zaterdag 3 maart 2018

David Vann- Klare lucht zwart

Recensie van Roosje
 
De Bezige Bij   


  
'Een duister verhaal, een gekwelde vrouw' 
  
Inleiding 

Dit boek van David Vann over een beruchte vrouw, tovenares en moordenares uit de Griekse en Thracische mythologie, Medea, riep tijdens en na het lezen veel vragen bij me op. Ik noem er een paar. Wat voor een vrouw was Medea voor David Vann? Een tovenares? Een jaloerse en bedrogen echtgenote? Een waanzinnige? Een ontaarde moeder? Of juist een vrouw van vlees en bloed - en dat laatste ook heel letterlijk? 

Vann schrijft (in zijn Dankwoord op p. 237) dat al zijn boeken Griekse tragedies zijn. En als je meer romans van hem gelezen hebt, dan kun je dat volmondig beamen. Ik denk zelf vooral aan ‘Goat Mountain’ en het einde van ‘Aarde’, maar eigenlijk is Vanns werk doordesemd met intense gevoelens en ‘over the top’ gedachtes en fantasieën van mensen die iets enorms meemaken en idem dito beschrijvingen. In die zin past Medea inderdaad in zijn oeuvre.  

Het grote verschil is natuurlijk wel dat Medea een vrouw is uit een lang vervlogen periode en uit een samenleving en een cultuur waar we ons nog nauwelijks een voorstelling van kunnen maken. Dat wringt op de een of andere wijze een beetje, vind ik. Telkens stelde ik me weer de vraag: wat motiveert deze Medea? Overtuigt David  Vann mij als lezer in zijn verhaal over deze vrouw? 

Algemene beschouwing

Overtuigt Vanns Medea mij? Nee, toch niet helemaal. De vrouw Medea blijft ondanks de indrukwekkende motieven, thema’s en stijl en structuur en onderliggende ideeën, te abstract. Ze wordt te weinig een vrouw van vlees en bloed, al spelen dat vlees en dat bloed een gruwelijke hoofdrol in dit boek.  
Anders dan de personages uit zijn vorige boeken, die in al hun heftigheid en intensheid - ‘heftig’  en ‘intens’ zijn begrippen die uitermate goed passen als duiding van de schrijfstijl van David Vann - mij juist wél direct weten te raken en mijn hart direct binnengaan. 
  
Toch ook blijft in dit boek Vanns schrijfkunst, zijn stijl betoverend en overweldigend.  
Het is een heel duister boek, in letterlijke en figuurlijke zin. Letterlijk omdat veel dingen zich afspelen in de nacht, wanneer mensen het meest angstig zijn; zeker zeelieden, die in het donker vaak niet voeren; het varen was vaak nog op zicht, zeker in onbekende wateren, zoals de Zwarte Zee; en door de smalle doortocht door de Bosporus. Medea was een dienares, een priesteres van Hekate, de godin van de nacht (Hekate hoorde tot een oudere Griekse godengeslacht), van de magie, de maan, etc. Duister zijn ook de intense gevoelens van Medea; misschien ook aanvankelijk voor haarzelf. 

Duister is de wijze waarop Vann dit boek geschreven heeft. Die stijl is van een poëtische schoonheid, waarbij de gevoelspoëzie met name in het eerste deel het wint van de verhaallijn. Vann vertelt het verhaal vanuit Medea’s hoofd en hart. Er is geen misverstand wie de hoofdpersoon uit dit boek is: Medea. Dat was bij Euripides natuurlijk ook al het geval. We zijn eraan gewend dat Medea centraal staat en niet Jason.  
Dat intense poëtische maakt het lezen van dit boek niet altijd even eenvoudig. Als lezer word je overspoeld door al die zware zinnen van donkerte en duisterheid, zozeer zelfs dat je denkt dat je adem je benomen wordt. Ik bedoel, het is ‘too much’ af en toe. Die duisterheid in Vanns woorden lijkt een doel op zich te zijn. Dat is in zekere zin natuurlijk ook zo, omdat het de gevoelens van Medea zijn, die we lezen. 
  
Daar staat tegenover dat het concept ‘bipolariteit’ op structuurniveau in deze roman een prachtige rol speelt (zie hieronder). 
Laat ik het zo zeggen, de meeste boeken van David Vann heb ik gewaardeerd met vijf sterren; bij dit boek heb ik getwijfeld tussen drie en vier sterren. Ik geef er vier, omdat dit hoe dan ook in alle opzichten een uitzonderlijk boek is; een boek dat enorm rijk is van taal en dat in intentie en taal getuigt van de dapperheid van een Griekse held, en in dit geval zelfs een vrouwelijke held, Medea. Want dat doet David Vann als geen ander: deze duistere toverkol, deze waanzinnige en ontaarde moeder en kindermoordenares krijgt een grootste herwaardering: Medea is een ware heldin.  



