Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Van Oorschot
'De rust der
lafhartigen is van geen enkele waarde!'
Deze succesvolle
Italiaanse klassieker uit de negentiende eeuw werd onlangs opnieuw vertaald.
Toneelschrijver, journalist en dichter Silvio Pellico (1789-1854) zat gevangen
wegens hoogverraad, hij was lid van 'De Carbonari's' een geheime organisatie
die streed voor een verenigd en onafhankelijk Italië. Op 13 oktober 1820 werd
Silvio opgepakt en van zijn 10-jarig gevangenschap tekende hij na zijn
vrijlating in 1930 zijn herinneringen op. Het boek verscheen in 1832 onder de
titel : 'Le mie prigioni' , de eerste Nederlandse vertaling werd in 1833
uitgebracht, de laatste in 1911.
De titel verraadt al dat
het om meerdere gevangenissen gaat, de Santa Margherita gevangenis in Milaan is
de eerste. Silvio begint met de uitleg dat hij over zijn verhoren niet zal
uitweiden, hij laat de politiek voor wat hij is. Waarover gaat het dan wel? In
het voorwoord komt deze bijzondere verklaring:
'Ik wilde een alom bekende, maar vaak vergeten waarheid benadrukken: dat godsdienst en filosofie samen ten grondslag liggen aan een krachtige wil en een kalm oordeel, en dat er zonder die twee geen rechtvaardigheid, waardigheid of vaste beginselen bestaan.'
Niet door alle goeds wat
de filosofie had bewerkstelligd over boord te gooien, maar de bevestiging door
het christendom van dat goede met verhevener, machtiger argumenten.
Eén van de eerste
gedachten die opkomen na z'n opsluiting gaan over zijn familieleden, zij zijn
niet op de hoogte van de aard van z'n aanklacht en denken dat hij snel
vrijgelaten zal worden. Dit thema, de familie die in het ongewisse blijft, zal
als een rode draad door het hele boek lopen. Het motto sluit hierbij aan:
'Een mens, kind van een vrouw, beperkt van dagen, overstelpt met zorgen. Job 14:1'
Tijdens die eerste nacht
geeft een innerlijke stem hem antwoord op de vraag wie zijn dierbaren de kracht
zal geven om deze slag te boven te komen: 'God zal dat doen'. Met dit antwoord
gooit hij al z'n vroegere twijfels overboord en neemt zich voor zijn leven te
veranderen en God te omarmen. Met het risico dat anderen hem als een
'schijnheilige' zouden kunnen zien. Het enige waarmee Silvio zijn eerste dagen
kon vullen was met het boek De goddelijke komedie van Dante waaruit hij
dagelijks een canto uit zijn hoofd leerde, en een bijbel. Ook hij mocht gebruik
maken van de gevangenisbibliotheek, dit bracht geen uitkomst, met een onrustige
geest is het moeilijk concentreren.
Gedurende de tien jaren
opsluiting waren er dierbare ontmoetingen met cipiers, medegevangenen,
geestelijken en het bijzondere meisje Zanze. Zij was de dochter van de
gevangenisbewaarder en zette, in tegenstelling tot haar moeder, lekkere pittige
koffie. Dit meisje, geen schoonheid, maar wel heel belangstellend, was een
welkome afleiding, ze hadden lange gesprekken en konden elkaar troosten. Zij,
met haar problematische minnaar en hij, als gevangene, hadden elkaar nodig. Aan
alles komt een eind, dus ook aan de bezoekjes van deze dierbare vriendin. En zo
kwamen en gingen de afleidende, broodnodige 'reddende engelen'. Ze hadden niet
allemaal even goede bedoelingen, een zeker wantrouwen was op zijn plaats, want
voor je het weet word je vertrouwelijk met een spion. Het voornemen om ten alle
tijden rustig te blijven en geen veroordeling uit te spreken over hen die je
kwaad willen doen vergt uiterste zelfbeheersing, deze beproevingen lopen als
motief door het boek, steeds weer in een andere gedaante.
Na het vonnis wordt Silvio
overgebracht naar fort Spielberg, dit ligt bij de stad Brünn in Moravië. Hier
worden de verschrikkingen bijna voelbaar beschreven, de kettingen, het ongemak
waarmee dit gepaard gaat, de deplorabele gezondheid en de uitzichtloosheid.
