donderdag 20 januari 2022

Clarice Lispector – Mijn lievelingen. Brieven 1940-1959

Recensie door Eric Waut
Uitgeverij De Arbeiderspers


Een psychologisch zelfportret van een gevoelige vrouw

Mocht je mijn handschrift niet kunnen lezen: kalm blijven. Tel tot tien, loop een rondje door de tuin en probeer het in een geest van christelijke offervaardigheid opnieuw.”

Over deze uitgave, – Mijn lievelingen van brieven die Clarice Lispector stuurde aan haar zussen Tania Kaufmann en Elisa Lispector, had ik hoge verwachtingen. Deze Braziliaanse auteur verbleef gedurende geruime tijd in het buitenland. Zij vergezelde haar echtgenoot, Maury Gurgel Valente, die als diplomaat vanaf 1945 was uitgezonden. De eerste post was Napels, net aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Zo had ik gehoopt mooie beschrijvingen te krijgen van het prachtige Italië, maar dat was dan weer een teleurstelling. Bij een uitstap naar Firenze had ze onder meer volgende bedenking.

Ik heb het paleis van de Medici gezien, hun vertrekken, duizend-en-een dingen. Het is al met al nogal veel en ik kreeg zelfs een gevoel van opluchting toen ik hoorde dat een bepaalde galerij vanwege de oorlog gesloten was...”

Neen, we maken kennis met een zeer gevoelige vrouw, die net na het verschijnen van haar eerste werk als auteur haar land verlaat. Ze heeft weinig of geen contact met het literaire wereldje. En bovenal, ze mist haar familie enorm. Over datzelfde Firenze had ze de bedenking dat ze dit samen met haar zussen had willen zien. Voortdurend vraagt ze, soms zelfs op het agressieve af, naar brieven en foto’s. Er worden allerlei nieuwtjes aangehaald over gezondheidsproblemen, lichaamsverzorging en een hond die ze toevallig heeft opgevangen. In wat er ondertussen in de wereld aan de gang is lijkt ze amper of geen interesse te hebben.

En over atoombom gesproken, het einde van de oorlog heeft de Italianen geschokt, niemand heeft er veel aandacht voor, er werd niet gefeest, er was geen blijdschap.”

Vanaf 1946 heeft Maury een andere post en vestigen ze zich in Zwitserland, meer bepaald Bern. De oorlog is afgelopen en het lijkt aanvankelijk dat ze het er meer naar haar zin heeft. Ook hier hoop je dan weer op allerlei beschrijvingen van het land, maar ze benadert het allemaal weer vrij sober.

Zwitserland is een solide land en als de mensen hier ’s morgens hun ogen opendoen weten ze dat alles nog net zo is als toen ze in slaap vielen.”

Ze heeft prettige vooruitzichten zoals uitstapjes naar Parijs. Op gegeven moment kopen ze zelfs een auto en gaan al eens meer naar de film. Ze blijkt hier meer werk te maken van haar werk als auteur. Af en toe vraagt ze naar recensies over verschenen werk. Duidelijk een auteur die haar publiek mist. Allerlei ergernissen komen aan bod omtrent te verzenden of toegestuurde manuscripten. Via tussenpersonen worden deze dan aangeboden aan uitgevers die dan weer niet of laattijdig reageren. Nu kan je in een mum van tijd teksten naar de andere kant van de wereld sturen. Toen was alles veel moeilijker. Zelfs het versturen van een brief of pakjes geeft aanleiding tot allerlei kopzorgen. Via een occasionele koerier, reguliere of diplomatieke post, regelmatig gaat er wat mis. Defecte typemachines, de aankoop van een radio, platenspeler en later een wagen, lijken de wereldproblemen voor Clarice. Duidelijk een heel ander tijdperk. Dit doet je beseffen wat een luxeleven we nu hebben. Maar de verhalen over allerlei gezondheidsperikelen, over te nemen middeltjes tegen diverse kwaaltjes en geestelijke beslommeringen komen ook ruimschoots aan bod. Het lijkt misschien een beetje saai. Neen, ik vond het bij momenten ontroerend mooi. Zeker als ze het uitvoerig heeft over haar zwangerschap. Nadien komen er de kopzorgen over het vinden van een oppas. Opvallend is dat de toon van haar brieven wat opgewekter lijkt.