Medea's vlucht (Wikipedia)


Korte inhoud van het verhaal van Jason en Medea


Het lijkt me verstandig om eerst even kort het verhaal van Jason en Medea te vertellen. Het moderne onderwijs is er niet meer op gericht ons ons culturele verleden en onze culturele waarden bij te brengen. 

In de Griekse mythologie is Jason de zoon van koning Aeson, de koning van Iolkos, een stad in Thessalië, midden-Griekenland. Aesons halfbroer, Pelias, naar eigen zeggen een zoon van de zeegod Poseidon, pleegt landverraad en stoot Jasons vader van de troon. Wanneer hij de volwassenheid bereikt heeft, eist Jason, die buiten het rijk was opgevoed, de troon van zijn oom terug. Die zegt hem dat hij het Gulden Vlies nodig heeft om zich te beschermen tegen een kwade geest. Dat vlies is te vinden aan de oostkant van de Zwarte Zee, in Colchis. Jason vaart weg op het schip de Argo met een aantal dappere mannen aan zijn zijde, de Argonauten  - onder wie niet de minsten: Herakles, Orfeus -. In Colchis krijgt Jason opdrachten van koning Aietes; natuurlijk krijgt hij het vlies niet zomaar cadeau. Hij wordt geholpen door de Colchische koningsdochter Medea, een tovenares, een dienares van Hekate, de godin van de nacht, de magie, de maan, de geesten, en een kleindochter van Helios. Helios zorgt ervoor dat hij ‘s ochtends het licht terugbrengt met zijn zonnewagen en ‘s nachts vaart hij terug van het westen over de oceaan.  

Jason en Medea worden verliefd op elkaar. Medea vlucht mee op de Argo. Aietes achtervolgt hen. Medea neemt haar broer mee en offert hem. Zij snijdt zijn lijk aan stukken en werpt af en toe een stuk in zee. Aietes is gedwongen alle stukken van zijn zoon uit zee te vissen om hem een fatsoenlijke begrafenis te geven. Daarom kan de Argo ontsnappen. 
Jason en Medea trouwen, naar gezegd wordt in het paleis van de koning der Phaeaken.  
Terug in Iolkos weigert Pelias de authenticiteit van het Gulden Vlies te erkennen. In plaats van aan Jason de troon af te staan, worden de echtelieden tot slaaf gemaakt in Pelias’ paleis.  Hun zoons worden geboren in gevangenschap en Medea krijgt uiteindelijk de kans zich te wreken op Pelias. Zij ‘betovert’ twee koningsdochters en doet hen geloven dat zij hun vader een nieuwe jeugd kunnen verschaffen door hem in dertien stukken te hakken en in een grote kookpot te gooien. Hij sterft een smadelijke dood. 

Jason brengt koning Pelias het Gulden Vlies

Leuk verzonnen allemaal, maar in plaats van Jason wordt Pelias’ zoon heerser. Jason, Medea en hun zoons moeten daarom vluchten; zij gaan naar Korinthe, een andere ‘polis’ in Griekenland. Koning Kreon haalt Jason als schoonzoon binnen; per slot heeft Jason nog zicht op de troon in Iolkos. Medea moet weg; ze mag haar kinderen aanvankelijk achterlaten zodat zij een vorstelijke opvoeding kunnen krijgen. Helemaal verrast was Medea na al die jaren niet door het verradelijke en trouweloze gedrag van haar echtgenoot. Ze kan geen kant op. Dan veinst ze in te stemmen met het huwelijk tussen Jason en Creüsa / Glauke - Jason had gezegd dat Medea en hij niet écht getrouwd waren -. Maar ze vergiftigt Glauke, die op haar beurt sterft.  


Bijna overmeesterd door gewapende wachters doodt Medea haar zoons en door hun bloed uit te spuwen kan zijn ontsnappen - tenminste in de versie die David Vann ons vertelt.  
Niet in de hervertelling van Vann, maar in de oude Griekse verhalen rond haar persoon wordt verder verhaald dat Medea naar koning Augeus in Athene vlucht. Met hem krijgt zij een zoon. Daar maakt ze zich evemin geliefd en uiteindelijk vlucht ze terug naar haar geboorteland Colchis aan de Zwarte Zee, waar zij haar eveneens afgezette vader weer aan de macht helpt. Na haar dood werd Medea in Colchis vereerd als een godin. 
  

