Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Cossee
Uitgeverij Cossee
‘Ik
wil de hartenvrouw niet zoeken’
'Er
is altijd tijd voor kaarten en bezinning'
Deel twee van het drieluik vertelt de gebeurtenissen waarvan in
deel één gesproken werd vanuit Betty, de echtgenote van Edward
Feathers, alias Old Filth. Heel herkenbaar en toch weer zo anders om
dezelfde personages weer terug te zien vanuit een ander perspectief.
Betty en Edward zijn nog niet getrouwd, ze gaan zich verloven.
Op
de eerste pagina wordt de streek de Donheads beschreven, het is een
kluwen van dorpen, losjes met elkaar verbonden door meanderende
weggetjes en aangeduid met de namen van heiligen. Een pittoreske
omgeving, buitenstaanders noemen het 'het land van Thomas Hardy', dit
klopt niet helemaal, zijn woonplaats was een stuk zuidwestelijker,
maar makelaars vonden het wel een mooie aanbeveling.
Chinese
dwerg
Het
gezelschap Old Filth en Albert Loss, bijgenaamd Albatross, is onderweg
van Londen naar Hongkong, waar de verloving van Edward en Betty
plaats zal vinden. Albert Loss, een Chinese dwerg, is een kleurrijk
personage. Hij draagt altijd een hoed, deze zal terugkomen als motief, is handig
met kaarten en speelt een belangrijke, bijna magische, maar ook een
angstaanjagende rol. Humor zorgt voor speelse ontspanning in de
dialogen:
‘‘In
Hongkong is geen vraag naar wollen kleren. Zoek de hartenvrouw.’
‘Ik
wil de hartenvrouw niet zoeken. Verdomme, waar blijft dat vliegtuig?
Is er soms iets misgegaan? Ze vertellen je hier ook niets.’
‘Er
zou niets mis moeten zijn. Het is het allernieuwste model. Grote
vierkante ramen.’
‘Uitstekend.
Alleen schijnt het niet te werken. Die oude krengen van vorig jaar
waren beter. Die snorden rustig door. Schroeven die loszaten, mannen
met een oliespuit die nog even de vloerbedekking kwamen optillen.
Maar we bereikten altijd onze bestemming.’’
Betty
Nu
de schijnwerpers gericht zijn op Betty, komen we erachter dat ook
haar jeugd sporen achtergelaten heeft. In flashbacks komen flarden van herinneringen naar boven en die zijn schrijnend. Bij de kapper hangt
een foto van een jonge vrouw:
'Haar
glimlach was minzaam maar lief en oprecht, en ze had de foto in een
hoekje gesigneerd met: ‘Ik zal jullie allen niet vergeten’.
[…]Haar geheugen presenteerde haar onmiddellijk een beeld, mét
geluid, want ze hoorde haar moeders lach terwijl de amah haar de
kamer binnenbracht om een halfuur stil aan haar moeders voeten te
zitten terwijl de vier dames naar hun kaarten staarden en sigaretten
rookten. Af en toe keek haar moeder naar haar om te controleren of ze
er netjes uitzag en dan lachte ze terug naar haar moeder in de zijden
tea gown, met zijden kousen en zijden instapschoentjes, terwijl een
ring met diamant (waar was die gebleven?) haar toefonkelde door de
stofdeeltjes van een bundel zonlicht die door de kieren van de
zonwering naar binnen viel.'[…]
Gecombineerd
met de problematische jeugd van Edward, zoals beschreven in deel één,
lijkt dit een opmaat voor een allesbehalve vlekkeloze start van een
relatie.
De
Oriënt
Net
als in deel één zie, ruik, proef je ook hier de exotische sfeer.
Bij Betty's schoolvriendin Amy is het altijd een zoete inval, ze is
zendelinge geworden en in haar huis is altijd wat te doen.
Gebedsdiensten zorgen voor volk over de vloer, er is voor iedereen
wel iets te eten en baby's gaan van de ene schoot naar de andere. Er
verschijnt nog een vriendin van Betty ten tonele, van haar komen we niet zoveel te weten, maar ook zij heeft een sleutelrol in de
levens van Edward en Betty. Haar naam is Lizzie.
Het
gedrag van zowel Edward als Betty komt mysterieus over, helemaal niet
zoals je van geliefden zou verwachten. De gedachten van Betty, de
vragen die zij zichzelf stelt, de plotselinge verdwijning in het
nachtelijk uur en de daarbij behorende beschrijving van lichtjes en
schimmen doen magisch aan.
