vrijdag 19 oktober 2018

Karel Čapek – Meteoor

Recensie door Truusje
Uitgeverij Wereldbibliotheek



Een ieder heeft zijn eigen waarheid

Al in 1934 schreef de Tsjechische Karel Čapek zijn boek 'Meteoor', dat nog steeds heel fris leest. Daarvoor heeft de vertaalster Irma Pieper natuurlijk uitstekend werk geleverd.

Het verhaal begint in een ziekenhuistuin, een felle wind en iemand die op sterven zou liggen.
Tijdens slecht weer, met zeer zware windstoten, stort, als een meteoor, een vliegtuigje neer dat vervolgens helemaal uitbrandt. Als enige overlevende belandt een man in het ziekenhuis, buiten bewustzijn.
Geheel ingepakt in verband en met een onbekende identiteit, worstelt men met de vraag waarom hij juist met dit slechte weer het luchtruim heeft gekozen en wat zijn reisdoel geweest zou zijn. Om hem toch een naam te geven, wordt hij ingeschreven als 'Geval X', maar naar verwachting zal de man snel sterven aan zijn verwondingen. Ondanks die wetenschap houdt zijn onbekende identiteit de gemoederen in het ziekenhuis danig bezig. Het feit dat het slachtoffer een 'naam' krijgt, is in dit verhaal uniek te noemen, daar de andere personages enkel aangeduid worden met; jonge arts, barmhartige zuster, helderziende, schrijver.

Dan begint het fantastische spel dat Karel Čapek met de lezer wil spelen. Wat is waar en wat is dat niet? Het wordt een zoektocht waar de hierboven genoemde personages hun eigen visie op blijken te hebben. Door, als in een estafette, meerdere perspectieven in te zetten, lijkt Čapek een coherent verhaal samen te willen smeden over de identiteit en afkomst van 'Geval X'. Of dat allemaal wel klopt, is niet eens zo belangrijk. Het uiteindelijke thema van dit boek is hoe objectief en waarheidsgetrouw de ideeën zijn van individuele personen die proberen iets te reconstrueren.

De barmhartige zuster heeft veel empathie, houdt de patiënt goed in het vizier en droomt zelfs over de anonieme man.

‘Niet dat ik in dromen geloof,’ verklaarde de barmhartige zuster weifelend, ‘maar als je twee nachten achter elkaar een droom hebt die wordt vervolgd, dan is dat niet zomaar.'

Het doet hier vermoeden dat Čapek de freudiaanse droom als voorbeeld neemt, met de manifeste en latente inhoud.*
Ze ziet de man, gekleed in een tenue dat bij de tropen hoort, met koortsige ogen en een gele huid. Wanneer hij haar wanhopig aanspreekt, vertelt hij haar delen uit zijn jeugd. Hoe benauwend het voor hem was dat, toen hij een meisje had om mee te vrijen, zij zich meteen met hem verbonden voelde en hij op de vlucht is geslagen. Zijn slechte relatie met zijn welgestelde vader en dat hij in suikerriet deed om er rum van te stoken, herinnert hij zich ook.

De volgende die het nodige weet te vertellen over 'Geval X' is een helderziende patiënt, die de gedachten van de arts kan lezen en zodoende precies weet wat de toestand van 'X' is. (Čapek echter lijkt de lezer tussen de regels door te laten zien dat hijzelf, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, ietwat twijfelachtig is ten aanzien van de 'heldere beelden' van de helderziende.)
Hij ziet 'X' op een tropische plantage waar hij de scepter zwaait en met mulattinnen slaapt. Een belangrijk aanknopingspunt is volgens hem de cirkel die is gesloten met het thuiskomen van 'X'.

