Recensie
door Roosje
Uitgever:
Gottmer
Brief aan mijn broer
Broertje
dood
‘Eindhoven
zondag
4 maart 1973
Middag
Alaaf
Maus,
Dit
is niet het begin (sic! rdv). Dit is het einde van jouw dagboek. Ik
ben naar je kamer geslopen en heb stiekem in de laden van je bureau
gezocht tot ik je dagboek vond. Dat heb ik meegesmokkeld,
opengeslagen en doorgebladerd tot de eerste lege bladzijde, en toen
ben ik gaan schrijven. Nee, ik heb niet gelezen wat jíj geschreven
hebt. Echt niet. Eerlijk niet. Volgens mij is er een wet die het
verbiedt om zonder toerstemming iemands dagboek te lezen. Misschien
is er ook wel een wet die zegt dat je niet in andermans dagboek mag
schrijven. Maar ik doe het toch.’ (2016: 7-9)
Zo
begint (sic! rdv) het boek van Ted van Lieshout over twee broers,
Maus en Luuk. Er is een belangrijk verschil tussen de twee: de een is
dood en de ander leeft.
Als
je broer dood is ben je dan nog wel een broer? Deze vraag houdt de
hoofdpersoon Luuk bezig, wanneer zijn broertje is doodgegaan aan een
heel rare en nare ziekte.
Als
je vrouw overlijdt, ben je een weduwnaar, als je man dood is ben je
een weduwe, mijn moeder is nog steeds een moeder, ook al is Maus
dood. Luuks moeder wil daar in het begin helemaal geen antwoord op
geven, maar later heeft zij meer ruimte om erover te praten.
Zijn
moeder vindt dat haar meer verdriet toekomt, want zij was Maus’
moeder. Maar zegt Luuk op zijn beurt tegen haar, jij hebt nog een
kind en ik heb niet nog een broer. Moeder en Luuk lijken met elkaar
te wedijveren over wie het meeste leed is aangedaan en wie zich het
verdrietigst mag voelen. De moeder zegt: 'ik was langer zijn moeder
dan jij zijn broer, want de eerste jaren was jij je niet bewust van
zijn bestaan, ook al ben je ouder dan hij.'
Het
is carnaval, vader en moeder gaan het vieren; daartoe hebben zij zich
verkleed. Het is alsof de dood verkleed, vermomd gaat als potsenmaker
en zo de mensen misleidt. Luuk begrijpt niet goed waarom zijn ouders
gaan feesten.
Dagboek(en)
Moeder
gaat binnenkort al Maus’ spullen verbranden, als een rookoffer, een
zoenoffer aan de goden, zo lijkt het. Of als een waanzinnige: als ik
mijn kind niet meer mag hebben, dan wil ik ook zijn spullen niet
meer, en ook niet de herinneringen aan hem.
Luuk
is het daar helemaal niet mee eens; hij begrijpt het verlangen van
zijn moeder niet. Zo snel als zij zich van Maus wil ontdoen, zo snel
wil Luuk zich zijn broer toeëigenen.
Luuk
mag van zijn moeder spullen van Maus uitzoeken en bewaren, maar dan
wil zij die helemaal nooit meer zien; hij moet ze maar verstoppen in
zijn eigen kamer.
In
Maus’ bureau mag hij niet komen, want daar liggen spullen die privé
en persoonlijk zijn, ook haar gaan die niet aan.
Luuk
gaat op zoek naar het dagboek van zijn broer, dat hij hem gegeven
heeft, al was Maus niet zo’n schrijver en kon hij naarmate zijn
ziekte vorderde ook niet meer schrijven, daarvoor beefde hij te hard.
In
dat dagboek gaat Luuk zelf schrijven; aanvankelijk om zijn moeder te
verhinderen dat dagboek te verbranden. Maar dan scheurt ze Luuks
bladzijden er toch gewoon uit, zegt ze. Luuk probeert dan dat weer te
voorkomen door tussen de regels en de woorden van zijn broer te gaan
schrijven. Wat een prachtige symboliek is dat; twee broers worden
één! Zo ontkomt Luuk er bovendien niet aan dat hij toch de zinnen
van zijn broer leest. En hij leest daar een groot geheim, van zijn
broer, en hij leest ook zijn eigen grote geheim, in dat dagboek.
Door
tussen de regels van zijn broer te gaan schrijven verbindt Luuk zich
op een heel speciale wijze met Maus. Alsof de twee jongens één
worden, een tweeling haast, aan wie je niet meer goed kan zien wie
wie nu eigenlijk is. Hun levensdraden draaien zich helemaal in
elkaar.
Moeder
wil haar zoon zo snel mogelijk kwijt in het dodenrijk, om haar
verdriet zo weinig mogelijk te voelen. Luuk eet Maus als het ware op,
totdat Maus helemaal binnen zichzelf zit. En zelfs lijkt het erop dat
Luuk het leven van zijn broer enigszins wil voortzetten. In ieder
geval gaat hij op onderzoek naar Maus’ geheimzinnige ziekte en doet
wrede ontdekkingen.
Het dodeneiland (1880)-Arnold Böcklin |
Zo
gaat het dagboek er dan uitzien, wanneer Luuk tussen de regels van
Maus in schrijft - Maus in cursief, Luuk in romein - :
‘[Zondag,
13 FEBRUARI 1972] Vroeger
(Luuk,
rdv) Je hebt mijn vijftiende verjaardag overgeslagen, Maus.