Vervolgens reist het gezin door naar Engeland. Er zijn uitstapjes, onder andere naar Londen, waar ze wat vrolijker lijkt. Heeft dit te maken met een terugkeer naar Brazilië die af en toe aan bod komt? Terugkeer die uiteindelijk niet doorgaat, want finaal komen ze terecht in de Verenigde Staten. Ze wordt er voor een tweede keer moeder.
Stilaan wordt het duidelijk dat ze het leven als vrouw van een diplomaat maar niks vindt. Ze ontmoet wel bekende personen, gaat naar recepties en feestjes, doch lijkt alles vrij saai te vinden.

Het diplomatieke milieu boeit me niet, de gesprekken boeien me niet, de problemen boeien me niet.”

Bijzonder is dat je kan vaststellen, met het nodige geduld, hoe Clarice zich verder ontwikkelt als auteur. Er zijn af en toe publicaties en ze analyseert zichzelf als auteur. Grappig is het als ze zich ergert aan een slechte vertaling van haar werk. Die arme zussen krijgen het allemaal tot in het detail te lezen.

Bij momenten heb je toch de indruk dat ze niet beseft in welke luxe ze kan leven. Ze doet enkele opvallende, ogenschijnlijk overbodige uitgaven. Soms geeft ze zelfs de indruk dat ze uit verveling geld verkwist. Op een gegeven ogenblik besef je dat ze in feite overbodig personeel in dienst houdt. Ongemakkelijk voelt het als ze zeer toevallig in de marge spreekt van kalmeringspillen. We bevinden ons bij het lezen van deze brieven echt op privé-domein. Zoals de vertaler het in zijn nawoord treffend weet te kaderen, door te stellen dat men de brieven moet lezen als een psychologisch zelfportret. Het einde is dan ook niet zo verrassend.

Over de auteur

Clarice Lispector (1920-1977) kwam als jong kind naar Brazilië als dochter van vluchtelingen uit Oekraïne. Dit boek is een opvallende verzameling van brieven en geeft een zeer mooie introductie van een veelzijdig auteur. Het lijkt trouwens alsof men aan een hoog tempo een jarenlange miskenning van het talent van deze Braziliaanse auteur wil goedmaken. Er verschijnen allerlei vertalingen. Eerder verscheen, en dit ook in de reeks privé-domein : De ontdekking van de wereld

Over deze uitgave

Dit is een uitgave die deze reeks, privé-domein, alle eer aandoet. Prachtig gekozen foto voor de cover trouwens. Proficiat aan de uitgeverij. De vertaling en nawoord van Adri Boon zijn zeer degelijk met heel wat aantekeningen. Een aanrader!

Titel: Mijn lievelingen. Brieven 1940-1959 (originele titel : “Minhas Queridas”)
Auteur: Clarice Lispector
Vertaling: Adri Boon
Pagina’s: 346
Uitgeverij De Arbeiderspers (reeks privé-domein)
ISBN: 9789029523653
Verschenen: november 2021

woensdag 19 januari 2022

Geert Mak - Hoe God verdween uit Jorwert

Recensie door Roosje de Vries
Uitgeverij Atlas Contact


Het verandert allemaal zo snel…


Vijfentwintig jaar na de eerste druk in 1996 verschijnt de vijftigste druk van Hoe God verdween uit Jorwert; een monografie van een veranderend Fries dorp: in 24 drukken heette het dorp Jorwerd met een ‘d’, de jubileumuitgave geeft het dorp zijn trotste Friese naam terug: Jorwert met een ’t’ - waarover niet evenzo trots een aantekening over gemaakt door de uitgeverij? -. Het duurde eventjes voor ik dát doorhad, en dat het geen typefout was…. Maar dat ligt natuurlijk gewoon aan mij. Ik mag dan Friese voorouders hebben, kennis van de Friese taal hebben zij mij niet meegegeven.

