woensdag 3 oktober 2018

Tonke Dragt-De brief voor de koning

Recensie door Roosje
Uitgeverij: Leopold




Een rite de passage



Misschien wel Tonke Dragts beroemdste boek gaat een nieuwe levenscyclus in: De brief voor de koning wordt door Netflix ‘verseried’. Het boek werd in 2008 al verfilmd door Pieter Verhoeff. Op 5 oktober 2004 kreeg De brief voor de koning ter gelegenheid van de vijftigste Kinderboekenweek de 'Griffel der Griffels' voor het beste kinderboek van de afgelopen vijftig jaar. In het seizoen 2007/2008 ging een gelijknamige musical het land rond. De eerste druk is uit 1962, een periode waarin aan het kinderboek nog maar mondjesmaat aandacht besteed werd. 

Dit boek was, samen met het vervolg Het geheim van het Wilde Woud, een lievelingsboek van mij. Ik las ze toen ik een jaar of 8, 9 was. Genoeg reden om De brief aan de koning nog een keer te lezen om erachter te komen of het boek me nog steeds zo goed bevalt.

Hoofdpersoon is de 16-jarige Tiuri, zoon van Tiuri de Dappere, die met zijn maten een nacht moet waken in een kapel. De volgende dag zullen zij tot ridder worden geslagen in dienst van hun koning Dagonaut. Maar een persoon die dringend om hulp vraagt, wordt door Tiuri gehoord. En op deze wijze verlaat de knaap de kapel om aan een Opdracht gehoor te geven. Het zijn empathie en moreel gevoel die deze jongen leiden. Vanzelfsprekend beleeft hij vele avonturen en gaandeweg de reis krijgt hij enerzijds meer helderheid omtrent zijn Opdracht en anderzijds worden de geheimen steeds groter.

Dit is een verhaal van lang geleden, toen er nog ridders waren. Het speelt zich af in twee koninkrijken: Het land van Koning Dagonaut ten oosten van de Grote Bergen en Het Land van Koning Unauwen ten westen van de Grote Bergen. Zo heten ook de hoofdsteden van de twee rijken: de Stad van Dagonaut en de Stad van Unauwen. Er wordt ook gesproken van een ander land, maar daarover valt nu nog niets te vertellen.
Het verhaal begint in het Land van Koning Dagonaut. Eerst moet je echter weten van hem en van zijn ridders. Ik heb daartoe een paar stukjes overgeschreven uit een oud, oud boek.’ (1983: 7)

Ik las hier en daar dat het om de Middeleeuwen zou gaan, maar als kind had ik al door dat het verhaal lijkt op een middeleeuws ridderverhaal maar het niet is. Het gaat immers om een fictief land en al lijken de personages op middeleeuwse figuren, ze zijn het eenvoudigweg niet. De omgang tussen mensen van verschillende klassen - want standen mag ik het niet noemen - is in dit boek toch veel minzamer en eenvoudiger dan in de Middeleeuwen. Je voelt als lezer direct al aan dat het ook gaat om meer dan ridders en oorlog.
Religie is wel aanwezig in dit boek, maar erg belangrijk is ze niet. Ze is er gewoon, ze maakt deel uit van het gewone en het rituele leven.

De brief voor de koning is niet alleen een avonturenroman. De entourage lijkt een beetje op de verhalen van de Ronde Tafel rond de schimmige koning Arthur, waarin morele en spirituele moed en bovenzinnelijkheid belangrijk zijn. De bovenzinnelijkheid ontbreekt in dit verhaal rond Tiuri.
Ook heeft het verhaal iets weg van In de ban van de Ring, ook al omdat ringen in Tiuri’s verhalen een voorname rol spelen. Niet hoeft Tiuri zijn ring te verbranden, hij moet een belangrijke brief bezorgen aan de koning van het naburige land, Unauwen. Maar Tiuri heeft het emotioneel en moreel iets minder zwaar dan Frodo. Tiuri leeft nog meer in het stadium het kinderlijke vertrouwen dan Frodo. De opdracht van de laatste is ook veel zwaarder, maar onderschat moet het gewicht van de brief niet worden.
Al zijn zaken geheimzinnig en unheimisch, er is geen sprake van tovenarij en bovennatuurlijke zaken.

Een van de grote thema’s in dit boek is de drieslag: vertrouwen, twijfel en volharding. Het vertrouwen is intuïtief en het lijkt erop dat dat vertrouwen bij mensen met een zuiver geweten ‘beter’ werkt. Dit is een motief dat ook in Arthurromans belangrijk is. De ridder met het zuivere geweten is in staat de graal te vinden.
Maar twijfel slaat toe als je je in een benarde positie bevindt, gevangenschap of dreigend levensgevaar; hoe moet je dan handelen? Je komt erachter dat vertrouwen soms niet terecht is en dat wantrouwen een grote rol speelt. Volharding aan de goede zaak, de opdracht is de kwestie, ondanks je eigen ongemak of zelfs als je leven in gevaar is. Het is een queeste, een heilige opdracht.

Opmerkelijk vond ik in dit boek dat het verhaal nog niet helemaal afgelopen is wanneer Tiuri bij koning Unauwen geweest is. Er is nog een staartje. Een beetje om de held eer aan te doen en ook om een nieuw verhaal aan te kondigen.
Heel treffend vond ik de uitspraak van de nar van koning Unauwen, die ook ridder is trouwens, een ongewone combinatie, dat wie op zoek gaat naar het land onder de regenboog bedrogen uitkomt; niet het doel is belangrijk maar de reis erheen. Het is niet het belangrijkste dat Tiuri de brief afgeeft; zwaarder wegen de reis die hij maakt, de zaken die hij onderweg meemaakt en mensen die hij leert kennen.

