Recensie van Roosje
Uitgever: Athenaeum - Polak & Van
Gennep
Een
heldenzang, maar gelukkig zijn er toch een paar vrouwen bij
Μῆνιν ἄειδε, θεά, Πηληιάδεω Ἀχιλῆος
(Bezing
de wrok, godin, van Peleus' zoon Achilleus)
— Ilias, boek I,
versregel 1
Vooraf
Laat er geen misverstand over bestaan: deze ‘bespreking’ van de Ilias, is geen echte recensie. Het is een persoonlijk leesverslag. Mijn ervaring met luisteren van de Ilias in de vertaling van Patrick Lateur en ook door hemzelf in zangerig Vlaams voorgelezen en het proza-epos van Frans van Oldenburg Ermke, dat ik soms raadpleegde bij mijn eigen vertalingen als 17-jarige.
Mijn eerste ervaring
Mijn eerste ervaring met
dit heldenepos gaat een paar decennia terug. Er zijn meer mensen van mijn
leeftijd die als gymnasiast - en sommigen als zeer naïef gymnasiast;
ik was er zo één Homeros gingen lezen. Meestal begon je in de Odyssee,
in boek Zes, waar Odysseus door de blankarmige Nausicaä gevonden
wordt op het strand van haar vaders gebied; hij was daar aangespoeld. De Odyssee is
meer verhalend en daardoor voor een puber wat aantrekkelijker, want makkelijk
lezen en vertalen was dat oude Grieks helemaal niet. Voor een enkeling wel, die
ging dan later zelf Klassieke Talen studeren. Nergens vind je zulke
intelligente studenten als onder classici.
Maar de Ilias kwam
toch al snel om de hoek kijken. Het duurde toch wel een poosje voor ik door had
dat niet zozeer de strijd tussen Grieken en Trojanen centraal stond in dit
epos, ja, wel natuurlijk maar op een ander niveau. Het is de vete tussen
Agamemnon, de aanvoerder van de verzamelde Griekse troepen, en Achilles of Achilleus,
zoals hij in de oude tekst heet, de grootste held van Grieken, die het centrale
thema is van dit epos. Vaak heeft de Ilias de ondertitel De wrok van
Achilles. En daarmee wordt dat vreselijke oude verhaal, volgens mij van
ongeveer 6e eeuw voor Christus - ik las net op Wikipedia dat Homeros zelfs
800 voor het begin van onze jaartelling geleefd heeft -, dit oude
verhaal dus, wordt ineens een heel modern stuk over onbegrip en afgunst tussen
twee mensen. Psychologisch mag je het niet noemen, maar het gaat een heel eind
in die richting; algemeen menselijk kun je beter zeggen.
Aanleiding: Chryseïs en Briseïs
Wat is er gebeurd?
Agamemnon moest zijn oorlogsbuit, de slavin Chryseïs afstaan omdat
haar vader een priester was van Apollo en de vader zijn meerdere had verzocht
zijn dochter terug te bezorgen. Apollo is vertoornd en stuurt als straf de pest
naar het Griekse legerkamp en Agamemnon kan niet anders dan hem gehoorzamen. De
grote legeraanvoerder wentelde zijn boosheid en wrok af op de grootste der
Griekse helden Achilleus. De laatste had Agamemnon dringend geadviseerd Chryseïs aan
haar vader terug te geven voor een hoog losgeld. Niet heel slim van Achilleus,
die waarschijnlijk evenmin als zijn baas verstoken was van een
flinke portie hybris. Daarop eiste Agamemnon van zijn ondergeschikte Achilleus’
slavin Briseïs als genoegdoening op. Agamemnon was nogal een alfaman en
kon het niet uitstaan dat Achilleus hem hierin zou overtreffen: hij
wel een hooggeplaatste en mooie slavin als oorlogsbuit en ik niet*.
