Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Wereldbibliotheek
Uitgeverij Wereldbibliotheek
'Het
leven gaat niet zo te werk dat een kind geleidelijk aan en vrijwel
onmerkbaar een man wordt; plotseling zijn er in het kind
verschrikkelijk voltogen en bloederig rijpe stukken mens; ze passen
niet in elkaar, ze zijn niet ordelijk gerangschikt; ze botsen op zo’n
onsamenhangende en onlogische wijze dat het bijna krankzinnig lijkt.’
Meerstemmige
beschouwingen in twee bedrijven…
In
deze klassieker van de Tsjechische auteur Karel Čapek krijgt de
lezer het wonderschone levensverhaal te horen van een man, die aan
het eind van zijn leven de balans opmaakt. Na diens overlijden komt
dit opgeschreven verhaal in handen van zijn oude kameraad. Als een
echte bureaucraat is de bundel papieren netjes gerangschikt en
beschreven in een keurig regelmatig handschrift, in het begin
tenminste, daarna wordt
het wat
slordiger. Als in een raamvertelling leest de kameraad het
levensverhaal van deze doodgewone man, aan het einde van het laatste
hoofdstuk treft de kameraad de arts van wie hij het manuscript
gekregen had en volgt er een zeer korte beschouwing.
De
rest mag de lezer zelf lezen en beleven. Zo gaat dat met dit
boek, je kunt er niet van loskomen, het verhaal trekt. De man
beschrijft zijn leven met een vloeiende pen die steeds een stukje leven
prijsgeeft.
Cultuurhistorisch
De
levensjaren van de verteller worden omschreven als zijnde niet
spectaculair:
‘Ik
moet zeggen dat ik, wanneer ik er zo op terugblik, ronduit genoegen
schep in de rechtlijnige en duidelijke weg die achter me ligt; die
heeft zijn bekoring, als een goede, rechte straatweg waarop je niet
kunt verdwalen. Ik ben er bijna trots op dat het zo’n deugdelijke
en effen weg is; met één enkele blik kan ik hem, tot aan mijn
kindertijd toe, in me opnemen en me opnieuw verheugen over de
duidelijkheid ervan. Wat een mooi, gewoon en oninteressant leven!
Nergens enig avontuur te bekennen, nergens strijd, nergens iets
uitzonderlijks of tragisch’
Waarom
moet het verhaal dan toch geschreven worden? Wie wil dat lezen?
Welnu, iedereen mag kennis nemen van dit boek, al is het alleen maar om
het erg mooie taalgebruik en het inkijkje dat de auteur ons gunt in
het dagelijks leven in de tijd dat er een totaal andere ordening
heerste in de samenleving. En om de geheimzinnigheid die het eerste
deel van het verhaal beheerst, alles is geordend, maar niet alles
wordt duidelijk gemaakt. Er zijn passages die vragen oproepen. Daarom
moet het verhaal geschreven worden.
Deel
twee
Om
niet teveel spoilers weg te geven houd ik de beschrijving algemeen.
Op het moment dat hij beseft dat hij op het punt staat een grote
leugen op te schrijven kantelt het verhaal. Ineens blijkt er niet
slechts één leven te bestaan, maar zitten er een aantal
persoonlijkheden in hem die allemaal hun levens hebben. Dit deel is
op een andere manier boeiend. De eerlijkheid die hem gebiedt te biecht
te gaan is puur en houdt iedereen die het leest tevens een spiegel
voor: hoe eerlijk ben je, luister je naar die andere stemmen en wat
te doen wanneer ze met elkaar in conflict komen?
Meisje
'Ze
was groter en ouder dan ik, zwartharig en donker als een zwarte kat;
ik weet niet hoe ze heette en waar ze vandaan kwam. Ik liet haar mijn
erfje van spaanders zien, maar ze schonk er geen aandacht aan, ze zag
zeker niet dat die bonen mijn kippen waren; het deed me geweldig veel
pijn en vanaf dat moment had ik geen plezier meer van mijn erfje.'
Wie
was dit meisje en wat is er precies gebeurd met die twee jongeren?
