Recensie door
Roosje
Uitgeverij:
Leopold
Een
rite de passage
Misschien wel Tonke
Dragts beroemdste boek gaat een nieuwe levenscyclus in: De brief
voor de koning wordt door Netflix ‘verseried’. Het boek werd
in 2008 al verfilmd door Pieter Verhoeff. Op 5 oktober 2004 kreeg De
brief voor de koning ter gelegenheid van de vijftigste
Kinderboekenweek de 'Griffel der Griffels' voor het beste kinderboek
van de afgelopen vijftig jaar. In het seizoen 2007/2008 ging een
gelijknamige musical het land rond. De eerste druk is uit 1962, een
periode waarin aan het kinderboek nog maar mondjesmaat aandacht
besteed werd.
Dit boek was, samen
met het vervolg Het geheim van het Wilde Woud, een lievelingsboek van
mij. Ik las ze toen ik een jaar of 8, 9 was. Genoeg reden om De
brief aan de koning nog een keer te lezen om erachter te komen of
het boek me nog steeds zo goed bevalt.
Hoofdpersoon is de
16-jarige Tiuri, zoon van Tiuri de Dappere, die met zijn maten een
nacht moet waken in een kapel. De volgende dag zullen zij tot ridder
worden geslagen in dienst van hun koning Dagonaut. Maar een persoon
die dringend om hulp vraagt, wordt door Tiuri gehoord. En op deze
wijze verlaat de knaap de kapel om aan een Opdracht gehoor te geven.
Het zijn empathie en moreel gevoel die deze jongen leiden.
Vanzelfsprekend beleeft hij vele avonturen en gaandeweg de reis
krijgt hij enerzijds meer helderheid omtrent zijn Opdracht en
anderzijds worden de geheimen steeds groter.
‘Dit is een
verhaal van lang geleden, toen er nog ridders waren. Het speelt zich
af in twee koninkrijken: Het land van Koning Dagonaut ten oosten van
de Grote Bergen en Het Land van Koning Unauwen ten westen van de
Grote Bergen. Zo heten ook de hoofdsteden van de twee rijken: de Stad
van Dagonaut en de Stad van Unauwen. Er wordt ook gesproken van een
ander land, maar daarover valt nu nog niets te vertellen.
Het verhaal
begint in het Land van Koning Dagonaut. Eerst moet je echter weten
van hem en van zijn ridders. Ik heb daartoe een paar stukjes
overgeschreven uit een oud, oud boek.’ (1983: 7)
Ik las hier en daar
dat het om de Middeleeuwen zou gaan, maar als kind had ik al door dat
het verhaal lijkt op een middeleeuws ridderverhaal maar het niet is.
Het gaat immers om een fictief land en al lijken de personages op
middeleeuwse figuren, ze zijn het eenvoudigweg niet. De omgang tussen
mensen van verschillende klassen - want standen mag ik het niet
noemen - is in dit boek toch veel minzamer en eenvoudiger dan in de
Middeleeuwen. Je voelt als lezer direct al aan dat het ook gaat om
meer dan ridders en oorlog.
Religie is wel
aanwezig in dit boek, maar erg belangrijk is ze niet. Ze is er
gewoon, ze maakt deel uit van het gewone en het rituele leven.
De brief voor de
koning is niet alleen een avonturenroman. De entourage lijkt een
beetje op de verhalen van de Ronde Tafel rond de schimmige koning
Arthur, waarin morele en spirituele moed en bovenzinnelijkheid
belangrijk zijn. De bovenzinnelijkheid ontbreekt in dit verhaal rond
Tiuri.
Ook heeft het
verhaal iets weg van In de ban van de Ring, ook al omdat ringen in
Tiuri’s verhalen een voorname rol spelen. Niet hoeft Tiuri zijn
ring te verbranden, hij moet een belangrijke brief bezorgen aan de
koning van het naburige land, Unauwen. Maar Tiuri heeft het
emotioneel en moreel iets minder zwaar dan Frodo. Tiuri leeft nog
meer in het stadium het kinderlijke vertrouwen dan Frodo. De opdracht
van de laatste is ook veel zwaarder, maar onderschat moet het gewicht
van de brief niet worden.