Kijk, Achilleus was
hem in zeker opzicht de baas: Achilleus was de zoon van Peleus (hoewel
er ook stemmen waren die de naam van Zeus rondstrooiden als zijnde zijn
vader...), de koning van de Myrmidonen in het Griekse Thessalië, en
de Nereïde Thetis, de dochter van Nereus, de kleinzoon van Aiakos (Aeacus)
en hierdoor een afstammeling van Zeus, dus eigenlijk een halfgod; Achilleus was
bijna onsterfelijk, alleen in zijn hiel - inderdaad: de achillespees - was hij
kwetsbaar, en Griekse strijders droegen volgens mij geen laarzen om hun hielen
te beschermen. Zij streden vanaf strijdwagens.
Agamemnon is de zoon van Atreus,
koning van Mycene, en Airope. Agamemnon had een broer, Menelaos, aan
wie zijn vrouw Helena ontroofd was door de Trojaan Paris. *** Maar
Agamemnon aan de andere kant, had de grootste wereldlijke macht; hij is niet
voor niets de opperbevelhebber van de verzamelde Griekse troepen, maar het is
hem misschien een beetje naar het hoofd gestegen.
Beetje
ingewikkeld allemaal, met al die afstammingen maar die vormen een kloek deel
van de Ilias en ook van de Odyssee. Het was vroeger erg belangrijk te weten wie
je voor je had. Ik moest soms ook denken aan al die afstammingslijsten in
de Bijbel. Weten van wie je afstamt is belangrijk om te weten wie jij bent. Hoe
dan ook, Achilleus denkt: Nou makker, je kan me wat, ik weiger te
vechten, want jij minacht mij. Zoek het maar uit, ik neem mijn schip en ik vaar
huiswaarts.
Een paar helden
Verschillende helden
symboliseren verschillende karakters. Het is duidelijk dat Achilleus op
en top een gevoelsmens is en Odysseus staat daar lijnrecht tegenover, want dat
is een verstandsmens, listig, berekenend zelfs. Nestor, de oude held, is wijs
en voorziet steeds in wijze raad. Hij is het die Achilleus aanraadt Patroklos te
laten strijden in Achilleus’ wapenrusting om de Trojanen schrik aan te
jagen; een vorm van psychologische oorlogsvoering. Achteraf kun je denken: was
dat nu wel verstandig?
Ajax of in het Grieks Aias,
is ook een van de befaamde helden, net als Diomedes.
Aan Trojaanse zijde zijn
dat Hektor als primus inter pares, Sarpedon en
niet te vergeten Aeneas, over wie Vergilius later een Odyssee-gelijk epos
schreef over de stichting van Rome. Ik kwam Aeneas nu zo vaak tegen bij deze
volledige lezing dat ik dacht: hoe kan ik hem op school zo gemist hebben in de
Ilias? Natuurlijk lazen we ook de Aeneïs, maar ik herinner me hem niet bij Homeros.
De helden streden op het slachtveld in
een wagen. De relatie met hun wagenmenner was van groot belang. Vele
wagenmenners worden met naam en toenaam vereeuwigd in de Ilias.
Hoe nu verder?
Het is inmiddels ook
duidelijk dat Grieken en Trojanen al een behoorlijke tijd tegen elkaar vechten
- de mare gaat: tien jaar, maar dat wordt in de Ilias niet gezegd
- en dat de strijd behoorlijk in een impasse is geraakt. Er is zelfs sprake dat
de Grieken onverrichter zake naar huis zullen gaan, zonder dat zij Helena terug
kunnen bezorgen aan haar rechtmatige echtgenoot Menelaos.
*Er moet iets gebeuren.
Wij weten inmiddels hoe het afloopt.
Voor de mensen die geen spoilers willen: lees hier
niet verder!!*
Wat gebeurt er?
Achilleus’
liefste vriend, Patroklos, met wie hij opgegroeid is, sneeft in Achilleus’
wapenrusting door de hand van de lafhartige van Trojes grootste held Hektor.
Lafhartig volgens de Grieken dan maar op andere plaatsen wordt Hektor dan
weer bewonderd. Achilleus is buiten zinnen van verdriet, neemt de
wapens weer op - en krijgt slavin Briseïs weer terug - maar kan ook
de oorlog niet tot een einde brengen. Hij wil Hektor verslaan en het
lijk van Patroklos terugbrengen, want Hektor laat dat niet
gaan.
