donderdag 30 november 2017

Jelmer Jepsen - Amanda

Beoordeling 4.5 sterren
Met dank aan Uitgeverij Xander



'Maar ik wil niet omgaan met mensen die gek zijn,' zei Alice.
'O, daar ontkom je niet aan', zei de Kat. 'Wij zijn allemaal gek hier. Ik ben gek. Jij bent gek.'
'Hoe kom je erbij dat ik gek ben?' vroeg Alice.
'Dat moet gewoon wel', zei de Kat. 'Anders zou je hier nooit naartoe gekomen zijn.'

Lewis Carrol - 'Alice in Wonderland'



Een road-trip van een elfjarig meisje............en een boa.

Amanda White is een kettingrokend meisje van elf jaar, vroeg rijp en heel wijs voor haar leeftijd. Toch heeft ze, op een kinderlijke en naïeve manier, een stoïcijnse kijk op de wereld om haar heen. Op school gedraagt ze zich behoorlijk tegendraads, waardoor ze regelmatig met medeleerlingen en docenten in de clinch raakt. Voor de goede orde kan ze dan rekenen op een gepaste straf, maar stiekem zijn er toch leraren die het wel goed met haar voor hebben.

Ze woont alleen met haar vader in een volksbuurt in Miami, nadat haar moeder uit haar leven is verdwenen, toen ze nog heel klein was. In een zijkamer van het huis woont echter ook de enige vriendin van Amanda, namelijk Gloria. En Gloria is.......een boa constrictor.

De vrieskist

Vader White houdt wel van een borreltje en is dan ook regelmatig in het café te vinden. Wanneer hij op een dag dronken op de vloer ligt wordt dit hem fataal.


Amanda wil er zeker van zijn dat zijn overlijden niet wordt opgemerkt. Ze doet gewoon wat ze denkt dat het beste is en uit praktische overwegingen stopt ze zijn lichaam in de vrieskist. Ook omdat ze is bang om in een tehuis te belanden, als uit zal komen dat ze alleen op de wereld is. Dat wilde ze koste wat het kost voorkomen.

'[.....] in plaats van een belangrijke verandering te voelen, was Amanda's lichaam volgelopen met blinde paniek, en dat was gewoon een gemoedstoestand die ze al jaren kende. Amanda was in principe constant in paniek, alhoewel zij zelf het snelle kloppen van haar hart en haar altijd druk wiebelende lichaam niet als zodanig interpreteerde, maar simpelweg als iets wat bij haar hoorde, net als de muziek die de hele dag in haar hoofd speelde, of het feit dat ze als enige van haar klas met haar tong het puntje van haar neus kon raken.
Pas op zondagmiddag, twee dagen na haar lugubere vondst, had ze weer een beetje helder na kunnen denken.
Ze zou doen of er niets aan de hand was.
Wat moest ze anders?'

Omdat de zomervakantie al in het vizier is, besluit ze om het schooljaar gewoon af te maken, maar gaat ondertussen via het internet op zoek naar de verblijfplaats van haar moeder. Om achter het adres te komen, verstuurt ze een aantal mails, die ze ondertekent met Alice Bennett; 'omdat die naam klasse en toegankelijkheid uitstraalt'.

Wanneer ze denkt dat ze de verblijfplaats van haar moeder heeft gevonden pakt ze haar spullen en sluit het huis zorgvuldig af.
Het is dan wel handig dat ze haar handen vrij heeft, zodat ze gemakkelijker kan gaan en staan waar ze wil, dus gaat ze op zoek naar een andere woonplek voor Gloria. Met de boa contstictor in een tas gaat ze op zoek naar een nieuw onderkomen voor haar. Wanneer ze honger krijgt stapt ze een hamburgerrestaurant binnen.

