Recensie door Truusje
Uitgeverij Vleugels
I live by the ocean
and during the night
I dive into it
down to the bottom
underneath all currents
and drop my anchor
this is where I'm staying
this is my home
Björk Gudmundsdottir
En steeds is daar de
oceaan
De zee, de oceaan, een
fenomeen waar al door vele auteurs over is geschreven. Virginia Woolf, Iris Murdoch, Alessandro Baricco en vele anderen
zijn Marie Darrieussecq al voorgegaan.
Dat er ook in 'Zeewee' een
belangrijke rol voor is weggelegd, maakt het verhaal absoluut niet oudbakken.
Het geeft het iets dromerigs, iets slaperigs, zonder de urgentie van het
onderwerp tekort te doen.
Heel metaforisch opent dit
derde boek van de auteur met:
'Het is een mond, een halfopen, ademende mond, maar
de ogen, de neus en de kin zijn weg. Een mond groter dan alle monden die je je
kunt voorstellen, die de ruimte in tweeën splijt en steeds groter wordt, zo
groot dat je met je lichaam een halve cirkel moet beschrijven om te proberen
hem helemaal te zien. Het geluid is enorm, bulderend, maar dat is vooral omdat
je het niet verwacht, je loopt het duin op, je worstelt om je voeten van de
helling omhoog te trekken, een tijd lang bestaat er niets anders voor je dan
dat zuigende vacuüm onder het zand, en in één keer explodeert de ruimte [...]'
Een jonge vrouw haalt haar
dochtertje - 'de kleine' - op bij haar grootmoeder en vertrekt met de auto naar
de kust. Ze heeft tienduizend francs aan contanten mee en gebruikt haar
bankpasje niet. Ze is duidelijk van zins om geen sporen achter te laten. Ze
gaat er vandoor, zoveel is duidelijk. Ze wil verdwijnen, zonder het iemand te
vertellen en zonder opgave van redenen.
Na een nachtje in de tent
doorgebracht te hebben, rijden ze door naar het zuiden, tot vlak bij de Spaanse
grens, waar ze een appartementje huurt aan zee.
Volgens een vast stramien verlopen
hun zomerse dagen, kalm en rustig, met een dagelijks ijsje van Lopez de ijscoman. De kleine krijgt zwemles van Patrick. (Dit zijn ook meteen de enige personages die een naam
hebben gekregen). De moeder krijgt een affaire met Patrick, die van plan is om
naar Australië te emigreren, en ze probeert door middel van een zelfstudie haar
Engels op te halen.
Hoewel ze ook wel eens aan
haar vader denkt, die vast niet weet waar ze is, kan de kleine zich prima vermaken
aan het strand en de zee.
Ondertussen heeft de vader
een detective in de arm genomen en mijmert de grootmoeder in een algenpakking
over de dingen die ze met haar kleindochter ondernam. Op het moment dat ik de
laatste bladzijde bereikte, ontlokte het me een gevoel van 'Ohhh....jeetje....'.
Het verhaal is geheel verstoken
van dialoog en de auteur is in deze de alwetende verteller. Zij heeft het
overzicht en kan in de huid van de personages kruipen.
Door de vele
perspectiefwisselingen, de naamloze personages, waarbij Darrieussecq haar
personages daardoor alleen met hij en
zij aanduidt, is het aan de lezer om
uit de tekst te destilleren welk personage de hoofdrol in de diverse passages toebedeeld
heeft gekregen.
Over de personages wordt
niet geoordeeld. Er wordt nergens een 'goed-' of 'slecht-etiket' aan gehangen, de persoonsbeschrijvingen blijven heel sec.
Ook over de gebeurtenissen
die de moeder hebben doen besluiten om weg te gaan, wordt met geen woord
gerept. Het zou in dit geval geen meerwaarde hebben.
De motieven in dit verhaal
zijn weglopen, vluchten, verlaten, achterlaten.
Als allusie wordt de naam Penelope opgevoerd, maar waar Penelope geen ander minnaar wil en wacht
op de terugkeer van Odyssee, is hier het
omgekeerde het geval.
