Recensie door Roosje
Uitgeverij Orlando
Het beloofde land
‘Toen Ida op de nieuwe
plek aankwam en de hete zon gebroken zag boven de korst van de berg, en de
hemel daarboven van een onmogelijk geteisterd blauw, had ze het gevoel dat ze
tot op dat moment dood was geweest. Haar echte leven stond op het punt te
beginnen.’ (2017, 15)
Het verhaal
Het is kort na 1920.
Voorzichtig krijgt het zionisme vorm in Erets Jisraël, het eigen land van de
Joden, het beloofde land uit de Bijbel. De meesten van hen komen uit
verschillende Europese landen, de meesten van hen hebben geleden onder pogroms,
en lijden daar in de ziel nog steeds onder.
We volgen drie kolonisten,
chaloetsiem, Ida, David en Hannah, die beginnen een woest en dor stuk land
vlakbij een eenvoudige Arabische nederzetting te ontginnen. Ze zijn verstoken
van vrijwel welke hulpmiddelen dan ook. Ze doen alles met hun blote handen, te
beginnen met het verwijderen van stenen uit de aarde. Die stenen zijn hun
stoelen. Ze slapen in tenten. Ze hebben niet genoeg te eten, ze worden ziek van
de malaria, er zijn weinig medicijnen, ieder klein wondje kan de dood
veroorzaken.
De meesten van hen
wantrouwen hun Arabische buren, een soort half-nomaden, die wonen in eenvoudige
huisjes, die zij ook weer makkelijk verlaten. De ergste vijand van de
kolonisten zijn echter de kolonisten zelf: homo homini lupus, hield Thomas
Hobbes ons al voor in de 18e eeuw - en vóór hem: Plautus, Montaigne en Erasmus.
Ida is een jonge vrouw,
die al veel heeft meegemaakt maar voor wie het leven nu pas gaat beginnen;
David is als zijn beroemde naamgenoot koning David uit het Oude Testament en de
leider van deze groep chaloetsiem; niet alleen drukken de verantwoordelijkheden
hem zwaar, maar ook kan hij zijn aanvechtingen en gevoelens moeilijk de baas. -
David heet niet voor niets naar de bijbelse koning. - Hannah is Davids vrouw,
haar eerste kind heeft zij moeten opgeven ten bate van het algemeen belang van
de groep: er moet eerst gewerkt worden en er is te weinig voedsel om baby’s te
voeden. Hannah kan David zijn zonden tot op zekere hoogte vergeven maar haar
moederhart en moederschoot spreken een andere taal.
Het is een andere chaloets
die ons door het verhaal voert: Sarah, de tentgenote van Ida en geliefde van
David. Vanwege haar staat van zijn, is zij in staat zich vrijelijk door de tijd
en ruimte te bewegen. Dat klinkt een beetje cryptisch maar voor wie de roman
gaat lezen zal dat spoedig duidelijk worden. Ik ben voorzichtig met de
spoilers, hoop ik.
We krijgen zo’n beetje
drie maal hetzelfde relaas te horen, het verhaal van het begin van deze
nederzetting en de gebeurtenissen die zich voordoen. Het verhaal vanuit het
perspectief van Ida, David en Hannah. Enerzijds worden bepaalde aspecten en
voorvallen duidelijker door de drie verschillende perspectieven, de drie
verhalen van drie verschillende personages met hun eigen beweegredenen en
achtergronden. Anderzijds wordt het verhaal drie maal verteld, waardoor de
gebeurtenissen en hun impact, juist door die herhaling - drie maal, evenzeer
bijbels -, geïntensiveerd worden. Wat er geschiedt is heftig maar toch klinkt door
de tekst heen het vertraagde en repetitieve leven van de chaloetsiem. Niet dat
zij lanterfanten, geenszins, ze werken dag en nacht, maar het leven is basaal,
alsmaar hetzelfde en er is weinig afleiding. Het tempo is voor ons, 21e-eeuwers
met onze voortdurende afleiding en onze zelfopgelegde multitasking via sociale
media e.d. uiterst traag. En doordat het verhaal driemaal verteld wordt krijgt
het een enorme diepte en gelaagdheid. Sommigen zullen deze roman door de
herhalingen die niet alleen herhalingen zijn, als traag en saai ervaren.
Motieven
Het verhaal krijgt ook
diepte door de verschillende motieven die Pick steeds terug laat keren. Er zijn
er vrij veel, maar ik ga ze niet allemaal bespreken.
De belangrijkste daarvan
is de pop die Salaam heet, de pop van Ruth, het dochtertje van David en Hannah,
haar enige speelgoed en haar enige maatje, er zijn geen andere kinderen in de
nederzetting; dat was namelijk niet de bedoeling. Die pop is van een Arabisch
meisje geweest, Sakina, een speelgenootje van Ruth, en draagt daarom een
Arabische naam. De pop is niet meer dan een oud en vies kussen, met een hidjab
die kan veranderen in een kipa (keppeltje). De pop is een symbool van de goede
verstandhouding tussen Joden en Arabieren. Toch kan die pop maar om de beurt
Arabisch en Joods zijn, de hoofddoek is beurtelings kipa of hidjab, niet
tegelijk. De pop is symbool het aanvankelijke respect dat beide
bevolkingsgroepen voor elkaar voelen en terzelfder tijd symbool voor de diepe
dichotomie tussen beide bevolkingsgroepen. Die pop maakt in de loop van het
verhaal veel dingen mee.
