Recensie door Roosje
Uitgeverij Atlas Contact
Er waren
eens twee broers
*hier en daar
een spoilertje, vrees ik, maar ik
probeer het beperkt te houden*
Adam Landau is zo’n beetje in het midden van zijn leven en ook
zo’n beetje de weg kwijt (haha, daar is Dante
weer ;-)). Hij wil het heft van zijn leven nu eens stevig in handen nemen: het
roer moet helemaal om. Zijn huwelijk met Keet
is op de klippen gelopen, zijn zoon Jaffe
ziet hij te weinig. Zijn jongere broer Robert
en hij zijn wees, en hem ziet Adam ook niet veel.
Als Adam zich
binnen heeft weten te bluffen in de Grote Club, spat het Monument op de Dam uit
elkaar door een bomaanslag. Diezelfde Grote Club van waaruit Duitsers na de
overgave van nazi-Duitsland geschoten hadden op de feestende Nederlanders. Dan
weet Adam wat hij moet gaan doen; nu ferm zorgen voor zichzelf en proberen
Jaffe en Robert weer terug te winnen.
Adam wringt
zich binnen bij een goedendoelenorganisatie (wat een prachtig woord!), daarbij
geholpen door zijn heldhaftige optreden na de terroristisch aanslag op de Dam,
zijn EHBO-diploma komt goed van pas.
Adam weet van
cijfertjes, financiën, ict-gedoe en creatief boekhouden. Nadat zijn relatie met
de schone Merdedes uitgedoofd is,
neemt hij de benen. In de trein naar Zürich ontmoet hij de jonge en brutale
fotografe Lili Bachmann. Hij raakt
volledig in haar ban; haar jeugdige energie, haar brutale optreden, haar
sexappeal doen hem beseffen dat hij heel alleen op de wereld is en dat besef
doet hem te veel pijn: novocain for the
soul is wat hij zoekt. Red mij, denkt hij, als Lili en hij eindelijk
vrijen.
Lili heeft ook
nog haar eigen leven en haar project is het fotografisch vastleggen van de
vluchtelingen en/in Europa. Haar grip op Adam wordt steeds steviger.
In Zürich gaat
Adam een paar banken af. Rijkdom was voor Adam geen doel op zich:
‘Het was de vrijheid die hij nastreefde met
het geld om eindelijk zijn ware zelf de ruimte te geven.’ (2019: 86). Wat
dat ware zelf is, daar moet hij ook nog even achter zien te komen. Misschien is
het wel gewoon Lili, een nieuw leven, een nieuw elan met haar.
Een deel cash
verstopt hij heel creatief om de douane te misleiden. Hij probeert alle sporen
achter zich uit te wissen. Intussen gaan de bomaanslagen maar door: Londen, het
beeld van Nelson op Trafalgar
Square ; Berlin ,
Alexanderplatz, de televisietoren; Pisa ,
de scheve toren; Parijs, La tour Eiffel, etc., aanslagen natuurlijk op de
patriarchale machtssymboliek: hoe ironisch. Het blijft echter schimmig wie
daarvoor verantwoordelijk is. De aanpak is steeds anders en geen enkele groep
claimt de aansprakelijkheid. Met veel vaart is dit begin geschreven, lekker
snel zoals de snelle jongen die Adam op dat moment is. En op een bepaald moment
dacht ik: oei, heeft hij iets te maken met die aanslag op het Monument ?
Na Zürich volgt
Shanghaj om zijn broer op te zoeken, zijn jonger broertje, die hem niet meer
wil zien, na de dood van hun moeder. Robert neemt het hem kwalijk, de moeder en
haar dood. Shanghaj was de plek waar hun ouders waren opgegroeid na een vlucht
uit nazistisch Wenen. Daar, in Shanghaj, had hun vader een leer- en bontzaak
gehad, en die had Robert overgenomen.
Inmiddels
hebben we vernomen, uitgebreid door middel van allerlei flashbacks op
verschillende niveaus en door de gesprekken tussen de broers, dat hun relatie
niet goed is. Dat Robert Adam een hoop dingen verwijt en dat Adam van de prins
geen kwaad weet.
