Recensie van Roosje
Uitgever: Anthos
Hallucinerende herinneringen of mijn moeder, de
clochard
‘Zijn moeder was verdwenen. Nee, herstel: ze had
zichzelf zoekgemaakt. Ze wilde tegelijk dood en in leven zijn, en die puzzel
probeerde ze al sinds haar jonge jaren op te lossen. Nu belde ze Kai vanuit een
naamloos ergens, voornamelijk om hem geld te vragen. Hij was drieëntwintig en
had geen geld, dat wist ze best. Als beginnend journalist verdiende hij
nauwelijks iets, en hij moest er ook nog zijn broer en zijn katten te eten van
geven.
‘Waar ben je?’ vroeg hij. [...]
‘Ik ben oké’, zei ze. ‘Ik ben nog in leven.” (begin
boek)
‘‘Waar denk je aan?’ vroeg hij.
‘Niets,’ zei ze. ‘Ga maar verder met je werk.’
In haar blik lag de uitdrukking van een bajesklant
die, na een mislukte poging, alweer nadacht over de volgende uitbraak.’
(einde van het boek)
Clochard
Toen
Kai’s vader overleed, net voordat Kai acht jaar werd, veranderende alles. Het
positief anarchistisch gezin, dat leefde in de door vader zelfuitgeroepen
Vrijstaat, onderging een metamorfose; het werd een losgeslagen troep kinderen
met hun afwezige moeder in een ruig gebied, maar dat is nog maar een deel van
het verhaal. Kai is het hoofdpersonage, verder zijn er nog zijn één jaar oudere
broer Kurt* en zijn zusjes Shirley Jane en Deedee (kort voor Dieudonnée).
Moeder
heeft altijd al een clochard willen wezen, levend van de hand in de tand, maar
verloren in haar verdriet is er geen enkele reden meer voor haar om een normaal
leven te leiden. Ze kan niet met geld omgaan en dat wil ze ook niet kunnen. Ze
is er volgens zichzelf een meester in ad hoc-oplossingen te verzinnen. Meestal
zijn het haar ouders die financieel bijspringen, maar er zijn ook de talloze
mannen en minnaars in haar leven, die een handje uitsteken.
Toch
lijkt dat niet haar bedoeling de mannen te strikken om hun een poot uit te
draaien. Ze wil leven van de wind en laat de dingen komen zoals ze komen. Dat
dat niet een heel handige houding is als je de zorg hebt voor vier kinderen
lijkt haar weinig te deren. Maar soms voelt ze zich wel schuldig naar haar
kinderen, vooral wanneer Kai noodgedwongen de leiding van haar leven overneemt.
Kai neigt ertoe zijn jong overleden vader te idealiseren en zijn afwezige en
disfunctionerende moeder de zwarte piet toe te spelen.
Structuur en toon
Het
verhaal is als de spreekwoordelijke slang die in zijn staart bijt; het verhaal
begint en eindigt op hetzelfde punt: moeder zit ergens in Frankrijk en leeft
als een clochard; een semi-religieuze clochard, dus God speelt wel
een rol. Ze zit in de problemen, maar weigert dat te voelen. Ze schakelt haar
soort van ruwe-bolster-blanke-pit-zoon Kai in haar te komen redden.
De
structuur lijkt op die van Slachthuis Vijf
van Kurt Vonnegut. Kai put uit zijn herinneringen, die voor hem voor het
grootste deel pijnlijk en verdrietig zijn, als een Billy Pilgrim ‘lost in time’. Maar tegelijk realiseert hij
zich dat hij zich het een en ander wellicht niet helemaal correct herinnert;
herinneringen hebben de neiging te liegen of zich te voegen naar het gevoel van
het huidige moment (mijn woorden, rdv) of is hij al bezig de herinneringen te
stileren omdat hij er een boek van wil maken?
Deze
roman is niet alleen een grotendeels autobiografisch verslag van een
verwaarloosde jeugd, maar ook de wording van een roman. Hulst verantwoordt dit
in een Nawoord achter zijn roman: het is
deels autobio en deels fictie om er een goed verhaal over te kunnen schrijven.
Mij gaat het erom dat de schrijver mij als lezer kan overtuigen ongeacht de
hoeveelheid aan autobiografische elementen. Ik begrijp dat Hulst dit zegt: hij
wil de eeuwige vraag van interviewers voor zijn: ‘Is je boek autobiografisch?’
Een
belachelijke vraag: who cares?