Er werd wel door ons
vroeger veel gespeculeerd over de relatie tussen Patroklos en
boezemvriend Achilleus. Dat die Grieken ook erg van de mannenliefde waren
wisten wij wel maar daar werd ongetwijfeld bewust weinig aandacht aan besteed.
Wie gaat er uiteindelijk
met de hoogste roem vandoor aan het eind van de Ilias? Wie zorgt er
nu werkelijk voor dat de Grieken de overwinning bereiken? Niet Achilleus is
dat, de befaamste der Grieken, maar die vermaledijde Odysseus met
zijn grove list van het Trojaanse Paard. Het Trojaanse-Paard-verhaal
staat niet in de Ilias maar in de Odyssee. Odysseus is niet overal in de Ilias van
even goede naam en faam. Zijn verstand en listigheid lijken te botsen met de
heersende Griekse krijgsmoraal; de verteller vindt hem een beetje achterbaks.
Ik ben geen classicus en
ik mag er eigenlijk niets over zeggen, maar het zou kunnen dat hier een
ontwikkeling zichtbaar is van pure strijdmoed en brute kracht naar meer
listigheid en de overgang naar een andere oorlogsethiek. In ieder geval is er
sprake van een tegenstelling tussen beide: heldenmoed en listigheid: Achilleus en
Odysseus.
Hoewel er
regelmatig opmerkingen zijn van Grieken over die laffe en amorele Trojanen,
blijkt uit de langdurige strijd alleen al dat de Grieken toch niet zomaar het
gelijk aan hun kant hebben. Dat denk je als naïef scholier natuurlijk wel: de
Trojaan Paris heeft de Griekse Helena geschaakt en dus moet Troje verwoest
worden en Helena, de schoonste aller vrouwen, moet terug naar haar man, Menelaos. Hektor wordt
gevreesd en bewonderd.
File:Achilles Displaying the Body of Hector at the Feet of Patroclus, by JeanJoseph Taillason, 1769, oil on canvas - Krannert Art Museum, UIUC - DSC06264.jpg |
De goden
Maar het zijn niet alleen de stervelingen die het verhaal en deze
heldengeschiedenis bepalen, ook de Olympiërs,
de Chroniden noemt Homeros hen en Lateur met hem, de
afstammelingen van Chronos, de onsterfelijke goden met oppergod Zeus zijn
vanaf het begin betrokken bij deze strijd. Sommigen vechten aan de kant van de
Trojanen, anderen strijden met de Grieken mee. Sommigen dan weer hier dan weer
daar, om het lekker overzichtelijk te houden. Zeus is wat dat
betreft een grote draaikont. De stervelingen trachtten de goden te
vriend te houden of te vermurwen hun voordeel te doen door het
offeren van runderen, schapen en weet ik wat nog meer en het doen van
‘plengoffers’ van wijn en/of olie.
Het aandeel der goden is
zo groot, ook in Odyssee trouwens, dat ik soms denk: gaat het nou eigenlijk wel
over die mensen of gaat het over de goden, of zelfs over de inmenging van de
goden in de mensenwereld. Vreemd is die Griekse en Trojaanse godenwereld.
Trojanen en Grieken maken immers deel uit van dezelfde culturele en sociale
wereld. Steeds meer verbaas ik me erover. Wat zoekt Zeus nou toch de hele tijd
bij de sterfelijke vrouwen? Een schuinsmarcheerder van jewelste. Durven de
godinnen het niet met hem te doen uit angst voor de toorn van zijn wettige
echtgenote Hera? Of zijn sterfelijk vrouwen mooier dan de godinnen, nee, dat
zal toch niet?
