vrijdag 23 februari 2018

Auke Hulst - Kinderen van het ruige land

Recensie van Roosje
Uitgever: Anthos


Hallucinerende herinneringen of mijn moeder, de clochard


‘Zijn moeder was verdwenen. Nee, herstel: ze had zichzelf zoekgemaakt. Ze wilde tegelijk dood en in leven zijn, en die puzzel probeerde ze al sinds haar jonge jaren op te lossen. Nu belde ze Kai vanuit een naamloos ergens, voornamelijk om hem geld te vragen. Hij was drieëntwintig en had geen geld, dat wist ze best. Als beginnend journalist verdiende hij nauwelijks iets, en hij moest er ook nog zijn broer en zijn katten te eten van geven.
‘Waar ben je?’ vroeg hij. [...]
‘Ik ben oké’, zei ze. ‘Ik ben nog in leven.” (begin boek)

‘‘Waar denk je aan?’ vroeg hij.
‘Niets,’ zei ze. ‘Ga maar verder met je werk.’
In haar blik lag de uitdrukking van een bajesklant die, na een mislukte poging, alweer nadacht over de volgende uitbraak.’ (einde van het boek)

Clochard 

Toen Kai’s vader overleed, net voordat Kai acht jaar werd, veranderende alles. Het positief anarchistisch gezin, dat leefde in de door vader zelfuitgeroepen Vrijstaat, onderging een metamorfose; het werd een losgeslagen troep kinderen met hun afwezige moeder in een ruig gebied, maar dat is nog maar een deel van het verhaal. Kai is het hoofdpersonage, verder zijn er nog zijn één jaar oudere broer Kurt* en zijn zusjes Shirley Jane en Deedee (kort voor Dieudonnée).

Moeder heeft altijd al een clochard willen wezen, levend van de hand in de tand, maar verloren in haar verdriet is er geen enkele reden meer voor haar om een normaal leven te leiden. Ze kan niet met geld omgaan en dat wil ze ook niet kunnen. Ze is er volgens zichzelf een meester in ad hoc-oplossingen te verzinnen. Meestal zijn het haar ouders die financieel bijspringen, maar er zijn ook de talloze mannen en minnaars in haar leven, die een handje uitsteken.

Toch lijkt dat niet haar bedoeling de mannen te strikken om hun een poot uit te draaien. Ze wil leven van de wind en laat de dingen komen zoals ze komen. Dat dat niet een heel handige houding is als je de zorg hebt voor vier kinderen lijkt haar weinig te deren. Maar soms voelt ze zich wel schuldig naar haar kinderen, vooral wanneer Kai noodgedwongen de leiding van haar leven overneemt. Kai neigt ertoe zijn jong overleden vader te idealiseren en zijn afwezige en disfunctionerende moeder de zwarte piet toe te spelen.

Structuur en toon

Het verhaal is als de spreekwoordelijke slang die in zijn staart bijt; het verhaal begint en eindigt op hetzelfde punt: moeder zit ergens in Frankrijk en leeft als een clochard; een semi-religieuze clochard, dus God speelt wel een rol. Ze zit in de problemen, maar weigert dat te voelen. Ze schakelt haar soort van ruwe-bolster-blanke-pit-zoon Kai in haar te komen redden.
De structuur lijkt op die van Slachthuis Vijf van Kurt Vonnegut. Kai put uit zijn herinneringen, die voor hem voor het grootste deel pijnlijk en verdrietig zijn, als een Billy Pilgrim ‘lost in time’. Maar tegelijk realiseert hij zich dat hij zich het een en ander wellicht niet helemaal correct herinnert; herinneringen hebben de neiging te liegen of zich te voegen naar het gevoel van het huidige moment (mijn woorden, rdv) of is hij al bezig de herinneringen te stileren omdat hij er een boek van wil maken?

Deze roman is niet alleen een grotendeels autobiografisch verslag van een verwaarloosde jeugd, maar ook de wording van een roman. Hulst verantwoordt dit in een Nawoord achter zijn roman: het is deels autobio en deels fictie om er een goed verhaal over te kunnen schrijven. Mij gaat het erom dat de schrijver mij als lezer kan overtuigen ongeacht de hoeveelheid aan autobiografische elementen. Ik begrijp dat Hulst dit zegt: hij wil de eeuwige vraag van interviewers voor zijn: ‘Is je boek autobiografisch?’
Een belachelijke vraag: who cares?