Nu niet meteen op de zeurzak plaatsnemen en gewoon Geert Mak en de uitgever feliciteren met de mijlpaal van dit boek. En gek genoeg stond dit boek nog op mijn telezenlijst. De meeste boeken van Mak heb ik gelezen. 

Ik heb wat historische kennis en daarom houd ik over het algemeen niet van historische romans: kort door de bocht, ik weet het. Ik heb er een haat-liefdeverhouding mee, met historische romans. Daar ga ik nu niet op in, een andere keer wellicht. 
Er zijn historische roman die ik wel waarder, onder andere die van Yourcenar, maar zij is een ongelooflijk stilist natuurlijk. Niet van Hella Haasse - oei dat voelt wel als een zware bekentenis -, maar wel Nico Dros’ roman over Willem die Madoc maakte - in welke spelling je ook maar wil -: fantastisch gedaan!

Deze uitweiding is volkomen niet ter zake doende want Maks boeken zijn geen romans. God en Jorwert - zo mag ik het wel even oneerbiedig noemen, toch? - is een non-fictieboek. Een geschiedenisboek dus. Nou ja, voor een groot deel is God en Jorwert ook een min of meer diachroon antropologische case study. Moeilijk woorden, dat klopt. Het wil zeggen dat het vooral een monografie is van een veranderend dorp. Een deel van de literatuur die Mak gebruikt is van antropologische en historiserend sociologische aard. Een vorm van sociologie - of antropologie, zo je wil - die in Amsterdam veel aanhangers had - en misschien nog -. Eventjes tussendoor: waarom geen literatuurvermelding van antropoloog Robert Redfield *, en wel van anderen?

Nou, ik kom moeilijk van mijn zeurzak af. Enfin, dan hebben we gewoon wat mindere puntjes gehad en kunnen we over tot bewieroking van boek en schrijver.

De studie die in 2020 over Urk verscheen van de Vlaamse journalist Matthias Declercq, is wel te vergelijken met Jorwert. Tenminste, ik kreeg er associaties mee. Toen ik Urk aan het lezen was dacht ik: waarom schrijft een Vlaming over Urk? Maar dat is nou net wat antropologen ook altijd deden: mensen en culturen bestuderen die erg ver van hen afstonden. In het vreemde herken je namelijk ook jezelf en je eigen cultuur sneller. Bovendien is er de opvatting dat jouw opmerkingsgave minder gekleurd zal zijn - iets wat geloof ik antropological bias genoemd wordt, maar ook dit doet niet ter zake -. 

Ik heb gezocht naar een opmerking van Mak wat hem zo aantrok in een dorp als Jorwert, maar die niet gevonden. Hij is van Friese afkomst. Dat is misschien voldoende.

Mak heeft een hele poos in Jorwert gewoond en hij had mensen met wie hij speciaal optrok, die hem van alles vertelden over het dorp, de mensen, de cultuur. Centraal staat toch wel het boerenleven, zoals ook in veel oudere antropologische studies. Vanaf de neolithische revolutie, die tijd waarin mensen gewassen gingen verbouwen en niet meer alleen afhankelijk waren van jagen en verzamelen, is de boerenstand millennia lang de meest belangrijke geweest. Echter, de industriële revolutie heeft dat totaal veranderd. En daar gaat dit boek over. Zo vat ik jaren en jaren van ontwikkeling maar even bondig samen.

Mak schrijft goed en prettig. Niet al te simpel, niet al te moeilijk. Met veel inzichten en doorzichten. Met veel sympathie voor de mensen. Hij is warm en meelevend. Jorwert staat model voor de veranderende situatie op alle gebied van Nederland, en zelfs van de hele wereld. Zo noemt Mak het niet, maar dat zit er wel achter; dat voelt je gewoon. En hij vindt dat het wel erg snel gaat en hij vraagt zich voortdurend af: is dit nu wel goed? Worden er niet te veel en te snel  wisselende besluiten genomen? Door de nationale en gewestelijke overheden? Door bedrijven en de alsmaar veranderende economische omstandigheden? Mak is geen optimist. De wereld met haar gigantische problemen van wereldformaat verliest de menselijke maat. Nostalgisch is Mak ook wel een beetje. Maar dat zijn we allemaal: heerlijke nostalgie, naar de gezelligheid vroeger en wat al niet meer.

