Deze keer staan er twee recensies achter elkaar van hetzelfde boek dat Roosje de Vries en Tea van Lierop mochten lezen voor De Club van Echte Lezers-Atlas Contact.
De eerste recensie is geschreven door Roosje de Vries
En
daartussen de zee
Miami
en de ‘boarding house’
‘’Je
zult het hier goed hebben,’ zegt mijn tante, achter het stuur van
het nieuwste model Chevrolet.
‘Je
begrijpt ook wel dat ik niet meer voor je kan doen.’
[...]
‘Meer
kan ik niet voor je doen.’
Ik
snap haar wel. Ik ben in zeker drie gekkenhuizen opgenomen geweest
sinds ik zes maanden geleden hier in Miami ben aangekomen, op de
vlucht voor de cultuur, de muziek, de literatuur, de televisie, de
sportwedstrijden, de geschiedenis en de filosofie van het eiland
Cuba. Ik ben geen politieke banneling. Ik denk wel eens dat als ik in
Brazilië, Spanje, Venezuela of Scandinavië geboren was, ik ook daar
de straten, havens en weilanden zou zijn ontvlucht.’ (2018: 5-6)
William
Figueras* is de hoofdpersoon van deze korte roman. Hij komt uit Cuba;
het is niet helemaal duidelijk waarom hij gevlucht is -
waarschijnlijk omdat zijn literaire werk niet door de Communistische
Partij werd goedgekeurd -; het is ergens in de vroege jaren 80 van de
twintigste eeuw - zijn vriend, de Zwarte Dichter, zegt: Heb je het al
gehoord, Truman Capote is dood; en die is gestorven in 1984; 1984 is
eveneens de titel van de dystopische roman van George Orwell -;
William zit in een home, een boarding home**, een tehuis voor gekken
en achterlijken, de losers van de samenleving.
Het leven is er hard.
De patiënten, de bewoners is wellicht een betere benaming, krijgen
slecht te eten, worden bestolen door de baas, Curbelo en door zijn
assistent Arsenio, en ze worden (seksueel) mishandeld.
William
vindt al snel een soort van routine in zijn nieuwe bestaan: hij staat
op, ontbijt karig - maar hij eet toch niet zo veel dus dat geeft
eigenlijk niet -, hij wast zich met een klein stuk zeep en een
handdoek die niet verschoond wordt, hij kijkt tv en met name naar de
televisiedominee, door wie hij ergens geïnspireerd wordt of door wie
hij op de een of andere wijze gerust gesteld wordt.
Als hij een paar
centen heeft gaat hij een koffie drinken, ergens in Miami, ergens in
de Cubaanse wijk. Verder leest hij veel: de groten in de
wereldliteratuur: Proust, Joyce, Hesse, Miller, Mann. Zijn bijbel is
een gebonden bundel met gedichten van Engelse romantische dichters.
Hij is zelf schrijver. Hij schrijft deze korte roman over zijn
bestaan als een gek in een samenleving die hem veracht.
William
voegt zich in zekere zin in het boarding home. Hij wordt goede
maatjes met Arsenio, al komt de ‘liefde’ meer van de kant van
Arsenio. En William mishandelt de een-oog Reyes, die overal urineert,
samen met Arsenio.
Als
een donderslag bij heldere hemel lijkt het leven lichter te worden en
zelfs gelukkig, wanneer er in het home een nieuwe vrouw komt,
Francis, op wie William verliefd wordt en zij op hem. Ze proberen
samen een leven op te bouwen, onafhankelijk van het home.
Autobio
Zo
veel is duidelijk: William Figueras is Guillermo Rosales. Zelfs hun
voornamen zijn dezelfde. ‘Figueras’ verwijst naar Cuba.
Gewoonlijk
leg ik niet zo de nadruk op het autobiografische van een roman, maar
hier is het onmiskenbaar en in zeker zin ook van belang. Het lijkt
erop alsof Rosales zijn eigen leven als onderwerp nam voor zijn roman
en dat hij zijn leven per se wilde delen met de lezer. Ik moest hier
ook denken aan ‘onze’ Jan Arends*** en Maarten Biesheuvel. Met
name Jan Arends neemt zijn eigen ‘gekte’ en zijn beleving daarvan
direct als onderwerp van zijn gedichten en verhalen.
William
neemt een tv-toestel mee als hij in het boarding home komt, dat in
werkelijkheid Happy House heette, what’s in a name? Binnen de
kortste keren is die gestolen. Door Arsenio vermoedt hij, maar die
geeft geen krimp. Direct voelde ik de aanvechting om te roepen: je
kunt maar beter helemaal geen bezittingen hebben, dan kunnen die niet
van je afgepikt worden en evenmin hoef je te zorgen voor je spullen
en je hoeft je er geen zorgen om te maken.
