vrijdag 9 maart 2018

Sadegh Hedayat - De blinde uil

Recensie Marjon Nooij
Uitgeverij Jurgen Maas
'Kom, zoek de roes en vergeet het verstand
Met de wijn van Rayy, dat machtige land.
Hij die nu de beker niet wil klinken,
Zal de toekomst hem ooit nog laten drinken?


Om mezelf kenbaar te maken, schrijf ik aan mijn eigen schaduw


Deel I 

Een repeterend tafereel

Dit fascinerende, zwarte, moedeloze en soms macabere boek vertelt het verhaal van een intens eenzaam man die, onmiskenbaar, de kunst van savoir-vivre niet beheerst. Een naamloze man die altijd heeft ervaren dat er een grote afstand is tussen hem en anderen, geen sociale contacten meer heeft en zijn dagen slijt tussen de vier muren van zijn kamer aan de rand van een stad. Iemand die de tijd doodt met het beschilderen van pennenkokers. Steeds met een identiek tafereel.....

'[...] een cipres met daaronder een oude gebogen man, een soort Indiase yogi, gehuld in een lang gewaad en met een tulband om zijn hoofd gewikkeld. De wijsvinger van zijn linkerhand rustte op zijn lip, als in een uitdrukking van verwondering. Tegenover hem, aan gene zijde van een riviertje, stond een jonge, in het zwart geklede vrouw die zich voorover boog om hem een lotusbloem aan te reiken.'

Schemer, schimmen en hallucinatie

Hij bevindt zich in een schemerzone - schimmig en onaards - en benoemt het als een kwaal waar nog geen behandeling voor is. Het wordt door hem ervaren als de pijn van een kankergezwel dat beetje bij beetje doorgroeit, zijn grip op alles en zijn geest aantast. Vergetelheid zoekend in drank en opium.
In de hoop alles op een rijtje te krijgen, besluit hij zijn persoonlijke herinneringen op te schrijven voor zijn altijd aanwezige, dwingende, dreigende schaduw op de muur.

'Misschien slaag ik er dan in vat op de gebeurtenissen te krijgen. Of nee, om tenminste aan mijn twijfels een eind te maken en om mijn eigen herinneringen te kunnen geloven. Want of ik anderen al dan niet kan overtuigen, laat mij volstrekt onverschillig. Er is slechts één angst die me bezighoudt en dat is dat ik morgen zou sterven zonder mezelf te hebben gekend.

Zijn sensitieve hallucinaties wordt hij gewaar met al zijn zintuigen. Hij ziet, hoort, proeft, ruikt en voelt de dingen die hem laten beseffen dat ze zijn verdere leven zullen vergallen en het is voor hem zo heftig, dat waarschijnlijk niemand het ooit zal kunnen begrijpen.

Wanneer er bezoek komt en hij iets aan wil bieden, bedenkt hij zich dat hij nog een oude fles wijn heeft staan. Op het moment dat hij die van de plank wil pakken valt zijn oog op een ventilatiegat en ziet buiten een oude man onder een cipres, een engelachtige vrouw met een blauwe lotus in haar hand en met een verlokkende schittering in haar betoverende, schuinstaande ogen. Dit alles identiek aan dat wat hij steeds schildert op de pennenkokers. Het grijpt hem aan en hij ervaart een mengeling van angst en extase.

'Zij was voor mij een vrouw en tegelijkertijd belichaamde ze iets bovenmenselijks'

De ogen van de transparante engel

Na een wandeling in de dichte mist vindt hij zijn huis weer terug en ziet háár voor zijn deur zitten. Ze glipt naar binnen - 'Ze bleek de weg goed te kennen'  - , gaat op zijn bed liggen en sterft, nadat hij nog net wat van de wijn in haar mond heeft gegoten.
Tevergeefs tracht hij haar met zijn lichaamswarmte te verwarmen en wanneer hij haar wil tekenen lukt het hem niet om haar ogen vorm te geven, totdat ze nog éénmaal haar ogen opslaat.

Om van haar lijk af te komen snijdt hij haar in stukken, schikt alles zorgvuldig in een koffer en samen met een lijkbezorger begraaft hij haar op het oude kerkhof bij de overblijfselen van de oeroude stad Rayy. Maar niet voordat hij nog eenmaal in de koffer heeft gekeken en haar ogen ziet.
Een gevonden oude vaas neemt hij mee naar huis en ziet daar de beschildering.....háár ogen.

'Er heerste een absolute stilte. Ik voelde me door iedereen verlaten en zocht mijn heil in levenloze dingen. Er was een bepaald contact ontstaan tussen mij en de natuur, tussen mij en de diepe duisternis die mijn geest had omhuld.'

Deel II

Hier maakt het relaas van de man een sprong in de tijd. Hij bevindt zich in een kamer en ziet vanuit zijn raam de oeroude stad Rayy liggen.

'De drang tot schrijven was voor mij een onontkoombare plicht geworden. Ik wilde de demon uitdrijven die al zo lang mijn innerlijk pijnigde.[...] Voordat het met mij gedaan is, wil ik een beschrijving geven van de kwellingen die mij hier in deze kamer, als een langzaam woekerend kankergezwel, hebben uitgeteerd'

Dan beschrijft hij zijn jeugd en mooie moeder, een danseres in een tempel die deze moest verlaten toen ze zwanger was. Zijn vader en oom waren een identieke tweeling. De persoon die het dichtst bij hem stond was zijn voedster en dat was de reden dat hij met haar dochter is  getrouwd. De 'slet' lijkt haar lichaam aan iedereen te geven behalve aan hem.