Toch geeft Mak een paar prachtige doorkijkjes door onze geschiedenis. Daar is hij groot en groots in: verbanden leggen tussen verschillende tijden, gebeurtenissen, culturen, leefomstandigheden, etc. Niet te pietepeuterig door archieven heen schuimen. Een ouderwetse geschiedenisleraar van de goede soort. Ik had vroeger op school ook zo’n meester. Hij kon heerlijk vertellen en voorlezen over de vaderlandse geschiedenis; hij heeft ongetwijfeld mijn keuze voor dit vak mede beïnvloed.

Eigenlijk was ik van plan een heel ander stukje te schrijven. Veel inhoudelijker over boek en studie. Maar ja, dat heeft gewoon niet zo veel zin. Ga zelf lezen! Dat is de beste aanbeveling die ik kan doen. En velen zijn mij al voorgegaan. 
Het boek heeft ook prachtige platen, van onder andere een lokale tekenaar.

Een zeer sympathiek boek, een geschiedenisboek, dat je gewoon moet lezen. Je leert er het een en ander van en dat ik wat kleine puntjes heb, moet je gewoon terzijde schuiven. Ik zou bijna zeggen: lees liever Mak dan veel zogenaamde historische romans. Mak brengt je de mensen ook zeer dichtbij. Zijn mensenliefde is enorm groot.

Vette aanrader! En een dikke felicitatie aan het adres van Geert Mak en uitgever Atlas Contact!! 

    • Robert Redfield (4 december 1897 - 16 oktober 1958) was een Amerikaanse antropoloog en etnolinguïst, wiens etnografisch werk in Tepoztlán, Mexico, wordt beschouwd als een mijlpaal van de Latijns-Amerikaanse etnografie. Hij was zijn hele carrière verbonden aan de Universiteit van Chicago : al zijn hoger onderwijs vond daar plaats, hij trad toe tot de faculteit in 1927 en bleef daar tot zijn dood in 1958 (Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Robert_Redfield)

Titel: Hoe God verdween uit Jorwert (Jubileumeditie met een nieuw nawoord)
Auteur: Geert Mak
Pagina’s: 422
Uitgeverij Atlas Contact
ISBN: 9789045045320
Verschenen:  december 2021: de 50e druk; eerste uitgave 1996

dinsdag 18 januari 2022

Susan Abulhawa - Ochtend in Jenin

Recensie door Robert Van der Meiren
Uitgeverij De Geus


Palestijnen zijn dus óók mensen!


Het is fijn als je een boek met een bewonderend wauw-gevoel kunt dichtklappen. Een goed boek blijft dan een tijdje nazinderen, en verdwijnt daarna geruisloos naar de achtergrond, bijvoorbeeld omdat we alweer aan een volgend boek zijn begonnen. Maar heel af en toe krijgen we een boek in handen waar we zo van onder de indruk zijn dat het zich voor heel lang ‒ of zelfs voor altijd ‒ in ons geheugen vastzet. Voor mezelf noem ik bijvoorbeeld Dokter Zjivago van Boris Pasternak, The Lord of the Rings van J.R.R. Tolkien, Het achtste leven (voor Brilka)  van Nino Haratischwili, bijna alle (vertaalde) romans van Halldór Laxness, Oorlog en Vrede   van Lev Tolstoj, en ik kan hier nog wel even doorgaan...

In het begin van vorig jaar las ik Ochtend in Jenin  van de Palestijns-Amerikaanse schrijfster Susan Abulhawa, en ik weet nu al dit werk mij voor de rest van mijn leven zal bijblijven. De roman tekent een schokkend, onthullend, onthutsend, ontnuchterend en verbijsterend beeld van de Israëlisch-Palestijnse kwestie, en is voor mij dé ontdekking van 2021.