Het is een heel vol boek geworden, gefragmenteerd, van de hak op de tak springend, maar ook een verhaal waar de emoties vanaf spatten. Ik kreeg wat de toon betreft, de boosheid, de heftigheid, de intensheid van de persoonlijke belevenissen, reminiscenties aan Birney’s De tolk van Java.
Het scharnierpunt is vaders dood, alsof Kai uit minstens twee personen bestaat: die van voor vaders dood en die van daarna.

Motieven - onder andere -

Astrofysica en science fiction-boeken, ontsnapping en zingeving. Eerder functioneert de wetenschap in dienst van de scifi dan dat Kai werkelijk wil weten hoe het feitelijk in elkaar steekt. Zijn lievelingsschrijvers zijn o.a. Robert Heinlein met zijn multiversum en parallelle universums, die voor de getroebleerde Kai weidse vluchtwegen zijn. De reeds genoemde Kurt Vonnegut - een van de motti is van hem -, Philip K. Dick, Frank Herberts baron Harkonnen uit Dune komt even langs, en persoonlijk moest ik hierbij aan Kurt denken, die maar niet kan stoppen met het zich volproppen met snoep en chips. Ik ben niet meer zo into scifi, maar de door Kai gelezen auteurs ken ik goed.

Muziek, jazz en blues van de vader, de punk van het eigen bandje. Als de muziek maar flink afwijkt van de mainstream music. Op het moment dat de muziek te melodieus wordt en werkelijk ergens op gaat lijken stoppen ze ermee. Kurt wordt een soort van componist van elektronische muziek. Maar, anders dan Kai, lijkt hij het niet erg serieus te nemen. Het componeren lijkt zijn luiheid en ‘Oblomovisme’ te rechtvaardigen.

Strips tekenen. Eerder dan dat hij schrijft tekent Kai strips. Het liefst op school, waar hij geen zin in heeft en daarmee poogt te ontsnappen aan het curriculum. Grappig is dat ik vroeger op school ook een jongen in de klas had die de hele tijd zat te tekenen en zich niets aantrok van wat er in de klas gebeurde. Ik weet niet of hij ooit zijn examen gehaald heeft.

Het ravotten en verblijven in de natuur, het Ruige Land; ook Henry David Thoreau komt hier om de hoek kijken. Evenals Kester Freriks, Verborgen wildernis, maar dat boek ken ik niet. De natuur is enerzijds symbool voor de paradijselijke staat van ravotten en doen waar je zin in hebt zonder regels en wetten, wel met wat Lord of the Flies-achtige narigheden tussen de jongens. Plus het verzet van de jongens tegen alles wat het gezag vertegenwoordigt. - Gek genoeg is hun moeder ook een soort anarchist maar wel eentje die voor de VVD is.-  Daarbij hoort het aantal dieren dat zij hebben: een enorme kattenpopulatie, een pony, een cavia, kippen, maar sommige van die beesten komen ellendig aan hun eind. Anderzijds staan de natuur en de dieren symbool voor de verregaande staat van verwaarlozing. Kai weet zelf niet goed welke van beide kanten hij moet kiezen, en waarschijnlijk zijn beide polen in gelijke mate van belang.

‘Jaren verstrekken en het land kreeg iets mythisch. De wildernis werd wilder dan ze ooit was geweest; de lange zandrug die door veengronden kronkelde - vaste bodem onder een keten van wegdorpen - werd in gedachten steeds groter. De keten had de vorm van een halve maan, het het Ruige Land lag precies in het hart ervan. Van de wouden van weleer restte niet veel - bomen waren gekapt, turf was gestoken, huizen gebouwd en akkers verdeeld tijdens de ruilverkaveling. Maar het bos van het Ruige Land had zich eraan onttrokken. Erin doordringen was terugreizen in de tijd en een blik werpen op de toekomst, op wat vooraf was gegaan en iedereen overleven zou.’ (hfdst Wildernis)

Meer motieven - onder andere-

Dingen construeren, zoals een raket. Dit hoort thuis bij het construeren van een eigen wereld tegen de wereld van de anderen, die van het dorp, die van school, die van de minnaars van moeder. Natuurlijk komt het project niet af.
Voortdurende concurrentie met Kurt, de oudere broer. De broers, Kai en Kurt zijn als Kaïn en Abel, maar vermoedelijk zijn alle broers zo. Elke broer wil beter zijn dan zijn broer. Voortdurende concurrentie is een feit. Het houdt de machine aan de gang.
Gedoe met vriendjes, zoals Jarmusch - naar de regisseur van sombere zwart-wit indie-films. Vriendjes hebben een beetje de functie van een broer. Vriendjes van Kai worden steeds door Kurt ingepikt, de oudere, de gemenere, de dikkeren, die meer gewicht - ook letterlijk - in de strijd gooien.

