woensdag 28 maart 2018

Carson MacCullers - Klok zonder wijzers


Recensie Roosje
Uitgeverij Athenaeum




Lege levens

De dood is altijd hetzelfde, maar ieder mens gaat dood op zijn eigen manier.’ (2018: 7)

Zo begint Carson McCullers laatste boek Klok zonder wijzers. Eerste zin en de titel van het boek doen me vrezen dat het geen vrolijk boek is dat ik ga lezen. Dat wist ik al natuurlijk, Carson McCullers is geen lachebekje. Ook brengt die eerste zin direct de eerste zin van Anna Karenina van Tolstoj in gedachten: ‘Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar; maar ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’ (een vertaling van mij naar een Engelse Tolstoj-tekst, rdv).
Bij Tolstoj staat er een hoop spannends te gebeuren, en overspel is een stuk spannender dan het voorspelbare leven van eenzame mannen in een stoffig stadje in Georgia.

De apotheker

Nog voor zijn veertigste verjaardag hoort apotheker (of drogist? ik moet aan een drugstore denken, maar oké daar kun je ook medicijnen kopen, rdv) J.T. Malone dat hij ongeneeslijk ziek is. Als de dokter hem dat in eufemistische termen verteld heeft, het is immers 1953, toen sprak men niet open en vrij over dodelijke ziektes, reageert Malone als volgt:

Er kwam opeens een sluimerende herinnering boven die hem bewust maakte van een al lang vergeten beschamend gevoel, maar de herinnering zelf bleef vaag. Daardoor ervoer hij een parallelle droefheid: de angst en spanning van de woorden van de arts en de mysterieuze vergeten schaamte. Malone kon de aanblik van de witte, behaarde handen van de arts die met de briefopener speelden niet verdragen, maar bleef er toch  gefascineerd naar kijken.’ (ibid.: 9)

Dat is een prachtige zin. Je weet direct hoe de vlag erbij hangt, Malone weet totaal niet hoe hij moet reageren. Je houdt je adem in. Hij reageert op de dokter met gevoelens van antisemitisme; hij denkt dat de dokter joods is en dat vervult hem met afschuw.

De rechter

De eerste die Malone vertelt van zijn ziekte is de oude rechter Fox Clane, een oud, ziek, teleurgesteld en corpulent man - houdt het een en ander met elkaar verband, vraag ik me af? - ‘een sieraad voor de staat en het zuiden’ (ibid.: 16) roept McCullers ons na, voor het geval we mochten denken dat er toch nog iets eerbiedwaardigs aan die man is.
De rechter spreekt zijn soort vriend, zij kerken op dezelfde plek en zijn niet werkelijk vertrouwelijk met elkaar, moed in door te zeggen dat dokters het allemaal ook niet zo weten. Stop het in de doofpot, Malone, denk er niet aan, neem je drankje tegen voorjaarsmoeheid en het komt goed.

Op straat ontmoet Malone, die vaak J.T. genoemd wordt, een zwarte jongen met blauwe ogen, die hem nurks aankijkt. Hij voelt zich terstond unheimisch. Poeh, dacht ik, dat schiet lekker op: eerst een innerlijke scheldpartij tegen joden en dan gaat er ook een flinke portie racisme eroverheen. De toon is gezet. Oké, ik zei het al, het is 1953 en het tableau is in een stoffig stadje in Georgia. En oké, ik snap ook heel goed dat McCullers racisme en antisemitisme aan de kaak wil stellen, en oké, ik dacht direct ook aan Harper Lee, en zelfs een beetje aan Beecher-Stowe, maar het is wel erg dik aangezet.
De oude rechter heeft een kleinzoon, Jester, die hij heeft opgevoed met zijn vrouw, die nu dood is. Jester is een moderne jongen, hij wil naar New York en heeft niet zo’n zin in de racistische praatjes van zijn grootvader. Bovendien is hij verliefd op de zwarte jongen met de blauwe ogen. Die jongen die Malone in een nauw straatje tegen het lijf was gelopen. Zwart en homo: hoe erg kun je het hebben?

De vondeling

Sherman heet de zwarte jongen. Hij is nurks en mooi. Hij is een vondeling en er is niets liever dat hij wil dan zijn moeder vinden.

