Recensie
door Tea van Lierop
Uitgever:
De Arbeiderspers
‘‘Laten
we de tijd opwachten waar hij ons zoekt,’ zei ik met Shakespeare tegen mezelf*
Wij
zagen het niet aankomen
Autobiografie
Deze
autobiografie is postuum uitgegeven in 1944, Stefan Zweig pleegde in
1942 samen met zijn vrouw Lotte zelfmoord in Petropolis, Brazilië,
hij was toen 60 jaar. Hij werd geboren in Wenen en kwam uit een welgestelde, Joodse familie.
Het
boek heeft hij helemaal zonder aantekeningen, louter uit zijn
herinneringen geschreven als een lange afscheidsbrief.
Het
begint met een beschrijving van de jaren ruim voor de Eerste Wereldoorlog. In deze periode lijkt het alsof de zekere tijd, die al
honderden jaren bestaat, heel vanzelfsprekend is. Alles in de bijna
duizend jaar oude Oostenrijkse monarchie lijkt gebaseerd op
duurzaamheid, stabiliteit en voorspelbaarheid.
Stefan
Zweig ontleedt heel zorgvuldig hoe deze situatie ontstaan is:
betrekkelijk weinig grote oorlogen zorgden voor stabiliteit en ook
een zekere bezadigdheid. Men was zo bezadigd dat niemand geloofde dat
er oorlogen of revoluties zouden komen, het geloof in redelijkheid
was sterk.
School
De
jeugd werd zowel thuis en vooral ook op school, onderworpen aan een
strenge opvoeding. Het zijn juist deze factoren die als voedingsbodem
gediend hebben voor de ontwikkeling van alle vormen van kunst. De
basis was er al, want Wenen stond bekend om zijn voorliefde voor
muziek, lekker eten, kortom verfijning en genieten.
In
het milieu waarin Stefan opgroeide was het vanzelfsprekend dat hij
naar het gymnasium ging ter voorbereiding op de universiteit, alleen
zo verkreeg je aanzien. De hele schooltijd, vijf jaar lagere school
en acht jaar gymnasium, worden door Zweig aaneengesmeed tot een
monotone, harteloze en zielloze tijd. Er was kennelijk geen vreugde
te beleven aan het uitzitten van vele uren op de schoolbanken en de
grote hoeveelheden huiswerk.
Universiteit
Een
heerlijke tijd breekt aan wanneer het eindexamen van het gymnasium
achter de rug is en Stefan zich met een aantal medeleerlingen
inschrijft aan de universiteit. Als student had je bepaalde
voorrechten, deze cultuur stamde nog uit de middeleeuwen. In die tijd
lokte men studenten met privileges zoals: het recht ongestraft te
duelleren, ze waren niet onderworpen aan het strafrecht en werden
erkend als een besloten gilde met eigen regels voor gedrag en
wangedrag. Een soort vrijstaat dus met eigen verenigingen,
inwijdingen en vlaggen. De studenten voelden zich de ware
vertegenwoordigers van de intellectuele jeugd en gedroegen zich
uiterst hoogmoedig.
Kunstenaars
Bijzonder is de manier waarop de auteur, die zich op een aantal
plaatsen in Europa vermaakte met andere kunstenaars, uit de doeken
doet hoe de aanloop tot de Eerste Wereldoorlog zich voltrekt.
Openhartig
vertelt Zweig over de lange weg die hij ging om zelf
schrijver te worden. Zo heeft hij in het begin van zijn carrière een
aantal jaren vertaalwerk gedaan, hierbij deed hij ervaring op en
leerde beroemdheden kennen.
James
Joyce was één van de kunstenaars waarmee Zweig in aanraking kwam.
‘De
aangrijpendste van al deze mensen waren voor mij – alsof ik al iets
van een vermoeden van mijn toekomstige eigen lot had – de mensen
zonder vaderland, of nog erger: degenen die niet één, maar twee of
drie vaderlanden hadden en innerlijk niet meer wisten waar zij
thuishoorden. Zo zat er meestal alleen in een hoekje van café Odeon
een jongeman met een bruin baardje en opvallend dikke brillenglazen
voor scherpe donkere ogen; er werd mij verteld dat dit een heel
begaafde Engelse schrijver was. Maar toen ik James Joyce een paar
dagen later leerde kennen, wees hij elke relatie met Engeland
gedecideerd af. Hij was Ier. Hij schreef weliswaar in het Engels,
maar hij dacht niet Engels en wilde niet Engels denken – ‘ik zou
een taal willen,’ zei hij toen tegen mij, ‘die boven alle andere
talen staat, een taal waar ze allemaal dienstig aan zijn. In het
Engels kan ik mij niet volledig uitdrukken zonder ingesloten te raken
in een traditie. ’Vooral
het gegeven dat in eerste instantie de kunstenaars zich helemaal niet
uitspraken tegen het dreigende geweld, ze zagen het niet aankomen.’
Al
die ontmoetingen die Zweig had met schrijvers, dichters, schilders en
idealisten worden uitgebreid beschreven en zijn belangrijk voor zijn schrijverschap. Een aantal namen van deze
beroemdheden: Thomas Mann, Franz Werfel, Paul Valéry, Arthur
Schnitzler, Ravel, Richard Strauss etc.
Conclusie
Ik
heb met volle teugen genoten van dit boek, vooral door de
aansprekende schrijfstijl en het inzichtelijk maken van deze
belangrijke, bepalende periode. Het linkt ook aan een aantal andere
boeken, zo kwam ik recentelijk een verwijzing naar Zweig tegen in De
Wittgensteins - Alexander Waugh.
Het
boek eindigt met de volgende alinea:
‘De
zon scheen krachtig en helder. Toen ik naar huis terugliep, zag ik
ineens mijn eigen schaduw voor mij, zoals ik de schaduw van de andere
oorlog achter de huidige zag. Hij is sinds die tijd niet meer van mij
geweken, deze schaduw, hij hing bij dag en nacht over al mijn
gedachten; misschien ligt zijn donkere vorm ook wel op veel
bladzijden van dit boek. Maar elke schaduw is in diepste wezen toch
ook een kind van het licht, en alleen wie licht en donker, oorlog en
vrede, hoogtepunten en dieptepunten heeft meegemaakt, alleen die
heeft waarachtig geleefd’
Hieruit
proef ik, ondanks alle donkere wolken toch een optimistisch einde,
ook al lijkt dit een paradox, het leven eindigt hier.
*
Citaat uit hoofdstuk ‘De doodsstrijd van de vrede’
Hieruit
blijkt een soort fatalisme en toch geen verbittering hierover. (TvL)
Auteur
Stefan
Zweig (Wenen, 28 november 1881 – Petrópolis (bij Rio de Janeiro),
Brazilië, 22 februari 1942) was een Oostenrijkse schrijver van
Joodse afkomst. Zweig studeerde Germanistiek, Romaanse kunst en
Filosofie in Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland. In 1913 vestigde hij
zich in Salzburg.
Als
biograaf beschreef Zweig veel historische en literaire figuren uit
het Europese cultuurgebied. Later schreef hij novellen en romans die
opvielen door de psychologische benadering en het subtiele
taalgebruik.
Titel:
De wereld van gisteren
Titel
oorspronkelijk: Die Welt von gestern
Auteur:
Stefan Zweig
Uitgever:
De Arbeiderspers
Vertaler:
Willem van Toorn
ISBN:
9789029593144
Pag.:
431
Genre:
autobiografie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.