Ook heel belangrijk is de
rol van de sabbatskandelaars van Ida. De kolonisten moesten al hun persoonlijke
eigendommen inleveren ten bate van het algemeen belang. Ida hecht er te veel
aan, zij vertegenwoordigen haar vader en moeder in het oude land. Als lezer
denk je direct al: kind, geef af, die kandelaars, want daar komt alleen maar
ellende van... We hechten te zeer aan onze materiële goederen.
De bloes van Sarah met de
rode mouwen. Sarah had als enige van de chaloetsiem haar eigen bloes mogen
houden; dat mocht zij van David. De rest draagt kleding die voor iedereen is en
die Ida wast. Sarah is Davids Batsheba, de verboden vrouw, de vrouw die hij
bespiedt en die zijn lusten opwekt. Sarah onderwerpt zich niet aan de
groepsdiscipline en denkt dat zij de koningin is van de gemeenschap.
Verliefdheid laat zich slecht verenigen met het idealisme van de groep.
Thema’s
Feitelijk zijn de thema’s
alle tegenstellingen, waarmee de personages in het reine moeten zien te komen.
De kolonisten en de oude
Arabieren die in het gebied wonen en leven als een soort half-nomaden. Hun
samenleven is niet harmonisch. De ene kolonist staat sympathieker tegenover de
Arabieren dan de ander. Ida en Ruth hebben goede connecties met hen, David wantrouwt
hen tot op het bot. Schaarse middelen moeten gedeeld worden: water, land dat
vruchtbaar gemaakt moet worden, medicijnen, speelgoed (de pop). Ze strijden
tegen dezelfde vijanden: droogte, ongedierte, malaria. De oude bewoners gaan
anders om met het land dan de nieuwkomers, die er in no time een bloeiend
landbouwgebied van willen maken. Traditie en moderne tijd botsen. En we weten
hoe die situatie tot een Gordiaanse knoop is uitgegroeid.
Het verschil tussen man en
vrouw wordt opgeheven bij de kolonisten, in theorie wel te verstaan. Het
zionisme, dat stoelt op socialisme, bepleit gelijkheid der seksen en is
principieel antireligieus. Feitelijk gaat het betekenen dat vrouwen een dubbele
taak krijgen net als in communistisch Rusland het geval was: die van moeder en
die van arbeider. Ook hier botsen nieuw en oud, idealisme en realiteit op
elkaar. Pick geeft haar roman een stevig vrouwelijke coloratuur mee.
Het individuele belang
tegenover het groepsbelang. In het nieuwe leven was de gemeenschap het belangrijkste.
Kinderen werden opgevoed in kindertehuizen en baby’s werden gezoogd door
willekeurige moeders, door willekeurige borsten is wellicht een beter
aanduiding. Het ging om de melk, niet om de de liefde en aanhankelijkheid
tussen moeder en kind. Het idee was dat kinderen zich beter zouden kunnen
ontplooien zonder de te hechte en vaak ingewikkelde band met hun ouders. Dat
dat in de praktijk niet altijd even goed uitwerkte is evident.
Misschien het
belangrijkste thema van deze roman is dat de mens de andere mens vaak in de weg
staat, hoe groot het idealisme en de motivatie ook is. Hierin speelt David een
exemplarische rol.
‘In het begin was er
licht. God scheidde de wateren en er vloeide honing. Een voor een verschenen de
planten en de dieren, alsof God met haar toverstokje de leegte beroerde. Hier
en hier en hier. Zij was de God van bloed en zaad, de God van tranen. Alle
doornstruiken en alle felgekleurde vogels en beesten verschenen op haar
bevel.’, mijmert Sarah aan het einde (ibid.: 379).
Over de auteur
Alison Pick (Toronto,
Canada, 1975) heeft drie veelgeprezen dichtbundels gepubliceerd. Haar
roman Far to Go (in het Nederlands verschenen als Donderdagskind)
werd genomineerd voor de Man Booker Prize, won de Canadian Jewish Award for
Fiction en werd door de Toronto Star genoemd als een van de tien beste boeken
van het jaar. (Orlando)
Pick ontdekte dat de
Tsjechische familie van haar vader van origine Joods was, zelf werd hij als
Christen opgevoed. Alison Pick bekeerde zich later tot het Judaïsme.
Auteur: Alison Pick
Titel: Vreemdelingen met
dezelfde droom
Oorspronkelijke titel:
Strangers with the Same Dream - 2017
Vertaald: Miebeth van Horn
Miebeth van Horn
Categorie: Literaire roman
384 pagina's
ISBN 9789492086648
Uitgeverij Orlando
Verschijningsdatum maart
2018
Ik heb het boek twee keer gelezen, de eerste keer was verwarrend. Nooit geweten dat het zo moeilijk was om een kibboets te stichten, dat was zeer verhelderend.
BeantwoordenVerwijderen