Wat doet David Vann met deze mythe? 


Naar eigen zeggen - in het Voorwoord - vertelt hij het verhaal realitisch en op basis van archeologisch onderzoek van materiaal van circa 3250 jaar geleden. Dit is de periode die de Grieken beschouwen als het begin van hun wereld, de nadagen van de Bronstijd, maar die voor oudere beschavingen, als bijv. de Thraciërs (voorbeeld van mij, rdv) een soort van einde is, of althans een overgangsperiode (constatering ook van mij, rdv). 
In het nawoord zegt Vann ook nog dat hij erg beïnvloed is door feministische leraren en professoren. Daarmee wil hij feitelijk zeggen dat zíjn Medea-opvatting toch ook zeker een feministische is.  

Onlangs vertelde ik een vriendin dat ik ‘deze Medea’ aan het lezen was; en zij reageerde met de opmerking: O, dat is toch die waanzinnige vrouw die haar kinderen vermoordde uit jaloezie? 
Zo heeft David Vann zijn Medea niet willen schetsen. Vanns Medea is in de eerste plaats verliefd op Jason, maar dat is niets nieuws, hoewel de oude Grieken eigenlijk niet zo veel met vrouwen op hadden. Maar vooral is deze vrouw ambitieus. Vanns Medea ziet een voorbeeld in de vrouwelijke Egyptische farao Hatsjepsoet, die ongehuwd en kinderloos haar land leidde, haar legers aanvoerde. Dat wil Medea ook. Daarom moest zij vertrekken uit Colchis, want voor haar vader was zij slechts een stuk levende have, als echtgenote van een man. In Jason zag zij haar uitweg. Een moderne Griek, uit een modernere wereld dan de hare. Het was niet zozeer de macht van Jason waarop zij verliefd werd maar haar eigen macht, die zij aan de zijde van een heerser zou gaan uitoefenen. Zij had waarschijnlijk al lang gezien - want een röntgen-scherpe blik had ze, deze ‘tovenares’ - dat Jason een slappeling was. Als hij eenmaal op de troon zat, kon zij het heft in eigen hand nemen. 
Maar Medea overspeelde haar hand. Ze had niet voorzien dat Pelias helemaal niet wilde wijken voor zijn neefje. Jason had haar natuurlijk van alles voorgespiegeld om van haar talenten gebruik te kunnen maken. En evenmin had ze voorzien dat zij zo veel van haar kinderen zou gaan houden. 
  
En dat realistische verhaal, dat Vann wilde vertellen; klopt dat een beetje? Ja, dat doet hij inderdaad. Weliswaar beschikt Medea over talenten waarvan anderen kunnen zeggen dat het toverkunst is, maar bovennatuurlijk zijn haar handelingen niet. Ze beschikt over kennis van de werking planten, met name van giftige planten; ze beschikt over psychologisch inzicht. Dat is in zekere zin nieuw en modern in die ‘barbaarse’ samenleving.  
  
Vann doet meer. Op structureel niveau valt vrijwel meteen op dat het concept ‘tegenstellingen / bipolariteit’ een grote rol speelt. Ik noem er een paar.  
De personen van Jason en Medea staan hierbij centraal: 


  • man staat tegenover vrouw;  
  • mensen tegenover goden; 
  • dag tegenover nacht;  
  • land (een meer bekende plek, waar ratio geldt) tegenover zee (een onbekende, gevaarlijke plek, duistere dieptes, gevaarlijke zeemonsters die je niet kunt zien; 
  • leven tegenover dood;  
  • vriend tegenover vijand; 
  • zicht, het zien overdag tegenover het niet zien in de nacht;  
  • Grieks tegenover niet-Grieks;  
  • de nieuwe goden, Poseidon, Pallas Athene tegenover de oude goden, Hekate, de Egyptische Noet; 
  • Apollinisch (de Griekse man, de ratio) tegenover Dionysisch (de niet-Griekse vrouw en dienares  van duistere machten en krachten, oerkrachten, driften en gevoelens);  
  • de nieuwe samenleving, de opkomende samenleving van de ‘Grieken’* tegenover de niet-Griekse,   de oudere samenlevingen, laat ik die ‘Thracisch’** noemen. 