Het verhaal

Het is 1941, en in Palestina is alles peis en vree. De Palestijnse bevolking leeft vreedzaam samen met joodse en christelijke minderheden, er wordt onderling handel gedreven en van gemengde vriendschappen kijkt niemand op. De eerste hoofdstukken van Ochtend in Jenin zijn idyllisch, pastoraal, lieflijk, romantisch, bijna idealistisch zelfs.

Alles verandert echter als de Verenigde Naties in 1948 het Joodse volk toestaan om op Palestijns grondgebied de staat Israël te stichten. Vrijwel onmiddellijk nemen de nieuwe bezetters de wapens op om "hun" land te confisqueren. De Palestijnen worden massaal uit hun dorpen en steden verdreven naar vluchtelingenkampen in (bijvoorbeeld) Gaza of de Westoever.

Dat overkomt ook de familie Abulheja uit het kleine olijfboerendorp Ein Hod, als op een dag de hele dorpsgemeenschap door Israëlische soldaten gedwongen wordt te verhuizen naar een vluchtelingenkamp in Jenin. In de chaos van haar vlucht raakt de familie een van haar kinderen, Ismail, een baby nog, kwijt. Het jongetje wordt meegenomen door een Israëlische soldaat die het kind de Joodse naam David geeft, en het als Israëlische jood zal opvoeden.

De achtergrond

Dit dramatisch voorval (1) loopt als een dunne draad door het verhaal dat verteld wordt door vier opeenvolgende generaties moeders van de familie Abulheja. De oude maar moedige Basima, haar schoondochter Dalia die haar zoontje verliest en daarna apathisch en bijna woordeloos door het leven gaat, Dalia's dochter Amaal, de hoofdpersoon in de roman die erin slaagt naar de Verenigde Staten te emigreren maar toch nooit van Palestina loskomt, en Amaals dochter Sara staan symbool voor het getergde Palestijnse volk dat na decennia van terreur, arbitraire behandeling, vernedering, onderdrukking en bureaucratische en economische pesterijen vanwege de Israëlische machthebbers emotioneel en maatschappelijk totaal ontredderd en ontwricht is geraakt.

Israël, Palestina, Gaza, de Westelijke Jordaanoever, Jeruzalem… Bijna dagelijks hebben onze media er wel iets over te berichten. Israël komt doorgaans naar voren als de legitieme rechtsstaat, terwijl de Palestijnen dan de rol van opstandige terroristen toebedeeld krijgen. Kortom, het conflict tussen Israëli's en Palestijnen is er een tussen goed en kwaad, of zo tracht men ons toch te doen geloven. De Israëlische stem klinkt het luidst, en het is alsof de (westerse) wereld na de genocide door de nazi's een eeuwig lopende schuld heeft af te lossen bij het Joodse volk.

Van dat schuldgevoel blijft na het lezen van deze roman nog weinig over. Ochtend in Jenin confronteert ons met de keerzijde van de medaille, en die keerzijde is zonder meer afschuwelijk, maar ook moeilijk te begrijpen. Hoe kan het dat een volk, dat eeuwenlang werd vervolgd ‒ denk maar aan de pogroms tijdens de middeleeuwen, en later in Rusland ‒ en dat tijdens WO II ei zo na werd uitgeroeid, zich vandaag tegenover de Palestijnen net zo gedraagt als destijds de nazi's tegenover hen? Ochtend in Jenin geeft geen antwoord op die vraag, maar stelt wel uitdrukkelijk vast.

De roman vertelt over het leven van de Palestijnen dat door de Israëlische bezetters zo goed als onmogelijk wordt gemaakt. Ochtend in Jenin gaat over wraakroepende menselijke tragedies die zich nu al ruim zeventig jaar afspelen in een oorlog waar nooit een einde aan schijnt te kunnen komen. Op een indringende manier laat Susan Abulhawa ons kennismaken met háár volk, en dat volk is vandaag banger voor de liefde, dan voor de dood.

