Recensie door Marjon Nooij
Uitgeverij Querido
Ieder afzonderlijk en allen
tezamen
Het is 1930. Zulajka is
een dertigjarige boerenvrouw uit Joelbasj, een Tataars dorpje in de
Sovjet-Unie en onder bewind van Stalin. Ze is vijftien jaar
getrouwd met Moertaza en zijn blinde, dove moeder woont bij
hen in. Door haar man wordt Zulajka onderdrukt, hij gebruikt haar als voetveeg
en laat haar hard voor zich werken. Door haar schoonmoeder, die ze
heimelijk Vampiria noemt, wordt ze uitgebuit, vervloekt,
getiranniseerd en "stomme trien" (zjebegan tavyk) genoemd. Moertaza
en zijn moeder lijken een symbiotische relatie te hebben, waar Zulajka nooit
tussen kan komen.
Haar grote verdriet zijn
de vier dochtertjes die ze heeft gehad en die allen vroeg zijn overleden.
'Werken, Zulajka, werken. Wat zei je moeder altijd? Werk verjaagt het verdriet. Ach, mama, mijn verdriet gehoorzaamt niet meer aan jouw wijsheden.......'
Toch ondergaat ze haar
bestaan lijdzaam en kan het gedrag en houding van haar man vergoelijken op het
moment dat er geruchten gonzen dat de roofzuchtige Rode Hordes in
aantocht zijn, met het doel om te plunderen. In allerijl worden de
levensmiddelenvoorraden verstopt op allerhande verschillende, soms zelfs
onorthodoxe plaatsen.
'Ach wat is hij boos en slechtgehumeurd vandaag, alsof er een djinn in hem is gevaren. Ook al is hij bij zijn moeder geweest, toch is hij niet gekalmeerd. Hij wacht op de Rode Hordes. Hij is bang.'
Wanneer Moertaza door
commandant Ignatov wordt vermoord, wordt Zulajka op transport
gesteld. Het eerste deel van de reis per paard en wagen naar een doorgangshuis,
en aansluitend een treinreis die zes maanden zal gaan duren, onder zeer barre
omstandigheden. Ignatov is de commandant die de groep zal begeleiden naar
Siberië en tijdens hun verblijf op de taiga.
'Ze vindt een halfverbrand vod van een tapijt en installeert zich daarop [.....]. De gedachten in haar hoofd zijn tot nu toe taai en zwaar als brooddeeg. Haar ogen zien, maar als het ware door een gordijn. Haar oren horen, maar als het ware van verre. Haar lichaam beweegt, maar het is of het van een ander is.' 'Honderden, duizenden families gleden in eindeloze sledekaravanen over de vlaktes van Rood Tatarije. Hun wachtte een lange reis. Waarheen, dat wisten noch zij, nog hun begeleiders. Eén ding was duidelijk: ver weg'
In de trein ontmoet ze de
oudere en verwarde Dr. Wolf Karlovitsj Leibe, die een belangrijke
rol zal gaan vervullen voor Zulajka.
'Wanneer ze Krasnojarsk naderen, beseft Ignatov wanneer hij bezig is met een stompje potlood de zoveelste "uitvallers" in de map met het opschrift DOSSIER door te strepen, dat hij bij de aanblik van de dicht op elkaar getikte namen geen regels en letters meer ziet, maar namen.'
In Siberië, op
de taiga, weten de overgebleven en verzwakte migranten een nederzetting
op te zetten aan de oever van de Angara. Ze zorgen zelf voor
onderdak en voedsel, en spannen zich in om te overleven in het barre klimaat.
Ook Zulakja weet zich staande te houden en het lukt haar zelfs tevreden te zijn
met haar bestaan en beleeft enkele vertederende momenten van genegenheid.
'De Sovjet-Unie had zo reeds in de jaren dertig haar eigen Holocaust waarover achteraf een diep stilzwijgen werd bewaard. In 1931 waren er al meer dan 100 nederzettingen, oftewel staatsverbeterkampen, in Oost-Siberië.'
Zal Zulajka daadwerkelijk
haar ogen openen..............?
Met deze historische
debuutroman heeft Guzel Jachina een mooi plekje veroverd aan het Russische
literaire firmament.
Het is een overdonderende
ervaring om dit wonderschone en ontroerende verhaal te lezen. Je wordt
letterlijk meegezogen in het leven en de dekoelakkisering, (deportatie) op last
van Stalin, van de Tataren in de jaren '30 van de vorige eeuw.
De personages zijn goed
uitgewerkt, wat het verhaal de onontbeerlijke diepgang geeft en de lezer zich
moeiteloos laat inleven in de karakters. De mooi uitgewerkte denkwereld van
Zulajka en haar demonen slepen de lezer mee het verhaal in.
De beschrijvingen zijn
rauw én poëtisch, tegenstrijdige omschrijvingen die in dit boek wonderwel
samenkomen. Sommige passages doen vermoeden dat ze wat geromantiseerd zijn,
maar het harde leven op de taiga wordt uitgebreid beschreven.
Het stijlvolle gebruik van
metaforen en beeldende beschrijvingen geven kleur, geur en zelfs het gevoel van
temperatuur aan het verhaal. Een verhaal om in weg te zinken, ontroerend, maar
nergens sentimenteel en het geeft op een prachtige manier weer hoe een mens
zich staande weet te houden, ook al zijn de omstandigheden bitter, hard en
uitzichtloos.
Een regelrechte aanrader
voor de lezer die zich wil verliezen in een prachtig boek, waarbij een stuk
geschiedenis wordt verteld, die weliswaar in grote lijnen wel bekend is, maar
waar 80 jaar over is gezwegen.
Auteur
Guzel Jachina (1977) is
schrijver en filmmaker van Tataarse afkomst. Ze verstaat de kunst om emoties
zuiver te verwoorden en heeft het gelaagde boek geschreven met het ware verhaal
van haar grootmoeder in haar gedachten.
Dit debuut heeft veel
prijzen gewonnen, onder andere de belangrijke Russische literaire prijs, Big
Book Prize.
In de tekst staan cursief
gedrukte Tataarse woorden en uitdrukkingen, die de sfeer van het verhaal
benadrukken. Een verklarende lijst achterin het boek met de gebruikte Tataarse
woorden en uitdrukkingen, geven verduidelijking.
Auteur: Guzel Jachina
Categorie: Roman
Pagina's: 480
Uitgeverij: Querido
ISBN: 9789021403014
Verschenen: januari 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.