Geen vrouw is mooier
dan Afrodite, of is Helena dat wel? Ik bedacht me ook: al de godinnen zijn
zussen of dochters van Zeus, speelt dat een rol? Maar hij was gewoon gehuwd met
zijn zus, Hera. Waarom laat Zeus zijn oog niet vallen op de schoonste aller
vrouwen Helena. Ik geloof niet dat deze vragen te beantwoorden zijn. Al zijn de
Griekse goden en godinnen makkelijker te bereiken dan bijvoorbeeld die van ons,
ze zijn net zo ondoorgrondelijk.
Natuurlijk redeneer ik te
veel vanuit een verlicht humanistisch denken. Voor die Griekse en
Trojaanse helden was de wereld nog onbegrijpelijker en nog minder
controleerbaar dan voor ons 21e-eeuwers.
Hoe lazen
wij?
In een persoonlijk
leesverslag kan ik makkelijker van de hak op de tak springen. En dat doe ik dan
ook.
Al die strijdverslagen
waren voor een scholier niet zo interessant, al die eindeloze afstammingen ook
niet. Wij lazen Homeros niet van kaft tot kaft. Je had eigenlijk ook
weinig zicht op het hele verhaal. Er waren voorkeurspassages, waarschijnlijk
vanuit taaltechnisch en grammaticaal oogpunt. O, ja, wij ‘lazen’ de
klassieken als volgt: voor iedere les kreeg je een passage op die je thuis
moest voorbereiden, vertalen dus in modern Nederlands, maar er waren bepaalde
regels. De les erna moest je de oude vertaling herhalen, repeteren en een nieuw
stuk prepareren, voorbereiden. Ongeveer 20 regels, die verzen genoemd worden.
Een beproefd recept, maar saai! En ook erg moeilijk. Lange zinnen, moeilijke
grammatica, lastige naamvalsvormen, onherkenbare werkwoordsvervoegingen.
Soms had je geen idee wat je aan het doen was. De taal van Homeros is
ouder en is een ander ‘dialect’ dan tragedies van Euripides of de best wel
leuke stukjes van Herodotos. Dat gaf weer extra
problemen. Homeros had een eigen grammatica en een
eigen vocabulair.
Uit het zestiende boek,
de Patrokleia, waarin Patroklos sterft, natuurlijk het
scharnierboek uit de Ilias:
‘En thans gingen de
Grieken op de leiders der Trojanen af. En de dappere Patroklos begon
met Areilycos een scherpte speer in de dij te drijven, juist toen hij
zich afwendde tot de vlucht. De bronzen speerpunt ging recht door het vlees
heen en brak het bot. Het slachtoffer viel voorover in het
stof. Menelaos van zijn kant, die gunsteling van de Oorlogsgod,
trof Thoas in de borst, die hij verzuimde te dekken met zijn schild.
Hij viel en stierf.’ (1959: 277)
En ik vond nog in mijn
school-Homeros een briefje met een vertaling van eigen hand,
waarschijnlijk een paar verzen uit het zestiende boek, maar pin me er niet op
vast:
‘Haar
ten antwoord sprak Zeus, de wolkenverzamelaar: “Door een demon bezetene, altijd
meen je maar en ik ontga je niet, maar je kunt toch niets meer uitrichten, maar
je zult meer bij me uit de gunst zijn, en dat zal voor jou nog
verschrikkelijker zijn, maar als dat zo is, zal ik het fijn vinden, maar ga
zwijgend zitten en gehoorzaam aan mijn woord, opdat niet zo veel goden als er
zijn op de Olympos jou niet tot nut strekken bij mijn nadering,
wanneer ik mijn ongenaakbare handen naar je zal uitstrekken”, zo sprak hij en
de koe-ogige, machtige Hera was bang en zij zat zwijgend, nadat zij haar hart
gekalmeerd had.’
Tja, dat is niet de meest vlotte en leesbare
vertaling, maar zo moesten we dat doen. En dat heette dan nota bene ook nog:
‘Vertaal in goed Nederlands...’; het geciteerde fragment was ‘goed’ Nederlands.