Aantrekkingskracht
Wanneer
de aantrekkingskracht maar groot genoeg is en je geen keuze meer
blijkt te hebben kunnen zaken een loopje met je nemen. Als lezer word
je af en toe op het verkeerde been gezet. De Betty uit deel één was
een beetje enigmatisch, in het tweede deel komen we erachter hoe dat
zo gekomen is. De ene keer door te vertellen, de andere keer door te
laten zien wordt het beeld van Betty scherper en het wordt pijnlijk
zichtbaar waarom zij zo worstelt en stappen zet waarvan zij de
consequenties niet wil of kan overzien. Haar achternaam is Macintosh, ja van de stoere regenjas inderdaad, zo staat zij ondanks alles haar 'mannetje'
Terry
Veneering, die Edwards buurman werd in deel één, heeft zijn
achternaam te danken aan 'Veneering de carrièrejager' uit 'Onze wederzijdse
vriend-Charles Dickens'. Edward en hij zijn zeker geen
goede vrienden, laat het verhaal maar vertellen hoe dat komt.
Europa
Humor,
tragedie, wanhoop, misverstanden en verder alles wat een roman nodig
heeft om als lezer door te willen lezen zit in het boek. Woonruimte
net na de oorlog is overal schaars in Europa, ook in Londen waar
Edward een eenvoudige woning heeft met minimaal één rat als
huisdier. Opvallend is dat Betty de touwtjes in handen gaat nemen,
zij regelt de huisvesting en de sociale contacten. Om niet teveel
spoilers weg te geven wil ik in het midden laten welke personages
elkaar ontmoeten in een museum ergens in Europa:
‘Ze
zaten zwijgend in de zaal, hij aan de andere kant op de enige andere
stoel. Ze keken naar elkaar en zijn glimlach en zijn ogen waren net
zoals altijd.
‘Die
gast met die hoed lijkt op de dwerg die volgens de verhalen het
horloge van Filth heeft gejat en verkocht toen ze jong waren,’ zei
hij, en hij stond op en fluisterde in het eikenhouten oor van de man:
‘Albertross... hebbes!’ Hij tilde de brede eikenhouten rand van
de hoed op en riep: ‘Eureka! Het is een afzonderlijk object!’
En
liet hem vallen. Ze slaakte een gil.
Hij
raapte hem op. ‘Niets aan de hand. Moeraseiken. Zeventiende-eeuws,
zo hard als staal.'
Hiermee
vind ik de Engels titel The man in the Wooden Hat erg
humoristisch vergeleken bij 'Een trouwe vrouw'.
Conclusie
Interessant
om nu het verhaal van Betty samen te voegen met dat van Edward. Eén
en één is in dit geval meer dan twee, er worden al een aantal zaken
helder. De vertaling van de titel vind ik minder sterk. Een ander
puntje is dat je bij Graham erg goed moet opletten dat je geen
aanwijzingen mist. Soms liggen ze erg verborgen en je hebt ze
allemaal nodig voor het volgen van het verhaal. Ik vind het
ijzersterk in elkaar zitten en het thema, dat mensen zichzelf
niet goed kennen en ook de confrontatie niet willen, kunnen aangaan
met deze tekortkoming, is van alle tijden. Deze twee personages hebben
uitzonderlijk traumatische jeugdervaringen, maar je kunt ze op een
kleinere schaal ook toepassen op iets minder heftige gebeurtenissen.
Je zou de personages iets willen toeroepen, zo werkt het natuurlijk niet, maar het geeft wel aan dat het inleven met de karakters vanzelf gaat. Op naar
deel drie!
De
auteur
Jane
Gardam debuteerde in 1971 op haar veertigste met een kinderboek;
sindsdien schreef ze vijfentwintig boeken waarmee ze talloze prijzen
won waaronder twee keer de ‘Withbread book of the year award’
voor de beste roman. Ze is in Nederland niet zo bekend: Old
Filth (2004) schreef ze op zesenzeventig jarige leeftijd en
verscheen in maart 2017 in vertaling als Een onberispelijke
man. Een trouwe vrouw , het tweede deel van de
trilogie verscheen in september 2017 en deel drie Laatste
vrienden in januari 2018.
Titel:
Een trouwe vrouw
Oorspronkelijke
titel: The Man in the Wooden Hat
Auteur:
Jane Gardam
Vertaler:
Gerda Baardman
Uitgever:
Cossee BV
ISBN:
9789059367302
Pag.:
320
Genre:
Literaire fictie
Verschenen:
september 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.