Al zijn zaken
geheimzinnig en unheimisch, er is geen sprake van tovenarij en
bovennatuurlijke zaken.
Een van de grote
thema’s in dit boek is de drieslag: vertrouwen, twijfel en
volharding. Het vertrouwen is intuïtief en het lijkt erop dat dat
vertrouwen bij mensen met een zuiver geweten ‘beter’ werkt. Dit
is een motief dat ook in Arthurromans belangrijk is. De ridder met
het zuivere geweten is in staat de graal te vinden.
Maar twijfel slaat
toe als je je in een benarde positie bevindt, gevangenschap of
dreigend levensgevaar; hoe moet je dan handelen? Je komt erachter dat
vertrouwen soms niet terecht is en dat wantrouwen een grote rol
speelt. Volharding aan de goede zaak, de opdracht is de kwestie,
ondanks je eigen ongemak of zelfs als je leven in gevaar is. Het is
een queeste, een heilige opdracht.
Opmerkelijk vond ik
in dit boek dat het verhaal nog niet helemaal afgelopen is wanneer
Tiuri bij koning Unauwen geweest is. Er is nog een staartje. Een
beetje om de held eer aan te doen en ook om een nieuw verhaal aan te
kondigen.
Heel treffend vond
ik de uitspraak van de nar van koning Unauwen, die ook ridder is
trouwens, een ongewone combinatie, dat wie op zoek gaat naar het land
onder de regenboog bedrogen uitkomt; niet het doel is belangrijk maar
de reis erheen. Het is niet het belangrijkste dat Tiuri de brief
afgeeft; zwaarder wegen de reis die hij maakt, de zaken die hij
onderweg meemaakt en mensen die hij leert kennen.
Tiuri verkrijgt zijn
ridderslag gaandeweg en onderweg, met zijn reis door de
psychisch-emotionele stadia van vertrouwen, twijfel en volharding
heen. Dat is zijn queeste, zijn rite de passage: hij wordt volwassen.
Hij leert dat de dingen en de mensen niet altijd zijn wat en wie zij
lijken te zijn. Door schade en schande wordt hij wijs, als wij allen.
En misschien
verliest hij ook wel iets van zijn morele onschendbaarheid? Kinderen
lijken ons immers vaak moreel hoogstaander toe dan volwassenen.
Hiermee ga ik wellicht een beetje te ver. Het valt me echter op wat
een échte held Tiuri is. Hij leert twijfel kennen, twijfel die hij
tevoren nauwelijks kende. Die twijfel maakt dat hij de drempel
overgaat naar de volwassenheid. En vandaar de rite de passage: van
jongeling naar jongeman.
Een ander groot
thema is dat van de vriendschap, met name die tussen Tiuri en Piak.
De vriendschap tussen de jongens is zo sterk dat ik nu, als
volwassene bijna denk aan een relatie. Maar anderzijds kinderen en
pubers hebben wel degelijk innige vriendschappen voordat
verliefdheden en relatievorming roet in het eten gaan gooien.
Nu, dus zo’n
zestig jaar nadat Tonke Dragt het boek geschreven heeft, gelden iets
andere waarden en normen. Zo’n brave en goede held als Tiuri zien
we niet zo veel meer. Tegenwoordig is het meer het grijze gebied
tussen goed en kwaad, juist en verkeerd, licht en donker dat onze
beleving kenmerkt. Kwetsbaarheid noemen we dat misschien. We durven
meer onze menselijkheid te tonen, we zijn geen goden noch duivels.
Middelmatiger, realistischer en daarin schuilen nu onze morele
keuzes. Welke tijd ook, er zijn altijd morele keuzes te maken.