‘Koe-ogige’ Hera
Lichtpuntjes waren er ook
in al die talloze herhalingen de talrijke ‘epitheta ornantia’**** waren
wat van die lichtpuntjes: de ‘blankarmige’ Nausicaä - daardoor kon je
zien dat ze van adel was, ze werkte niet buiten en had daarom geen bruin
kleurtje -; de ‘koe-ogige’ Hera, Lateur vertaalt modern: Hera met de mooie
ogen; uil-ogig was er ook een: Pallas Athena, want zij was zo wijs
als een uil (en zo sluw als een vos, voeg ik er op persoonlijke titel aan toe;
ik begrijp maar al te goed dat Odysseus haar lievelingetje was) . De ‘aardschudder’ Poseidoon,
die het Odysseus belette rechtstreeks huiswaarts te keren. Zeus, de
wolkenverzamelaar; de rozevingerige dageraad. De snelvoetige Achilleus.
Ik had er altijd wel plezier in, in al die epitheta; ze hadden iets archaïsch,
iets uitermate poëtisch.
Een ander lichtpuntje was
het veelvuldig gebruik van ‘homerische vergelijkingen’; laatst las ik het begin
van de Mei van Gorter nog een keer, en daar schrijft Gorter een wel heel
uitgebreide homerische vergelijking met erin nog eens vier onder- en
nevengeschikte homerische vergelijkingen (ja, je kunt het ook overdrijven...).
Veel dieren worden er
gebruikt: dieren als symbool voor menselijke handelingen, gevoelens en
gebeurtenissen: leeuwen, koeien, schapen, geiten, vogels, adelaars, slangen.
Maar ook natuurverschijnselen: rotsen, beken, kloven, akkers.
Het einde
Aldus was de uitvaart van Hector, de mannendodende held
der Trojanen.’ (1959: 425)
De Ilias eindigt met de
begrafenis van Hektor, die door een tranen-met-tuiten-huilende Achilleus verslagen
is. Het is werkelijk opvallend hoeveel tranen die dappere mannetjesputters
plengen; Odysseus heeft er ook een handje van.
Niet eindigt dit heldenepos met
de val van Ilium door de list met het Paard van Troje.
Verzen?
De regels bij Homeros heten
verzen, maar er is geen eindrijm, er is geen binnenrijm, er zijn nauwelijks
alliteraties; de verzen worden gedragen door het metrum, en in dit geval een
vijfvoetige dactylus; dat betekent dat iedere regel vijf maten bevat van een
metrum in lang, kort, kort (de lettergrepen met de klinkers als kern). Dat is
een versmaat die in het Nederlands niet om te zetten is. In onze taal is de
jambe: kort, lang, de meest natuurlijke versvoet. En die heeft Lateur gebruikt
voor zijn vertaling. Verder is dit kopje niet belangrijk.
Homeros
Het is lang niet zeker dat
de blinde dichter en zanger Homeros bestaan heeft en evenmin of de
verhalen uit de Ilias en de Odyssee van één hand zijn. Voor het gemak noemen we
de schrijver en uitvoerder van de heldendichten ‘Homeros’ en dichten hem al de
verhalen toe. Wellicht overbodig te zeggen dat deze epen werden gezongen aan
het hof van koningen aristoi, ‘ter leering ende vermaeck’
en niet werden gelezen.
Homer British Musuem |
En de vrouwen dan?
Ja, de vrouwen... De
Grieken hadden vrouwen niet zo hoog staan. Vrouwen waren er om kinderen te
baren en het huis te bestieren; zij hadden hun godin in Hera, zeker niet de
minste der godinnen. Gelijkwaardig in maatschappelijk en cultureel opzicht
waren vrouwen niet. Toch vind ik het opmerkelijk dat vrouwen in dit epos een
heel belangrijke rol spelen. Het is de schoonste aller vrouwen
Helena, die de reden is tot de Trojaanse oorlog - reden in
literair opzicht -. En dat is bepaald geen kattenpis.
Het zijn de 'slavinnen Chryseïs en Briseïs die
de aanleiding voor de wrok van Achilleus, die er op zijn beurt bijna voor
zorgt dat de oorlog verloren gaat voor de Grieken.