Kaïn en Abel (Genesis 4,1-16) |
Adam heeft een
wijnvlek in zijn gezicht, die hem tekent, een getekende maakt, de Kaïn van Abel, de Kaïn die gedwongen was de wereld te bereizen, te zwerven
omdat hij nergens een thuis vond. Tussen de broers speelt wat vaak tussen
broers speelt: jaloezie om de aandacht van de ouders. Robert is een vaderskind,
Adam is meer van moeder. Goed verdeeld, zou je zeggen, maar zo werkt het niet
natuurlijk. Robert had ook van moeder willen zijn. Hij verwijt zijn oudere
broer onder andere dat hij hem als baby had willen vermoorden; dat Adam altijd
over hem heen walst. Adam wil alleen maar de liefde van zijn broer, hij wil
familie, hij wil zijn zoon.
De broers zijn
behoorlijk van elkaar vervreemd maar de toverachtige sfeer in Shanghaj brengt
blijkbaar de diep verborgen verwijten snel aan de oppervlakte - niet helemaal
overtuigend, vind ik. Hoe dan ook, Adam kan
niet blijven in Shanghaj, maar wil Lili wel even aan broer en schoonzus
voorstellen; als een soort trofee, als een showing
off. Nog net eventjes laten zien wie de Grote Broer is. Daar moet je op een
gegeven moment toch wel voorzichtig mee zijn, dat kan tegen je gaan werken, maar dat
realiseert Adam zich niet.
De geweldige
vaart die Adams leven tot dan toe had, wordt in China afgeremd, tot traagheid
gebracht; hij zit in een lastig pakket, hij gaat vol op de rem. Hij gaat denken
en zijn verlangens nemen duidelijker vorm aan. Dat is onder andere ook het
gemis van zijn zoon; die mag hij niet contacteren want dan verraadt hij zijn
verblijfplaats. Maar ook verlangt hij hevig naar Lili, van wie ik al in een
vroeg stadium dacht: Niet doen, Adam, die vrouw is gevaarlijk, denkend aan
Heinrich Mann's De blauwe engel (o,
nee, zo heet de film), Professor Unrat,
voor mij blikbaar het prototype van een
man wiens verstand compleet verduisterd raakt door zijn erotische verlangens -
ik zag de film als kind met mijn oma; Marlene Dietrich speelde de hoofdrol, de
femme fatale.
Lili is
natuurlijk niet Adams min of meer brave Eva,
maar haar voorgangster, Lilith, de demonische vrouw uit de joodse mythologie,
die geassocieerd wordt met het kwaad, de nacht, ziekte, het verleiden van
mannen en kindermoord, de verpersoonlijking ook van buitenechtelijke seks, al
heeft Adam op dat moment geen relatie. Overigens heeft de persoon van Lilith in
het twintigste-eeuwse feminisme juist wel weer een positieve connotatie
gekregen.
Na Shanghaj
vertrekt Adam naar een camping aan het Sognefjord in Noorwegen, een suggestie
van Lili. Daar ontmoet hij de Noorse Turid,
baas van de camping, moeder en echtgenoot. Ruimhartig zijn ze, de Noren,
authentiek en eerlijk. Adam verstopt zijn cash daar en wacht op Lili, die
toegezegd had te zullen komen. Ze houdt haar woord, maar op een andere wijze
dan Adam het verwacht had.
Vooral het
begin van dit boek, dat een enorme vaart heeft en waarin de flashbacks op een
heel fijne manier over elkaar heen buitelen, is aantrekkelijk. Ook weet Reisel
je op verschillende plaatsen bijna of totaal op het verkeerde been te zetten.
Het is een duidelijk voorbeeld van een ‘psychologische roman’, hoewel ik voor
mezelf niet helemaal een strakke definitie voor dat genre hanteer. Meestal
heeft de hoofdpersoon een trauma of een psychisch probleem, hij wordt daarmee
geconfronteerd, hij wordt gedwongen daarmee iets te doen en hij wordt beloond
voor zijn strijd en inspanningen met het inzicht in zijn psychische toestand
als kampioenentrofee. En op de een of andere wijze gaat me dat vrijwel altijd
net te ver en vind ik het allemaal niet helemaal of helemaal niet
geloofwaardig, ondanks dat het psychologisch gezien best zal kloppen. Een roman
is geen psychologisch handboek, al ga ik met deze uitspraak wel een beetje kort
door de bocht.