Vier mannen, twee oude, twee jonge; alle vier lijden zij aan hun mateloze eenzaamheid. Geen vrouw, of geen vrouw met wie je het bed nog wil delen. Zwart en wit kunnen niet met elkaar, zegt grootvader. Hij wil zijn kleinzoon niet naar het Noorden laten gaan, waar de rassen zich gewoon vermengen.

Impasse

Wat er veelbelovend uitzag, dit verhaal van McCullers, met mannen die niet goed hun weg in het leven kunnen vinden of hebben kunnen vinden, verzinkt al snel in een moeras van impasses, van nurksheid, racisme, dezelfde routines, alsmaar dezelfde praatjes die mij al behoorlijk snel de keel uit gingen hangen. Ook wanhoop en angst, het onrustig zoeken naar verlossing kunnen een emotionele en psychologische kant hebben in een boeiend verhaal. Ik denk direct aan de romans van David Vann.
Jammer, dit boek doet niet zo veel voor mij. Ik breng me De bruiloft van McCullers in herinnering en ook Het hart is een eenzame jager, dat ik minder vond dan De bruiloft, maar vele malen interessanter dan De klok zonder wijzers. Zelfs de titel staat me tegen: duh, een klok zonder wijzers is geen klok, en ik snap ook wel dat dat nu net de bedoeling is.

Ik zou zeggen: sla dit boek van McCullers over en lees haar andere werk en word blij.

Over de auteur

Carson McCullers, geboren als Lula Carson Smith (Columbus, Georgia, 19 februari 1917 — Nyack, New York, 29 september 1967) was een Amerikaans schrijfster. Ze schreef fictie waarin de spirituele isolatie van de buitenstaanders in de zuidelijke staten van de VS werd beschreven.
Ze groeide op in Georgia. Haar dominante moeder was ervan overtuigd dat ze wereldberoemd zou worden. Vanaf haar tiende jaar studeerde ze vlijtig piano, maar haar droom een groot soliste te worden op de concertpodia ging in rook op door een reumatische aandoening.

Ze trok op 17-jarige leeftijd naar New York om daar een cursus creatief schrijven te volgen aan de universiteit. Ze trouwde met James Reeves McCullers in 1937. Dit huwelijk werd al vanaf het begin gekenmerkt door alcoholmisbruik en seksuele ambivalentie. Beiden werden verliefd op dezelfde man, de componist David Diamond.

Na het verschijnen van haar eerste roman The Heart Is a Lonely Hunter in 1940 werd zij door critici bejubeld als een nieuw wonderkind. Voor Reeves was dat een reden om jaloers te zijn op haar schrijverschap. Zij was toen 23 jaar en verhuisde permanent naar New York om daar haar kans als schrijver te wagen. In 1940 ging het echtpaar uit elkaar en in 1941 volgde de officiële scheiding. In deze periode leerde zij de Zwitserse schrijfster Annemarie Schwarzenbach kennen, aan wie ze haar tweede roman Reflections in a Golden Eye opdroeg. Beide schrijfsters voelden een grote verwantschap, zowel in hun levensloop als in hun visie op het schrijverschap. McCullers' hevige verliefdheid kon de zelf labiele Schwarzenbach niet beantwoorden, maar de beide schrijfsters bleven wel bevriend en onderhielden een correspondentie.

In 1945 trouwde zij opnieuw met James Reeves McCullers. Drie jaar later ondernam zij een zelfmoordpoging. In 1953 probeerde haar echtgenoot haar over te halen om samen met hem zelfmoord te plegen. McCullers verliet hem echter, waarna hij een overdosis slaapmedicatie innam en overleed.
McCullers had een zwakke gezondheid en werd haar hele leven geplaagd door ziekte, met name reuma, longontstekingen en kanker. Uiteindelijk overleed ze in 1967 aan een zware hersenbloeding. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Carson_McCullers)

Auteur: Carson McCullers
Titel: Klok zonder wijzers
Oorspronkelijke titel: Clock without Hands
Vertaald door Molly van Gelder
Categorie: Literaire roman
256 pagina's 
ISBN: 9789025303631
Uitgever: Athenaeum - Polak & van Gennep
Verschenen: januari 2018 (oorspr, 1961)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.