dinsdag 20 maart 2018

Guillermo Rosales-Het huis van de drenkelingen

Deze keer staan er twee recensies achter elkaar van hetzelfde boek dat Roosje de Vries en Tea van Lierop mochten lezen voor De Club van Echte Lezers-Atlas Contact.


De eerste recensie is geschreven door Roosje de Vries





En daartussen de zee



Miami en de ‘boarding house’

‘’Je zult het hier goed hebben,’ zegt mijn tante, achter het stuur van het nieuwste model Chevrolet.
Je begrijpt ook wel dat ik niet meer voor je kan doen.’
[...]
Meer kan ik niet voor je doen.’
Ik snap haar wel. Ik ben in zeker drie gekkenhuizen opgenomen geweest sinds ik zes maanden geleden hier in Miami ben aangekomen, op de vlucht voor de cultuur, de muziek, de literatuur, de televisie, de sportwedstrijden, de geschiedenis en de filosofie van het eiland Cuba. Ik ben geen politieke banneling. Ik denk wel eens dat als ik in Brazilië, Spanje, Venezuela of Scandinavië geboren was, ik ook daar de straten, havens en weilanden zou zijn ontvlucht.’ (2018: 5-6)


William Figueras* is de hoofdpersoon van deze korte roman. Hij komt uit Cuba; het is niet helemaal duidelijk waarom hij gevlucht is - waarschijnlijk omdat zijn literaire werk niet door de Communistische Partij werd goedgekeurd -; het is ergens in de vroege jaren 80 van de twintigste eeuw - zijn vriend, de Zwarte Dichter, zegt: Heb je het al gehoord, Truman Capote is dood; en die is gestorven in 1984; 1984 is eveneens de titel van de dystopische roman van George Orwell -; William zit in een home, een boarding home**, een tehuis voor gekken en achterlijken, de losers van de samenleving. 

Het leven is er hard. De patiënten, de bewoners is wellicht een betere benaming, krijgen slecht te eten, worden bestolen door de baas, Curbelo en door zijn assistent Arsenio, en ze worden (seksueel) mishandeld.
William vindt al snel een soort van routine in zijn nieuwe bestaan: hij staat op, ontbijt karig - maar hij eet toch niet zo veel dus dat geeft eigenlijk niet -, hij wast zich met een klein stuk zeep en een handdoek die niet verschoond wordt, hij kijkt tv en met name naar de televisiedominee, door wie hij ergens geïnspireerd wordt of door wie hij op de een of andere wijze gerust gesteld wordt. 

Als hij een paar centen heeft gaat hij een koffie drinken, ergens in Miami, ergens in de Cubaanse wijk. Verder leest hij veel: de groten in de wereldliteratuur: Proust, Joyce, Hesse, Miller, Mann. Zijn bijbel is een gebonden bundel met gedichten van Engelse romantische dichters. Hij is zelf schrijver. Hij schrijft deze korte roman over zijn bestaan als een gek in een samenleving die hem veracht.
William voegt zich in zekere zin in het boarding home. Hij wordt goede maatjes met Arsenio, al komt de ‘liefde’ meer van de kant van Arsenio. En William mishandelt de een-oog Reyes, die overal urineert, samen met Arsenio.

Als een donderslag bij heldere hemel lijkt het leven lichter te worden en zelfs gelukkig, wanneer er in het home een nieuwe vrouw komt, Francis, op wie William verliefd wordt en zij op hem. Ze proberen samen een leven op te bouwen, onafhankelijk van het home.


Autobio

Zo veel is duidelijk: William Figueras is Guillermo Rosales. Zelfs hun voornamen zijn dezelfde. ‘Figueras’ verwijst naar Cuba.
Gewoonlijk leg ik niet zo de nadruk op het autobiografische van een roman, maar hier is het onmiskenbaar en in zeker zin ook van belang. Het lijkt erop alsof Rosales zijn eigen leven als onderwerp nam voor zijn roman en dat hij zijn leven per se wilde delen met de lezer. Ik moest hier ook denken aan ‘onze’ Jan Arends*** en Maarten Biesheuvel. Met name Jan Arends neemt zijn eigen ‘gekte’ en zijn beleving daarvan direct als onderwerp van zijn gedichten en verhalen.