Rauw graag

'Een happy meal met een milkshake banaan, alstublieft. En nog een rare vraag misschien, maar kan ik ook een rauwe hamburger krijgen, zonder broodje, gewoon zo uit de doos?'
Met een frons in zijn voorhoofd bestudeerde de jongen achter de counter het meisje dat voor zijn kassa verschenen was. Om haar schouders hing een weekendtas en in haar ogen zag hij de glans van voorbije tranen. Maar haar lippen stonden in een onweerstaanbare grijns.
'Een rauwe hamburger?' herhaalde hij en Amanda knikte.
'Ik betaal de gewone prijs hoor. Of weet je wat?' Amanda maakte in haar hoofd een snelle rekensom, waarna ze uit haar broekzak een briefje van tien dollar pakte. 'Het dubbele.'
[.....] Even later schoof Amanda een van de banken in. 'Een moment nog,' fluisterde ze. 'Hij is nog een beetje bevroren. Ik ga er heel even bovenop zitten en dan is het zo gepiept.'

Gloria krijgt uiteindelijk een plekje bij zijn soortgenoten, onder heerlijk warme lampen, waar zij haar leventje in volledige rust en naar tevredenheid kan voortzetten.

600 km te gaan

Dan gaat Amanda op reis. Een reis door Florida van meer dan 600 km. Al snel krijgen de media daar lucht van en wordt ze groot nieuws. Overal verschijnen er beelden van haar, in kranten, op tv en internet. Onderweg komt ze de meest aparte personen tegen en ze sluit zelfs vriendschap met iemand uit een heel bijzondere hoek.
De moeder van Amanda woont echter niet geheel zelfstandig en Amanda zal een leugentje om bestwil moeten verzinnen om tóch bij haar te kunnen wonen. Maar of dit nu echt zo handig uit zal pakken?


Waardering

De auteur weet met veel vaart, op een levendige en vooral invoelende manier, in de huid van de stoere elfjarige Amanda te kruipen en de lezer mee te slepen op deze raod-trip. Het is een verhaal met surrealistische trekjes, maar dat maakt het juist zo bijzonder.

De plot is heel fantasievol, absurdistisch en met de nodige droge humor geschreven. Toch weet Jepsen hiermee een gevoelige snaar te raken, omdat hij Amanda ook haar kwetsbaarheid geeft. Amanda is een wijs meisje voor haar leeftijd, maar aandoenlijk en de 'grote-mensen-dingen' zijn voor haar nog ver van haar bed.

Kortom....een heerlijk boek!

Auteur

Jelmer Jepsen (1976) schreef met 'Vallen als het heet is' zijn debuut. Zijn tweede roman is 'De Circusvrouw'. ' Amanda' is de derde roman van Jelmer Jepsen.
Over het gegeven dat het verhaal zich in de VS afspeelt zegt de auteur het volgende:

'In een Nederlandse achterstandswijk zou ze ruim voor hoofdstuk twee al drie keer door het maatschappelijk werk benaderd zijn.
Pas toen het boek van de drukker kwam sloeg de paniek toe. Zouden mensen dit wel trekken? Had ik niet op z'n minst een Nederlandse achtertante erin moeten schrijven, gewoon voor het geval dat…?'

'Amanda is geen sprookje, maar het verhaal speelt zich ook niet af in de werkelijke wereld. Toch moet de lezer alles doodnormaal vinden. Het is eigenlijk hoe ik constant het leven ervaar.'


Titel: Amanda
Auteur: Jelmer Jepsen
Categorie: Literaire roman
Pagina's: 288
ISBN: 9789401606356
Uitgeverij Xander
Verschenen: mei 2017

dinsdag 28 november 2017

Sanneke van Hassel-Stille grond

Recensie van Roosje 
Beoordeling 3 sterren
Uitgeverij De Bezige Bij  


'De grote stad, de angst' 


   
Waar gaat het over? 
  