Een
aalmoes krijgt William zo nu en dan, van zijn vriend, de Zwarte
Dichter, ongetwijfeld ook een Cubaan, met een voorliefde voor Amerika
en Amerikaanse schrijvers: Hemingway, die op zijn beurt natuurlijk
een voorliefde had voor Cuba en in Havanna nog vereerd wordt als een
halfgod, Truman Capote, Henry Miller. Cuba en Miami zijn nauw met
elkaar verbonden, en toch gaapt er een enorme kloof die groter is dan
de zee-engte tussen beide wil doen geloven.
Ik
werd getroffen door de uitzichtloosheid van het bestaan van William
in dit boek. Het lag me erg zwaar op de maag, aanvankelijk, tot ik me
realiseerde dat dit de beleving is van William en niet de
‘objectieve’ werkelijkheid. Op de een of andere wijze maakt dat
de zware kost beter verteerbaar. Natuurlijk buiten Curbelo en Arsenio
de bewoners op een gruwelijke manier uit, maar William ziet het
allemaal nog zwarter dan het al is.
Ik
moet een beetje om mezelf lachen, want hoe autobio de gegevens en
ervaringen ook zijn, het blijft en roman, en dus fictie. Het blijft
een moeilijk geval, de mengeling van fictie met autobio.
Cuba
Voor
de duidelijkheid: Miami ligt vlakbij Cuba, veel Cubanen zijn in die
jaren overgestoken in meer of minder wrakke bootjes naar Miami.
Rosales / William trouwens niet; die kwam met het vliegtuig uit
Europa.
Cuba,
het eiland van de revolutie blijft overal aanwezig. De meeste
bewoners zijn Cubaans, niet allemaal. Er wordt gepraat over Cuba.
William was communist; hij trok naar het verre oosten van het eiland,
naar de Sierra Maestra, om daar de boeren te alfabetiseren. Dat was
een van de speerpunten van Fidel Castro. De Sierra Maestra is het
gebied waar Castro en zijn maten aan land kwamen om overal de
revolutie tot stand te brengen.
Ida,
die twee kinderen in Massachusetts heeft die niets van haar willen
weten, en die in Cuba een echte bourgeois was, getrouwd met een man
met veel huizen en bezittingen, heeft een compleet andere kijk op
Cuba dan William. Zij heeft alles verloren. Geen toeval is het
natuurlijk dat William vertelt dat hij twintig jaar geleden op Cuba
een liefdesroman had geschreven; de geliefden waren een communist en
een bourgeoismeisje (ibid.: 8). Zijn roman werd niet geappreciëerd
door de Communistische Partij.
‘Daarna
werd ik gek. Ik begon duivels op de muren te zien, hoorde stemmen die
me uitscholden en hield op met schrijven.’ (ibid: 9)
Dat
zal de reden geweest zijn waarom William / Rosales uit Cuba
vertrokken is.
-
Het is vreemd dat ik voor het romanpersonage zijn voornaam gebruik en
voor de werkelijke auteur zijn achternaam... -
Een
moderne Prometheus
Het
huis van de drenkelingen is een zwarte roman, het is ook een heel
‘volle’ roman ondanks zijn geringe omvang van 136 pagina’s in
de nieuwe uitgave van 2018. Veel zaken, personen en motieven thema’s
zijn onderling verbonden en krijgen zo betekenis. Het is ondoenlijk
om er hier uitgebreid op in te gaan.
Ik
wil graag wijzen naar de voortdurende dromen van William.
En
op het motief van de zee, die alsmaar op de achtergrond aanwezig is.
Voor wie ooit op Cuba geweest is, weet dat de zee overal is, behalve
in het binnenland, maar daar wonen weinig mensen; er is weinig
infrastructuur. In Havana beukt de zee over de boulevard, de Malecón.
Ook in Miami is de zee aanwezig. En de zee-engte tussen Cuba en Miami
is smal, maar het cultureel-sociale verschil is zo enorm groot.
Een
droom van William wil ik kort bespreken; dat is de droom waar hij als
een moderne Prometheus aan een rots geketend is en de octopussen
opdracht geeft een schelp te zoeken met daarop de afbeelding van het
Vrijheidsbeeld. Op het moment dat die schelp gevonden is, werpt
William die weer in zee en geeft de opdracht die opnieuw bij hem te
brengen.