William neemt een tv-toestel mee als hij in het boarding home komt, dat in werkelijkheid Happy House heette, what’s in a name? Binnen de kortste keren is die gestolen. Door Arsenio vermoedt hij, maar die geeft geen krimp. Direct voelde ik de aanvechting om te roepen: je kunt maar beter helemaal geen bezittingen hebben, dan kunnen die niet van je afgepikt worden en evenmin hoef je te zorgen voor je spullen en je hoeft je er geen zorgen om te maken.
Een aalmoes krijgt William zo nu en dan, van zijn vriend, de Zwarte Dichter, ongetwijfeld ook een Cubaan, met een voorliefde voor Amerika en Amerikaanse schrijvers: Hemingway, die op zijn beurt natuurlijk een voorliefde had voor Cuba en in Havanna nog vereerd wordt als een halfgod, Truman Capote, Henry Miller. Cuba en Miami zijn nauw met elkaar verbonden, en toch gaapt er een enorme kloof die groter is dan de zee-engte tussen beide wil doen geloven.

Ik werd getroffen door de uitzichtloosheid van het bestaan van William in dit boek. Het lag me erg zwaar op de maag, aanvankelijk, tot ik me realiseerde dat dit de beleving is van William en niet de ‘objectieve’ werkelijkheid. Op de een of andere wijze maakt dat de zware kost beter verteerbaar. Natuurlijk buiten Curbelo en Arsenio de bewoners op een gruwelijke manier uit, maar William ziet het allemaal nog zwarter dan het al is.
Ik moet een beetje om mezelf lachen, want hoe autobio de gegevens en ervaringen ook zijn, het blijft en roman, en dus fictie. Het blijft een moeilijk geval, de mengeling van fictie met autobio.


Cuba

Voor de duidelijkheid: Miami ligt vlakbij Cuba, veel Cubanen zijn in die jaren overgestoken in meer of minder wrakke bootjes naar Miami. Rosales / William trouwens niet; die kwam met het vliegtuig uit Europa.
Cuba, het eiland van de revolutie blijft overal aanwezig. De meeste bewoners zijn Cubaans, niet allemaal. Er wordt gepraat over Cuba. William was communist; hij trok naar het verre oosten van het eiland, naar de Sierra Maestra, om daar de boeren te alfabetiseren. Dat was een van de speerpunten van Fidel Castro. De Sierra Maestra is het gebied waar Castro en zijn maten aan land kwamen om overal de revolutie tot stand te brengen.

Ida, die twee kinderen in Massachusetts heeft die niets van haar willen weten, en die in Cuba een echte bourgeois was, getrouwd met een man met veel huizen en bezittingen, heeft een compleet andere kijk op Cuba dan William. Zij heeft alles verloren. Geen toeval is het natuurlijk dat William vertelt dat hij twintig jaar geleden op Cuba een liefdesroman had geschreven; de geliefden waren een communist en een bourgeoismeisje (ibid.: 8). Zijn roman werd niet geappreciëerd door de Communistische Partij.

Daarna werd ik gek. Ik begon duivels op de muren te zien, hoorde stemmen die me uitscholden en hield op met schrijven.’ (ibid: 9)

Dat zal de reden geweest zijn waarom William / Rosales uit Cuba vertrokken is.
- Het is vreemd dat ik voor het romanpersonage zijn voornaam gebruik en voor de werkelijke auteur zijn achternaam... -
 

Een moderne Prometheus

Het huis van de drenkelingen is een zwarte roman, het is ook een heel ‘volle’ roman ondanks zijn geringe omvang van 136 pagina’s in de nieuwe uitgave van 2018. Veel zaken, personen en motieven thema’s zijn onderling verbonden en krijgen zo betekenis. Het is ondoenlijk om er hier uitgebreid op in te gaan.

Ik wil graag wijzen naar de voortdurende dromen van William.
En op het motief van de zee, die alsmaar op de achtergrond aanwezig is. Voor wie ooit op Cuba geweest is, weet dat de zee overal is, behalve in het binnenland, maar daar wonen weinig mensen; er is weinig infrastructuur. In Havana beukt de zee over de boulevard, de Malecón. Ook in Miami is de zee aanwezig. En de zee-engte tussen Cuba en Miami is smal, maar het cultureel-sociale verschil is zo enorm groot.

Een droom van William wil ik kort bespreken; dat is de droom waar hij als een moderne Prometheus aan een rots geketend is en de octopussen opdracht geeft een schelp te zoeken met daarop de afbeelding van het Vrijheidsbeeld. Op het moment dat die schelp gevonden is, werpt William die weer in zee en geeft de opdracht die opnieuw bij hem te brengen.

