Amsterdam University Press
Offers, mythen en festivals
Het woord 'religie' zoals wij het gebruiken past bij een monotheïstische wereldreligie en sluit vele 'religies' uit die niet voldoen aan de definitie: 'religie is een combinatie van god(en), gebouw, leider, geloof, handeling, object.' De term religie zal in het boek gebruikt worden voor het verzamel-fenomeen van de handelingen en ideeën die met de Romeinse en Griekse goden verbonden waren.
De verschillen en overeenkomsten tussen 'hun' en 'onze' religies vormen het thema van dit boek. Een aantal onderwerpen die de revue passeren zijn: festival en rituelen, mythe en theologie, polytheïsme versus monotheïsme.
Aan het begin van
het boek staan een paar mooie overzichtskaarten, in het boek staan afbeeldingen
van onder andere offerstenen met inscripties.
Dromen
Bij de Grieken en de
Romeinen kon een droom grote gevolgen hebben voor het verloop in een strijd. Bijgelovig als ze waren zou een voorspellende droom wel eens kunnen betekenen
dat één van de bevelhebbers niet verscheen op het slagveld. Zo geschiedde in 42
voor Christus bij de slag van Philippi *, dat Octavianus, de latere keizer
Augustus, bij de eerste veldslag niet kwam opdraven, omdat hij een
onheilspellende droom gehad had.
In die tijd was het
heel normaal de goden te raadplegen bij belangrijke beslissingen, daar hoorde
bij dat je offers bracht. Door
ingewanden van offerdieren te 'lezen' kon men zien of het verstandig was de
strijd aan te gaan.
Je zou denken dat er
geen tegengeluiden waren in die tijd, maar er waren wel degelijk sceptici. Een
bekend voorbeeld is Socrates, hij weigerde de goden van Athene te vereren en
werd ter dood veroordeeld.
Demeter en Persephone
Een mooi voorbeeld
van continuïteit van religie, een lange periode waarin een religieus gebruik plaats vond, is het heiligdom in Eleusis in de buurt van
Athene. Hier vond al in het begin van de klassieke oudheid de verering plaats
van godin Demeter en haar dochter Persephone. Velen lieten zich inwijden in de
mysteriën van Eleusis, onder anderen keizer Augustus.
Behalve wederzijdse
beïnvloeding van de Griekse en Romeinse cultuur, kwamen er ook mythen en
cultussen uit andere nabijgelegen gebieden, zoals uit Tyrus, Asia Minor en
Egypte, in contact met de Grieks-Romeinse cultuur.
Filosoof-keizer
Om een idee te
krijgen hoe belangrijk goden waren is het interessant een citaat uit de Meditationes te lezen van Marcus Auralius, filosoof-keizer die heerste in
de tweede helft van de tweede eeuw na Christus. Een van de vele opdrachten die
hij voor zichzelf opschreef luidt:
'Leef met de goden. Deze persoon leeft met de goden:
hij die voortdurend zijn ziel aan hen toont, een ziel tevreden met wat hem is
toebedeeld, en telkens doende wat zijn persoonlijke god (daimon) ook maar wil,
want deze heeft Zeus aan eenieder toebedeeld als meester en leider, als een
afsplitsing van hemzelf. Want hij is de geest en de rede van eenieder'
Marcus Aurelius was
een stoïcijn, één goddelijk wezen belichaamt de hele kosmos, God is overal, hij
ís de kosmos.
Deze henotheïstische zienswijze (hen is Grieks voor één) van de Stoïcijnen, verschilde drastisch van het polytheïstische godsbeeld van de traditionele
religie.
Goden en offers
De polytheïstische
religie maakt het de mensen niet makkelijk te kiezen tot welke god ze zich
moeten richten zou je denken, toch lukt het hen wel. Kennelijk is er grote
flexibiliteit om elke keer de juiste keuze te maken.
In Theogonie vertelt
Hesiodus de ontstaansgeschiedenis van de Griekse goden. Vanaf ongeveer 700 voor
Christus worden de kinderen van Kronos en Rhea en de kinderen van Zeus, in bijna
alle Griekse gemeenschappen vereerd.
Schatkistbewaarders van de goden waren van belang wanneer het
stadsbestuur geld nodig had. Het is heel bijzonder dat een deel van de
administratie uit de jaren 420 is overgebleven van de schatkamers op de
Acropolis in Athene.
In de documenten staan leningen van de tempels van de goden aan de stadsstaat.
In de documenten staan leningen van de tempels van de goden aan de stadsstaat.
Goden kregen bijna allemaal een epitheton,
een toevoeging. Dat kon een plaatsbepaling van een cultus zijn, bijvoorbeeld
Sounion voor Poseidon, een eigenschap, Artemis van de Jacht,
of een combinatie met een inheemse god.
Organisatie
Over de vraag hoe de goden georganiseerd waren bestaan
verschillende theorieën. Zij zouden vergoddelijkte natuurverschijnselen zijn, dat wil zeggen: ze zijn in de natuur aanwezig en veroorzaken het natuurverschijnsel als
verpersoonlijkte actor. Hiermee kon je wel Zeus (onweer), Ouranos (de
hemel), Gaia (de aarde) indelen, maar niet een aantal andere godheden zoals
Hera, Athena, Hermes, Apollo en Artemis.
Een andere ordening
is het structuralisme. Franse
religiehistorici Jean-Pierre Vernant en Marcel Detienne stelden dat er aan de
cultuur bepaalde universele patronen en symboolsystemen ten grondslag liggen
die herleid kunnen worden
tot de kernactiviteit 'soevereiniteit'.