‘Ik
had gedroomd dat ik vastgebonden zat aan een rots en dat ik lange
gele nagels had, als van een fakir. Hoewel ik in mijn droom was
vastgebonden als straf voor de mensen had ik een enorme macht over de
dieren in de wereld. [...]
De
inktvissen vergoten dikke, kristalheldere tranen over mijn wreedheid
. Maar ik lachte om de huilende inktvissen en schreeuwde met
bulderende stem: ‘Breng me er nog zo een!’’ (ibid.: 24)
De
moderne Prometheus werd ongetwijfeld gestraft door de Communistische
Partij, de moderne goden in Cuba. Hij had het ‘woord’ naar de
mensen willen brengen - zijn liefdesroman - in plaats van het vuur.
Gefrustreerd gaat hij op zoek naar Vrijheid maar kan haar niet
serieus nemen als zij gevonden is. De dieren kan hij overheersen en
uitbuiten - hoe sneu ben je dan? - net als de arme eenogige Reyes,
die misschien het moderne equivalent is van de Cycloop van Odysseus.
Reyes betekent ‘koningen’; wel een heel sneue soort en door de
Communistische Partij verafschuwd, natuurlijk.
Zo
eindigt het
‘Ik
sta op. In een hoek van de zitkamer is de eenogige Reyes langdurig
aan het pissen. Arsenio loopt naar hem toe, trekt de riem uit zijn
broek en geeft met de gesp een geweldige klap op de rug van de oude
eenoog. Ik ga naar Arsenio toe en neem de riem van hem over. Ik til
hem boven mijn hoofd en laat hem met alle kracht neerkomen op het
broodmagere lichaam van de oude eenoog.
Buiten
roept de mulattin Caridad dat het eten klaar is. Er is koude vis,
witte rijst en rauwe linzen.’ (ibid.: 136).
*
Figueras is de naam van een plaats vlakbij Havana, Cuba. En de naam
van de geboorte- en begraafplaats van Dalì in Spanje.
**
Boarding home doet ook denken aan boarding house = pension, maar
roept bij mij ook associaties op met boarden = aan boord gaan, te
meer omdat de zee een belangrijke rol speelt.
***
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Arends
Recensie
door Tea van Lierop
Het
Inferno van Dante
De
titel Het huis van de drenkelingen roept een beeld op van mensen in
nood. Precies hierover gaat dit boek. Schrijver William Figueras
wordt door zijn familie afgeleverd in een opvanghuis voor mensen met
psychiatrische problemen. Het verslag dat William ons vertelt pakt je
beet en laat je niet meer los. Inktzwart en tegelijkertijd gortdroog
komen de verhalen over de medebewoners, de leiding, zijn eigen
functioneren en droombeelden over Cuba dat hij heeft verlaten.
‘Ik
verlaat de veranda en ga de straat op, waar de winnaars zijn. De
straat, vol grote, snelle auto’s met gesloten, donkergetinte ramen,
zodat zwervers als ik niet naar binnen kunnen gluren. Als ik langs
een café kom, hoor ik iemand schreeuwen: Gek!’ Ik draai me
razendsnel om, maar zie niemand die naar me kijkt.’
De
stijl is afstandelijk, bijna journalistiek, maar komt niet zo over
omdat William zichzelf niet spaart. De corruptie van de leiding, de
volledig afhankelijke bewoners voelen zich met recht drenkelingen in
een huis, dat als een zinkend schip op volle zee ronddobbert.
Water
Door
de drenkelingen in de titel en het feit dat Cuba een eiland is, wordt
duidelijk dat water een motief is in het verhaal.
Ik
kreeg ook nog een associatie met een cycloop, komt voor in De Odyssee
van Homerus, bij het lezen over één van de bewoners, Reyes, de
eenoog. Odysseus kwam ook van een eiland, maar keerde weer teug naar
omzwervingen. De reis van onze protagonist is minder fortuinlijk. Er
wordt beweerd dat er geen greintje hoop zit in de roman, daar ben ik
het niet helemaal mee eens, er is een moment dat William gelukkig is
en de toekomst hem toelacht.
De
directeur van het boarding home is een uitgekookte profiteur en
zelfverrijker. Listig doet hij zich voor als iemand die het beste
voorheeft met de bewoners, maar dit is schijn. Voor de aangekondigde
inspectie arriveert worden alle vertrekken opgekalefaterd en er is
ineens wel voldoende eten.