Haar uitzicht: een stroom verkeer en torenflats. Iets naar links steekt een betonnen kantoortoren de lucht in. Rijen vierkante ramen met donker spiegelglas. Meer dan tien jaar geleden heeft Shell het gebouw verlaten, vertelde de makelaar. Er zou van alles mee gebeuren. Tot op heden staat de toren leeg. Het blubberige veld recht tegenover Domus kreeg wel een bestemming. Een goedkoop bouwsel herbergt daklozenopvang Smallenburg, met ernaast een soort rommelige volkstuin.’ (p. 9) 

Dat is het uitzicht van jonge moeder Landa vanuit haar flat. Zij leidt een troosteloos bestaan met haar baby Cato. Naar buiten gaan is een gedoe: de baby moet gevoed zijn, haar luier verschoond, een ingewikkeld vehikel van een kinderwagen in elkaar gezet, de luiertas gevuld met de juiste artikelen; dan moet er de lift genomen worden met die enorme kinderwagen. En eenmaal buiten slaat de agorafobie genadeloos toe.  
  
Junkiemeid versus Bach 

De andere hoofdpersoon is Johannes, de goeiige begeleider van de dakloze junks; hij probeert hen over te halen wat werk te doen waarmee zij een zakcentje kunnen verdienen. Het lot staat niet aan zijn kant.

Johannes trekt zijn gereedschap over het pad van platgestampte aarde. De zon valt in lange banen op de kale bedden. Begin april is het en koud nog, alleen de spitse blaadjes van de spinazie hebben zich door de klei weten te boren. Achter in de tuin pakt hij een schoffel en maakt de grond los. Zijn gezicht prikt in de wind. ‘s Ochtends komen er nooit veel bezoekers in de tuin.’ (p. 15) 

Dat is het moedeloze bestaan van Johannes. Een vriendin heeft hij niet; hij wordt verliefd op een brutale junkiemeid, die hem te kakken zet. ‘s Avonds luistert hij naar Bach en hij zingt. 

Tegenover elkaar 

Johannes en Landa hebben tegengestelde belangen. Zij wil die junkiekliek weg en vreest voor haar kind de slechte invloed van die criminelen. Eén van hen heeft haar ooit schrik aangejaagd. Johannes wil zijn hachje redden, en natuurlijk dat van zijn cliënten. Maar hij speelt niet het spel van de mensen die invloed hebben in de stad.

Landa probeert via een politicus van een prominente volkspartij haar gelijk te krijgen. Omdat haar man wat afwezig is en haar arbeidscontract door haar zwangerschap niet verlengd is, stort zij zich op deze viezige en vunzige politicus. Na de ganse dag in haar housepak vertoefd te hebben trekt zij ‘s avonds voor een vergadering van die volkspartij een kekke rode jurk aan en wankelt op haar pumps naar buiten.

Haar baby laat zij achter bij een te aantrekkelijke en te nonchalante puber. 
Niet is het zo dat deze beiden elkaar vinden; integendeel, zij blijven tegenover elkaar staan zonder elkaar werkelijk te ontmoeten. Dat doet Van Hassel bewust, naar ik aanneem, om aan te tonen hoe weinig mensen elkaar in een grote stad in ontwikkeling kunnen ontmoeten. De grote stad met zijn enorme gebouwen en zijn enorme bevolkingsproblematiek verhoedt vrede en in de mensen een welbehagen.  

De lucht is grijs met goudkleurige rafels. Als uit het niets is daar een gespikkelde wolk, hoog boven hem [=Johannes, rdv], z’n schaduw op de grond werpend. Een spreeuwenwolk. Hij beweegt, de vogels gaan enkele meters uiteen, als kauwgom dat wordt uitgerekt. Honderden, nee, duizenden vogels zweven over de toppen van de populieren en voegen zich boven het spoor weer samen tot een bal. 
Dan duiken ze met z’n allen naar rechts en blijven een paar seconden boven het landje hangen. Alleen het geruis van hun vleugels.’ (p. 220, einde boek). 