Want ook al was er een vonnis uitgesproken, tijdens de gevangenschap kon er
gratie verleend worden. Wat restte was eindeloos wachten, hopen en vooral in de
christelijke houding blijven volharden. En dan die zorgen om het thuisfront,
zijn dierbare familie, dit bleef een foltering voor hem. Maar ook hier weer de
kameraadschap met medegevangenen, het lezen van boeken, het schrijven en uit
het hoofd leren van gedichten om het geheugen te trainen.
Een nieuwe periode breekt
aan wanneer Silvio vrijgelaten is. Op advies van de eerbiedwaardige
tachtigjarige abt Giordano beschrijft hij zijn geleden ontberingen en
publiceert ze. Dat deze niet door iedereen goed ontvangen zouden worden was te
voorzien, maar:
'De voortreffelijke Don Giordano beschikte over een masculiene, warme welsprekendheid die een zeer goede uitwerking had op mijn geest. Keer op keer zei hij tegen me: ‘De rust der lafhartigen is van geen enkele waarde! Bedenk dat als God u heeft toegestaan naam te maken in de literatuur, hij dat deed om u te inspireren tot het schrijven van een boek dat heilzaam is voor uw naaste.’
Inderdaad kwam er flink
wat kritiek op de ontboezemingen, het zou gedaan zijn met z'n reputatie, het
zou schijnheilig zijn, zijn devotie zou een komedie zijn. Maar het boek werd
succesvol, het werd heel goed ontvangen en de auteur kreeg eervolle brieven. Op
een keer werd hij uitgedaagd voor een discussie door een protestant die moeite
had met het gemak waarmee absolutie verleend wordt :
'Denk maar niet dat God een pardon dat jullie zo makkelijk door die dienaren van Baäl is verleend, bekrachtigt.’
Het boek stemt tot
nadenken over hoever je gaat met het nemen van risico's voor een ideaal en hoe
je de consequenties aanvaart wanneer het verkeerd uitpakt. Deze man heeft
bewezen dat je, door jezelf een zuivere houding aan te meten en je daar aan
vast blijft houden, een uitweg vindt. In zijn geval is dat God en het
katholicisme. Ik heb grote bewondering voor de rustige houding van Silvio
Pellico en ik ben het niet eens met sceptici die zijn onwaarachtigheid in
twijfel trekken, nee die man lijkt me oprecht.
Mijn waardering is mede te
danken aan de mooie, soepel lopende vertaling. Het valt niet mee om een boek,
waarin het gevoel en de gruwelen beiden hun plaats moeten krijgen, zo
geloofwaardig en zonder valse sentimenten te vertalen uit het bloemrijke en
misschien wat archaïsche Italiaans.
Auteur
Silvio Pellico (Saluzzo,
24 juni 1789 – Turijn, 31 januari 1854) was een Italiaans schrijver, dichter,
toneelschrijver en patriot.
Pellico verzette zich zijn
leven lang tegen de Oostenrijkse overheersing van Italië. De Oostenrijkers
verdachten hem van Carbonarisme en sloten hem op in onder andere de Spielberg,
de beruchte Piombi in Venetië, en andere gevangenissen.
Pellico heeft zijn
gevangeniservaringen na zijn vrijlating opgetekend in Mijn gevangenissen. Het
boek verscheen in 1832. Het boek werd kort daarop ook in het Nederlands
vertaald. In 1911 kwam er een nieuwe vertaling uit, gemaakt door Frans Erens.
De meest recente vertaling van zijn werk is van april 2017 (Vertaling: Yond
Boeke en Patty Krone). Mijn gevangenissen is het verhaal van zijn tien jaar
durende lijdensweg.
Van zijn werk zijn zijn
vrome maar naïeve spreuken in "Dei doveri degli uomini" en vooral
zijn in 1832 verschenen herinneringen aan "zijn" gevangenissen in Le
mie prigioni van blijvend belang gebleken. Het werk is in de meeste Europese
talen vertaald.
Titel: Mijn gevangenissen
Auteur: Silvio Pellico
Uitgever: Van Oorschot
Vertaling: Yond Boeke en
Patty Krone
Pagina's: 239
ISBN: 9789028261853
Uitgeverij Van Oorschot
Verschenen: april 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.