Recensie door Roosje
Uitgeverij Atlas Contact
Buitenstaander
oftewel Lost in Translation
Buruma wilde
gewoon weg uit het saaie milieu van zijn jeugd. Zijn moeder was Engels,
geboortig uit een geassimileerde Engels-Duits Joodse familie; zijn oom was de
beroemde Engelse regisseur John Schlessinger, openlijk homoseksueel en het
middelpunt van een troep acteurs, kunstenaars en musici; een milieu dat de
jonge Buruma tot de verbeelding sprak. Buruma’s vader was doopsgezind en
Nederlands: een culturele spagaat, zou je bijna denken.
Ian was dol op
toneelspelen. De eerste Japanners - geen echte maar Amerikaanse Japanners -
ontmoette Ian in Californië, toen hij daar op bezoek was; hij was 19 jaar. Ian
was nog zoekende qua seksuele voorkeur. Net zo zoekend was hij op het gebied
van te volgen studie; hij koos uiteindelijk voor Chinees in Leiden .
Toen zag hij
een film van Truffaut, waarin een Franse jongen verliefd wordt op een Japans
meisje én kwam er een Japanse toneelgroep, die van Terayama Shuji - op zijn
Japans: eerst de achternaam, dan de voornaam - in het Mickerey Theater in
Amsterdam.
Naar Tokio ga
ik, dacht de jonge Ian in 1975.
In Tokio
dompelt hij zich onder in het (nacht)leven van acteurs, variété-artiesten,
homo’s, zoals vriend Donald Richie, een westerse homo die het uitstekend kon
vinden in Japan, filmregisseurs, e.d. Hij studeert er aan de filmacademie, maar
als rechtgeaarde student boemelt hij meer dan hij studeert.
Toen Ian ook
meespeelde in een Japanse reclamefilmpje voor een whiskymerk, lag de
herinnering aan Lost in Translation
al te zeer voor de hand; de film van Sofia Coppola met Bill Murray en Scarlett
Johansson uit 2003. Precies dezelfde misverstanden en culturele missers terwijl
Buruma een behoorlijk mondje Japans sprak.
Al snel
concludeert Buruma dat je een land als Japan en de Japanners nooit zult
leren kennen, de culturele verschillen zijn te groot, maar dat je je er als
westerling wel uitstekend op je gemak kunt voelen zonder te integreren. Hij
voelt zich toch altijd al een eenling en is erg op zichzelf, al wordt hem dat
door Japanners niet altijd in dank afgenomen.
Het zijn wilde
jaren en Buruma schrijft er met smaak over en hoewel hijzelf niet zo’n enorme party animal lijkt te wezen, duikt hij
helemaal onder in de wereld van toneel, schrijvers en film, een beetje aan de
zelfkant. De oude, ‘social zwakkere’ wijken in Tokio, daar voelt hij zich
thuis.; het rauwe leven, dat ook op het toneel gestalte krijgt. Westers toneel
is cerebraal, schrijft hij, Japans theater is fysiek en heeft veel elementen
van het oude traditionele volkstheater.
Aantrekkelijk
in Japan
en het Japanse leven als buitenlander is ook wat hij als volgt beschrijft:
‘Want wanneer je in een bepaalde samenleving
leeft en je je niet aan de heersende zeden en gebruiken hoeft te conformeren,
krijg je als buitenstaander ook een radicaal soort autonomie. Daarmee rebelleer
je niet tegen de zeden van het land waar je hebt besloten te gaan wonen, maar
tegen die van het land dat je hebt verlaten.’
Dit citaat zou
je kunnen beschouwen als het centrale thema van dit boek.
Japan lijkt een
vrijplaats voor mensen die het in het Westen niet zo kunnen vinden, zoals
homo’s; seks is in Japan
sowieso anders, ‘openlijker’ op een bepaalde manier. Hilarisch is de anekdote
die Buruma beschrijft over een pornobioscoop, waar een hetero seksfilm getoond
wordt. Buruma is de enige die naar het scherm kijkt, merkt hij op een gegeven
moment; deze bios is een openlijke homo-ontmoetingsplaats, waar niemand zich
schaamt en alle mannen openlijk seks bedrijven. De seks in Japan is vaak
ook wat hardhandig, SM-like. Japanse
bondage is beroemd.
Het idee van
een vrijplaats voor westerlingen deed me denken aan Noord-Afrika, waar voor
WOII ook veel westerlingen woonden in het comfort van een vreemd, exotisch
land, zoals auteur Paul Bowles. Deze is zich ook bewust van de gevaren van zo’n
land, zoals je kunt lezen in zijn hallucinerende roman The Sheltering Sky; ook een prachtige film uit 1990, van meester
Bernardo Bertolucci met glansrollen van Debra Winger en natuurlijk John
Malkovich.
Zelf ‘ken’ ik Japan
voornamelijk van Japanse auteurs: Mishima, Oë, en vooral Murakami, dus ‘kennen’
is totale nonsens. Toch herken ik in dit boek van Buruma ook dingen uit de
romans van Murakami.
Verder weet ik
een beetje van het Japanse zenboeddhisme, dat naar ik reeds vermoedde en Buruma
bevestigt me in dat vermoeden, meer westers is dan Japans. Buruma verwoordt het
heel anders, maar het komt hier wel op neer. Zen is een westerse uitvinding.
Struikelblokken
blijven voor mij de Japanse namen: zo onherkenbaar; je weet nooit bij voorbaat
of het gaat om een man of een vrouw en ook de andere volgorde: eerst
achternaam, dan voornaam is ‘weird’ -
maar dat is in België geloof ik ook wel gebruikelijk: een culturele shock.
Een zeer
leesbaar, zeer openhartig en leerzaam boek: probeer de ziel van de Japanner
niet te kennen, probeer niet de verschillen te zoeken tussen oost en west,
onderga het gewoon, dat is het adagium van Ian Buruma.
Over de auteur
Ian Buruma (Den
Haag, 28 december 1951) is een Nederlandse sinoloog, japanoloog, journalist en
publicist. Hij heeft talloze boeken geschreven over de Aziatische cultuur, met
name die van Japan in de 20e eeuw, maar ook over de crisis in de democratie, de
achtergronden van het islamitisch fundamentalisme en de nasleep van de Tweede
Wereldoorlog. Hij wordt geroemd om zijn eruditie en zijn beschouwende
publicaties. Buruma ontving in 2008 de Erasmusprijs. In 2017 werd hij benoemd
tot hoofdredacteur van de New York
Review of Books.
Auteur: Ian
Buruma
Titel: Tokio
mon amour
Oorspronkelijke
titel: A Tokyo Romance: A Memoir
Vertaald door
Arthur Wevers
Categorieën:
Literaire non-fictie
238 pagina's
ISBN
9789045030487
Uitgeverij
Atlas Contact
Verschenen:
juni 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.