Recensie door Tea
van Lierop
Uitgeverij L.J. Veen
Metamorfose
Twee etappes, zo is
deze roman van Max Frisch ingedeeld. De lange eerste etappe begint
ook echt met een reis. Het vertrekpunt is een vliegveld in New York
waar Walter Faber op weg gaat voor zijn werk als ingenieur in dienst
van Unesco. Door een ontmoeting met een familielid van een vriend uit
het verleden en een noodlanding van het vliegtuig krijgt het boek een
grillig verloop. Door flashbacks komen we meer te weten wat zich
heeft afgespeeld tussen Walter en Hanna. een vroegere vriendin die jaren
geleden plots uit zijn leven verdween. In de tweede, veel kortere
etappe, ligt Faber in het ziekenhuis en reflecteert op zijn verleden
en zijn transformatie.
De rationeel
ingestelde Walter moet niets hebben van lotsbestemming, dromen en
romans. Hij is de man van de techniek, de ratio en laat dat duidelijk
merken wanneer hij in gesprek komt met zijn medepassagier, de broer
van zijn vriend Joachim.
‘Ik heb me al zo vaak afgevraagd wat mensen eigenlijk bedoelen als ze het hebben over een belevenis. Ik ben technicus en gewend de dingen te zien zoals ze zijn. […] Ik weiger angst te hebben louter uit fantasie, of wel om fanatiek te worden louter uit angst, gewoonweg mystiek.’
Frisch schrijft met
groot gevoel voor compositie. Elk woord, elke zin, elke pagina is
essentieel voor het geheel. De oplettende lezer zal moeiteloos de
meeste van de thema’s en motieven herkennen. Zo noemt Walter zijn
typemachine zijn Hermes-Baby, een niet mis te verstane verwijzing
naar Hermes een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is een zoon van
de oppergod Zeus en de bergnimf Maia en is met name bekend als god
van de handel, de reizigers, de wegen en de dieven. Ook is hij de
boodschapper der goden. Interessant is de relatie met de titel,
Homo Faber
'Het mensbeeld van de homo faber (Lat.: "werkende mens") stelt dat mensen wezens zijn met een aangeboren drang tot arbeid en creativiteit, met een aangeboren drang om werktuigen en techniek te ontwikkelen, gericht op het naar hun hand zetten van de eigen leefomgeving.' (wikipedia).
Walter reist nooit zonder zijn
typemachine, zijn scheerapparaat en z’n filmcamera. De camera is
als het ware zijn derde oog, in plaats van de wereld met zijn eigen
ogen te beschouwen kijkt hij door de lens. Wanneer na verloop van
tijd zijn inzicht verandert, verdwijnt ook behoefte aan de camera.
De noodlanding van
het vliegtuig brengt de twee mannen tot elkaar. In de hitte van de
woestijn doden ze de tijd met het spelen van schaak. Met rake
beschrijvingen weet Frisch de sfeer weer te geven van een groep
passagiers die strandt in de woestijn zonder concreet zicht op
redding.
Herbert en Walter hebben oorspronkelijk niet dezelfde eindbestemming.
Het lot brengt hen tot elkaar en daarmee komt Walter terecht op de
plek waar zijn oude vriend Joachim werkt in plaats van zijn werkplek
voor de Unesco. Het bereiken van de sinistere plek heeft heel wat
voeten in de aarde en is gezien de transformatie die Faber ondergaat,
misschien ook één van de obstakels die hem aan het denken zetten.
Met een landrover proberen ze verblijfplaats te vinden van Joachim,
een plek op een tabaksplantage. In een land waar niet overal wegen
zijn, maar waar je aangewezen bent op wagensporen krijgt het zoeken
een dolend karakter.
‘Wat Herbert niet verdroeg waren de gieren; terwijl ze ons zolang we leven helemaal niets doen, ze stinken alleen maar, zoals van aasvreters niet anders te verwachten is, ze zijn lelijk en je komt ze steeds in zwermen tegen, eenmaal aan het werk laten ze zich nauwelijks verjagen, hoe je ook toetert, ze fladderen alleen maar, huppen om het opengereten aas heen zonder het op te eten...’
De sfeer tijdens de rit in de verzengende hitte en de
desolate omgeving is op z’n zachts gezegd gespannen. Behalve Faber
en Herbert is er nog een passagier, een Fransman. Gesprekken tussen
de mannen gaan over grote thema’s, de ondergang van het blanke ras,
overbevolking en het uitsterven van de dood door de ontdekking van
penicilline.
Het verhaal heeft
meerdere verwijzingen naar de mythologie, het wordt lastig hierover
iets te vertellen omdat het teveel zou verraden over de inhoud. Wel
is het zo dat zijn vroegere vriendin Hanna op het punt stond zijn
vrouw te worden, op laatste moment zag zij er van af, dit is de
verhaallijn die leidt tot een dramatische ontknoping. De setting –
de tragedie vindt plaats in Griekenland – is perfect gekozen voor
de ontwikkeling van het verhaal.
Hanna en Walter zien
elkaar terug, wat er in het verleden plaats gevonden heeft wordt
opgehelderd, deze prachtige ontwikkeling maakt dat het verhaal een
dramatische wending krijgt.
Om te weten wat er
precies gebeurd is, welke verwijzingen Frisch gebruikt om zijn
verhaal tot deze schitterende klassieker te maken, is het boek zelf
te gaan lezen het enige advies. O ja, het is ook een spannend boek,
de plotwendingen zijn stuk voor stuk meesterzetten.
De auteur
Max Frisch (Zürich,
15 mei 1911 – aldaar, 4 april 1991) was een Zwitsers architect en
romanschrijver.
Frisch wordt geboren
als zoon van de architect Franz Bruno Frisch en Karolina Bettina
Wildermuth. Tijdens zijn schooldagen begint Max al met het schrijven
van korte toneelstukken die nooit echt gespeeld worden. In 1930
schrijft Max zich in aan de Universiteit van Zürich om daar Duitse
literatuur en kunstgeschiedenis te studeren.
Zijn eerste roman
verschijnt uiteindelijk in 1934 en heet Jürg Reinhart en wordt in
1936 opnieuw uitgegeven als Die Schwierigen. Andere bekende
prozawerken zijn Homo faber uit 1957 en Mein Name sei Gantenbein uit
1964. In 1936 schrijft Max zich in voor de Architectenopleiding aan
de Hogeschool van Zürich en studeert 5 jaar lang om in 1941 zijn
diploma in architectuur te behalen.
Titel: Homo Faber
Auteur: Max Frisch
Vertaling: Margot
Klaarhamer
ISBN: 9789045009049
Uitgever: L.J.Veen
Pag.: 235
Genre: Fictie
Verschenen: deze
editie 2007, oorspronkelijk 1957
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.