Personages

Landa en Johannes staan niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk tegenover elkaar: zij is vrouw, jong, vol ambitie, maar met een postnatale depressie (al hoor ik dat begrip niet zo vaak meer, rdv); hij is man, ouder, gedesillusioneerd, en misschien lijdend aan een gewone depressie. Zij heeft duidelijk de toekomst, maar weet in haar frustratie niet goed de juiste weg te kiezen. Omdat haar man weinig interesse heeft, of misschien niet helemaal de goede interesse wat Landa betreft, stort zij zich buiten de deur op een tamelijk machtige politicus van de foute soort.

Johannes stort zich op een meisje van een andere foute soort: een junkiehoertje (ik ben er niet helemaal zeker van dat ze inderdaad een hoertje is, maar het zou zomaar kunnen...). 
De romanticus in mij had natuurlijk graag een toenaderingspoging gezien tussen Landa en de sullige activiteitenbegeleider. Het is maar goed dat Van Hassel daar niet voor gekozen heeft. 
Maar zo’n vieze gladjakker van een vuig soort politicus, en dan in je sexy rode jurk naar een vergadering.... nee, dat kan écht niet. Maar zo heeft Van Hassel het wel bedoeld natuurlijk. Alleen... ik geloof het niet. En die Johannes, die met zijn enorme werkervaring in de wereld op zo’n te magere junk valt, nee...dat geloof ik ook niet.

Het verhaal 

Het verhaal gaat ook veel te snel. Ik krijg als lezer nauwelijks de kans me in te stellen op de levens van de hoofdpersonen, te vertoeven in hun wereld en in hun hart en hoofd. En hoepla, er gebeurt van alles meteen. Wat een verschil met het boek dat ik momenteel aan het lezen ben De boeken der kleine zielen van Couperus, daarin gebeurt nauwelijks wat. Het is geen eerlijke vergelijking, maar wel eentje uit mijn leespraktijk. 

Waardering 

Van Hassel kan zeer mooie zinnen schrijven, met name die gaan over de verstilling en de eenzaamheid in de moderne grote stad.  
Personages en verhaal vind ik een beetje onuitgewerkt.

Over de auteur 

Tien jaar lang werkte Sanneke van Hassel (1971) bij toneelgezelschap 't Barre Land voordat ze in 2005 debuteerde met IJsregen. Deze verhalenbundel werd geprezen om de licht absurdistische sfeer, de poëtische stijl en de aandacht voor details. Het boek werd genomineerd voor de Vrouw en Kultuur debuutprijs 2005 en voor de Selexyz debutantenprijs 2006. Sanneke van Hassel studeerde Theaterwetenschap en Cultuurgeschiedenis in Utrecht. 

Van Hassel levert regelmatig bijdragen aan literaire tijdschriften en bloemlezingen. Begin juni 2007 verscheen haar tweede verhalenbundel, Witte veder, die opnieuw een groot succes werd en waarvoor de schrijfster de BNG Literatuurprijs kreeg. In 2010 verscheen haar eerste roman: Nest. In 2012 verscheen haar nieuwe verhalenbundel Ezels, gevolgd door Hier blijf ik in 2014, een dynamisch portret in verhalen van de grote stad, een bijzondere samenwerking met de foto-expositie De kracht van Rotterdam. 

Collega-auteur Jan van Mersbergen bracht in 2015 een bloemlezing tot stand ter ere van haar tienjarig schrijverschap onder de titel De ochtenden, waarin hij de gekozen verhalen persoonlijk inleidt. In 2013 werd Van Hassel de driejaarlijkse Anna Blaman Prijs toegekend voor haar gehele oeuvre. Eind augustus 2017 verscheen haar nieuwe roman Stille grond, een actuele roman over de wil goed te doen en de angst voor het onbekende.  
(Bron: De Bezige Bij)

Titel: Stille grond 
Auteur: Sanneke van Hassel  
Genre: Literaire roman
Pagina's: 220
ISBN: 9789023454274  
Uitgever: De Bezige Bij 
Verschijningsdatum: augustus 2017  



zondag 26 november 2017

Truska Bast-Uw wil geschiede

Beoordeling 4,5 sterren 
Met dank aan Uitgeverij Querido 

                                                                   











'Waarom stuur je je kind naar een kostschool?' 


