Recensie door Tea
van Lierop
Uitgeverij Van Gennep B.V.
Sprakeloos
ondergedompeld
Zoals Kertész zijn
gevoelens kan verwoorden is bijna niet te evenaren. Zijn persoonlijk relaas
is zo rauw en zo oprecht (dat denk ik op te kunnen maken uit het verhaal) dat het bijna non-fictie lijkt, autobiografisch, maar dat is
het niet precies. Kaddisj voor een niet geboren kind is deel drie van
de trilogie die begint met Onbepaald door het lot en verder gaat met
Het fiasco. Deze drie titels kunnen het best achter elkaar gelezen
worden omdat ze alles met elkaar te maken hebben.
Werd ik al volledig
omvergeblazen door Onbepaald door het lot en iets minder intens
geraakt door Het fiasco, het derde deel deed de aarde beven en zal
blijvend in m’n geheugen gegrift staan.
Het is de combinatie
van de vorm, het taalgebruik, de puurheid en de existentiële vragen
die de auteur oproept en beantwoordt.
De monoloog begint met deze regels
‘... streicht dunkler die Geigen dann steigt ihrals Rauch in die Luftdann habt ihr ein Grab in den Wolken da liegtman nicht eng’
Paul Celan,
Todesfuge
Dit gedicht werd
geschreven door een joodse dichter uit Roemenië, hij verloor beide ouders in WOII en werd zelf tewerkgesteld.
Het is een zeer
donker gedicht dat erop neerkomt dat joden vergast werden en dus geen
graven nodig hadden. Je kunt meteen aan het begin van dit deel al
bijna niet meer verder lezen omdat deze regels dwingen tot
visualiseren en stilstaan bij het gebeurde. Voor wie meer wil weten
over dit gedicht zijn er diverse sites waarop uitgelegd wordt
waarover het gedicht precies gaat, echt de moeite waard.*
Nu de monoloog van de verteller. Hij heeft het tegen het ongeboren kind, hij wil geen
kind, dat werd hem duidelijk na alles wat hij meegemaakt had in het
kamp waarmee zijn hele leven verder moest. Dit schud je niet meer
van je af. In een gedetailleerd verslag vertelt hij over zijn ervaringen
en welke gedachten hij heeft bij zijn lot, het lot jood te zijn en
dan de vraag te stellen aan zijn ongeboren kind
‘Nee, ik heb daar nooit aan gedacht, ik heb nooit gedacht dat ik daaraan moest denken, totdat deze nacht zich over me uitstortte, deze alles verhelderende en toch stikdonkere nacht, tot deze vraag voor mij rees (of liever gezegd achter mij rees, achter mijn reeds lang verleefde leven, want het is godzijdank te laat en zal altijd te laat blijven), de vraag of je een donkerogig meisje zou zijn geweest met een wolkje bleke sproetjes om je neus, of een koppige jongen met ogen vrolijk en hard als grijsblauwe kiezel. Ja, had ik mijn leven als de kiem van jouw leven moeten beschouwen?’
Het boek is zo
indringend en staat zo bomvol door mij aangestreepte passages dat het niet
eenvoudig is de essentie weer te geven, alleen dat deze woorden
gezegd moesten worden en wel blijvend in de vorm van een boek. Het
schrijverschap ging hem trouwens helemaal niet eenvoudig af. In
eerste instantie wilde de uitgever het manuscript of typescript niet
hebben want ‘wie wilde daar nu over lezen? ‘. Daarover gaat het
ook in deze monoloog, hoe verder te leven? Wanneer het gesprek ergens
op Auschwitz kwam werd gezegd: ‘Auschwitz is niet te verklaren.’,
waarmee eigenlijk gezegd werd dat er maar beter niet over gesproken
kan worden, waarop de verteller juist aangespoord werd door te gaan
met de verhalen. Als een goed observator doorziet hij deze domme
opmerkingen dat het niet verklaard zou kunnen worden, het is er toch?
En zo gaat het verhaal verder, met veel herhalingen die het verhaal
enorm versterken en waarschijnlijk daardoor als mokerslagen binnen
blijft komen opdat wij, de lezers, de boodschap goed meekrijgen.
Tijdens zijn
monoloog citeert hij auteurs en filosofen waardoor het niet meer zo persoonlijk wordt, maar universeel. Zo schreef
Musil in De man zonder eigenschappen
‘Als de mensheid in haar totaliteit begint te dromen, wordt Moosbrugger, de sympathieke lustmoordenaar, werkelijk geboren.’
En even daarvoor
citeert hij H. ( Hegel tvl) ‘De wereld is zowel afspiegeling als daad
van de menselijke geest.’ Dat alles gaat door hem heen wanneer hij
verklaringen zoekt en zijn positie in het leven probeert te vinden.
Hij schuwt hierbij geen enkele mogelijkheid, in zijn diepste gevoel
van eenzaamheid roept hij uit dat hij misschien wel een tiran nodig
heeft om zich goed te voelen. En ook dat is een punt van aandacht,
zijn vader had twee vrouwen, er was een machtsstrijd gaande tussen de
twee moeders en de klassieke complexen kregen hierdoor vrij spel,
hoe zat het precies? Leed hij aan een oedipuscomplex waardoor hij
neigt naar zelfliquidatie? In ieder geval zorgt de misère voor
scheppingskracht, hoe meer kwellingen hoe meer werklust, dat was zijn
conclusie.
