarheid 

De auteur speelt met de waarheid, net zoals Tijl de mensen voor de gek houdt, doet de auteur hetzelfde met zijn personages en de lezer. Er komen talloze namen voor in het boek van al dan niet fictieve beroemdheden. Dat maakt het spannend. In het hoofdstuk 'De grote kunst van licht en schaduw' maakt Adam Olearius kennis met Athanasius Kircher. Olearius de geleerde en Kircher de jezuïet zijn bestaande personages en aan elkaar gewaagd. Samen besluiten ze werk te maken van het zoeken naar een geneesmiddel tegen de pest, hiervoor heb je drakenbloed nodig, er is misschien nog één draak....

Natuur 

De beschrijvingen van de natuur en de grote betrokkenheid van de bevolking bij natuurverschijnselen, wordt prachtig beschreven, niet teveel, niet te weinig, vaak betoverend:  

'Het wordt stil. Men hoort alleen de wind en het loeien van de koeien. Er is een wolk voor de zon geschoven, tot opluchting van doctor Kircher is het lichtspel in de boomkruin verdwenen. In plaats daarvan ritselen, ruisen en fluisteren de takken in de wind. Het is koud geworden. Waarschijnlijk gaat het dadelijk weer regenen.' 

Conclusie 

Deze roman is rijk aan historie en magisch realisme. Dit is een heel mooie combinatie, omdat het de harde oorlog in een bovennatuurlijk decor plaatst. De vrijbuiter Tijl doet dingen die niet kunnen, maar ze horen bij hem. Mensen kunnen hem niet zo goed doorgronden, hij heeft een speciale blik waarmee hij de ander in verwarring brengt, dat komt door zijn ogen. n van de toeschouwers die in het begin van het boek getuige is van het bezoek dat Tijl bracht zegt: 

'Ze schraapte haar keel en vertelde het. In de twaalf jaar dat ze leefde had ze nog nooit ogen gezien als de zijne. Dat soort ogen had je misschien in de vrije steden in het Rijk of aan de hoven van de groten der aarde, maar bij ons was nog nooit iemand met zulke ogen geweest. Martha wist niet dat een mensengezicht zoveel kracht en geestelijke bezieling kon uitstralen. Later zou ze haar man vertellen, en nog veel later haar ongelovige kleinkinderen, voor wie Uilenspiegel een wezen uit oude sagen was, dat ze hem met eigen ogen had gezien.' 

Dit boek leent zich zeker voor een herlezing, het is onmogelijk om de fantastische inhoud in één keer te bevatten. Hulde aan Daniel Kehlmann voor zijn schitterend proza, de spanning die hij in het verhaal brengt en zijn aandacht voor menselijke relaties. 

Over de auteur

Daniel Kehlmann (1975) woont doorgaans in Berlijn en Wenen, maar in 2017 is hij gastschrijver aan de New York University en fellow aan het Cullmann Center van de New York Public Library. Zijn werk is onder meer bekroond met de Candide-prijs, de WELT-literatuurprijs, de Kleist-prijs en de Thomas Mann-prijs. Zijn roman Het meten van de wereld verscheen in 46 landen in vertaling en er werden 8 miljoen exemplaren van verkocht. (Querido)

Auteur: Daniel Kehlmann 
Uitgever: Querido 
Vertaald door: Josephine Rijnaarts 
Oorspronkelijke titel: Tyll 
ISBN: 9789021408156 
Pag.: 352 
Genre: literaire fictie 
Verschenen: november 2017