vrijdag 15 maart 2019

Wanda Reisel - Adam


Recensie door Roosje
Uitgeverij Atlas Contact



Er waren eens twee broers

*hier en daar een spoilertje, vrees ik, maar ik probeer het beperkt te houden*

Adam Landau is zo’n beetje in het midden van zijn leven en ook zo’n beetje de weg kwijt (haha, daar is Dante weer ;-)). Hij wil het heft van zijn leven nu eens stevig in handen nemen: het roer moet helemaal om. Zijn huwelijk met Keet is op de klippen gelopen, zijn zoon Jaffe ziet hij te weinig. Zijn jongere broer Robert en hij zijn wees, en hem ziet Adam ook niet veel.
Als Adam zich binnen heeft weten te bluffen in de Grote Club, spat het Monument op de Dam uit elkaar door een bomaanslag. Diezelfde Grote Club van waaruit Duitsers na de overgave van nazi-Duitsland geschoten hadden op de feestende Nederlanders. Dan weet Adam wat hij moet gaan doen; nu ferm zorgen voor zichzelf en proberen Jaffe en Robert weer terug te winnen.
Adam wringt zich binnen bij een goedendoelenorganisatie (wat een prachtig woord!), daarbij geholpen door zijn heldhaftige optreden na de terroristisch aanslag op de Dam, zijn EHBO-diploma komt goed van pas.
Adam weet van cijfertjes, financiën, ict-gedoe en creatief boekhouden. Nadat zijn relatie met de schone Merdedes uitgedoofd is, neemt hij de benen. In de trein naar Zürich ontmoet hij de jonge en brutale fotografe Lili Bachmann. Hij raakt volledig in haar ban; haar jeugdige energie, haar brutale optreden, haar sexappeal doen hem beseffen dat hij heel alleen op de wereld is en dat besef doet hem te veel pijn: novocain for the soul is wat hij zoekt. Red mij, denkt hij, als Lili en hij eindelijk vrijen.

Lili heeft ook nog haar eigen leven en haar project is het fotografisch vastleggen van de vluchtelingen en/in Europa. Haar grip op Adam wordt steeds steviger.
In Zürich gaat Adam een paar banken af. Rijkdom was voor Adam geen doel op zich:
Het was de vrijheid die hij nastreefde met het geld om eindelijk zijn ware zelf de ruimte te geven.’ (2019: 86). Wat dat ware zelf is, daar moet hij ook nog even achter zien te komen. Misschien is het wel gewoon Lili, een nieuw leven, een nieuw elan met haar.
Een deel cash verstopt hij heel creatief om de douane te misleiden. Hij probeert alle sporen achter zich uit te wissen. Intussen gaan de bomaanslagen maar door: Londen, het beeld van Nelson op Trafalgar Square; Berlin, Alexanderplatz, de televisietoren; Pisa, de scheve toren; Parijs, La tour Eiffel, etc., aanslagen natuurlijk op de patriarchale machtssymboliek: hoe ironisch. Het blijft echter schimmig wie daarvoor verantwoordelijk is. De aanpak is steeds anders en geen enkele groep claimt de aansprakelijkheid. Met veel vaart is dit begin geschreven, lekker snel zoals de snelle jongen die Adam op dat moment is. En op een bepaald moment dacht ik: oei, heeft hij iets te maken met die aanslag op het Monument?

Na Zürich volgt Shanghaj om zijn broer op te zoeken, zijn jonger broertje, die hem niet meer wil zien, na de dood van hun moeder. Robert neemt het hem kwalijk, de moeder en haar dood. Shanghaj was de plek waar hun ouders waren opgegroeid na een vlucht uit nazistisch Wenen. Daar, in Shanghaj, had hun vader een leer- en bontzaak gehad, en die had Robert overgenomen.
Inmiddels hebben we vernomen, uitgebreid door middel van allerlei flashbacks op verschillende niveaus en door de gesprekken tussen de broers, dat hun relatie niet goed is. Dat Robert Adam een hoop dingen verwijt en dat Adam van de prins geen kwaad weet.

