vrijdag 8 maart 2019

Leonora Carrington - Beneden




Een metafysische queeste

Beneden
is het in 1943 geschreven relaas van een bijzonder angstaanjagende periode in het leven van Leonora Carrington, vooraf gegaan door een zeer uitgebreide inleiding van Marina Warner. Toch zou ik niet zeggen dat het té lang is, omdat het een beeld geeft van het leven van de auteur vóór ze haar psychotische decompensatie doormaakte en naderhand het essay Beneden schreef.

Marjon Nooij

Carrington werd in 1917 geboren in Clayton-le-Woods, Lancashire, Engeland, en groeide op in een zeer welgesteld gezin. Haar vader, Harold Carrington, had zijn fortuin verdiend met zijn textielfabriek en het gezin woonde op het familielandgoed Crookhey Hall.

Tijdens haar jeugd had ze een Nanny die de meest mooie en magische sprookjes kon vertellen. Haar grote wens om een kunstopleiding te volgen werd gedwarsboomd door haar vader. De jonge Leonora was behept met een koppig en nogal recalcitrant karakter. Ze was gefascineerd door tovenarij, magie en waarzeggerij en op tienjarige leeftijd schilderde ze haar eerste surrealistische werk. Later kreeg ze alsnog toestemming om naar Londen af te reizen en de kunstopleiding te gaan volgen aan de kunstacademie van Amédée Ozenfant.

'De connaisseur en mecenas van de surrealisten Edward James beschreef de kunststudente Leonora als 'een genadeloze Engelse intellectueel die tegen elke vorm van hypocrisie in haar vaderland rebelleert'

Two children threatened by a nightingale
In 1937 ontmoet ze de zesentwintig jaar oudere en gehuwde Max Ernst, wiens werk Two children are threatened by a nightingale ze mateloos bewondert. Ernst op zijn beurt ziet in Carrington de femme-enfant; het mystieke en seksuele zinnebeeld van de surrealistische leer.

Ze vertrekken al snel daarna samen naar Parijs, waar ze haar eerste expositie heeft van haar schilderijen.
In 1938 reist het stel verder richting het zuiden en vestigt zich in Saint Martin d'Ardèche. Carrington zegt daar zelf over dat het haar meest gelukkige jaren zijn geweest. Ze schildert, schrijft en houdt zich bezig met beeldhouwen. Voor het schrijven van haar hallucinante verhalen maakt ze gebruik van de literaire techniek ecriture automatique, die veel gebruikt wordt door surrealisten. Het wil zeggen; schrijven wat je ter plekke bedenkt, zonder vooropgezet plan. (Leuke bijkomstigheid is, dat ze met twee handen tegelijk kon schrijven en er wordt gezegd dat ze ook met twee handen kon schilderen.)

Het leven is één groot feest en ze verkeert in de kring van surrealisten, waarvan André Breton de leidsman is. Hieraan komt abrupt een einde wanneer Ernst in 1940 een tweede keer wordt opgepakt en geïnterneerd als ongewenst vreemdeling. De eerste keer werden ze samen opgepakt en na enkele weken vrijgelaten, maar deze keer lijkt dat niet te gebeuren en Carrington stort in...

'Ik heb een paar uur beneden in het dorp zitten huilen en ben daarna teruggegaan naar mijn huis op de berghelling. Vierentwintig uur lang gaf ik me over aan braakaanvallen die ik met oranjebloesemwater opwekte. Af en toe sliep ik even. Ik hoopte dat in de heftige krampen die als een aardbeving mijn maag uiteenreten mijn verdriet te verstikken. Nu weet ik dat dat maar één kant van het braken was; ik had ook begrepen hoe onrechtvaardig de samenleving was en ik wilde mezelf eerst reinigen, haar zinloze bruutheid uitbraken.'

Crookhey Hall 1987
Met bovenstaande passage begint Carrington haar eigenlijke autobiografische verhaal, zoals ze in een soort dagboekvorm beschreven heeft in Beneden. Ze eet bijna niet, drinkt wel alcohol, werkt keihard in de tuin en heeft eigenlijk geen besef van de oorlog die aan het ontstaan is. Een vriendin weet haar over te halen om samen naar Spanje te vluchten, maar daar gaat het uiteindelijk helemaal mis. Al tijdens de reis wordt ze erg angstig en krijgt ze wanen.

'Ik liep totaal vast in mijn angst. Toen begreep ik opeens dat mijn angst - mijn geest, als je het zo wilt noemen - bezig was zich op een pijnlijke wijze met mijn lichaam te verenigen; mijn geest kon zich niet meer manifesteren zonder onmiddellijk in mijn lichaam, in de materie, een reactie op te roepen. Later zou dit zich ook tot andere voorwerpen uitstrekken.'

Juggler 1954
In Madrid komt ze een Nederlandse Joodse man tegen die volgens haar alles in de stad hypnotiseert, mensen in zombies verandert en giftige snoepjes uitdeelt om hen tot slaaf te maken.
Carrington gaat steeds dieper haar psychose in en wordt naar Santander gereden, waar ze in een psychiatrische inrichting wordt opgenomen, ongeneeslijk krankzinnig wordt verklaard en behandeld met Cardiazol-injecties. (Deze stof veroorzaakt een soort epileptische toeval en een tijdelijke bewusteloosheid.) Dagenlang ligt ze vastgebonden op bed, naakt in haar eigen vuil en heeft visioenen. Ze verlangt ernaar om naar beneden te mogen gaan, het paviljoen dat in haar beleving net een hotel zou zijn, met ramen zonder tralies en met bewoners die daar erg gelukkig zijn. Het eindpunt van de therapie. Maar... ze heeft nog een lange weg te gaan.

Zelf schrijft ze dat het haar moeilijk valt om haar verhaal op te tekenen, omdat ze de episode herbeleeft en niet goed weet of het wel zin heeft om het aan het papier toe te vertrouwen.
Het is een bijzonder verhaal, gruwelijk, inktzwart en angstaanjagend. Ze weet de lezer mee te slepen in haar belevingen, haar angst en paranoia. Ze beschrijft haar omgeving en wat ze doormaakte heel precies, maar toch gebruikt ze geen woord te veel en van haar wanen maakt ze op een haast onverschillige wijze gewag, bijna achteloos.

Bird-bath 1974
Iemand die in een psychose raakt kan zich naderhand niet alles meer in detail herinneren en of dit relaas ook onwerkelijkheden bevat is alleszins aannemelijk, wellicht is haar verhaal beïnvloed door haar surrealistische inslag, maar het is haar eigen waarheid die ze aan het papier heeft toevertrouwd en, vanzelfsprekend, voor het overgrote deel non-fictief.
Een heel bijzondere leeservaring om over een dergelijke persoonlijke episode te lezen. Wie geïnteresseerd is in de diverse vormen van het werk en het leven van deze intrigerende kunstenaar is Beneden een bijna onmisbare aanvulling.

Met Beneden, haar eigenlijke verhaal drie jaar na dato, laat Carrington de lezer heel dichtbij komen.

--

Titel: Beneden
Auteur: Leonora Carrington
Vertaling: Lisette Graswinckel en Nelleke van Maaren
Pagina's: 111
ISBN: 97894920
Verschenen: mei 2018


Lees hier de recensie van Alle verhalen





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.