Dat
meneer Curbelo gehaaid is blijkt ook uit zijn hobby onderwaterjagen,
hier ook weer het watermotief, hij heeft juist nog twee steenhaaien
gevangen. Die haaien komen ook nog terug bij de beschrijving van het
'enorme glazen oog' van Reyes, 'net zo groot als het oog van een
haai'
Wanneer
William een wandeling maakt komt hij langs een eindeloos lange brug
waar een rivier met troebel water onderdoor stroomt.
Bloemlezing
Troost
put William uit zijn meegenomen boeken, een exemplaar is zijn
favoriet, daar bladert hij geregeld in en citeert er passages uit,
dit pastorale gedicht is van William Blake:
'Little
Lamb, who made thee?
Dost
thou know who made thee,
Gave
thee life & bid thee feed
By
the stream & o'er the meat.'
In
de context van het verhaal, de hel waarin William zich bevindt,
steekt de keuze voor dit deel van 'The songs of innocense' wel
heel erg af. De hel tegenover het onschuldige lam, dat Christus
symboliseert. Het is extra schrijnend wanneer je beseft dat de
bewoners in de boarding home niet gekozen hebben voor hun psychische
aandoening, dus onschuldig zijn, maar dat ze nog extra gestraft
worden door de beestachtige manier waarop ze verzorgd worden. Religie
komt als motief terug in de vorm van de prediker die regelmatig op de
krakkemikkige televisie te horen is.
Bewoners
Het
is niet zo dat alleen de leiding nogal ruw omgaat met de bewoners,
machtsmisbruik, eigen gewin, maffiapraktijken zijn aan de orde van de
dag, net als verwaarlozing en uitbuiting. Nee, ook de bewoners
onderling gedragen zich, bij gebrek aan enig toezicht, als een
volledig losgeslagen groep wilden. Ze gunnen elkaar het licht in de
ogen niet, er wordt geknokt, gemarteld en verkracht.
‘Ik
stap de douche in, draai de kraan open en ga onder de warme straal
staan. Terwijl het water langs mijn hoofd en lichaam stroomt, denk ik
glimlachend en genietend aan de oude Reyes. Aan het gezicht dat hij
trok toen hij werd geslagen, het schokken van zijn uitgemergelde
lichaam, het smeken om vergiffenis. Daarna was hij in zijn eigen
urine gevallen en had hij vanuit die positie om genade gesmeekt.
‘Genade!’
Maar…er
is ook echte liefde, en dat is precies het sprankje hoop dat je als
lezer krijgt, tegen beter weten in, want de titel van het boek duidt
niet op een happy end, maar toch gloort er licht aan de horizon.
Conclusie
Aan
het eind van het boek valt niet precies te omschrijven welk gevoel er
overheerst. Is het medelijden, boosheid, onbegrip, melancholie in het
algemeen? Onmiskenbaar speelt het verleden van de auteur (het
personage) deze keer een grote rol, deze man heeft geen zorgeloos
leven gehad. Als getalenteerd auteur kon hij niet vrij schrijven en
publiceren in een communistisch land. Een belangrijke roman van hem
mocht niet worden uitgegeven omdat hij daarin de communistische
partij te hard aanpakte en omdat het te pornografisch, morbide en
irrelevant zou zijn. Met in het achterhoofd dat het verhaal
gedeeltelijk gebaseerd is op autobiografische elementen van Guillermo
Rosales krijgt het verhaal een extra trieste lading. Daardoor
overheerst, ondanks de droge toon waarop het verhaal verteld is, toch
een machteloos gevoel, maar wel met groot respect voor de schrijver
die een leven zo raak weet te typeren. Fijn dat er een uitgebreid en verhelderend nawoord opgenomen is, geschreven door Ivette Leyva Martinez.
De
auteur
Guillermo
Rosales (1946-1993) was een Cubaanse romanschrijver en levenslange
outsider, gediagnosticeerd als schizofreen. Na kortstondige roem
bracht hij uiteindelijk de laatste jaren van zijn leven in volslagen
anonimiteit door in opvanghuizen in Miami. Vlak voor zijn zelfmoord
vernietigde hij bijna al zijn werk. Het huis van de drenkelingen is
gepubliceerd in de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Duitsland en
Brazilië. Gael García Bernal speelt de hoofdrol in de op de roman
gebaseerde film. (Atlas Contact)
Titel:
Het huis van de drenkelingen
Titel
oorspronkelijk: La casa de los náufragos
Auteur:
Guillermo Rosales
Vertaler:
Arie van der Wal
Uitgever:
Atlas Contact
ISBN:
9789025449025
Pag.:
159
Genre:
Literaire fictie
Verschenen:
deze editie: februari 2018
Verschenen:
oorspronkelijk 1987
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.