De nacht van Enitharmons vreugde, of Hekate William Blake, 1795



Dit verhaal van Jason en Medea gaat ook over de overgang van de oude wereld, de late Bronstijd, waar Vann over spreekt, met oude goden en een speciale plek en waardering voor vrouwen, misschien als overblijfsel van een nog ouder matriarchaat. Medea probeert die kloof tussen het oude en het nieuwe te overbruggen. Zij gaat van de oude naar de nieuwe wereld; oude krachten probeert zij in een rationele en masculiene omgeving een plaats te geven. Zij slaagt daarin niet. Waarom niet? 
Wellicht komt hier het noodzakelijke falen van de held uit de Griekse tragedie om de hoek kijken. Het is literaire noodzaak dat de Griekse held in de Griekse tragedie ten ondergaat, en wel door eigen falen, door eigen schuld.  
Wat deed Medea fout? Niet het feit dat ze ambitieus was, niet het feit dat ze verliefd werd op een slappeling, niet de moord op Pelias, niet de moord op Glauke, zelfs niet het feit dat ze haar zoons de hals doorsneed, het is de moord op haar broer; dat ze zijn lijk in stukken sneed en beurtelings in zee wierp om de achtervolging van haar vader op de Argo te vertragen. Die eerste moord wordt haar fataal.  
  
Het voelt wellicht tegennatuurlijk aan om haar grootste fout niet te zien in de moord op haar kinderen als wraak op haar trouweloze echtgenoot. Medea realiseert zich in Vanns hervertelling dat zij onmenselijk veel van haar kinderen houdt. Ze komt tot het besef, in een oogwenk, dat het beter is dat zij haar zoons doodt dan dat zij gedood worden door de wachters van Kreon in Korinthe of dat zij wellicht weer tot slaaf gemaakt zouden worden.  
  
Op een dieper niveau is het ook zo dat Medea - en willekeurig welke moeder - in het uiterste geval, in dat van doodsnood, haar kinderen mag behoeden in de dood. Ook vrouwtjesdieren doen dat. In de oude beschaving, in de oude op godinnen gebaseerde moraal en spiritualiteit zijn de vrouwen de machtigste personen: zij zijn de gevers en behoeders van leven en dood.   
Volgens deze opvatting doodt Medea niet haar kinderen uit jaloezie of uit wraakzucht maar uit noodzaak en uit liefde. Bovendien weet zij dat het haar grootste smart is: het moeten doden van haar kinderen. Het doden van haar broer deed haar bovenmatig verdriet; de ontrouw van haar grote liefde bezorgde haar leed, maar haar ergste smart was het doden van haar kinderen. Met dat besef, met dat immense leed, in deze onmenselijke kwelling moest zij leven. Waarschijnlijk had ze ook het inzicht dat de moord op haar broer de oorzaak was van haar eigen ongeluk; dat zij de veroorzaker was van haar eigen kwellingen.  
  

Tot besluit 


Graag wil ik tot slot David Vann zelf aan het woord laten; een citaat dat ook nog eens de titel van zijn boek verduidelijkt. Het is aan het einde van zijn boek. Haar zoons die Medea net de keel heeft doorgesneden, houdt zij nog voor zich, stijf in haar armen geklemd. De wachters naderen; ze staat met de rug tegen de muur: 

Maar de wachters naderen. Voor hen is het niet genoeg, ze (= Medea, rdv) is nog niet genoeg verloren. Beesten! schreeuwt ze. Ze trekt Aesons (=een van de zonen, rdv) hoofd naar achteren, zuigt haar mond vol bloed uit zijn keel, spuwt het naar de wachters. Laat hen overdekt zijn met het bloed van haar kinderen. 

Ze deinzen terug, en weer drinkt ze, buigt zich naar voren en spuwt het in de lucht om die zwart te doen kleuren.  
Klare lucht zwart.” (p. 235) 
  
* De term ‘Grieken’ is een verzamelnaam; de Griekse beschaving bestond uit verschillende zelfstandige ‘poleis’ = stadstaten met aan het hoofd een ‘basileus’, een heerser, meestal vertaald als ‘koning’. Denk aan Athene, Sparta, Mycene, het Ithaka van Odysseus, etc. 
  
**Voor de term ‘Thracisch’ geldt hetzelfde als voor de term ‘Grieken’, zie hierboven. 






Auteur: David Vann
Uitgever: De Bezige Bij
Categorie: Roman
Pagina's: 238

Oorspronkelijke titel: Bright Air Black, 2017 
Vertaald door Arjaan van Nimwegen Thijs van Nimwegen  
Verschijningsdatum april 2017  
ISBN10 9023407784  
ISBN13 9789023407782  
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.