Uitgeverij Pegasus
Twee paria's verbonden door een heksenjacht
In januari van het jaar
dat Dina Roebina (1953) wordt
geboren verschijnt er in de Pravda
een bericht van het Russische Persbureau
TASS dat er een groep artsen - die wordt beschouwd als een terroristische
cel - is ontmaskerd en gearresteerd op verdenking van medische sabotage en in
opdracht zou werken van de Amerikaanse geheime dienst. Russische veiligheidsdiensten
beweren dat deze groep het gemunt heeft op de levens van Russische machthebbers. Volgens uitspraak van TASS; een
'smerige zionistische
spionnenorganisatie', met als gevolg dat er overal Joodse artsen worden
ontslagen, die als een groot gevaar worden gezien. Amper acht jaar na het einde van de Tweede
Wereldoorlog steekt het antisemitisme in alle hevigheid de kop weer op. Korte
tijd later wordt Stalin geveld door een beroerte om uiteindelijk op 5 maart
1953 een enkele reis naar de eeuwige jachtvelden te nemen. Enkele weken later worden de artsen op vrije voeten gesteld.
Roebina - die in
september van dat jaar werd geboren in Tasjkent - heeft Joodse ouders en hangt
de theorie aan dat Stalin niet toevalligerwijs een beroerte kreeg op de dag van het Joodse
Poerimfeest. Als auteur heeft ze in haar vaderland haar sporen verdiend met haar omvangrijke oeuvre, werd ze beloond met
enkele literatuurprijzen en is haar werk verfilmd. Toch dreef het antisemitisme
haar en haar gezin eind 1990 naar Israël.
Haar novelle Ljoebka - onlangs in een tweetalige
versie uitgebracht door Uitgeverij
Pegasus - is een allegorie op de gruwelen van het Stalinbewind en het
verhaal van de heksenjacht op de Joodse artsen. Het speelt zich ook af in 1953.
De ongehuwde Joodse Irina
Michajlovna werkt als keuringsarts in een metaalfabriek. De antisemitische
praktijken van Stalin nopen haar om zich te vestigen in een
onopvallend stadje. Wanneer ze de magere en nog jonge Ljoebka heeft onderzocht
voelt ze compassie met het meisje en biedt haar de mogelijkheid om haar zware
baan te verruilen voor huishoudelijk werk en het oppassen op haar acht maanden
oude dochtertje Sonja. Met haar zelfbewuste karakter ontplooit Ljoebka zich al
snel tot meesteres van het huishouden. Kondakova, Irina's
huisgenootje, heeft het zwaar te verduren onder het alziende en geoefende dievenoog
van de door de wol geverfde Ljoebka.
Dan verschijnt het
krantenartikel over de vermeende spionage- en vergiftigingspraktijken van Russische artsen. Dit komt
niet alleen Irina ter oren, maar ook haar collega's en werkgever, wat
onherroepelijk tot haar ontslag leidt.
'Ze hebben een bende ontmaskerd, een artsencomplot' [...] 'U heeft de Pravda toch wel gelezen? Het artikel Moordenaars in witte jassen? ... Gifmengers!'
Ljoebka's talent om meer
met een roebel te doen dan Irina voor mogelijk houdt, haar onvermoeibare inzet, de
liefdevolle verzorging van Sonja en haar onverzettelijke doortastendheid, doen Irina besluiten
om haar desondanks in huis te houden. Wanneer Ljoebka haar vertelt over haar afkomst uit
een gezin van opgejaagde koelakken, vinden ze elkaar in hun beider ellende. 'Paria vond paria'.
Het verdient bewondering
dat Roebina met deze kleine novelle, dit grote verhaal heeft kunnen schrijven. Een indrukwekkende beschrijving van een gruwelijke periode uit de recente geschiedenis, met compassie,
een lichtvoetige, soepele schrijfstijl en een tikkeltje humoristisch. Dit is Roebina's eerste werk dat
in een Nederlandse vertaling is uitgebracht en het smaakt absoluut naar meer. Een politiek
getint juweeltje uit de serie Slavische
Cahiers dat nog lang na blijft gonzen.
Titel: Ljoebka | Любкa
Auteur: Dina Roebina
Vertaling: Ad Winnubst en
Hein Remmen
Serie: Slavische Cahiers
36
Pagina's: 84
ISBN: 9789061434634
Uitgeverij Pegasus
Verschenen: december 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.