Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij De Bezige Bij
Uitgeverij De Bezige Bij
Verhalen met een mysterieus en Oosters karakter
Voor mij ligt een kloeke
verhalenbundel van een Japanse schrijver in een geweldig mooie uitvoering, gelezen en dichtgeslagen. Wat kun je zeggen over al de indrukken die de
auteur heeft achtergelaten?
In een roman is er
sprake van één of meerdere verhaallijnen naast elkaar, de spanning wordt
opgebouwd, de lezer identificeert zich wel of niet langere tijd met het
hoofdpersonage.
Deze verhalenbundel
nodigt de lezer uit elke keer weer in een nieuw verhaal te duiken, gedwongen,
want zo gaat dat met verhalen. Het lezen ervan vergt een ander ritme, met veel
meer hoogte-en-dieptepunten.
Woord vooraf
Het uitgebreide Woord vooraf is een goede start. Vertaler Jos
Vos heeft werk gemaakt van de beschrijving van het leven van Junichirō
Tanizaki, hij schetst de tijd waarin hij leefde, maar vooral ook hoe Tanizaki
aankeek tegen het Japan van die tijd. De invloeden van het Westen hielden Japan
eind negentiende eeuw flink bezig en men wilde niets liever dan opgestuwd
worden in de vaart der volkeren. Het verschil tussen stad en platteland was
enorm en juist de dromerige sfeer die Tanizaki waarnam op het platteland, speelt
een belangrijke rol in zijn verhalen.
De auteur was niet
alleen maar de nostalgicus die droomt van het leven zoals het vroeger was,
eigenlijk was hij vooruitstrevend en omarmde alles wat Westers was.
Thematiek
Na het lezen van de
verhalen valt op dat een aantal thema's terugkomen, één ervan is de zoektocht
naar de verdwenen moeder. In Smachten naar
moeder (1919) loopt een jongetje van zeven jaar moederziel alleen in het
donker over een plattelandsweggetje te zoeken naar zijn
moeder. Hij heeft erg te doen met zichzelf, berooid van alle rijkdom die de
familie tot kort daarvoor nog bezat, beklaagt hij nu zijn sjofele kleding en
z'n lege maag.
Nadat hij wordt
weggestuurd door bewoners van een klein huisje, loopt hij verder en komt
terecht in een toestand die lijkt op een droom die hij onlangs had. Het
landschap komt hem zo bekend voor! Het is een maanovergoten landschap, de
verlatenheid overheerst, behalve zijn schaduw en hijzelf beweegt er niets:
‘Behalve mijn schaduw en ik bewoog er niets.‘‘Ik ben jouw dienaar niet;
ik ben je vriend" scheen mijn schaduw te willen zeggen. "Er staat zo’n
heerlijke maan dat ik het niet kon laten om daarvan te komen genieten. En omdat
jij wel eenzaam zult zijn, ga ik met je mee."
Ik liep weer verder en telde de dennen, zoals ik
daarnet de telegraafpalen had geteld. De afstand van mijn pad tot aan de
branding was nu eens klein, dan weer wat groter. Soms slokten de golven zoveel
strand op dat ze de dennenwortels dreigden te bereiken. Vanuit de verte leken
ze op een witsatijnen laken; dichterbij bereikten ze een hoogte van een paar
duim en bruisten als zeep in warm water. Dankzij de maan wierp ook zo’n paar
duim keurig zijn schaduw op het strand. Ik vond het buitengewoon. Op een maannacht
als deze zou zelfs de schaduw van een enkele naald zich duidelijk aftekenen.’
Na een ontmoeting
met een vossin en een elegante, vrouwelijke verschijning wordt hij wakker op een
kussen kletsnat van tranen.