Ik had gedroomd dat ik vastgebonden zat aan een rots en dat ik lange gele nagels had, als van een fakir. Hoewel ik in mijn droom was vastgebonden als straf voor de mensen had ik een enorme macht over de dieren in de wereld. [...]
De inktvissen vergoten dikke, kristalheldere tranen over mijn wreedheid . Maar ik lachte om de huilende inktvissen en schreeuwde met bulderende stem: ‘Breng me er nog zo een!’’ (ibid.: 24)

De moderne Prometheus werd ongetwijfeld gestraft door de Communistische Partij, de moderne goden in Cuba. Hij had het ‘woord’ naar de mensen willen brengen - zijn liefdesroman - in plaats van het vuur. Gefrustreerd gaat hij op zoek naar Vrijheid maar kan haar niet serieus nemen als zij gevonden is. De dieren kan hij overheersen en uitbuiten - hoe sneu ben je dan? - net als de arme eenogige Reyes, die misschien het moderne equivalent is van de Cycloop van Odysseus. Reyes betekent ‘koningen’; wel een heel sneue soort en door de Communistische Partij verafschuwd, natuurlijk.


Zo eindigt het

Ik sta op. In een hoek van de zitkamer is de eenogige Reyes langdurig aan het pissen. Arsenio loopt naar hem toe, trekt de riem uit zijn broek en geeft met de gesp een geweldige klap op de rug van de oude eenoog. Ik ga naar Arsenio toe en neem de riem van hem over. Ik til hem boven mijn hoofd en laat hem met alle kracht neerkomen op het broodmagere lichaam van de oude eenoog.
Buiten roept de mulattin Caridad dat het eten klaar is. Er is koude vis, witte rijst en rauwe linzen.’ (ibid.: 136).


* Figueras is de naam van een plaats vlakbij Havana, Cuba. En de naam van de geboorte- en begraafplaats van Dalì in Spanje.

** Boarding home doet ook denken aan boarding house = pension, maar roept bij mij ook associaties op met boarden = aan boord gaan, te meer omdat de zee een belangrijke rol speelt.

*** https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Arends





Recensie door Tea van Lierop



Het Inferno van Dante



De titel Het huis van de drenkelingen roept een beeld op van mensen in nood. Precies hierover gaat dit boek. Schrijver William Figueras wordt door zijn familie afgeleverd in een opvanghuis voor mensen met psychiatrische problemen. Het verslag dat William ons vertelt pakt je beet en laat je niet meer los. Inktzwart en tegelijkertijd gortdroog komen de verhalen over de medebewoners, de leiding, zijn eigen functioneren en droombeelden over Cuba dat hij heeft verlaten.

Ik verlaat de veranda en ga de straat op, waar de winnaars zijn. De straat, vol grote, snelle auto’s met gesloten, donkergetinte ramen, zodat zwervers als ik niet naar binnen kunnen gluren. Als ik langs een café kom, hoor ik iemand schreeuwen: Gek!’ Ik draai me razendsnel om, maar zie niemand die naar me kijkt.’

De stijl is afstandelijk, bijna journalistiek, maar komt niet zo over omdat William zichzelf niet spaart. De corruptie van de leiding, de volledig afhankelijke bewoners voelen zich met recht drenkelingen in een huis, dat als een zinkend schip op volle zee ronddobbert.

Water

Door de drenkelingen in de titel en het feit dat Cuba een eiland is, wordt duidelijk dat water een motief is in het verhaal.
Ik kreeg ook nog een associatie met een cycloop, komt voor in De Odyssee van Homerus, bij het lezen over één van de bewoners, Reyes, de eenoog. Odysseus kwam ook van een eiland, maar keerde weer teug naar omzwervingen. De reis van onze protagonist is minder fortuinlijk. Er wordt beweerd dat er geen greintje hoop zit in de roman, daar ben ik het niet helemaal mee eens, er is een moment dat William gelukkig is en de toekomst hem toelacht.

De directeur van het boarding home is een uitgekookte profiteur en zelfverrijker. Listig doet hij zich voor als iemand die het beste voorheeft met de bewoners, maar dit is schijn. Voor de aangekondigde inspectie arriveert worden alle vertrekken opgekalefaterd en er is ineens wel voldoende eten.
Dat meneer Curbelo gehaaid is blijkt ook uit zijn hobby onderwaterjagen, hier ook weer het watermotief, hij heeft juist nog twee steenhaaien gevangen. Die haaien komen ook nog terug bij de beschrijving van het 'enorme glazen oog' van Reyes, 'net zo groot als het oog van een haai'

Wanneer William een wandeling maakt komt hij langs een eindeloos lange brug waar een rivier met troebel water onderdoor stroomt.