Deel III

Slechts één pagina en drie regels telt dit laatste deel, waarin de verteller het besef heeft dat de puzzelstukjes op zijn plaats vallen.

Intertekstualiteit

In dit verhaal zijn twee vormen van intertekstualiteit te vinden;

Het Pygmalionmotief; Naar het verhaal van Ovidius. Hierin heeft een Griekse beeldhouwer een beeldje van een vrouw gemaakt en vervolgens wordt hij verliefd op haar. Hij trouwt met haar nadat Aphrodite haar tot leven heeft gewekt. 

De allegorie van de grot van Plato zit als allusie in het verhaal verweven de herkenbaarheid zit hem in de kamer van de verteller en de dingen die hij ziet (https://nl.wikipedia.org/wiki/Allegorie_van_de_grot)
Laat ik eerlijk zijn, dit laatste is me aangedragen, maar het is heel herkenbaar.

Motieven o.a.

De uil: deze staat in Iran voor het ongeluk en aftakeling. De ik-verteller herkent zichzelf in de schaduw van de uil.

Alruinwortel: dit is een libidoverhogend hallucinogeen, waaraan geheime krachten worden toegeschreven. Deze wortels groeien vaak om elkaar heen gedraaid, zodat het mannetje en vrouwtje lijkt.

Blauwe lotus: in de oude Perzische cultuur staat deze voor puurheid en zuiverheid, symbool voor leven en de weg naar verlichting. Het heeft een licht kalmerend en euforisch effect bij consumptie. Denk bijvoorbeeld aan De Lotofagen in Odyssee en Lotus Eaters in hoofdstuk 5 van Ulysses.

Conclusie

'De blinde uil' is een van de eerste moderne roman in Iran, maar werd eerst uitgegeven in India. Misschien iets te controversieel voor die tijd? Hier is het boek inmiddels alweer toe aan de tweede druk.

Het moedeloze en hopeloze straalt van de bladzijden af. Je voelt gewoon zijn radeloosheid en zijn angst voor zijn visioenen. Het verhaal is beklemmend, donker en triest - zijn verlangen naar de transparante engel kwelt hem -, maar het is heel invoelbaar en je kruipt als het ware in zijn huid. Zijn eenzaamheid in het krappe kamertje en zijn intense verlangen zijn schrijnend.

De auteur heeft mij diep geraakt met zijn metaforen en mooie proza. Er werd me aangeraden om het boek nog een tweede ronde te gunnen en ik heb die raad netjes opgevolgd. Dat was een geweldige belevenis, omdat toen voor mij ook alles nog beter op zijn plek viel. De herkenning van de verdubbelingen zijn een feest en de triestheid van de 'ik' haast tastbaar.

Het is een roman die veel tegenstellingen toont, leven vs dood, liefde vs kilheid en haat, zwart vs wit, macaber, maar toch ook romantisch, aantrekken vs afstoten, verlangen vs angst, erotische gevoelens vs gevoelens van afkeer.

De drank en opium zijn natuurlijk bij uitstek middelen die verdoven en hallucinerend werken, maar zelf heb ik het idee dat er ook sprake kan zijn van psychoses. Met name vanwege de somberte die de man uitstraalt. Zijn belevingen gaan danig met hem aan de loop.

Het wordt duidelijk dat de ik-verteller zijn schimmen spiegelt aan zichzelf. Het tafereeltje keert steeds terug. Alle manspersonen hebben dezelfde akelig bijtende, honende lach. Alle schimmen van de engelachtige vrouw zijn gekleed in een zwarte jurk en zo zijn er nog veel meer verdubbelingen en  cyclische patronen te vinden in het verhaal. Het gedrag en de belevingen doen denken aan monomanie. Dit zal ik verder niet benoemen vanwege het gevaar teveel spoilers weg te geven.

Van de personen die hij beschrijft heeft alleen zijn voedster een naam - Nandjoen -, zijn vrouw noemt hij 'slet'. De anderen zijn slager, oude man, oom, straatventer.

Een recensent behoort ook kritiekpunten te benoemen en ik heb er ook een kunnen vinden: Het boek is te mooi uitgevoerd en het is te mooi om in de boekenkast te zetten.
Ik mag weer een pareltje op mijn lijstje schrijven. Wat een práchtig boek!!!!

Auteur

Sadegh Hedayat (1903-1951) was een auteur van Iranese afkomst. Hij heeft de kans gehad om te studeren in Frankrijk en België, maar hij keerde zonder diploma terug. Hij reisde naar India, waar hij in Bombay dit boek voltooide en publiceerde. Helemaal gelukkig met zijn bestaan is hij nooit geweest. Hij keerde terug naar Parijs en overleed daar door zelfmoord.

De blinde uil
Auteur: Sadegh Hedayat
Pagina's: 133
ISBN: 9789491921391
Uitgeverij Jurgen Maas
Verschenen: januari 2018

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.