In onze tijd, met de kennis van nu, kun je je inderdaad afvragen waarom? Dat was ook de vraag die de auteur zich stelde. Als protestantse kon ze zich niet goed inleven in het klooster-en internaatleven en voor het antwoord op haar vraag ging ze op zoek naar persoonlijke verhalen van oud-leerlingen. Ter aanvulling deed ze ook nog onderzoek naar wat historici, sociologen en (trauma)psychologen hadden geschreven over het onderwerp. De ouders van de oud-leerlingen zijn niet meer in leven, toch is er via de kinderen nog veel bekend over de beweegredenen van de ouders. In het nieuws horen we vaak over het seksuele misbruik op de internaten, dat is verschrikkelijk, maar er was veel meer mis daar. Het hele instituut 'katholieke instellingen' wordt in dit boek onder de loep genomen en is een echte eyeopener voor iemand uit een ander milieu. 

Opbouw 

In acht hoofdstukken wordt er elke keer een thema besproken. De oud-leerlingen krijgen een naam en er wordt iets over hun achtergrond verteld, zodat er een beeld ontstaat van een diverse groep met heel verschillende achtergronden. Je ouders konden het bijvoorbeeld te druk hebben met een zaak waardoor ze geen tijd hadden voor de opvoeding. Of de ouders wilden dat één van hun kinderen priester zou worden. En er waren ook ouders die zo arm waren, de oorlog was ook net voorbij en de kinderscharen waren groot, dat ze blij waren dat er een kind minder in huis was.
  
Historie

In 1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie hersteld en de katholieken mochten hun geloof weer openlijk belijden. Hier begon de opmars van de oprichting van vele instellingen voor opvoeding en onderwijs.  Een explosieve stijging kwam na de tweede wereldoorlog, in 1946 waren er 217 internaten, in 1960 al 321. Voor ouders was het een statussymbool om je kind op kostschool te doen, het was duurder dan een normale school. Er waren verschillende niveaus van ulo tot en met gymnasium en daarnaast een aparte opleiding voor jongens die priester wilden worden gingen naar een seculier kleinsemenarie. Jongens die als pater wilden toetreden tot een kloosterorde of -congregatie gingen naar een regulier kleinsemenarie, een juvenaat. 

De pastoor 

'In de wereld die Fie beschreef was de positie van de pastoor, als belangrijkste vertegenwoordiger van God in de parochie onaantastbaar. Hij vertelde niet alleen hoe het leven op aarde geleefd diende te worden, maar ging ook over het leven in het hiernamaals. En het gevaar om in de hel of het vagevuur te komen lag overal op de loer. 

Dit is een heldere beschrijving van hoe men geloofde in die tijd, er was ook geen tegenspraak mogelijk, er staan voorbeelden in dit boek dat de pastoor een grote invloed had op de gezinnen. Er was zelfs een leerling die verdrietig was dat de ouders nooit eens langskwamen op het internaat, later bleek dat de ouders wel tijd hadden om meneer pastoor thuis te onthalen op een borrel. Het zijn precies die herinneringen die blijven hangen bij een kind.  

Total Institution 

De Canadese socioloog Erving Goffman wijst uit dat de vaste regels die toegepast werden in de internaten, zoals de vaste entreeprocedure, kenmerken zijn van een total institution.

' Volgens Goffman geldt die term voor alle instellingen waar stafleden en bewoners vierentwintig uur per dag op een en dezelfde plek samenleefden en de staf op alle gebieden de totale controle had over de bewoners.'  

