Recensie
door Tea van Lierop
Uitgeverij De Bezige
Bij
Literatuur als remedie tegen hartzeer en andere kwalen
Wat een originele gedachte
om een kwaal te lijf te gaan met het geschreven woord! Thomas Blondeau bedacht
voor de Vlaamse Boekenbeurs het concept van 'de boekendokter'. In een
nagebouwde spreekkamer ontving hij zijn patiënten. Nadat zij hun verhaal gedaan
hadden kwam Blondeau met zijn advies in de vorm van een boek dat ze
zouden moeten lezen.
Roderik Six maakte een selectie van de beste recepten en goot deze in een roman waarin Victor Watt figureert als doktersassistent. In het voorwoord citeert Six uit het Rouwdagboek dat de Franse filosoof Roland Barthes schreef nadat zijn moeder overleden was. Aanvankelijk kostte het hem moeite woorden te vinden:
'‘Ik wil er niet over spreken uit angst literatuur te bedrijven’ – en zich bewust is van de trivialiteit van het gesprokene in het aanschijn van de dood: ‘Bij het maken van deze aantekeningen verlaat ik me op de banaliteit die in mij is.’'
In Thomas Blondeaus laatste
roman Het West-Vlaams versierhandboek staan meerde
citaten uit het Rouwdagboek, het was hem erg dierbaar.
Amsterdam
Om een idee te krijgen
waar de praktijk van de boekendokter zich bevond krijgen we eerst een beeldende beschrijving van
Amsterdam. De ambiance viel Victor op z'n zachts gezegd tegen,
de befaamde Hollandse lucht bleek een vale kwak grijs en donkerblauw te zijn,
het rook er naar zeewier, pannenkoekenbeslag en rotte vis. Het was er één grote
bouwwerf en overal herrie, eten deed men staande en in de restaurants werd je
niet ontvangen, iedereen deed maar iets. 'Dit was geen stad, dit was een
pandemonium'
De praktijk op de
Prinsengracht bevond zich op derde verdieping. Het contrast met het chaotische
gebouw was enorm, de praktijkruimte was een zaal met een hoog plafond,
praallusters, zeer dik tapijt, langs de wanden stonden boekenkasten en op het
bureau prijkte een schedel.* Om nog even terug te komen op de ambiance, op
de grachten reden koetsen, lantaarns werden elke avond aangestoken en kleding
liet je maken bij de kleermaker. Voilà, zo zag het eruit.
Spreekuur
Om discretie te waarborgen
was het belangrijk de afspraken zó in te plannen dat er nooit gezworen vijanden
naast elkaar in de wachtruimte zouden zitten. Dit luisterde heel nauw en Victor
moest zich inwerken om de patiënten te leren kennen en wat hun maatschappelijke
en sociale positie was, dat liep in het begin nog wel eens mis. Dokter Blondeau werd
getypeerd als belezen, alleenstaand, pijp rokend en zelfs 's nachts nog aan het
werk.
Sores
Wie kwamen er allemaal
langs op het spreekuur? Van alles wat, om een voorbeeld te noemen: De
Playboy-nostalgici. In het boek On Chesil Beach beschrijft Ian
McEwan een huwelijksnacht tussen een violiste en een historicus. De
twee Britten waren jong in de tijd dat de pil pril was en de seksuele revolutie
op uitbreken stond. Onwetendheid en angst zijn geen goede raadgevers voor een
huwelijksnacht en hun verdere leven verloopt als volgt:
'Kort samengevat zijn levens altijd triest' (Citaat Vic van de Reijt, Elsschot-biograaf)
Aan de patiënt de keuze om het abonnementsgeld te betalen of On Chesil Beach preventief te gaan lezen.
Mrs Dalloway
Sommige patiënten kregen
een troostend boek voorgeschreven, bij anderen was het nodig het probleem eerst
te vergroten. Dit overkwam mevrouw Tweepondt, een dame uit de betere
kringen. De vele sociale verplichtingen die daarbij horen maakten haar zo
onrustig dat ze bij de boekendokter langsging. Hij vond Mrs Dalloway van Virginia
Woolf uitermate geschikt voor haar omdat het hoofdpersonage zich ook
compleet verliest in de voorbereidingen voor een feest. De diepgewortelde
faalangst van mevrouw Tweepondt werd weerspiegeld in de warrige
denkwereld van Mrs Dalloway. Al lezende werd de chaos in het
hoofd van de patiënt minder, doordat ze knopen in haar brein kon ontwarren.
