Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Van Gennep
Uitgeverij Van Gennep
'Ik
ben Stiller niet!'
(openingszin)
Op
de vlucht voor je eigen identiteit
Het
boek begint met de zin "Ik ben Stiller niet!", deze
bewering houdt de lezer het hele boek bezig. Wanneer James Larkin
White uit New Mexico herkend wordt als de verdwenen
beeldhouwer Anatol Ludwig Stiller, wordt hij in Zürich
opgepakt. Hij is op doorreis in Zwitserland en de beeldhouwer wordt
verdacht van spionage voor de Russen. Hij houdt vol niet de
beeldhouwer Stiller te zijn, maar wordt gevangengenomen. Aldaar mag hij
zijn levensverhaal opschrijven, men hoopt bewijs te verkrijgen dat
hij wel Anatol Stiller is.
In
zeven schriften van White/Stiller en een nawoord van de officier van
justitie ontrafelt zich het ongelooflijke verhaal van een man die
zichzelf niet wilde zijn. De roman is spannend, confronterend, en
verwarrend. Uit het brein van de gevangene ontspruiten fantasieën
die als uitleg gezien kunnen worden van de discrepantie tussen zijn
gedroomde identiteit en zijn werkelijke leven.
'Je
kunt alles vertellen, behalve je werkelijke leven; - die onmogelijkheid
is wat ons veroordeelt te blijven zoals onze metgezellen ons zien en
weerspiegelen, zij die beweren dat ze mij kennen, zij die zich mijn
vrienden noemen en nooit toestaan dat ik verander en die elk wonder
(wat ik niet kan vertellen, dat onuitspreekbare, wat ik niet kan
bewijzen) stukmaken- alleen om te kunnen zeggen: 'Ik ken je''
Julika
Een
van de thema's in het verhaal is beeldvorming. Het hoofdpersonage
ziet zichzelf als een loser.
In
de Spaanse burgeroorlog voelde hij zich geen held toen hij drie
fascisten moest doden, op het laatste moment zag hij ervan af, omdat
hij besefte dat het mensen waren.
Zijn
huwelijk met Julika-Stiller-Tschudy was niet echt succesvol. Het
beeld van de balletdanseres dat hij gecreëerd had, blijkt in de
praktijk helemaal niet te kloppen. Ze is narcistisch, heeft genoeg
aan haar passie, leeft voor het dansen en heeft weinig behoefte aan
intimiteit met haar man, wel houdt ze van hem. Hij op zijn beurt is
haar helemaal niet zo toegenegen, wanneer ze ziek wordt en opgenomen
is in het sanatorium, bezoekt hij haar slechts twee maal. Er kan hem
verweten worden dat hij egocentrisch is.
Na
zijn arrestatie bekijkt Stiller zijn vrouw, vreemd genoeg, met heel
andere ogen, terwijl Julika zich vast blijft klampen aan het
destructieve beeld dat zij van hem heeft.
Sanatorium
Tijdens
de opname in het sanatorium maakt Julika kennis met een jezuïet, hij
heeft een smal gezicht en wat doodskopachtige oogholtes, de passage
verwijst naar een personage uit De Toverberg van Thomas Mann.
Deze
jongeman brengt haar kennis bij over het communisme, christendom,
heiliging van het vrouwelijke en moderne fysica.
Ook
laat hij haar nadenken over wat het betekent een kant-en-klaar beeld
te vormen van iemand en dat daarmee gezegd wordt dat je zo bent.
Julika bedenkt dat Stiller dat gedaan heeft, een beeld gevormd van
haar.
Thematiek
Het
centrale thema ligt besloten in de openingszin 'Ik ben Stiller niet'.
Hierin zit spanning tussen identiteit en herinnering. De twee
begrippen komen niet overeen, hoe meer White bestrijdt Stiller te
zijn, hoe dichter hij bij de ontmaskering komt. Voor de lezer is het
spannend, hij wordt betrokken bij het verhaal en probeert mee te
denken en detective te spelen.