Hoewel de roman een verwoestend beeld ophangt van de Israëlische machthebbers, is Ochtend in Jenin toch géén antisemitisch pamflet. Het boek beschrijft en veroordeelt de wandaden en de onmenselijkheden, maar dat die begaan worden door Israëlische joden doet Abulhawa veeleer voorkomen als toeval.

De taal

Ochtend in Jenin is echter ook een prachtig geschreven en zeer leesbare roman. Susan Abulhawa's taalgebruik is om van te snoepen. Romans met een tragische thematiek als dit trappen gemakkelijk in de val van gratuite sentimentaliteit, maar daar meandert Abulhawa mooi omheen. Ze schrijft poëtisch en uitermate fijngevoelig, zonder ook maar één keer te vervallen in onnatuurlijke emotionaliteit of goedkope meligheid, zelfs niet als het hoofdpersonage Amaal op een dag meedogenloos wordt getroffen door cupido's liefdespijl!

Als ik Abulhawa's taalgebruik in één woord zou moeten kenschetsen dan is het dit: vriendelijk! In haar roman Het blauw tussen hemel en zee vond ik een passage waarmee ze zelf ‒ wellicht ongewild en onbewust ‒ haar manier van schrijven typeert. Ze schrijft:

"Verhalen zijn belangrijk. We bestaan uit onze verhalen. Het menselijk hart is gemaakt van de woorden die we erin stoppen. Als er ooit iemand iets gemeens tegen je zegt, laat die woorden dan niet in je hart terechtkomen en zorg ervoor dat je geen gemene woorden in het hart van de andere mensen stopt…"

Zo is Abulhawa's vertelstijl: in weerwil van de inhoudelijke gruwel wordt ze nooit polemisch en mijdt ze extreem taalgebruik voortdurend. Cassante uitspraken zijn zeldzaam, in alles wat ze schrijft zit een vriendelijke of begrijpende ondertoon, waardoor de afschuwelijke realiteit nog scherper uit de gitzwarte verf komt. Naar het einde toe toont het hoofdpersonage Amaal zich zelfs grootmoedig, haar goodwill is bewonderenswaardig, ze toont zich groots in haar machteloosheid, maar vooral overstijgt haar ethisch normbesef in sterke mate dat van de Israëlische onderdrukkers. Ze voedt haar dochter Sara op in het volle besef van al de onrechtvaardigheden die het Palestijnse volk moet ondergaan, maar leert haar tegelijk dat begrip en verzoening ten allen tijde de voorkeur moeten krijgen op wraakgevoelens en vijandigheid.

Die conciliërende toon wordt nog sterker benadrukt als Amaal en haar verloren gewaande broer weet krijgen van elkaars bestaan. Bij allebei groeit een sterk verlangen om de wereld van de ander te ontdekken en te begrijpen. Ismail of David, Palestijnse Jood of Joodse Palestijn, symboliseert de mens die de handen uitsteekt naar beide volksgemeenschappen en zo de deur opent naar een 'entente cordiale' die er ooit moet komen (3).

Met Ochtend in Jenin heeft Susan Abulhawa zonder meer een meesterwerk geschreven, een eenvoudig verhaal en tegelijk een literair juweel dat de lezer vanaf de eerste zinnen meesleept naar een wereld die hij niet of amper kent, de wereld van de Palestijnen, en naar mensen die hem diep en diep raken. Toch vrees ik dat haar uitzonderlijke verteltalent en haar literair vakmanschap Susan Abulhawa nooit een of andere belangrijke literaire prijs zullen opleveren, laat staan een nominatie voor de Nobelprijs (2). In de westerse wereld hebben we al lang geleden bepaald wie in dit verhaal de goeden zijn, en wie de slechten, en vanuit die optiek verdedigt Abulhawa helaas de verkeerde zaak.

Besluit

Ochtend in Jenin is een echte eyeopener die mij trof als een slag van een zware moker! Ik heb er bewust voor gekozen geen al te gedetailleerde samenvatting van de roman te schrijven, in de hoop dat zoveel mogelijk lezers de stap zullen zetten om dit verhaal zelf te ontdekken. Maar iedereen die het boek leest zal zijn of haar mening over Joden en Palestijnen gegarandeerd bijstellen, of zelfs helemaal omgooien: die impact had het boek in elk geval op mij!