Niet genoemd heb ik de
belangrijke Trojaanse vrouwen, over wie later een prachtige treurspel
zou verschijnen van de hand van Euripides, maar dat was pas veel
later. En al de vrouwelijke godinnen, die een heel bepalende rol spelen in de
strijd: Hera, Pallas Athene, Afrodite niet te vergeten, evenzeer de
aanleiding tot de oorlog, Artemis wordt ook hier en daar genoemd. Een mannenwereld,
absoluut, maar die kon niet bestaan zonder de grote en belangrijke inbreng van
vrouwen.
Het luisteren van Lateurs vertaling
Het is een
hele zit, het luisteren naar ruim 19 uur Ilias, maar ik bleef er niet alleen
mee zitten, ik ging er boodschappen mee doen, ik ging er mee hardlopen, ik
wandelde ermee naar afspraken, en ook zat ik er mee op de bank. Het is geen
spannende thriller, lang zijn de vele strijdverslagen en misschien ook wel een
beetje langdradig. Het zangerige Vlaams van Lateur en het ritme van de woorden,
de epitheta ornantia, de poëtische homerische vergelijkingen, de dialogen,
al die Griekse namen en toch ook het verhaal, en al die goden die maar gevraagd
en vooral ongevraagd zich ertegenaan bemoeiden, dat alles maakte de beleving
van de Ilias als een verhalende muziekstuk, een
opera haast, met verschillende en zich herhalende motieven. Ook hier geldt
weer: geef je eraan over.
Ik kan het
iedereen aanbevelen. Het is begrijpelijk dat je af en toe de weg kwijt bent in
het verhaal, maar dat geeft niet, de draad pak je wel weer ergens op.
Ik weet zeker dat ik niet de enige ben die ervan genoten heeft. Bovendien
hoort dit literaire muziekstuk tot de topstukken van onze letterkunde.
*Die slavinnen, die waren de minsten
niet. Het waren hooggeplaatste mooie vrouwen, met wie de
mannen het bed konden delen en die voor hun meester het huishouden konden doen,
zal ik maar zeggen. In dit geval waren dat vrouwen van de vijanden: Trojaansen en
vrouwen van bondgenoten van Ilium. De Grieken hadden hun vrouwen
vanzelfsprekend thuisgelaten.
Briseïs (Grieks: Βρισηΐς, Brisêis)
was een Trojaanse weduwe (van Lyrnessos, gehuwd met Mines), die door Achilleus tijdens
de Trojaanse oorlog als oorlogsbuit was ontvoerd. Zij werd zijn
lievelingsslavin en minnares.
** De nereïde Thetis werd
geliefd door zowel Zeus als Poseidoon. Toen een voorspelling werd gemaakt dat
zij een zoon zou baren die machtiger dan zijn vader was, haastten beide goden
zich om haar aan Koning Peleus weg te huwen. Zij verzette zich
hiertegen door te veranderen in diverse vormen, maar uiteindelijk ving Peleus haar
en trouwde toch met haar. Tijdens de bruiloft werd de beroemde twistappel
tussen de gasten gegooid. Het kind dat geboren werd, was Achilleus.
*** Bij de Trojaanse
Oorlog, die werd gevoerd voor Menelaos, was Agamemnon legeraanvoerder.
Agamemnon was getrouwd met Klytaimnestra, de halfzus van Helena (Menelaos'
vrouw, die dus in Troje bij Paris zat). Helena omschrijft haar zwager in boek
drie van Homeros' Ilias als ‘machtige heerser, een goed koning en een
krachtige lansvechter’. Agamemnon was niet alleen koning van Mycene, maar
voerde ook het bevel over een groot deel van de Peloponnesos. Daarbij was hij
koning over zee, omdat hij het grootste aandeel aan schepen had in de oorlog
tegen de Trojanen. Niet voor niets was Agamemnon βασιλευτατος πάντων, ‘het
meest konings van allen’.