Bloemlezing

Troost put William uit zijn meegenomen boeken, een exemplaar is zijn favoriet, daar bladert hij geregeld in en citeert er passages uit, dit pastorale gedicht is van William Blake:

'Little Lamb, who made thee?
Dost thou know who made thee,
Gave thee life & bid thee feed
By the stream & o'er the meat.'

In de context van het verhaal, de hel waarin William zich bevindt, steekt de keuze voor dit deel van 'The songs of innocense' wel heel erg af. De hel tegenover het onschuldige lam, dat Christus symboliseert. Het is extra schrijnend wanneer je beseft dat de bewoners in de boarding home niet gekozen hebben voor hun psychische aandoening, dus onschuldig zijn, maar dat ze nog extra gestraft worden door de beestachtige manier waarop ze verzorgd worden. Religie komt als motief terug in de vorm van de prediker die regelmatig op de krakkemikkige televisie te horen is.


Bewoners

Het is niet zo dat alleen de leiding nogal ruw omgaat met de bewoners, machtsmisbruik, eigen gewin, maffiapraktijken zijn aan de orde van de dag, net als verwaarlozing en uitbuiting. Nee, ook de bewoners onderling gedragen zich, bij gebrek aan enig toezicht, als een volledig losgeslagen groep wilden. Ze gunnen elkaar het licht in de ogen niet, er wordt geknokt, gemarteld en verkracht.

Ik stap de douche in, draai de kraan open en ga onder de warme straal staan. Terwijl het water langs mijn hoofd en lichaam stroomt, denk ik glimlachend en genietend aan de oude Reyes. Aan het gezicht dat hij trok toen hij werd geslagen, het schokken van zijn uitgemergelde lichaam, het smeken om vergiffenis. Daarna was hij in zijn eigen urine gevallen en had hij vanuit die positie om genade gesmeekt. ‘Genade!’

Maar…er is ook echte liefde, en dat is precies het sprankje hoop dat je als lezer krijgt, tegen beter weten in, want de titel van het boek duidt niet op een happy end, maar toch gloort er licht aan de horizon.


Conclusie

Aan het eind van het boek valt niet precies te omschrijven welk gevoel er overheerst. Is het medelijden, boosheid, onbegrip, melancholie in het algemeen? Onmiskenbaar speelt het verleden van de auteur (het personage) deze keer een grote rol, deze man heeft geen zorgeloos leven gehad. Als getalenteerd auteur kon hij niet vrij schrijven en publiceren in een communistisch land. Een belangrijke roman van hem mocht niet worden uitgegeven omdat hij daarin de communistische partij te hard aanpakte en omdat het te pornografisch, morbide en irrelevant zou zijn. Met in het achterhoofd dat het verhaal gedeeltelijk gebaseerd is op autobiografische elementen van Guillermo Rosales krijgt het verhaal een extra trieste lading. Daardoor overheerst, ondanks de droge toon waarop het verhaal verteld is, toch een machteloos gevoel, maar wel met groot respect voor de schrijver die een leven zo raak weet te typeren. Fijn dat er een uitgebreid en verhelderend nawoord opgenomen is, geschreven door Ivette Leyva Martinez.


De auteur

Guillermo Rosales (1946-1993) was een Cubaanse romanschrijver en levenslange outsider, gediagnosticeerd als schizofreen. Na kortstondige roem bracht hij uiteindelijk de laatste jaren van zijn leven in volslagen anonimiteit door in opvanghuizen in Miami. Vlak voor zijn zelfmoord vernietigde hij bijna al zijn werk. Het huis van de drenkelingen is gepubliceerd in de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Duitsland en Brazilië. Gael García Bernal speelt de hoofdrol in de op de roman gebaseerde film. (Atlas Contact)

Titel: Het huis van de drenkelingen
Titel oorspronkelijk: La casa de los náufragos
Auteur: Guillermo Rosales
Vertaler: Arie van der Wal
Uitgever: Atlas Contact
ISBN: 9789025449025
Pag.: 159
Genre: Literaire fictie
Verschenen: deze editie: februari 2018
Verschenen: oorspronkelijk 1987


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.