Dit is een van de vele geheimen die in deel twee gedeeltelijk aan de
orde komen. Dat het erfje belangrijk is blijkt uit het feit dat het
als motief terugkomt in de levensloop. Zo'n erfje schept veiligheid,
je schermt je als het ware af van alles en iedereen, je waant je
veilig in je eigen wereldje.
Spoor
als leidmotief
Spoorlijnen
en stations lopen als een rode draad door het hele boek en is daarmee
een leidmotief. Om te beginnen leert hij het geheimzinnige meisje
kennen in de tijd dat de spoorlijn doorgetrokken zal worden naar het
dorp waar hij woont. Dit
betekent dat er allerlei vreemde arbeiders komen om met explosieven
te werken en andere werkzaamheden die gepaard gaan met de
spoorlijnaanleg. Een spoorlijn is ook de rechte lijn die hij zo graag
gebruikt om zijn leven op te tekenen, wissels gebruik je alleen
indien nodig. En dan stations, die kunnen een klein eindstation zijn
of aan een grote belangrijke internationale spoorlijn liggen. Je kunt
er werken als beambte of als leidinggevende….
‘Om
wegwijs te worden in het vervoerswezen en het werk op een kantoor,
werd ik op het Frans-Jozefstation in Praag geplaatst; het kantoor,
dat een raam op het donkere perron had en waar de hele dag licht
moest branden, was een verschrikkelijk en hopeloos gat waar ik de
doorvoerrechten en zulke dingen moest narekenen. Voor het raam
flitsten mensen voorbij die op iemand wachtten of ergens naartoe
gingen; er hing de nerveuze, welhaast pathetische sfeer die met
aankomst en vertrek gepaard gaat, en ondertussen krabbelde de man
achter het raam domme, volmaakt onverschillige cijfertjes neer’
En
je creëert met een station, waar ook altijd een afscherming in de
vorm van hekwerk nodig is, ook weer een eigen wereld. Dit is
interessant, want bij het erfje was dit ook al geval.
Tenslotte kan spoor als metafoor voor het leven gezien worden, leven is ook een reis van A naar B...
Tenslotte kan spoor als metafoor voor het leven gezien worden, leven is ook een reis van A naar B...
Conclusie
Het
treintje kabbelde voort in een slakkengangetje, maar kreeg de vaart
van een TGV gedurende deel twee.
Nergens is het verhaal langdradig, integendeel, de nieuwsgierigheid bleef en
werd sterker toen de stemmen gingen spreken en ook met elkaar in
gesprek raakten. Ik wil het boek sterk aanraden aan iedereen die
houdt van een beetje vrijblijvend filosoferen tijdens het lezen van
andermans biecht.
Een doodgewoon leven is het derde deel van een trilogie, de delen kunnen goed afzonderlijk van elkaar gelezen worden.
De
auteurEen doodgewoon leven is het derde deel van een trilogie, de delen kunnen goed afzonderlijk van elkaar gelezen worden.
Karel
Čapek (1890-1938) is een van de belangrijkste Tsjechische schrijvers
van de twintigste eeuw. Hij schreef bij voorkeur over de gewone mens
en over de grenzen van wat men kan weten. Zijn gehele werk wordt
daarbij gekenmerkt door een licht humoristische inslag. Behalve
romans schreef hij korte verhalen (o.a. over misdaad),
sciencefiction, toneelstukken, essays en reisimpressies (onder meer
over Nederland). In de jaren dertig werd hij regelmatig genoemd als
mogelijke Nobelprijswinnaar.
Titel:
Een doodgewoon leven
Oorspronkelijke
titel: Obycejny zivot (1934)
Auteur:
Karel Čapek
Vertaler:
Irma Pieper
ISBN:
978 90 284 4201 6
Pag:.
191
Genre:
vertaalde fictie
Verschenen:
augustus 2008
Dit boek is deel 3
van een trilogie, de delen kunnen zonder probleem afzonderlijk
gelezen worden. Van het tweede Meteoor is ook een bespreking gemaakt
op deze blogspot, hij is te lezen op
Het eerste deel
Hordubal wordt momenteel vertaald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.