Kaïn en Abel (Genesis 4,1-16)
Adam heeft een wijnvlek in zijn gezicht, die hem tekent, een getekende maakt, de Kaïn van Abel, de Kaïn die gedwongen was de wereld te bereizen, te zwerven omdat hij nergens een thuis vond. Tussen de broers speelt wat vaak tussen broers speelt: jaloezie om de aandacht van de ouders. Robert is een vaderskind, Adam is meer van moeder. Goed verdeeld, zou je zeggen, maar zo werkt het niet natuurlijk. Robert had ook van moeder willen zijn. Hij verwijt zijn oudere broer onder andere dat hij hem als baby had willen vermoorden; dat Adam altijd over hem heen walst. Adam wil alleen maar de liefde van zijn broer, hij wil familie, hij wil zijn zoon.
De broers zijn behoorlijk van elkaar vervreemd maar de toverachtige sfeer in Shanghaj brengt blijkbaar de diep verborgen verwijten snel aan de oppervlakte - niet helemaal overtuigend, vind ik. Hoe dan ook, Adam kan niet blijven in Shanghaj, maar wil Lili wel even aan broer en schoonzus voorstellen; als een soort trofee, als een showing off. Nog net eventjes laten zien wie de Grote Broer is. Daar moet je op een gegeven moment toch wel voorzichtig mee zijn, dat kan tegen je gaan werken, maar dat realiseert Adam zich niet.

De geweldige vaart die Adams leven tot dan toe had, wordt in China afgeremd, tot traagheid gebracht; hij zit in een lastig pakket, hij gaat vol op de rem. Hij gaat denken en zijn verlangens nemen duidelijker vorm aan. Dat is onder andere ook het gemis van zijn zoon; die mag hij niet contacteren want dan verraadt hij zijn verblijfplaats. Maar ook verlangt hij hevig naar Lili, van wie ik al in een vroeg stadium dacht: Niet doen, Adam, die vrouw is gevaarlijk, denkend aan Heinrich Mann's De blauwe engel (o, nee, zo heet de film), Professor Unrat, voor mij blikbaar het prototype van  een man wiens verstand compleet verduisterd raakt door zijn erotische verlangens - ik zag de film als kind met mijn oma; Marlene Dietrich speelde de hoofdrol, de femme fatale.
Lili is natuurlijk niet Adams min of meer brave Eva, maar haar voorgangster, Lilith, de demonische vrouw uit de joodse mythologie, die geassocieerd wordt met het kwaad, de nacht, ziekte, het verleiden van mannen en kindermoord, de verpersoonlijking ook van buitenechtelijke seks, al heeft Adam op dat moment geen relatie. Overigens heeft de persoon van Lilith in het twintigste-eeuwse feminisme juist wel weer een positieve connotatie gekregen.

Na Shanghaj vertrekt Adam naar een camping aan het Sognefjord in Noorwegen, een suggestie van Lili. Daar ontmoet hij de Noorse Turid, baas van de camping, moeder en echtgenoot. Ruimhartig zijn ze, de Noren, authentiek en eerlijk. Adam verstopt zijn cash daar en wacht op Lili, die toegezegd had te zullen komen. Ze houdt haar woord, maar op een andere wijze dan Adam het verwacht had.

Vooral het begin van dit boek, dat een enorme vaart heeft en waarin de flashbacks op een heel fijne manier over elkaar heen buitelen, is aantrekkelijk. Ook weet Reisel je op verschillende plaatsen bijna of totaal op het verkeerde been te zetten. Het is een duidelijk voorbeeld van een ‘psychologische roman’, hoewel ik voor mezelf niet helemaal een strakke definitie voor dat genre hanteer. Meestal heeft de hoofdpersoon een trauma of een psychisch probleem, hij wordt daarmee geconfronteerd, hij wordt gedwongen daarmee iets te doen en hij wordt beloond voor zijn strijd en inspanningen met het inzicht in zijn psychische toestand als kampioenentrofee. En op de een of andere wijze gaat me dat vrijwel altijd net te ver en vind ik het allemaal niet helemaal of helemaal niet geloofwaardig, ondanks dat het psychologisch gezien best zal kloppen. Een roman is geen psychologisch handboek, al ga ik met deze uitspraak wel een beetje kort door de bocht.
De onthullingen die Robert doet in Shanghaj aan zijn oudere broer, zelfs vier jaar ouder, dat is een hele tijd, komen naar mijn idee veel te vlotjes en te welbespraakt uit zijn mond. De broers hebben een behoorlijk gestoorde relatie en blijkbaar voelt Robert zich op eigen terrein zo sterk dat hij zijn traumatische verwijten ineens naar buiten gooit. Waar voorheen Adam de ‘baas’ was, is nu Robert dat. Kan ik daarin meegaan? Nee, dat doe ik niet, het komt me net wat te snel en te zeer een ‘deus ex machina’. Natuurlijk hebben de voortdurende flashbacks en de telepathische dromen van Lili (die ik nog niet genoemd heb) de lezer al voorgemasseerd, maar dan nog....

