"Een straf van God was het volgens hen, te danken aan mijn zondige leven.''
Een integer, liefdevol en kunstzinnig portret
'Mijn hemel’ is een
historische roman over Carolien Brusik, de oma van de echtgenote van Jos Lammers.
Het is een zoektocht naar een vrouw waarover niet gesproken werd. In het
laatste deel van het boek legt de auteur uit hoe de zoektocht in zijn werk is
gegaan en wat hij te weten is gekomen. De zoektocht werd vertaald in een
verhaal. Een integer verhaal waarbij de lezer een bijzonder beeld krijgt van
leven in armoede, keuzes die gemaakt moesten worden of voor je gemaakt werden,
over de prostitutie en het sociale vangnet van rond 1900 en de decennia daarna.
Op de omslag van deze roman prijkt een afbeelding van een schilderij van Kees van Dongen.
Het verbeeldt een
Spaanse vrouw met omslagdoek en waaier, van Dongen schilderde het in 1906.
Behalve dat het een bijzonder kleurrijk schilderij is, straalt het ook iets
krachtigs uit. Daarom is de keuze voor deze afbeelding een heel mooie opmaat
voor het boek.
Mocht iemand al
vooroordelen hebben over het vak dat beoefend werd door Caroline Brusik, worden
die door de verbinding bij het zien van de sterke vrouw op het schilderij meteen tenietgedaan.
De kunstzinnigheid
van deze roman blijkt tevens uit de schitterende tekeningen* die de sfeer op de verschillende woonplekken goed weergeven.
Kunstzinnig is ook
de vorm waarin het boek is gegoten. Een jongeman, Jan-Louis, viert zijn
achttiende verjaardag en heeft zich al een jaar verheugd op wat hij zou doen
die dag. Hij zou het doen. Hij zou daar naar binnen gaan waar zij regelmatig in
de deuropening stond, in café ‘Mijn hemel’. Daar knikte ze elke man toe…
Sodom en Gomorra
Na deze sterke
opening waarin niets is wat het lijkt, zijn we helemaal aan het begin van een
zoektocht terecht gekomen, aan de Goudsesingel in Rotterdam, het is 1940.
Ze hebben het over
de Polder, de buurt is inmiddels afgebroken. Volgens de vader van de jongen was
het er zo erg dat Sodom en Gomorra een vakantiekolonie leken.
De moeder van
Carolien kwam uit Hillegersberg, het enige meisje tussen vier broers.
'Zij als meisje werd op haar
veertiende als enige buitenshuis uit werken gestuurd, bij een rijke tuinder aan
de Kerkstraat, ook in Hillegersberg. Als meisje voor dag en nacht. Veel heeft
ze me er nooit over verteld, behalve de uitdrukkelijke waarschuwing om nooit
een dienstje aan te nemen. ‘Alles beter dan dat’, zei ze. ‘Nooit vrij,
nauwelijks geld en mannen die op je springen alsof je een versleten divan
bent.’ Nou ja, dat laatste, daar kom ik dus van.'
De zwangere jonge
vrouw werd naar Koosje op de Zandstraat gebracht. We zullen over deze straat nog
veel terug horen in het boek, het was er berucht, de politie durfde er niet te
komen. Dit was de omgeving waarin Carolien opgroeide. Haar moeder verdiende
haar kostje als prostituee.
Couleur locale
De buurt wordt door
Carolien op een schilderachtige manier beschreven, het lijkt er levendig,
gezellig en volks. Er was nog geen elektrisch licht, de mensen woonden dicht op
elkaar en je leefde op straat. Koosje had altijd een stalletje met soep om
klanten te trekken. Die soep is een motief, die zien we vaker terugkomen in het
verhaal; als middel om mannen te lokken, als broodnodig voedingsmiddel om
hongerige magen te vullen en als bindmiddel om een gesprek op gang te houden.
Naast Koosje was een
kroeg, 't Paard waar de mensen konden dansen, er speelden zelfs hele
blaasorkesten.
Natuurlijk was het
leven niet rooskleurig, maar zoals Carolien haar herinneringen vertelt lijkt
het leven bijna normaal. Ze wist wanneer ze in een ander bed moest slapen, dat
hield ze in de gaten, want wanneer moeder een man mee naar boven nam was er voor
Carolien geen plaats. Ze ging gewoon naar school, bij de paters van het
Pietershuisje op het Roodezand, zoals alle kinderen uit de polder.
Jongens van de
kunstacademie kwamen ook bij Koosje, niet voor het bed, maar voor de
tekeningen, net zoals Carolien nu getekend wordt.
Verkassen
Carolien en haar
moeder hebben heel wat adressen gehad, na Koosje waren er vele anderen en een verhuizing was niet altijd op vrijwillige basis. Kinderen konden een probleem
worden, niet alle seksbazen wilden kinderen in de buurt, of er was geen geld voor de huur.