Het is
een heel vol boek geworden, gefragmenteerd, van de hak op de tak springend,
maar ook een verhaal waar de emoties vanaf spatten. Ik kreeg wat de toon
betreft, de boosheid, de heftigheid, de intensheid van de persoonlijke
belevenissen, reminiscenties aan Birney’s De
tolk van Java.
Het
scharnierpunt is vaders dood, alsof Kai uit minstens twee personen bestaat: die
van voor vaders dood en die van daarna.
Motieven - onder andere -
Astrofysica
en science fiction-boeken, ontsnapping en zingeving. Eerder functioneert de
wetenschap in dienst van de scifi dan dat Kai werkelijk wil weten hoe het
feitelijk in elkaar steekt. Zijn lievelingsschrijvers zijn o.a. Robert Heinlein
met zijn multiversum en parallelle universums, die voor de getroebleerde Kai
weidse vluchtwegen zijn. De reeds genoemde Kurt Vonnegut - een van de motti is
van hem -, Philip K. Dick, Frank Herberts baron Harkonnen uit Dune komt even langs, en persoonlijk moest ik
hierbij aan Kurt denken, die maar niet kan stoppen met het zich volproppen met
snoep en chips. Ik ben niet meer zo into
scifi, maar de door Kai gelezen auteurs ken ik goed.
Muziek,
jazz en blues van de vader, de punk van het eigen bandje. Als de muziek maar
flink afwijkt van de mainstream music.
Op het moment dat de muziek te melodieus wordt en werkelijk ergens op gaat
lijken stoppen ze ermee. Kurt wordt een soort van componist van elektronische
muziek. Maar, anders dan Kai, lijkt hij het niet erg serieus te nemen. Het
componeren lijkt zijn luiheid en ‘Oblomovisme’ te rechtvaardigen.
Strips
tekenen. Eerder dan dat hij schrijft tekent Kai strips. Het liefst op school,
waar hij geen zin in heeft en daarmee poogt te ontsnappen aan het curriculum.
Grappig is dat ik vroeger op school ook een jongen in de klas had die de hele
tijd zat te tekenen en zich niets aantrok van wat er in de klas gebeurde. Ik
weet niet of hij ooit zijn examen gehaald heeft.
Het
ravotten en verblijven in de natuur, het Ruige Land; ook Henry David Thoreau
komt hier om de hoek kijken. Evenals Kester Freriks, Verborgen wildernis, maar dat boek ken ik niet. De natuur is
enerzijds symbool voor de paradijselijke staat van ravotten en doen waar je zin
in hebt zonder regels en wetten, wel met wat Lord
of the Flies-achtige narigheden tussen de jongens. Plus het verzet van
de jongens tegen alles wat het gezag vertegenwoordigt. - Gek genoeg is hun
moeder ook een soort anarchist maar wel eentje die voor de VVD is.-
Daarbij hoort het aantal dieren dat zij hebben: een enorme
kattenpopulatie, een pony, een cavia, kippen, maar sommige van die beesten
komen ellendig aan hun eind. Anderzijds staan de natuur en de dieren symbool
voor de verregaande staat van verwaarlozing. Kai weet zelf niet goed welke van
beide kanten hij moet kiezen, en waarschijnlijk zijn beide polen in gelijke
mate van belang.
‘Jaren verstrekken en het land kreeg iets mythisch.
De wildernis werd wilder dan ze ooit was geweest; de lange zandrug die door
veengronden kronkelde - vaste bodem onder een keten van wegdorpen - werd in
gedachten steeds groter. De keten had de vorm van een halve maan, het het Ruige
Land lag precies in het hart ervan. Van de wouden van weleer restte niet veel -
bomen waren gekapt, turf was gestoken, huizen gebouwd en akkers verdeeld
tijdens de ruilverkaveling. Maar het bos van het Ruige Land had zich eraan
onttrokken. Erin doordringen was terugreizen in de tijd en een blik werpen op
de toekomst, op wat vooraf was gegaan en iedereen overleven zou.’ (hfdst
Wildernis)
Meer motieven - onder andere-
Dingen
construeren, zoals een raket. Dit hoort thuis bij het
construeren van een eigen wereld tegen de wereld van de anderen, die van het
dorp, die van school, die van de minnaars van moeder. Natuurlijk komt het
project niet af.
Voortdurende
concurrentie met Kurt, de oudere broer. De broers, Kai en Kurt zijn als Kaïn en
Abel, maar vermoedelijk zijn alle broers zo. Elke broer wil beter zijn dan zijn
broer. Voortdurende concurrentie is een feit. Het houdt de machine aan de gang.