Moet ik nog betogen dat deze trilogie zeer lezenswaardig is?
*Sirene
Zwarte melk van de vroegte we drinken haar ’s avondswe drinken haar ’s middags en ’s morgens we drinken haar ’s nachtswe drinken en drinkenwe graven een graf in de lucht daar ligt men niet krapEr woont een man in dit huishij speelt met de slangen hij schrijfthij schrijft als het schemert naar Duitsland je goudblonde haar Margaretehij schrijft het en komt uit z’n huis en de sterren beginnen te flonkeren hij fluit z’n honden naar buitenhij fluit z’n joden naar voren beveelt ze een graf in de aarde te gravenhij beveelt ons speel dat de dans kan beginnen
Zwarte melk van de vroegte we drinken je ’s nachtswe drinken je ’s morgens en ’s middags we drinken je ’s avondswe drinken en drinkenEr woont een man in dit huis hij speelt met de slangen hij schrijfthij schrijft als het schemert naar Duitsland je goudblonde haar MargareteJe asgrauwe haar Sulamith we graven een graf in de lucht daar ligt men niet krap
Hij roept steek dieper de grond in jullie hier jullie daar zing en speelhij rukt aan het staal van z’n riem hij zwaait het z’n ogen zijn blauwsteek dieper de spaden blijf spelen opdat men zal dansen
Zwarte melk van de vroegte we drinken je ’s nachtswe drinken je ’s middags en ’s morgens we drinken je ’s avondswe drinken en drinkener woont een man in dit huis je goudblonde haar Margareteje asgrauwe haar Sulamith hij speelt met de slangenHij roept speel de dood eens wat zoeter de dood is een meester uit Duitslandhij roept strijk de violen wat triester dan stijg je als rook naar de hemeldan krijg je een graf in de wolken daar ligt men niet krap
Zwarte melk van de vroegte we drinken je ’s nachtswe drinken je ’s middags de dood is een meester uit Duitslandwe drinken je ’s avonds en ’s morgens we drinken en drinkende dood is een meester uit Duitsland en blauw zijn z’n ogenhij raakt je met kogels van lood hij staat onbewogener woont een man in dit huis je goudblonde haar Margaretehij hitst z’n bloedhonden tegen ons op hij schenkt ons een graf in de luchthij speelt met de slangen en droomt dat de dood is een meester uit Duitsland
je goudblonde haar Margareteje asgrauwe haar Sulamith
(vertaling Peter
Nijmeijer) bron
De auteur
Imre Kertész
(Boedapest, 9 november 1929 – aldaar, 31 maart 2016) was een
Hongaarse schrijver. Hij overleefde de Holocaust en won de Nobelprijs
voor Literatuur (2002).
bron |
Kertész werd in
1944 door de Duitse bezetter vanwege zijn Joodse afkomst naar het
concentratiekamp Auschwitz afgevoerd, vervolgens naar het kamp
Buchenwald en het kamp Tröglitz/Rehmsdorf bij Zeitz. Na het behalen
van zijn middelbareschooldiploma in 1948 werkte hij voor de kranten
Világosság en Esti Budapest. In 1951 werkte hij een tijdje als
fabrieksarbeider. Van 1951 tot 1953 was hij medewerker bij het
Ministerie van Metallurgie en Werktuigindustrie. Vervolgens zat hij
twee jaar in militaire dienst. Daarna werd hij beroepsschrijver en
vertaler.(bron)
Titel: Kaddisj voor
een niet geboren kind (uit de trilogie Onbepaald door het lot)
Auteur: Imre Kertész
Uitgever: Gennep B.V., Uitgeverij van
ISBN: 9789055153800
Vertaling: Henry
Kammer
Pag.: 115
Genre: fictie
Verschenen.:2003
Het is al weer een aantal jaren geleden dat ik dit boek heb gelezen, maar ik denk er nog heel vaak aan terug. Ik weet mij nog goed te herinneren dat ik wel even moest wennen, totdat ik doorhad dat het inderdaad één grote monoloog is. Ik heb het toen (in mijn hoofd) hardop voorgelezen en dat gaf de perfecte kadans. Ik was ook bijzonder geraakt door de manier waarop hij beschrijft hij wonderlijk hij het vindt dat hij "slechts" door het opplakken van een gele ster, opeens tot eenzelfde groep hoorde als een heleboel mensen waar hij geen enkele verbintenis mee voelt. Zeer indrukwekkend geschreven. Dank voor deze recensie waardoor mijn herinnering weer wat levendiger werd.
BeantwoordenVerwijderenJouw reactie bewijst dat het boek veel indruk gemaakt heeft, dat vind ik dan weer bijzonder om te lezen. Wanneer ik de recensie teruglees komt de hele monoloog ook weer terug. Wat een boek hè?
Verwijderen