Het laatste hoofdstuk had wat mij betreft ongeschreven kunnen blijven; het verhaal vindt daarin een mooie eind en alle losse draadjes worden netjes afgehecht aan de achterkant van het werk. Ik hou persoonlijk wel van losse eindjes; of die nu al in een bepaalde richting wijzen of waarmee je je eigen borduurwerkje kunt samenstellen. Ik ben duidelijk meer een open-einde-typeje.

Het thema van broers die jaloers op elkaar zijn vind ik echt geweldig: uit het leven en uit het hart gegrepen. Dat vind ik ook van het thema dat de joden altijd in de diaspora gedwongen worden. De beide broers geven ook nog eens invulling aan dit thema als het oudtestamentische en daardoor ook joodse archetype van Kaïn en Abel maar ook vanwege hun verre woonplaats, Shanghaj, hoe exotisch kun je het hebben?, en hun geglobetrot. Ik kan daar niet genoeg over lezen, over de joodse diaspora en over familieleden die elkaar op leven en dood bevechten om de aandacht van hun ouders.

Schrijven doet ze goed, Reisel, iets te vlot soms - of bestaat er niet zoiets als te vlot schrijven? -, en ze leest lekker weg - al is dat voor mij geen argument een boek ‘goed’ te vinden - en suggestie opwekken doet Reisel op een uitstekende wijze. Hilarisch zijn zaken als de verknochtheid aan The Sound of Music van het jonge gezin Landau. Toch had ik iets meer van het boek verwacht, maar dat is mijn probleem ;-). Ik weet zeker dat dit boek een grote groep lezers zal krijgen en op dit moment ook al heeft. Het is niet voor niets uitgeroepen tot DWDD-boek van de maand.

Auteur

Wanda Reisel (Willemstad (Curaçao), 24 november 1955) is een Nederlandse schrijfster.
Zij  groeide op in Amsterdam in een anarcho-liberaal artsengezin met zes kinderen (vader internist, moeder verpleegkundige). Na het gymnasium (1968-1974) studeerde Reisel korte tijd geschiedenis, na anderhalf jaar schreef ze zich in voor de regieopleiding van de Theaterschool in Amsterdam. Ze wist van vroeg af aan dat ze schrijver wilde worden. Deze opleiding voltooide ze in 1981. Sindsdien heeft ze een tiental toneelstukken geschreven, gebundeld onder de titel Tien stuks. Ze was erg succesvol.
Reisel debuteerde in 1986 als prozaschrijver met Jacobi's tocht (twee novellen). Haar eerste roman Het blauwe uur verscheen in 1988. Ze werd in 1997 bij een breder publiek bekend dankzij de nominatie van Baby Storm (1996) voor de Libris Literatuurprijs. Ook haar volgende roman, Een man een man (2000), stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs, in 2001. De roman Witte liefde werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. In januari 2008 werd haar de Anna Bijns Prijs voor Witte liefde toegekend. Haar theaterstukken zijn opgevoerd door Toneelgroep Baal en Discordia, en onder anderen geregisseerd door Gerardjan Rijnders.
Naast proza en toneel schrijft Reisel ook film- en televisiescenario's en hoorspelen.
Reisel is al jarenlang goed bevriend met Herman Koch.

Auteur: Wanda Reisel
Titel: Adam
Pagina's: 360 pagina's
ISBN: 9789025447571
Uitgeverij: Atlas Contact
Verschenen: januari 2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.