Toch is er wel iets
van dat grijze gebied terug te vinden in dit boek: Tonke Dragt laat
zien dat je als mens eigenlijk nooit ergens helemaal thuis bent, het
onderweg zijn, fysiek en psychisch-emotioneel, hoort nadrukkelijk bij
het mens zijn, en dat je op een beslissing altijd terug kunt komen:
Piak keert aanvankelijk terug naar zijn thuis in de bergen en besluit
later toch Tiuri te volgen naar de stad van Dagonaut.
Ik geef eigenlijk
geen sterren meer aan mijn gelezen boeken. Voor dit boek wil ik een
uitzondering maken: 5 sterren, waanzinnig goed boek, nog altijd, na
zestig jaar!
Over de auteur
Antonia Johanna
Willemina (Tonke) Dragt (Batavia, 12 november 1930) is een
Nederlandse schrijfster van kinderboeken.
Dragt werd geboren
in Nederlands-Indië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zij samen
met haar moeder en haar zussen ondergebracht in Tjideng, een
interneringskamp voor vrouwen. In het kamp is ze gaan schrijven,
volgens eigen zeggen omdat er niets te lezen was.
Na de oorlog kwam
zij met haar moeder en zusjes naar Nederland, waar ze – zoals veel
Indische Nederlanders – niet echt warm werden ontvangen. Ze deed
eindexamen HBS en ging naar de academie voor beeldende kunsten in Den
Haag en haalde de akte tekenen A en B. Daarna ging ze tekenles geven
en voor de klas vertelde ze vaak ook verhalen.
In 1958 debuteerde
ze in het tijdschrift Kris Kras. De daarin gepubliceerde verhalen
waren zo succesvol dat Dragt het aandurfde met Miep Diekmann te gaan
praten en zo kwam ze terecht bij uitgeverij Leopold.
In 1961 verscheen
haar eerste boek, Verhalen van de tweelingbroers, een boek over twee
broers die zo veel op elkaar lijken dat ze steeds met elkaar verward
worden. Hierdoor beleven ze vele avonturen.
Een jaar later kwam
Dragt met De brief voor de koning, een avonturenverhaal over de
aankomend ridder Tiuri. Dit boek, het vervolg Geheimen van het Wilde
Woud en de verhalenbundel Het gevaarlijke venster spelen zich af in
de fictieve landen Dagonaut en Unauwen.
Op 5 oktober 2004
kreeg De brief voor de koning ter gelegenheid van de vijftigste
Kinderboekenweek de 'Griffel der Griffels' voor het beste kinderboek
van de afgelopen vijftig jaar. Het boek is in 2008 verfilmd door
Pieter Verhoeff.
Een ander bekend
boek van Dragt is De Zevensprong (1966), dat door Karst van der
Meulen verfilmd is tot televisieserie. De boeken van Tonke Dragt
worden nog steeds uitgegeven door Uitgeverij Leopold.
Op 5 februari 2013
verscheen het boek ABC Dragt – de werelden van Tonke Dragt,
geschreven door Joukje Akveld en Annemarie Terhell. ABC Dragt zapt
door Tonkes leven en werk aan de hand van de letters van het alfabet.
Van de Boot die haar vanuit Batavia naar Nederland bracht tot het
(nog) onvoltooide tweeluik Zeeën van tijd. 26 letters, 50 verhalen –
want voor een schrijfster als Tonke Dragt schiet één alfabet
tekort.
Tegenwoordig woont
Tonke Dragt in Den Haag. In een interview met Libelle uit 2005
vertelt ze dat ze te veel poppenhuizen in huis heeft.
© Mark Sassen |
Auteur: Tonke Dragt
Titel: De brief voor
de koning
Uitgever: Leopold
Hardcover: verschijningsdatum juli 2017
Druk 49
Aantal pagina's: 464
Aanbevolen leeftijd:
10 jaar
ISBN: 9789025873530
Betrokkenen
Categorieën: Sprookjes, Mythen & Fantasie Geschiedenis
Kinderboeken Zelfleesboeken
Dat lijkt me een goed boek.
BeantwoordenVerwijderenAls je de kans hebt moet je het boek beslist lezen!!
Verwijderen