(Maus,
rdv) wilde ik kapitein worden (of liever nog zeerover - deze carnaval
ga ik als zeerover verkleed),
Breek
me de bek niet open. Alex was erbij en hij heeft me toen vreselijk
beledigd door me weg te sturen. Ik heb Alex eigenlijk nóóit
gemogen.
maar
ik kan het wel vergeten om zelfs maar kapitein op een roeiboot te
worden. Ik heb nou al dat ik zeeziek word van dat wiebelen van mij.’
(ibid.:
67)
Geheimen
Die
twee geheimen, die van Maus en die van Luuk zelf, moeten voor zijn
ouders verborgen blijven. Om verschillende redenen wil Luuk niet dat
zijn ouders het te weten komen.
Uiteindelijk
vertelt Luuk zijn geheim wel aan zijn moeder, maar eigenlijk omdat er
inmiddels een nog groter geheim is. Dat grootste geheim kan hij niet
prijs geven, daarom moeten mindere geheimen wel verklapt worden aan
zijn ouders.
‘Maus,
ik heb de borden afgewassen, de asresten opgeruimd en de stoelen
terug naar de keuken gebracht. Ik heb de dozen opgevouwen en in de
papierbak gelegd. Ik heb de tuin gemaaid en de aarde geschoffeld. En
nu houd ik op met schrijven. Ik moet gaan. Het is hoog tijd. Ik zal
het zilver nog poetsen en daarna wil ik de stad in om te zien of
iemand in het carnavalsgeweld mij herkent als ik verkleed ga in mijn
eigen kleren. En dan gaat het gewone leven weer door. Straks begint
school weer. Dus ik zeg gedag, Maus. Dag, dag. Zul je goed zorgen
voor de broertjes die we waren? Dan zorg ik voor de broertjes die we
zijn.
Alaaf,
Luuk’
(ibid.: 157-158)
Had
ik al gezegd dat het verhaal zich afspeelt tijdens de carnaval, de
periode waarin de wereld op zijn kop staat, de zotten het voor het
zeggen hebben en iedereen zich eventjes verliest in het feestgedruis.
Daarna breekt de periode aan waarin alles weer normaal is en iedereen
weer doorgaat met het gewone leven.
Young
Adult-roman
Dit
mooie, filosofische en fijnzinnige YA-boek is een verademing in dit
genre. Normaal lees ik geen Young Adult-boeken; het is gewoon niet
mijn liefhebberij, maar dit is heel aangrijpend, net als trouwens
Perenbomen bloeien wit van Gerbrand Bakker, dat ik hierna
toevalligerwijze ook las; eveneens een YA-roman. Het loont altijd je
veroordelen opzij te zetten. Ik moet toegeven dat ik het van te voren
niet wist, dat het YA-romans zijn. Zou ik ze anders niet gelezen
hebben? Ik denk dat mijn animo niet zo groot zou zijn.
Van
Ted van Lieshout weet ik dat hij - vooral - jeugdboeken schrijft, van
Gerbrand Bakker wist ik dat niet.
Auteur
Theodorus
Adrianus (Ted) van Lieshout (Eindhoven, 21 december 1955) is een
Nederlandse schrijver, dichter, scenarist en beeldend kunstenaar.
Ted
van Lieshout werd geboren op 21 december 1955 in Eindhoven in een
gezin van twaalf kinderen. Hij was het tiende kind van zijn vader en
het tweede van zijn moeder: zijn vader was weduwnaar met acht
kinderen toen hij hertrouwde en nog eens vier kinderen kreeg. Ted van
Lieshout verloor zijn vader een maand voor zijn achtste verjaardag.
Hij schreef 'Begin een torentje van niks' over het opgroeien zonder
vader. Voor deze bundel kreeg hij de Gouden Griffel in 1995. Enkele
jaren later kreeg hij een relatie met een volwassen man. Hierover
schreef hij het boek 'Zeer kleine liefde' (1999), dat werd bekroond
met de Nienke van Hichtumprijs, en de roman 'Mijn meneer'. Over de
totstandkoming van deze roman uit 2012 werd een documentaire gemaakt:
'Ik zal uw naam niet noemen', uitgezonden op 7 (herhaling op 12)
februari 2012 in de documentairereeks 'Het uur van de wolf' bij de
NTR.
In
2004 en 2005 was Ted van Lieshout de vijfde Leonardohoogleraar aan de
Universiteit van Tilburg. Deze leerstoel, voor dubbeltalenten, werd
eerder bekleed door Hugo Brandt Corstius, Rutger Kopland, Jan Terlouw
en Leo Vroman.
In
2009 werd de driejaarlijkse Theo Thijssenprijs (60.000 euro) aan hem
toegekend voor zijn hele oeuvre.
In
2012 kreeg hij een Zilveren Griffel en de Woutertje Pieterseprijs
voor zijn innoverende dichtbundel "Driedelig paard".
In
2014 en 2016 behoorde Ted van Lieshout tot de eindgenomineerden voor
de "kleine Nobelprijs", de Hans Christian Andersen Award,
een internationale prijs voor kinder- en jeugdliteratuur. (Wikipedia)
Auteur:Ted
van Lieshout
Titel:
Gebr.
Uitgever:
Gottmer
1e
druk: 1996
Verschijningsdatum:
april 2016
Druk:
8
ISBN 9789025766139
158 pp.
158 pp.
Geschikt
voor
15
- 18 jaar
Categorieën:
Young Adult; Literatuur & Romans Literaire romans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.