'De helderziende bleef steken. ‘Waarom,’ murmelde hij, ‘waarom heb ik eigenlijk uitgerekend een cirkel als voorbeeld genomen? Ziet u wel, ik loop op de dingen vooruit nog voor ik echt begonnen ben. De gewaarwording van een cirkel die zich sluit. De vorm van een keerkring en tegelijk de vorm van het leven.’ Hij schudde afwijzend zijn hoofd. ‘Nee, zo komen we nergens. Ik weet dat u allebei uw twijfels hebt over telepathie. En terecht. Telepathie is onzin. Van afstand kunnen we de dingen niet onderscheiden, we moeten ze benaderen.'

Het feit dat 'X' in het bezit was Franse, Engelse, Amerikaanse munten en een Hollandse dubbeltje, is voor de schrijver - de speurneus van het gezelschap - een aanknopingspunt en hij vermoedt dat hij op de Bovenwindse eilanden is geweest, mogelijk zelfs is doorgereisd naar de West-Indische eilanden en Cuba. Ook had hij haast, want waarom zou hij anders hebben gevlogen met dit slechte weer?

'[...] op dat moment was ik ronduit opgetogen over mijn scherpzinnige detectivewerk en stond het voor mij als een paal boven water dat die man rechtstreeks van de Antillen gekomen was; het verschafte me een gevoel van diepe voldoening en opwinding. Toen u me naar het bed van geval X bracht, was ik er al zeker van dat ik naar een man ging kijken die van de mij zo na aan het hart liggende Antillen kwam.'

Doorspekt met, soms zelfs vileine, humor en veel fantasie weet Čapek een verhaal te construeren uit de waarheden van de personages. Er zijn een aantal overeenkomsten, maar verder lopen de verhalen sterk uiteen.
De filosofische punten zijn, dat men een idee kan creëren door het in te kleuren met de dingen die in het eigen leven spelen, zoals afkomst, (on-)zekerheden en gevoelens van angst. De ontstane verhalen lijken nog het meest op de verteller zelf te slaan, door de ambiguïteit en ambivalentie van de verhalen cq waarheden.
Uiteindelijk blijft er voor de lezer niets anders over dan ook te gaan gissen naar de afkomst en identiteit van 'Geval X'.
De arts is eigenlijk degene die het nog het meest nuchter bekijkt en van objectiveerbare feiten uitgaat, zoals de tatoeage, littekens, lichaamsbouw en kenmerken van doorgemaakte ziektes.

Tijdens het lezen heb ik me afgevraagd waarom de auteur een op bezoek komende schrijver opvoerde, maar mijns inziens gebruikt hij de schrijver om zijn eigen waarheid te ventileren. Heel vernuftig!!! Nu heb ik al zin in het laatste - of eigenlijk eerste - deel van de trilogie. Wat een heerlijke schrijver! Wat een fijn boek!

Meteoor is het tweede boek van een trilogie - die overigens alle drie los van elkaar te lezen zijn -, maar heel bijzonder is het dat de drie boeken in omgekeerde volgorde in een Nederlandse vertaling verschijnen. Het derde deel 'Een doodgewoon leven' verscheen in oktober 2017, 'Meteoor' in november van datzelfde jaar en momenteel wordt 'Hordubal'  vertaald.
Van Een doodgewoon leven en staat er op deze blogspot ook een boekbespreking.

*De manifeste inhoud is wat je nog kunt herinneren van een droom, hetgeen je zou kunnen navertellen als je eenmaal wakker bent. Freud vond dat deze informatie op zichzelf niets betekent, aangezien deze beelden een vertekende weergave zijn van wat de droom werkelijke probeert te communiceren.
De latente inhoud daarentegen bevat de werkelijke boodschap van de droom: de verboden gedachten en onbewuste verlangens. Ze verschijnen in manifeste vorm, maar ‘vermomd’ en onherkenbaar. Volgens Freud zijn er 3 verschillende manieren waarop deze vermomde cryptische droombeelden tot stand komen:

1. Verplaatsing – Dit gebeurt wanneer (verboden) verlangens voor iets of iemand worden gesymboliseerd door iets meer acceptabels. Een typische Freudiaans voorbeeld van verplaatsing is het bijvoorbeeld wanneer een verlangen naar masturbatie wordt vertaald in een droom over pianospelen
2. Symbolisatie – Dit komt voor wanneer weggestopte behoeften en onderdrukte verlangens worden vertegenwoordigd door niet-seksuele objecten die op hen lijken of met hen geassocieerd werden in een eerdere ervaring.
3. Condensatie- Elementen worden weggelaten, of verschillende elementen worden gefuseerd.