De onthullingen
die Robert doet in Shanghaj aan zijn oudere broer, zelfs vier jaar ouder, dat
is een hele tijd, komen naar mijn idee veel te vlotjes en te welbespraakt uit
zijn mond. De broers hebben een behoorlijk gestoorde relatie en blijkbaar voelt
Robert zich op eigen terrein zo sterk dat hij zijn traumatische verwijten
ineens naar buiten gooit. Waar voorheen Adam de ‘baas’ was, is nu Robert dat. Kan ik daarin meegaan?
Nee, dat doe ik niet, het komt me net wat te snel en te zeer een ‘deus ex machina’. Natuurlijk hebben de
voortdurende flashbacks en de telepathische dromen van Lili (die ik nog niet
genoemd heb) de lezer al voorgemasseerd, maar dan nog....
Het laatste
hoofdstuk had wat mij betreft ongeschreven kunnen blijven; het verhaal vindt
daarin een mooie eind en alle losse draadjes worden netjes afgehecht aan de
achterkant van het werk. Ik hou persoonlijk wel van losse eindjes; of die nu al
in een bepaalde richting wijzen of waarmee je je eigen borduurwerkje kunt
samenstellen. Ik ben duidelijk meer een open-einde-typeje.
Het thema van
broers die jaloers op elkaar zijn vind ik echt geweldig: uit het leven en uit
het hart gegrepen. Dat vind ik ook van het thema dat de joden altijd in de
diaspora gedwongen worden. De beide broers geven ook nog eens invulling aan dit
thema als het oudtestamentische en daardoor ook joodse archetype van Kaïn en
Abel maar ook vanwege hun verre woonplaats, Shanghaj, hoe exotisch kun je het
hebben?, en hun geglobetrot. Ik kan
daar niet genoeg over lezen, over de joodse diaspora en over familieleden die
elkaar op leven en dood bevechten om de aandacht van hun ouders.
Schrijven doet
ze goed, Reisel, iets te vlot soms - of bestaat er niet zoiets als te vlot
schrijven? -, en ze leest lekker weg - al is dat voor mij geen argument een
boek ‘goed’ te vinden - en suggestie opwekken doet Reisel op een uitstekende
wijze. Hilarisch zijn zaken als de verknochtheid aan The Sound of Music van het jonge gezin Landau. Toch had ik iets
meer van het boek verwacht, maar dat is mijn probleem ;-). Ik weet zeker dat
dit boek een grote groep lezers zal krijgen en op dit moment ook al heeft. Het
is niet voor niets uitgeroepen tot DWDD-boek van de maand.
Auteur
Zij groeide op in Amsterdam in een anarcho-liberaal artsengezin
met zes kinderen (vader internist, moeder verpleegkundige). Na het gymnasium
(1968-1974) studeerde Reisel korte tijd geschiedenis, na anderhalf jaar schreef
ze zich in voor de regieopleiding van de Theaterschool in Amsterdam . Ze wist van vroeg af aan dat ze
schrijver wilde worden. Deze opleiding voltooide ze in 1981. Sindsdien heeft ze
een tiental toneelstukken geschreven, gebundeld onder de titel Tien stuks. Ze was erg succesvol.
Reisel
debuteerde in 1986 als prozaschrijver met Jacobi's
tocht (twee novellen). Haar eerste roman Het blauwe uur verscheen in 1988. Ze werd in 1997 bij een breder
publiek bekend dankzij de nominatie van Baby
Storm (1996) voor de Libris Literatuurprijs. Ook haar volgende roman, Een man een man (2000), stond op de
shortlist van de Libris Literatuurprijs, in 2001. De roman Witte liefde werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. In
januari 2008 werd haar de Anna Bijns Prijs voor Witte liefde toegekend. Haar theaterstukken zijn opgevoerd door
Toneelgroep Baal en Discordia, en onder anderen geregisseerd door Gerardjan
Rijnders.
Naast proza en
toneel schrijft Reisel ook film- en televisiescenario's en hoorspelen.
Reisel is al
jarenlang goed bevriend met Herman Koch.
Auteur: Wanda
Reisel
Titel: Adam
Pagina's: 360
pagina's
ISBN:
9789025447571
Uitgeverij:
Atlas Contact
Verschenen: januari
2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.