**** Homeros gebruikte
vaak epitheta zonder dat ze betekenis hadden voor het verhaal. Men noemt dit
een epitheton ornans ('epitheton ter versiering'). Bekende
voorbeelden zijn 'snelvoetige Achilles', 'uilogige Athene' en 'stralende
Odysseus'. Typerend is dat Achilles het epitheton 'stralend' kan gebruiken voor
de Trojaan Hektor ook al is het zijn vijand die hij net gedood heeft
(Ilias, 22, 393). Een dergelijk gebruik van epitheta ornantia komt
voort uit de orale traditie, waarin de dichter een arsenaal van woorden en
formules moest hebben om tijdens de voordracht uit zijn hoofd volledige
versregels te componeren.
Nederlandse
vertalingen en bewerkingen van Ilias:
Homeros : Ilias en Odyssea,
Een tekstgetrouwe weergave door Frans van Oldenburg Ermke, 1959; Kempische
Boekhandel - Retie
Homerus, De Wil van Zeus
[Ilias], vertaald door dr. Jan van Gelder, 1976; Uitgeverij Bert Bakker,
Amsterdam. ISBN 90-6019-154-4
Ilios : het verhaal
van de Trojaanse oorlog door Imme Dros, 1999; De Zilveren Zoen in 2000 voor Ilios ;
een vertaling en bewerking van Ilias van Homerus. ISBN 90-214-6046-7
Ilias De wrok van Achilles
ingeleid en vertaald in Nederlandse Hexameters door H.J. de Roy van Zuydewijn
Nijhoff, 1980 ISBN 90-295-2058-2
Homerus Ilias vertaald
door M.A. Schwartz, met een nawoord van Piet Gerbrandy, Athenaeum -
Polak & Van Gennep, Amsterdam 2008 (16e druk).
ISBN 978 90 253 2043 0
Het lied van Troje, een
moderne hervertelling door Colleen McCullough, De Boekerij,
1998; Amsterdam, vertaling: E. van Rijsewijk (Origineel: The Song of
Troy, Orion, 1998)
Homeros, Ilias, Wrok in
Troje vertaald door Patrick Lateur in vijfvoetige jamben, 2010, 2014²; Athenaeum -
Polak & Van Gennep, Amsterdam. ISBN 978 90 253 6732 9.
Bekroond met de Vlaamse
Cultuurprijs Letteren 2013
Ilias metrisch vertaald
door Imme Dros, 2015; Van Oorschot, Amsterdam.
ISBN: 902 82 61079
Homerus, Ilias. Metrische vertaling van
Dr. Aegidius W. Timmerman (1931; tweede, verbeterde druk 1948).
Ik ‘las’ Patrick Lateur,
Ilias, als luisterboek, en zocht de citaten uit: Homeros : Ilias en Odyssea,
Een tekstgetrouwe weergave door Frans van Oldenburg Ermke, 1959; Kempische
Boekhandel.
Wat een rijk verslag, Roosje, en inspirerend ook: proficiat. Naar aanleiding van dit leesverslag heb ik mijn exemplaar (de "tekstgetrouwe weergave door Frans van Oldenburg Ermke") weer van zolder gehaald. Gekocht in 1962 (schreef ik er toen in), ik was 14 en zat dus in het tweede (of derde) jaar van de Latijn-Griekse humaniora. Ook in Vlaanderen was de Ilias verplichte lectuur in de klassieke humaniora.
BeantwoordenVerwijderenVraagje: wat betekent "blankarmig" eigenlijk? Slaat dat gewoon letterlijk op de tint van de armen, of moet hier een figuurlijke betekenis achter gezocht worden? Het woord staat noch in het Groene Boekje, noch in Van Dale.
Ha Robert
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat blankarmig betekent dat de betreffende vrouw van hoge afkomst is. Ze hoefde niet buiten en/of op het land te werken en kon zo een bleke teint houden. Maar het kan misschien ook betekenen: fraai van leden.
Of een mengeling daarvan.
Ik heb deze verklaring zelf verzonnen en het is best mogelijk dat ik het helemaal verkeerd heb.
Ik meende dat ik deze verklaring ergens genoemd had in mijn tekst. Het is een lange tekst…
Hartelijke groet 🍀