De
herinneringen nemen soms bizarre vormen aan en laten een grenzeloze
fantasie zien van de in hechtenis genomen White/Stiller
'Het
allergrootste deel van ons persoonlijk wereldbeeld hebben we nooit
met eigen ogen gezien, beter gezegd: wel met eigen ogen, maar niet
ter plaatse, we kunnen zien, horen en weten wat er ver van ons
gebeurt en is gebeurd. Je hoeft dit stadje nooit verlaten te hebben
om Hitlers stem nu nog te horen, om de sjah van Perzië op drie meter
afstand te kunnen herkennen en te weten hoe de moesson over de
Himalaya huilt of hoe het er duizend meter onder de zeespiegel
uitziet.'
Vluchten
is een prachtig uitwerkt thema, niet alleen White/Stiller, ook de
andere hoofdpersonages vluchten uit hun benarde posities, dit levert
schitterende passages op die zich afspelen in Amerika en in Italië.
Eén
van die fantastische vertellingen gaat over een avontuur dat
White/Stiller beleefde met zijn vriend in een grot. Het is een
onderhoudend verhaal, heel spectaculair en berustend op waarheid,
behalve de namen. Cipier Knobel slikt al deze verhalen voor zoete
koek, hij geniet er zelfs van.
De
herinneringen in de schriften worden gelezen en gecontroleerd.
Sommige zaken zijn vrij eenvoudig te checken en dat gebeurt ook,
verdediger Bohnenblust heeft die taak op zich genomen. Regelmatig
moet hij constateren dat verhalen zoals verteld niet kunnen kloppen.
Zo wordt een net gespannen rondom de vermeende Stiller.
Kritiek
Niet
te missen is de kritiek op het Zwitserse bestuur. Zijn kleurrijke
verslag over zijn aanhouding aan de Zwitserse grens spreekt
van praktijken die vele malen erger zijn dan die van de beroemde
mensenoffers van de Azteken in Mexico, daar snijden ze het hart uit
de levenden om te offeren aan de goden.
Het
begrip vrijheid bestaat volgens White/Stiller niet in Zwitserland,
hij voelt zich verstikt door het Zwitserse kapitalisme.
Nawoord Rolf
In
dit deel is Rolf, officier van justitie aan het woord. Hij vertelt
over het leven van Stiller na diens vrijlating uit de gevangenis. Dit
deel is aanzienlijk korter dan het dagboekdeel van de veroordeelde
zelf. Rolf en Stiller hebben meer banden met elkaar dan officier van
justitie en aangeklaagde.
Sybille,
echtgenote van Rolf, en Stiller waren geliefden en tussen de officier
en Stiller ontstaat een hechte vriendschap.
[…]
Niets is moeilijker dan jezelf te aanvaarden! Eigenlijk slagen alleen
naïeve mensen daarin, maar ik heb in mijn wereld nog maar weinig
mensen ontmoet die in deze goede zin van het woord als naïef te
bestempelen zijn.[…]
(Officier
van justitie)
Herhaling
Voor de liefhebber van filosofie valt het één en ander
uit te zoeken over tijd (verleden, heden en toekomst) herhaling/herinnering* . In het kort komt het erop neer dat de mens pas iets kan
doen met zijn vrijheid wanneer hij zijn 'facticiteit' ** aanvaardt. In
de roman kunnen we die ontwikkeling bij White-Stiller zien.
'Herhaling! Terwijl ik weet dat alles ervan afhangt of je erin slaagt niet te verwachten dat je leven zich buiten de herhaling afspeelt, maar de herhaling, de herhaling zonder uitweg, uit vrije wil (ondanks dwang) tot jouw leven maken door te erkennen: Dat ben ik!...Maar steeds weer (ook daarin de herhaling) is een woord, een gezicht dat mij aan het schrikken maakt, een landschap dat mij bekend voorkomt, voldoende en alles in mij vlucht, vlucht zonder de hoop dat ik ergens terechtkom, enkel uit angst voor herhaling-'
Conclusie
'Herhaling! Terwijl ik weet dat alles ervan afhangt of je erin slaagt niet te verwachten dat je leven zich buiten de herhaling afspeelt, maar de herhaling, de herhaling zonder uitweg, uit vrije wil (ondanks dwang) tot jouw leven maken door te erkennen: Dat ben ik!...Maar steeds weer (ook daarin de herhaling) is een woord, een gezicht dat mij aan het schrikken maakt, een landschap dat mij bekend voorkomt, voldoende en alles in mij vlucht, vlucht zonder de hoop dat ik ergens terechtkom, enkel uit angst voor herhaling-'
Conclusie
Deze roman geeft zich niet eenvoudig prijs. Hij is erg complex en zit vol verwijzingen naar de mythologie, de bijbel, sprookjes en de filosofie.