Ongezond leven, het eten van chips en zwart-wit-bollen, en het drinken van cola als uiting van het disfunctionele gezin, een moeder die niet goed voor haar kinderen zorgt. Volgens haar eigen zeggen lieten de kinderen zich niet veel aan haar gelegen liggen; zij heeft echt haar best gedaan. Maar net als Kai laat de lezer zich niet helemaal door haar overtuigen. Je beleeft het verhaal door Kai’s ogen, maar er is wel degelijk een suggestie dat die ogen van Kai niet de hele werkelijkheid gezien hebben; en Kai realiseert zich dat.

Seksuele fantasieën over met name het onbekende ‘karamelkleurige meisje’. Natuurlijk, een jongen denkt altijd aan seks. Dat heeft verder geen betoog nodig. Zeker een jongen die een beetje bleu is als Kai en bang is van meisjes.
Het niet naar school willen; het langdurig ziek zijn. Dat is het verzet van Kai tegen de wereld, tegen zijn moeder. Maar in dit geval neemt zijn moeder het helemaal voor hem op. Sterker nog, zij moedigt hem aan vooral nog lang niet naar school te gaan.

De nachtmerries die Kai bij voortduring heeft. Een jongen die meer de ruwe-bolster-blanke-pit had willen zijn, zoals de jongens van het motto voorin uit de film Rumble Fish van F.F. Coppola met een sterrencast aan jonge acteur uit 1983. Meer stoer vooral, minder kwetsbaar dan hij zich voelde, niet opgewassen tegen het leven na de dood van zijn vader. Het leven dat een nachtmerrie was geworden waaruit hij maar niet wakker kon worden.

Hij keek om zich heen. Wat hij niet wist: de oude vrouw had Deedee een been afgerukt en het zonder kauwen naar binnen gewerkt, zoals een slang een muis verslindt. Bloed gutste uit Deedees heup en maakte een nat spoor op uitgeharde modder. In de droom zag hij niet wat hij als dromer zag. Hij wilde zichzelf toeschreeuwen: kijk dan! Word wakker en kijk!’ (hfdst Eindtijd)

De issues met vader en moeder; het disfunctionele gezin; opgroeien in het ruige land; dat is meer een thema te noemen. Alle hierboven genoemde motieven staan hiermee in verband.

Tot slot

Een vol boek, vol emoties, vol gebeurtenissen, hallucinerend door tijd en ruimte en door herinneringen waarvan Kai niet weet of ze echt zijn of niet, of wat hij er überhaupt mee moet. Heftig en hallucinogeen: een road trip naar... ja... waarheen?

*Ongetwijfeld een verwijzing naar een van Kai’s lievelingsschrijvers, Kurt Vonnegut; naar mijn idee heeft de structuur van Vonneguts Slachthuis Vijf aan de basis gelegen van dit boek: door de tijd heen hopsend als een bibberende pseudo-spiraal. Waar brengen herinneringen Kai heen, die net als Billy Pilgrim dolend is in tijd en ruimte, ‘lost in space’ en vooral ‘in time’? Mind blowing is natuurlijk dat Kurt Kurt heet, voordat Kai überhaupt kennis heeft gemaakt met boeken van Vonnegut: ook dit gegeven is een reis in de tijd of ‘lost in time’, wat in dit boek hetzelfde is.

Over de auteur

Auke Anthony Hulst (Hoogezand-Sappemeer, 20 mei 1975), is een Nederlandse romanschrijver, journalist en muzikant.
De kinderen van het Ruige Land is zijn debuut.
In 2014 publiceerde hij Buitenwereld, binnenzee, een bundel met verhalen en beschouwingen op het snijvlak van literatuur en reizen. In 2015 verscheen Slaap zacht, Johnny Idaho, een roman over actuele thema's als economische apartheid en surveillance. Najaar 2016 volgde de roman En ik herinner me Titus Broederland, die op de longlist stond van de Libris Literatuurprijs en de ECI Literatuurprijs.

Auteur: Auke Hulst
Uitgever: Anthos
331 pagina's
Oorspronkelijk: 2012
ISBN: 9789041424907
Categorieën: Literaire roman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.