'De godin
Artemis gaat over ogenschijnlijk zeer verschillende zaken, zoals de jacht en steun aan barende vrouwen. Maar voor de structuralisten
kunnen alle interesses van Artemis worden gevat in de
kernactiviteit van het begeleiden van overgangen tussen beschaving
en beestachtigheid. De geboorte is een gewelddadige en
gevaarlijke gebeurtenis die mensen confronteert met hun dierlijkheid;
in de jacht leggen mensen hun beschaving, namelijk het
hebben van wapens, op aan dieren.'
Soms
lijkt het alsof verschillende goden dezelfde functie vertonen, maar dat gebeurt
dan steeds op een andere manier. Poseidon en Athena hebben allebei te maken met
paarden. Poseidon ('Aard-Schudder') gaat over het temmen, berijden en de kracht
van paarden, de kernactiviteit is het bedwingen van natuurgeweld, denk ook aan
de zee en aardbevingen. Athena heeft als kernactiviteit intelligentie en gaat
over de techniek om bit en teugels te maken en te gebruiken.
Beeld en woord
Goden
speelden een rol in het dagelijks leven, daar hoorde ook theaterkunst,
literatuur en beeldende kunst bij.
De heel
vroege afbeeldingen van goden waren van hout, later werden ze gemaakt van
brons, goud, ivoor of marmer. Toch bleef het houten beeld een hoge status
houden omdat het oud was, ook al dacht men te kunnen pronken met afbeeldingen
van kostbare materialen.
Het
beeld kreeg een centrale plaats in een tempel als ware het een aanwezige
godheid.
Op het
toneel verschenen goden zelf op de planken, in sommige stukken werd een acteur
die een god speelde met een ingenieus mechanisme aan het eind op het toneel
neergezet om de actie tot een (soms goed) einde te brengen: de
spreekwoordelijke frase 'deus ex machina'.
Ook in
geschriften die niet bedoeld waren voor het toneel, speelden goden een
belangrijke rol, vanaf Homerus tot in de late Oudheid.
Praktizeren
Bij de Grieken en
Romeinen vond men het vreemd wanneer je wel geloofde, maar niet deelnam aan de
rituelen. Tegenwoordig kijkt niemand daar meer van op.
Waaruit bestond de praxis?** Je bracht offers, meestal dieren,
raadpleegde orakels en er was sprake van twee locaties, thuis en de
gemeenschappelijke altaren. Het doel was de goden gunstig te stemmen en om iets
over de toekomst te weten te komen.
Over de Vroege
Christenen is bekend dat ze niet meededen aan dierenoffers. Hierover schreef
Paulus de apostel een stuk in zijn eerste brief in de Korinthiërs.
Behalve dierenoffers
werd ook ander voedsel als offer gebracht zoals graan, gerst, groenten en
fruit.
Volgens Porphyrius,
filosoof derde eeuw na Christus, hebben dieren een ziel, en wie een dier offert
loopt het risico achtervolgd te worden door de ziel van het overleden dier.
'Do ut des-religies', 'ik geef opdat jij geeft', waarin offerrituelen voorop staan,
onderscheiden zich van 'ontwikkelde' religies waarin geloof en spiritualiteit
voorop staan. Om deze offerrituelen eenvoudig te reduceren tot koehandel is wat kort door de bocht, want door het regelmatig offeren bouwden en onderhielden de
Grieken en Romeinen een voortdurende relatie op.
Over festivals zijn enige gebruiken bewaard gebleven, een van de vast punten was een processie, ook
werd er gegeten en gedronken en er werd bespot. Dat bespotten, aan het lachen
maken, was bedoeld als teken van vertrouwen.
Misschien waren de lachrituelen een smeermiddel voor de relatie tussen mensen
en goden én tussen mensen onderling.
Conclusie
Iedereen die houdt
van het mystieke van de oudheid kan in dit boek zijn hart ophalen. Er staat erg
veel in, ik heb moeite deze recensie binnen de perken te houden, want er is nog
veel te vertellen over de mystieke cultussen, de Vroeg Christelijke cultuur,
het verband tussen mythologie en bestaande rituelen, het hiernamaals, de
twijfelaars enzovoort.
Het is zowel een boek
om in te lezen als een naslagwerk. De tekst is goed leesbaar, maar vergt
wel enige inspanning vanwege de hoeveelheid informatie. De auteur heeft een zo compleet mogelijk beeld proberen te geven van wat religie betekende
voor de mensen uit de oudheid, ik vind dat ze daarin uitstekend geslaagd is.
*De slag bij
Philippi was een veldslag tussen de troepen van het tweede triumviraat, geleid
door Marcus Antonius en Octavius enerzijds en Brutus en Cadssius anderzijds. De
slag vond plaats in 42 v. Chr. Bij de stad Phliippi in Macedonië. (Wikipedia)
** Met praxis wordt
in de religieuze context het geheel aan handelingen bedoeld die in een bepaalde
ritus van de gelovigen of aanhangers wordt verwacht. Het andere luik is de
geloofsbelijdenis. (Wikipedia)
Over de auteur
Inger N.I. Kuin is
onderzoeker en docent Oude Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze
promoveerde in New York op een proefschrift over religie en humor in de Oudheid
en studeerde in Amsterdam filosofie en journalistiek. Als journalist schreef ze
onder meer voor NRC Handelsblad.
Titel: Leven met de
goden
Auteur: Inger N.I.
Kuin
Uitgever: Amsterdam
University Press
ISBN: 9789462984806
Pag.: 172
Genre: Historie
Verschenen: maart 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.