Al met al heb ik dit boek met veel bewondering en plezier gelezen. Bij het herlezen van bepaalde passages valt op dat blijkbaar niet alles is blijven hangen bij de eerste lezing, dit maakt het boek alleen maar interessanter. Meer ontdekken bij een vervolglezing betekent dat de auteur erin geslaagd is een complexe roman te verpakken in leesbaar proza.
Al met al heb ik dit boek met veel bewondering en plezier gelezen. Bij het herlezen van bepaalde passages valt op dat blijkbaar niet alles is blijven hangen bij de eerste lezing, dit maakt het boek alleen maar interessanter. Meer ontdekken bij een vervolglezing betekent dat de auteur erin geslaagd is een complexe roman te verpakken in leesbaar proza.
Søren
Kierkegaard
Filosoof
|
*Zonder
een eigenlijk verleden — dat wil zeggen: een in vrijheid
zelfverkozen verleden —, is een eigenlijke en dus vrije en open
toekomst niet mogelijk. Maar hetzelfde geldt ook andersom: pas door
mijn toekomstigheid — dat is de mogelijkheid van mijn vrijheid —
ben ik überhaupt in staat mijn geërfd verleden telkens weer op me
te nemen.
Heidegger
noemt het eigenlijke verleden die Wiederholung. De herhaling. Voor
Kierkegaard echter is de herhaling een categorie van het heden en als
zodanig de titel van een boek dat ie geschreven heeft onder het
pseudoniem Constantin Constantius.
Constantius
is gepreoccupeerd met de vraag of de herhaling überhaupt mogelijk is
voor de mens. Is niet elke poging om de beweging van de herhaling te
kunnen maken uiteindelijk toch gedoemd te mislukken? Als dat zo was,
dan zou blijken dat ik me mijn verleden slechts kan herinneren en dat
ik het dus nimmer kan herhalen. Constantius
doet iets dat Heidegger niet heeft gedaan: als het gaat om het
verleden, dan speelt ook de herinnering een rol en staat zij in
samenhang met de herhaling. Hij zegt daarover:
‘Herhaling
en herinnering zijn dezelfde beweging, alleen in tegengestelde
richting; want wat herinnerd wordt, is geweest, wordt achterwaarts
herhaald; terwijl daarentegen de eigenlijke herhaling voorwaarts
wordt herinnerd.’
Het
probleem van de herhaling is dat zij nooit een repetitie kan zij van
iets dat al gebeurd is. Ik kan mijn verleden immers niet naar het
heden halen met als doel helemaal van voren af aan te beginnen — en
dan deze keer anders. Evenmin kan ik terug in de tijd om een reeds
gedane daad of keuze ongedaan te maken, of — en daar gaat het
uiteindelijk om — mijn erfenis te veranderen.
En
toch is het wezenlijke van de herhaling dat zij een wending brengt.
Een vernieuwing ter plaatse van het verleden. Dit is dan ook de reden
waarom de herhaling een categorie van het heden is, want de herhaling
maakt wat is geweest — en óndanks dat het is geweest — tot iets
nieuws. Tot een mogelijkheid waardoor hetgeen ooit is geweest nu voor
het eerst is. (https://www.dorudi.nl/de-herinnering-en-de-herhaling/)
** Facticiteit, dat is ons lichaam, onze leeftijd, ons verleden en het geheel aan ervaringen dat we hebben meegemaakt. Sartre noemt het ook wel het ‘zijn-in-zichzelf’. Hij beschouwt het als een ding, met alle negatieve betekenissen die aan dingen kleven. (dbnl.org/tekst)
De
auteur
Max
Frisch (1911-1991) was een Zwitserse architect, toneelschrijver en
romancier. Hij ontving in 1958 de Georg Büchnerpreis. Ook voor
Stiller ontving hij diverse literaire prijzen.
Titel:
Stiller
Auteur:
Max Frisch
Vertaler:
Margot Klaarhamer
Uitgever:
Van Gennep
ISBN:
9789461641663
Genre:
Literaire fictie
Oorspronkelijk
verschenen: 1954
Deze
vertaling: 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.