Freud dacht dat seks zo’n beetje de belangrijkste reden was van alles dat in een droom gebeurt. Logischerwijs zocht hij dan ook achter veel droomsymbolen een seksuele betekenis. Zo vertegenwoordigen lange, slanke of opgerichte objecten (bijvoorbeeld een sigaar, mes, geweer, enz.) de penis, en duiden grotten, nissen of bekers (kom, grot, tunnels) op de vrouwelijke geslachtsorganen.

Auteur

Karel Capek (Malé Svatonovice, 9 januari 1890 – Praag, 25 december 1938) was een Tsjechisch schrijver.


Hij wordt gezien als een van de belangrijkste Tsjechische schrijvers. Hij schreef enkele werken samen met zijn broer Josef. Zijn bekendste werken kunnen als sciencefiction geclassificeerd worden, geheel in de lijn van Britse auteurs als Aldous Huxley en George Orwell. Hij staat bekend als de uitvinder van het woord 'robot'. Het woord duikt voor het eerst op in zijn werk R.U.R. (Rossum's Universele Robots) (1920). In een ingezonden brief in Lidové Noviny (een Tsjechisch dagblad, waarvan hij enige tijd redacteur was) in 1933 vertelt Karel Capek dat het woord door zijn broer Josef is verzonnen. Verder schreef hij Krakatit (1924) over de ontdekking van een explosief van ongekende vernietigingskracht (de atoombom?).

Daarnaast schreef hij ook talloze krantenartikelen, theaterstukken, kinderboeken, detectives, reisverslagen en zelfs een boek over tuinieren. Capek maakte gebruik van talloze schrijfstijlen en genres, vaak ook binnen een werk. Veel van zijn werk is geschreven met een spitsvondig gevoel voor humor. In 1932 werd een bundeling van zijn reisverslagen uit Nederland uitgegeven onder de naam Obrázky z Holandska (in het Nederlands uitgegeven onder de titel Over Holland). Beroemd is ook zijn Dášenka (1932, in het Nederland als Tuuntje verschenen) over zijn eigenwijze jonge hondje, geïllustreerd met eigen foto's.

Karel en Josef Čapek
De broers Čapek vormden de spil van het intellectuele leven in het Tsjecho-Slowakije tussen de twee wereldoorlogen. Ze verenigden linkse avantgarde-kunstenaars met conservatievere intellectuelen. Karel genoot ook de warme sympathie van de charismatische president van de Eerste Tsjecho-Slowaakse Republiek (1918-1938), Tomáš Masaryk (1850-1937). Masaryk vroeg hem zijn levensverhaal op te tekenen in Hovory s Masarykem (1928, Gesprekken met Masaryk).

In de jaren 1930 ageerde Capek in zijn werk steeds meer tegen het opkomende nazisme, fascisme en communisme. In deze periode schreef hij een aantal toneelstukken en romans met een sterk politieke lading. Válka s mloky (1936, Oorlog met de salamanders) is daarvan het beste voorbeeld. Toen met het Akkoord van München in september 1938 duidelijk werd dat de West-Europese landen Tsjecho-Slowakije niet zouden bijstaan tegen de nationaalsocialistische dreiging, stortte zijn wereld in. Kort daarna stierf hij als een gebroken man aan een longontsteking.

Titel: Meteoor
Auteur: Karel Čapek
Vertaling: Irma Pieper
Pagina's: 192
ISBN: 9789028427259
Uitgeverij Wereldbibliotheek
Verschenen: 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.