Tiuri verkrijgt zijn ridderslag gaandeweg en onderweg, met zijn reis door de psychisch-emotionele stadia van vertrouwen, twijfel en volharding heen. Dat is zijn queeste, zijn rite de passage: hij wordt volwassen. Hij leert dat de dingen en de mensen niet altijd zijn wat en wie zij lijken te zijn. Door schade en schande wordt hij wijs, als wij allen.
En misschien verliest hij ook wel iets van zijn morele onschendbaarheid? Kinderen lijken ons immers vaak moreel hoogstaander toe dan volwassenen. Hiermee ga ik wellicht een beetje te ver. Het valt me echter op wat een échte held Tiuri is. Hij leert twijfel kennen, twijfel die hij tevoren nauwelijks kende. Die twijfel maakt dat hij de drempel overgaat naar de volwassenheid. En vandaar de rite de passage: van jongeling naar jongeman.

Een ander groot thema is dat van de vriendschap, met name die tussen Tiuri en Piak. De vriendschap tussen de jongens is zo sterk dat ik nu, als volwassene bijna denk aan een relatie. Maar anderzijds kinderen en pubers hebben wel degelijk innige vriendschappen voordat verliefdheden en relatievorming roet in het eten gaan gooien.

Nu, dus zo’n zestig jaar nadat Tonke Dragt het boek geschreven heeft, gelden iets andere waarden en normen. Zo’n brave en goede held als Tiuri zien we niet zo veel meer. Tegenwoordig is het meer het grijze gebied tussen goed en kwaad, juist en verkeerd, licht en donker dat onze beleving kenmerkt. Kwetsbaarheid noemen we dat misschien. We durven meer onze menselijkheid te tonen, we zijn geen goden noch duivels. Middelmatiger, realistischer en daarin schuilen nu onze morele keuzes. Welke tijd ook, er zijn altijd morele keuzes te maken.
Toch is er wel iets van dat grijze gebied terug te vinden in dit boek: Tonke Dragt laat zien dat je als mens eigenlijk nooit ergens helemaal thuis bent, het onderweg zijn, fysiek en psychisch-emotioneel, hoort nadrukkelijk bij het mens zijn, en dat je op een beslissing altijd terug kunt komen: Piak keert aanvankelijk terug naar zijn thuis in de bergen en besluit later toch Tiuri te volgen naar de stad van Dagonaut.

Ik geef eigenlijk geen sterren meer aan mijn gelezen boeken. Voor dit boek wil ik een uitzondering maken: 5 sterren, waanzinnig goed boek, nog altijd, na zestig jaar!

Over de auteur

Antonia Johanna Willemina (Tonke) Dragt (Batavia, 12 november 1930) is een Nederlandse schrijfster van kinderboeken.
Dragt werd geboren in Nederlands-Indië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zij samen met haar moeder en haar zussen ondergebracht in Tjideng, een interneringskamp voor vrouwen. In het kamp is ze gaan schrijven, volgens eigen zeggen omdat er niets te lezen was.
Na de oorlog kwam zij met haar moeder en zusjes naar Nederland, waar ze – zoals veel Indische Nederlanders – niet echt warm werden ontvangen. Ze deed eindexamen HBS en ging naar de academie voor beeldende kunsten in Den Haag en haalde de akte tekenen A en B. Daarna ging ze tekenles geven en voor de klas vertelde ze vaak ook verhalen.
In 1958 debuteerde ze in het tijdschrift Kris Kras. De daarin gepubliceerde verhalen waren zo succesvol dat Dragt het aandurfde met Miep Diekmann te gaan praten en zo kwam ze terecht bij uitgeverij Leopold.
In 1961 verscheen haar eerste boek, Verhalen van de tweelingbroers, een boek over twee broers die zo veel op elkaar lijken dat ze steeds met elkaar verward worden. Hierdoor beleven ze vele avonturen.

Een jaar later kwam Dragt met De brief voor de koning, een avonturenverhaal over de aankomend ridder Tiuri. Dit boek, het vervolg Geheimen van het Wilde Woud en de verhalenbundel Het gevaarlijke venster spelen zich af in de fictieve landen Dagonaut en Unauwen.
Op 5 oktober 2004 kreeg De brief voor de koning ter gelegenheid van de vijftigste Kinderboekenweek de 'Griffel der Griffels' voor het beste kinderboek van de afgelopen vijftig jaar. Het boek is in 2008 verfilmd door Pieter Verhoeff.
Een ander bekend boek van Dragt is De Zevensprong (1966), dat door Karst van der Meulen verfilmd is tot televisieserie. De boeken van Tonke Dragt worden nog steeds uitgegeven door Uitgeverij Leopold.

Op 5 februari 2013 verscheen het boek ABC Dragt – de werelden van Tonke Dragt, geschreven door Joukje Akveld en Annemarie Terhell. ABC Dragt zapt door Tonkes leven en werk aan de hand van de letters van het alfabet. Van de Boot die haar vanuit Batavia naar Nederland bracht tot het (nog) onvoltooide tweeluik Zeeën van tijd. 26 letters, 50 verhalen – want voor een schrijfster als Tonke Dragt schiet één alfabet tekort.
Tegenwoordig woont Tonke Dragt in Den Haag. In een interview met Libelle uit 2005 vertelt ze dat ze te veel poppenhuizen in huis heeft.

© Mark Sassen

Auteur: Tonke Dragt
Titel: De brief voor de koning
Uitgever: Leopold
Hardcover: verschijningsdatum juli 2017
Druk 49
Aantal pagina's: 464
Aanbevolen leeftijd: 10 jaar
ISBN: 9789025873530
Betrokkenen Categorieën: Sprookjes, Mythen & Fantasie Geschiedenis Kinderboeken Zelfleesboeken

2 opmerkingen:

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.