Inspiratiebronnen
Een gulden dood gaat over Okamura, jeugdvriend
van de verteller. Ze groeien samen op. Okamura kan iets minder goed leren dan
de verteller, maar heeft puissant rijke ouders. De jongens ontwikkelen een
hechte vriendschap, hierbij valt op dat Okamura er uitgesproken ideeën op
nahoudt. Zo beweert hij dat kunst niet kan gedijen zonder het lichaam te eren,
hij doet er alles aan zijn lichaam in conditie te houden. Ook lijdt hij aan
praalzucht, in de loop van dit verhaal zien we waartoe deze zucht kan leiden.
Tanizaki liet zich met dit verhaal inspireren door Westerse 'decadente' auteurs als Joris-Karl Huysmans en Oscar Wilde. Van Edgar Allan Poe leende hij het basisgegeven (de schepping van ideale landschapsarchitectuur).
In Omtrent mijnheer Van de Groenheuvel (1926),
een bizar verhaal over een fan van de beeldschone actrice Yurako, toont
Tanizaki zijn fascinatie voor de artistieke waarde van de cinema. Dit nog vrij
nieuwe medium had ook de aandacht getrokken van James
Joyce, hij richtte in 1919 de eerste Ierse bioscoop op.
De rietsnijder
Hoezeer het heden
verband houdt met het verleden wordt heel mooi vertolkt in De rietsnijder (1932). In dit prachtige
verhaal komen schitterende landschapsbeschrijvingen, rijke historie, toneel en
dromen bijeen.
'Op een zo eenzame avond wilde ik helemaal opgaan in
de nevelsluier over het water, die mij leek te wenken vanuit de verte. Nochtans
had Go-Toba geschreven: ‘Waarom dacht ik ooit dat avondschemer bij het najaar
hoorde?’ – en inderdaad, als we nu eens in het voorjaar hadden gezeten, als er
een scharlaken waas aan de voet van de heuvels had gehangen, en als er op de
rivieroevers, op de bergtoppen en in de valleien kersenbomen hadden gebloeid,
wat zou het landschap dan aan warmte hebben gewonnen!’
Door met
één voet in het verleden en de andere in het heden te staan verbindt de
verteller twee tijden. Tanizaki roept in dit verhaal herinneringen op aan lange
gedichten van Ezra Pound of T.S. Eliot. Net als alle grote modernisten gebruikt
Tanizaki literatuur uit het verleden in een eigen hedendaagse stijl.
Conclusie
De brug der dromen maakt zijn belofte waar. De
titel van de verhalenbundel draagt de naam van één van de verhalen en drukt
daarmee een stempel op het boek. Een brug kan als symbool gezien worden
tussen het heden en het verleden, net zoals de personages in de verhalen vaak
kunnen terugverlangen naar iets wat ze zijn kwijtgeraakt. Het dromen, de droom is één van de
motieven die regelmatig opduiken en juist deze dromerigheid doet recht aan de
sfeer die Tanizaki weet op te roepen wanneer hij de lezer zijn prachtige
verhalen presenteert.
De
mystieke sfeer, onderwerpen die raken aan de diepste menselijke verlangens en
soms grenzen overschrijden, menselijke verhoudingen waarvan het bestaan soms
niet eens vermoed kan worden zijn een paar elementen die
de lezer diep kunnen raken. Ik heb geen kritiekpunten ervaren bij het lezen van deze bijzondere verhalenbundel waarin het proza regelmatig poëtisch aandoet.
Junichiro
Tanizaki (1886-1965) is nog steeds een van de populairste literaire
schrijvers van Japan. Zijn roman Stille sneeuwval wordt
als een meesterwerk beschouwd. Zijn vroege werk wordt vergeleken met
het oeuvre van Edgar Allan Poe. Zijn bekendste romans beschrijven de
verrassende confrontatie van eeuwenoude Japanse tradities met een
meer westerse levenswijze. (De Bezige Bij)
Auteur: Junichirō
Tanizaki
Vertaler: Jos Vos
Uitgever: De Bezige Bij
Uitgever: De Bezige Bij
ISBN: 9789023466383
Genre: Literaire
fictie
Pag: 640
Verschenen: 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.