Om het boek enigszins te situeren in de mondiale literatuur: het mag worden gezien als de (Arabische) tegenhanger van bijvoorbeeld Exodus van Leon Uris (1958), of De bron van James A. Michener (1965).

Tenslotte nog dit: het is moeilijk niet te gaan haten na het lezen van dit boek. Maar misschien is dat wel de boodschap die Susan Abulhawa ons wil geven: dat haat niets oplost, dat haat nooit iets oplost.

De auteur

Susan Abulhawa is een Palestijns-Amerikaanse schrijfster en activiste voor de mensenrechten. Ze werd geboren op 3 juni 1970. Haar ouders, vluchtelingen na de Zesdaagse Oorlog (1967), scheidden kort na haar geboorte waarna Susan een turbulente kindertijd kende. Enkele jaren woonde ze in een weeshuis in Jeruzalem, maar werd op haar 13de door de Israëlische overheid uitgewezen. Ze week uit naar de Verenigde Staten, leefde er korte tijd bij haar vader maar kwam toch weer in het circuit van de pleeggezinnen terecht.

Ze studeerde biomedische wetenschappen, en had een succesvolle carrière als researcher in de farmaceutische industrie. Ze woont in Pennsylvania.

Haar debuutroman, The Scar of David (Het litteken van David) uit 2006 kende weinig succes, maar nadat ze de roman herwerkte en in 2010 opnieuw uitgaf als Mornings in Jenin (Ochtend in Jenin) kwam de wereldwijde appreciatie op gang. De roman werd in 27 talen vertaald.
Susan Abulhawa is initiatiefneemster en bezielster van "Playgrounds for Palestine", een project dat probeert speeltuinen te bouwen in oorlogsgebieden en vluchtelingenkampen.

Eindwoord

Ik wil eindigen met een recent citaat van de schrijfster, dat ik meegeef zonder er een oordeel over uit te spreken of zonder controverse te willen uitlokken, maar gewoon als iets om over na te denken. Dit twitterde ze op 24 december 2021:
"Israel is the moral filth of human consciousness."
Waarvan akte…

(1) In zijn novelle A'id lla Hayfa uit 1970 vertelt de Palestijnse activist en schrijver Ghassan Kanafani (1936-1972) over een Palestijns echtpaar dat op een nacht in april 1948 door Israëlische bezetters gewapenderhand uit zijn woning wordt verdreven. De vijf maanden oude baby van de vluchtende Palestijnse familie blijft in de woning achter. De nieuwe Israëlische bewoners nemen het jongetje in hun gezin op. Twintig jaar later ontdekken de Palestijnse ouders dat hun zoon nog leeft en soldaat is in het Israëlische leger. Dit waargebeurde faits divers inspireerde Susan Abulhawa tot het schrijven van Ochtend in Jenin.
(2) Vooral vanuit de Arabische wereld werd Susan Abulhawa meermaals onderscheiden, en in de Verenigde Staten, waar ze woont, kreeg ze ook enkele (minder bekende) literaire prijzen.

(3) Dat zo een 'hartelijke verstandhouding' ook echt mogelijk is bewijzen de Palestijn Bassam Aramin en de Israëliër Rami Elhanan die allebei een kind verloren in deze oorlog. Ze vonden elkaar in hun verdriet, en hun verhaal wordt schitterend verteld in Apeirogon, een prachtige roman en een bijzonder tijdsdocument geschreven door de Ierse auteur Colum McCann.

Oorspronkelijke titel: Mornings in Jenin, in 2010 verschenen bij Bloomsbury, USA, New York
Nederlandse titel: Ochtend in Jenin, in 2012 verschenen bij De Geus
Eerder bij De Geus verschenen onder de titel Het litteken van David (2007)
Auteur: Susan Abulhawa
Nederlandse vertaling: Marianne Gaasbeek en De Geus bv
Pagina’s: 348
Categorie: literaire roman
Genre: historische roman
ISBN: 9789044522273