Dan moest er op stel en sprong een huurkoets geregeld worden en een ander adres. Door het
uitgebreide netwerk was er altijd wel weer een andere mogelijkheid om je te vestigen. Petra en Ida waren vriendinnen uit de Zandstraat en via Petra
kwamen de meiden in Amsterdam terecht. De locatie werd veel mooier voorgesteld
dan het in werkelijkheid was, maar er was geen keus. Inmiddels had Petra een
zoon Koen. Deze jongen zal het hele verhaal door meelopen in het leven van
Carolien. Kinderen werden makkelijk overgelaten aan een vriendin, de
opvoeding ging vanzelf en werd gezamenlijk gedaan. Het leven was ongeregeld,
onzeker, hard en gevaarlijk.
Liefde
Er is in het boek
ook plaats voor een echte liefdesgeschiedenis, die van Carolien en Johan.
Helaas was het een liefde die niet omgezet kon worden in een echtelijke
verbintenis, want Johan was al, min of meer gedwongen, getrouwd.
Alsof alles
gecompliceerd moest wezen! En zo was het ook, niets loopt hoe het zou moeten
lopen, ziekte, armoede, gewelddadige mannen, noem het maar op. Piet is de liefdesbaby van Carolien en
Johan. Hierbij moet vermeld worden dat het hele proces van zwangerschap, maar
vooral van de bevalling, buitengewoon beeldend beschreven wordt. Over de
vroedvrouw die meer te doen heeft en van hot naar her moet rennen om meerdere
vrouwen te helpen, over de straatjes en steegjes waar ze moest wezen, over het
verbasteren van namen bij de aangifte, waardoor er jaren later nog misverstanden
zouden ontstaan.
Ziekenzorg
Wanneer je medische zorg
nodig had kon je naar het Burgerziekenhuis aan de Linnaeusstraat. Dat was net
geopend toen haar moeder er opgenomen was op de afdeling besmettelijke ziekten, ze leed aan tbc.
Op de vraag of ze
een beetje goed voor haar zorgden antwoordde haar moeder:
''Ja hoor, kind’, zei ze. ‘Het zijn allemaal rijke
dames hier. Die doen dit uit liefhebberij. Beter dan die Liefdeszusters van de
Keizersgracht die eerst bij me kwamen. Een straf van God was het volgens hen,
te danken aan mijn zondige leven.''
Nette hoeren
In den Haag (ja, ook daar kon je verdienen!), had je er een heel
ander soort prostituees, in elk geval de kleding!
Of de koetsier nog
huuradressen wist?
‘Genoeg, mevrouwtjes’, zei hij en keek eens naar onze
gewone werkjurken met versleten schoenen eronder. Onderbroeken droegen we
inmiddels, maar verder leken we in niets op de Haagse dames die op het Lange
Voorhout en langs het Buitenhof paradeerden, met hun wijde onderjurken onder
glanzende rokken, een middeltje als een asperge en een bovenlijf als een
volgetaste fruitschaal, bekroond met een wiebelend hoedje op een berg opgekamde
krullen.'
Conclusie
Het portret is af,
de familie heeft antwoorden gekregen op veel vragen en de lezer heeft als
een voyeur, maar dan wel op gepaste afstand, mee kunnen kijken naar een leven
van een vrouw onder barre omstandigheden.
Toch is het boek
niet zwaar geschreven, het is geschetst zonder valse sentimenten. Ik heb
respect voor de manier waarop het portret gemaakt is. Het menselijke en het
sociale aspect zijn erg mooi uitgewerkt en maken duidelijk dat er maar één
misstap hoeft te gebeuren en het hele kaartenhuis stort in elkaar, dit is niet
altijd eigen keuze, zaken kunnen je overkomen.
Over de auteur
Jos Lammers (1952)
schreef negen kinderboeken, in de tijd dat hij zelf vader was van drie
opgroeiende kinderen. In diezelfde periode schreef hij voor Libelle en De
Mannenkrant columns over hoe dat leven thuis eruit zag. Ook andere
gebeurtenissen in zijn leven, volgde hij met de pen. Zo ontstond een bundel
‘Mooie Motorverhalen’ en het verhaal ‘Stolpfietsen of de kunst van het vlakke
land’. Over de dood van zijn oudste broer schreef hij het verhaal ‘Poppe en
Beer’, gepubliceerd in het literaire tijdschrift Lift. Tijdens een reis langs
herinneringsplekken in de Verenigde Staten schreef hij het boek ‘Verlaten
wegen’, over een spirituele zoektocht eerder in zijn leven. ‘Geen verlichting,
wel inzicht’, schreef de Volkskrant over dit boek.
*De illustraties zijn gemaakt door Helen van Vliet
Titel: Mijn hemel
Titel: Mijn hemel
Auteur: Jos Lammers
Uitgever: Brave New
Books
Pag.: 209
ISBN: 9789402168945
Genre: Roman
Verschenen: november
2017
Een zeldzaam zorgvuldige, goed geïnformeerde en helder geschreven recensie. Waarvoor mijn dank!
BeantwoordenVerwijderenJos Lammers
Bedankt voor het compliment, het was een dankbaar boek om te lezen en te recenseren en dat is dan weer de verdienste van de auteur en de illustratrice natuurlijk.
BeantwoordenVerwijderen