Dossiers van bepaalde
patiënten werden soms samengevoegd omdat ze overlappingen kenden, dit was
lastig voor Victor om te zoeken en te archiveren, maar volgens Blondeau kon
het niet anders. Wanneer in het net genoemde boek van Virginia Woolf
verwezen werd naar De uren van Michael Cunningham kwam
het dossier van diegene die De uren boek als remedie kreeg bij
het dossier van Mrs Dalloway. Zo ontstonden er dozen vol
dossiers die allemaal verband hielden met elkaar.
Met naam en toenaam
Het waren niet allemaal
anonieme personen die langskwamen, opmerkelijk genoeg verschenen er ook
bekenden uit de politiek. Om er eentje te noemen: Jean-Luc Dehaene, over hem
zei dokter Blondeau het volgende:
'Maar het lichaam van de oud-premier liegt. Hij heeft het figuur maar niet de tactiek van een pothond. In onderhandelingen beweegt hij zich met de gratie van een ballerina in een porseleinwinkel. Hij schuwt de grand écart niet en weet zijn ingezwachtelde voeten trilloos tussen een Swarovski-pinguïn en een kristallen piramide van flûtes te poten. Nu het kluwen van taalgrenzen, landslijnen en oud zeer ontward moet worden, verteert hij meters dossiers, fluistert met partijleiders, houdt zijn lippen op elkaar tegen de pers, weegt voors en verstopt tegens. Eén verkeerd woord en de politieke etagère vol linguïstische bibelots en historische netsukes kan de afvalcontainer in.'
Blondeau vroeg zich
af hoe de oud-premier het volhield tactisch te blijven, zich altijd te
verbijten, zich nooit echt uit te spreken. Dat moest toch ooit tot een
verstopping leiden? Voor deze patiënt leek A Confederacy of Dunces van John
Kennedy Toole de ultieme remedie. In dit boek scheldt
hoofdpersonage Reilly iedereen de huid vol, dat moet opluchten voor iemand die
zelf wel wíl maar niet mág schelden.
Goede en slechte
adviezen
Je kunt het zo gek niet
bedenken of er is wel iemand die meent er een probleem van te kunnen
maken. Zoals: Al wie overweegt zich in te schrijven voor een realityprogramma,
Rode Loper-fanaten, De radeloze Boekenbeursbezoeker, De vastende
presentatoren in het Glazen Huis (zij krijgen De hongerkunstenaar van Frans
Kafka voorgeschreven), Voornemenbrekers, Wie niets van een
ander snapt.
Dit waren de goede
adviezen, patiënten hadden er baat bij. Maar het kon ook compleet verkeerd
uitpakken! Alle begin is moeilijk, ook voor Victor. Als assistent maakte hij
vorderingen en schreef een patiënt, meneer Remk, eens een boek voor.
Hij was overtuigd van zijn goede keuze en zag zijn eigen koperen naambordje ‘ Dokter
Watt, literair medicus’ al voor zich. Helaas, dit pakte desastreus
uit.
'Nietzsche had gelijk toen hij stelde dat hoop de ergste aller kwalen is, en dat de goden ons een dienst bewezen toen ze Pandora’s doos weer dichtgooiden alvorens die vermaledijde hunker kon ontsnappen. Hoop is een ongeneeslijk vertrouwen in de onwerkelijkheid en dient al in de kiem gesmoord te worden. Helaas vergt dat een haast bovenmenselijk karakter, iets waarover ik (Victor tvl) niet beschikte.'
Conclusie
Thomas Blondeau |
*Op het bureau
van Thomas Blondeau stond echt een schedel, in het boek Aantekeningen
over het verplaatsen van obelisken van Arjen van Veelen,
(een requiem voor Thomas) staat de schedel afgebeeld op de omslag.
Roderik Six |
In 2010 verscheen zijn
tweede roman Donderhart, een romance die zich afspeelt in Londen
tegen de achtergrond van de aanslagen in juli 2005. Zijn derde roman, Het
West-Vlaams versierhandboek, verscheen op 5 september 2013. Hij
publiceerde onder meer in NRC Handelsblad, nrc.next, Goedele en op
Klara.be. Thomas Blondeau overleed op vijfendertigjarige
leeftijd. (De Bezige Bij)
Titel: De boekendokter
Auteurs: Thomas Blondeau
& Roderik Six
Pagina's: 204
ISBN: 9789023486886
Uitgeverij De Bezige Bij
Genre: Literaire roman
Verschenen: oktober 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.