Gedoe
met vriendjes, zoals Jarmusch - naar de regisseur van sombere zwart-wit
indie-films. Vriendjes hebben een beetje de functie van een broer. Vriendjes
van Kai worden steeds door Kurt ingepikt, de oudere, de gemenere, de dikkeren,
die meer gewicht - ook letterlijk - in de strijd gooien.
Ongezond
leven, het eten van chips en zwart-wit-bollen, en het drinken van cola als uiting
van het disfunctionele gezin, een moeder die niet goed voor haar kinderen
zorgt. Volgens haar eigen zeggen lieten de kinderen zich niet veel aan haar
gelegen liggen; zij heeft echt haar best gedaan. Maar net als Kai laat de lezer
zich niet helemaal door haar overtuigen. Je beleeft het verhaal door Kai’s
ogen, maar er is wel degelijk een suggestie dat die ogen van Kai niet de hele
werkelijkheid gezien hebben; en Kai realiseert zich dat.
Seksuele
fantasieën over met name het onbekende ‘karamelkleurige meisje’. Natuurlijk, een
jongen denkt altijd aan seks. Dat heeft verder geen betoog nodig. Zeker een
jongen die een beetje bleu is als Kai en bang is van meisjes.
Het niet
naar school willen; het langdurig ziek zijn. Dat is het verzet van Kai tegen de
wereld, tegen zijn moeder. Maar in dit geval neemt zijn moeder het helemaal
voor hem op. Sterker nog, zij moedigt hem aan vooral nog lang niet naar school
te gaan.
De
nachtmerries die Kai bij voortduring heeft. Een jongen die meer de
ruwe-bolster-blanke-pit had willen zijn, zoals de jongens van het motto voorin
uit de film Rumble Fish van F.F. Coppola
met een sterrencast aan jonge acteur uit 1983. Meer stoer vooral, minder
kwetsbaar dan hij zich voelde, niet opgewassen tegen het leven na de dood van
zijn vader. Het leven dat een nachtmerrie was geworden waaruit hij maar niet
wakker kon worden.
‘Hij keek om zich heen. Wat hij niet wist: de oude
vrouw had Deedee een been afgerukt en het zonder kauwen naar binnen gewerkt,
zoals een slang een muis verslindt. Bloed gutste uit Deedees heup en maakte een
nat spoor op uitgeharde modder. In de droom zag hij niet wat hij als dromer
zag. Hij wilde zichzelf toeschreeuwen: kijk dan! Word wakker en kijk!’
(hfdst Eindtijd)
De
issues met vader en moeder; het disfunctionele gezin; opgroeien in het ruige
land; dat is meer een thema te noemen. Alle hierboven genoemde motieven staan
hiermee in verband.
Tot slot
Een vol
boek, vol emoties, vol gebeurtenissen, hallucinerend door tijd en ruimte en
door herinneringen waarvan Kai niet weet of ze echt zijn of niet, of wat hij er
überhaupt mee moet. Heftig en hallucinogeen: een road
trip naar... ja... waarheen?
*Ongetwijfeld een verwijzing
naar een van Kai’s lievelingsschrijvers, Kurt Vonnegut; naar mijn idee heeft de
structuur van Vonneguts Slachthuis Vijf aan de basis gelegen van dit boek: door de tijd
heen hopsend als een bibberende pseudo-spiraal. Waar brengen herinneringen
Kai heen, die net als Billy Pilgrim dolend is in tijd en ruimte, ‘lost in
space’ en vooral ‘in time’? Mind blowing is natuurlijk dat Kurt Kurt
heet, voordat Kai überhaupt kennis heeft gemaakt met boeken van Vonnegut: ook dit
gegeven is een reis in de tijd of ‘lost in time’, wat in dit boek hetzelfde
is.
Auke
Anthony Hulst (Hoogezand-Sappemeer, 20 mei 1975), is een Nederlandse
romanschrijver, journalist en muzikant.
De kinderen van het Ruige Land is zijn debuut.
In 2014
publiceerde hij Buitenwereld, binnenzee, een bundel met verhalen en
beschouwingen op het snijvlak van literatuur en reizen. In 2015 verscheen Slaap zacht, Johnny Idaho, een roman over
actuele thema's als economische apartheid en surveillance. Najaar 2016 volgde
de roman En ik herinner me Titus Broederland,
die op de longlist stond van de Libris Literatuurprijs en de ECI
Literatuurprijs.
Auteur:
Auke Hulst
Uitgever:
Anthos
331
pagina's
Oorspronkelijk:
2012
ISBN: 9789041424907
Categorieën: Literaire roman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.