Dit zou uiteindelijk leiden tot stelselmatige vernedering, verlies van autonomie en uiteindelijk zijn identiteit. 
Met deze theorie kun je in elk geval begrijpen hoe dit proces tot stand gekomen is, alles is gevat in regels en zelfs de zogenaamde ontspanning moest  gereguleerd worden. Verplicht ontspannen met een boek of een borduurwerkje, terwijl je misschien liever op de bank wilde hangen.  Een mens werd 'passend' gemaakt voor routinematige bewerking, alsof je het niet over levende wezens hebt, eerlijk gezegd is dit als buitenstaander in deze tijd  schokkend om te lezen en door te laten dringen wat dit bekent. Dat passend maken doet meteen denken aan een Griekse mythe:  

 'Procrustes nodigde voorbijkomende reizigers uit om bij hem te overnachten. Als ze op zijn uitnodiging ingingen, en zich te ruste hadden begeven, kwam Procrustes kijken of zijn gast in het bed paste. Meestal was dat niet zo. Was een gast nu te kort, dan rekte hij zijn ledematen met geweld uit, was hij te lang, dan hakte de gastheer er een stuk van af. Meestal eindigde deze behandeling met de dood, zodat Procrustes de 
bezittingen van de reiziger kon roven' 
(wikipedia.org/wiki/Procrustes) 

Macht 

Michel Foucault, Frans filosoof, beschrijft in zijn boek  Discipline, toezicht en straf . Hij spreekt van 'microfysica van de macht ' heel kleine, listige aanpassingen met grote gevolgen. Het lichaam werd langzamerhand gedresseerd. De individuen worden allemaal samengebracht op een afgebakende plaats, deze procedure noemt Foucault de clausuur. Vervolgens wordt die ruimte verdeeld in cellen, op elke plaats wordt één individu geplaatst, deze krijgt een vaste plaats.

Deze methode geeft de mogelijkheid in één oogopslag ieders aan- of aanwezigheid vast te stellen. Een machtsmiddel en controlemogelijkheid. 
Wies vertelde dat het systeem zo doordacht was dat er geen ontsnappen mogelijk was, zo was er strategisch goed nagedacht over plekken waar de meisjes op elk moment in de gaten kon worden gehouden. Je werd onderworpen. 

Gevolgen 

Het is bekend dat er seksueel misbruik plaats vond en dat er jarenlang weggekeken werd door de gezaghebbenden. Nu er wel over gesproken wordt komen de meest gruwelijke verhalen naar boven. De schaamte en het schuldgevoel zijn nooit meer weg te poetsen, ook deze slachtoffers doen  hun verhaal in dit boek.   
Schrijnend zijn ook de verhalen van de leerlingen die een posttraumatisch stressstoornis kregen, soms pas jaren nadat ze het internaat verlaten hadden. Een ander trauma, minder ingrijpend, kan een PTSS uitlokken, dat gebeurde bij Yvonne, ze was betrokken bij een brommerongeval. De bestuurder had precies dezelfde ogen als zuster Augusta
Willeke had ook geen goede herinneringen aan zuster Augusta, volgens deze zuster deugde Willeke niet: 

''Ik was dus Fries, en dat was niet goed. Ik dacht: mijn opa is Fries, ik kom toch uit Brabant? Maar ik kon niet praten. En toen zei ze: 'Jou moet ik dubbel breken'
Daar, in het klaslokaal, was het voor Willeke alsof haar vernietiging nabij was. En dus reageerde haar lichaam met het uiterste middel om de angst te verdringen: het stortte mentaal ineen. Ze dissocieerde.'

Conclusie 

Er ging er een wereld open tijdens het lezen van dit boek. De auteur heeft een zeer geslaagde poging gedaan het instituut van zoveel mogelijk kanten te belichten, uit te diepen en persoonlijk te maken door de getuigenissen. Heel klein puntje, maar dat was moeilijk te voorkomen, het door elkaar lopen van de verhalen en personen. Moeilijk af te bakenen. De deskundigen die aangehaald worden zijn een fantastische aanvulling voor het boek. Juist die onderzoeksresultaten maken duidelijk hoe en waarom processen verlopen. 

Foto: Bob Bronshoff
Auteur: Truska Bast 
Uitgever: Querido’s Uitgeverij bv 
ISBN: 978 90 214 0670 1 
Genre: Literaire non-fictie 
Pag: 240 
Verschenen: september 2017