De vele
kleurbeschrijvingen, zoals lichtpaarse
lucht, paarse zee, paarse bergen, een poreuze, purperrode stem, hemel als blauw
vloeipapier, maken het verhaal zintuiglijk, evenals de vele beschrijvingen
van geluiden of juist de afwezigheid ervan, van geuren, smaken, temperatuur en
licht. Deze zintuiglijkheid maken het verhaal haast sensitief.
'Ze strijkt over haar voorhoofd, haar jukbeenderen,
ze zijn dik van de warmte of van de slaap, vage strepen op het vensterglas. Op
haar wangen rijden de auto's en in haar voorhoofd zitten de gaten van de ramen
aan de overkant. De zon schittert, verblindende lichtvlekken zetten de dingen
in brand tot ze verdwijnen. Het gaas op het balkon verdeelt de lucht in kleine
trillende ruitjes.'
Wanneer de kleine zwemles
heeft, veel geschreeuw hoort en onder water duikt, denkt ze; 'het water lijkt op slaap', want onder
water hoort ze niets. Schitterende metafoor, zoals dit beschreven wordt.
Darrieussecq heeft een
geheel eigen stijl. Prachtig poëtisch proza, vol metaforen, die je misschien
niet meteen kunt duiden en waarvoor je eerst even door moet lezen, om nog eens
terug te lezen. Ze maakt vernuftig gebruik van showing, not telling. Het roept
als vanzelf beelden op, is suggestief en laat voor de lezer veel te raden over.
Ze verstaat de kunst om de
lezer bij de leesles te houden en te dwingen tot slow reading. Haar verfijnde zinnen
zijn vaak lang, vol interpuncties, samengesteld, meebewegend met de golven en getijden en vol suggestie.
Er is ook absoluut ruimte
om zelf te interpreteren. Zo heeft het zwemmen in zee, van Patrick en de moeder,
bij mij een heel erotische indruk achtergelaten. Een liefdesspel tussen de
golven.
Een boek om meteen weer
opnieuw te lezen wanneer je de laatste bladzijde uit hebt, om nog meer te
ontdekken in de volle tekst.
Ik heb weer een auteur
ontdekt die mijn nieuwsgierigheid heeft gewekt en mij prikkelt om meer werk van
haar te lezen. De vertaling van Mirjam
de Veth leest fantastisch, meanderend, en soms zelfs schimmig, zoals de auteur
het vast heeft bedoeld.
Een schitterend kleinood
met een mooie cover, uitgevoerd met een gedeelte van een aquarel in turquoise
tinten van Yvonne van der Helm en
gedrukt op gevergeerd papier*, in een eenmalig gelimiteerde uitgave van 700
stuks en onderdeel van de Franse reeks. Het hart van een bibliofiel, die ook
nog houdt van Franse literatuur, zal onmiddellijk een paar slagen sneller gaan
kloppen bij het lezen van dit pareltje.
*Papier met een structuur waarbij om de paar millimeters een dunne lijn op het papier loopt. Dit patroon wordt bij de papierfabricatie vervaardigd en zorgt voor een papier met extra 'cachet'.
Auteur
Marie Darrieussecq, geboren op 3 januari 1969 in Bayonne,
is een Franse schrijver. Ze
heeft gestudeerd als psychoanalyticus.
In 1996 kwam haar eerste
roman Zeugzoenen uit dat in veertig
talen is vertaald en een bestseller werd. In 2013 won ze de Prix Médicis voor
haar roman Je moet veel van mannen
houden. Ze heeft zich literair laten beïnvloeden door het werk van Franz Kafka en Ovidius wiens boeken Tristia
en Pontics ze heeft vertaald.
Titel: Zeewee
Oorspronkelijke titel: Le Mal
de mer
Auteur: Marie Darrieussecq
Vertaling: Mirjam de Veth
Pagina's: 110
ISBN: 9789078627159
Uitgeverij Vleugels
Franse reeks
Verschenen: 2015
Oorspronkelijke uitgave:
1999
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.