Recensie
door Roosje
Uitgever
Cossee
Media
vita in morte sumus *
Split second
David
Lurie leidt een prettig leven: universiteitsdocent in Kaapstad, twee
maal getrouwd, tweemaal gescheiden, een volwassen dochter. Hij is een
beetje ouderwets, hij houdt van de romantische dichters Wordsworth en
Byron, hij houdt veel van vrouwen en zij van hem; hij doet er ook
niet moeilijk over om te betalen voor de lichamelijke liefde.
Hij is
een mannelijke madame Bovary. Het leven is mild voor hem tot hij met
een studente over de schreef gaat en hij daarom zijn baan als docent
opgeeft. Hij wil zich niet in de luren laten leggen door zijn
collegae, die zich naar zijn idee tegen hem keren. In a split second
raakt hij volkomen geïsoleerd.
Het leven leidt hem
Hij
gaat voor the time being wonen bij zijn dochter Lucy, die lesbisch is
en verlaten door haar vriendin. Lucy beheert haar boerderij en kennel
samen met een zwarte man, Petrus.
Alles
gaat op de schop in Davids leven, op alle levensgebieden gaat het
roer om. Hij heeft zelf zijn kont tegen de krib gegooid maar is op
geen enkele manier in staat de komende gebeurtenissen in zijn leven
te controleren, te overzien of ook maar op een minimaal niveau te
begrijpen. In plaats van dat hij het leven leidt, leidt het leven
hem.
Machtsverschuivingen
De
toch min of meer zelf opgelegde ommezwaai in Davids leven lijkt
gelijke tred te houden met het nog steeds veranderende Zuid-Afrika;
het Zuid-Afrika nieuwe stijl, het Zuid-Afrika dat als los zand aan
elkaar hangt, het Zuid-Afrika waarin machtsverschuivingen aan de
orde van de dag zijn.
David
vertegenwoordigt in een bepaald opzicht de oudere blanke
intellectueel; zijn dochter, blank en lesbisch, probeert mee te gaan
in de flow, die meer de vorm heeft van een vloedgolf, van
veranderingen, waarin blanken en zwarten in heel andere relaties tot
elkaar komen te staan.
David
is geen racist, niet echt. Hij is ook niet te beroerd zijn handen uit
de mouwen te steken. Hij wil zijn dochter bijstaan maar zij heeft
steeds andere gedachten en opvattingen dan hij. Zij lijken
voortdurend langs elkaar heen te schuren. Strijken, schuren en
schuiven.
Ten
aanzien van vrouwen moet David zijn opvattingen ook bijstellen. Nooit
had hij in zijn vroegere leven gedacht dat hij met een
onaantrekkelijke vrouw het bed zou delen. Honger maakt rauwe bonen
zoet. Of toch niet?
Zompig
moeras
Tot
op het bot wordt David gefileerd; alles wordt hem ontnomen als Job op
de mestvaalt. Is Davids geloof net zo sterk? Waarin blijft David
geloven? Lord Byron en diens verlaten geliefde Teresa blijven hem tot
op het laatst bij; hij schrijft een kameropera met hen als onderwerp,
maar ook zij haken af en de opera is niet levensvatbaar. Het leven
wordt hem tot Dantes hel, waarin de verdoemden zich uit het zompige
moeras proberen te wrikken, gekweld door de straffen die passen bij
door hen begane zonden. Er blijft David niets anders over dan te doen
wat hij moet doen.
En
met het doen wat gedaan moet worden, blijft hij daarbij nog een mens?
Bijvoorbeeld zo’n mens als Bev Shaw, die het dierenasiel leidt? Of
wordt hij hiermee een dier, één van de honden bijvoorbeeld, die hij
samen met Bev helpt?
Inktzwart
Het
is moeilijk uit te leggen waarom dit inktzwarte en zeer heftige boek
een geweldige leeservaring is.
Coetzee
is een fantastisch schrijver, die je hypnotiseert door alle
gewelddadigheden en onbegrijpelijke menselijke handelingen heen.
Coetzee
doet ook wat hij moet doen: hij beschrijft, hij toont, hij wrijft het
je in op een wijze waardoor er geen ontsnapping mogelijk is: voor
David Lurie niet, en evenmin voor zijn dochter Lucy.
Moet
je je als mens laten vallen als Alice door het konijnenhol en maar
zien waar je terecht komt en hoe je omgaat met de wonders die je op
je weg tegenkomt? Dat is wat Lucy een beetje lijkt te doen: alles in
dit land gaat op de schop, dus ook in mij gaan de dingen op de schop.
Of probeer je je tijdens het vallen vast te houden aan de laatste
strohalmen die uit de aarden wanden groeien, zoals David lijkt te
doen?
Het
einde van het boek is open. David en Bev bekommeren zich om de
honden; ze doen wat er gedaan moet worden. Zij bekommeren zich om de
dieren, die zich in een nog treuriger staat bevinden dan de mensen.
David en Bev staan aan het ene uiteinde. Lucy staat aan het andere
uiteinde: Lucy bekommert zich om de mensen, om de nieuwe mensen.
Ivoren
toren
Ik
heb dit boek nu drie keer gelezen. Ik denk dat ik het nog wel eens
zal lezen. Coetzee windt er geen doekjes om, dat schreef ik al; hij
grijpt je bij de strot en laat niet meer los, net als de buldog-teef
die bij Lucy in de kennel rondscharrelt nadat ze achtergelaten is
door haar baas. De meeste mensen vinden dit een zwartgallig boek, te
zwart, te gewelddadig, van alles te... Dit boek biedt ergens een
sprankje hoop, zo ervaar ik het tenminste. David is van zijn ivoren
toren gestort en dat werd ook eens tijd, terwijl hij voor mij als
lezer niet echt een heel nare man is. Het is beslist Coetzee’s
verdienste hem zo af te schilderen dat je geen echte hekel aan hem
krijgt, terwijl ik daarover wel verbaasde.
Lucy
en Bev, twee eigenlijk onaantrekkelijke vrouwen, dragen op alle
mogelijke manieren het leven. Zij zijn de oermoeders van het land.
Hen beschrijft Coetzee met een ingehouden en zeer ingetogen
sympathie. Iets wat je misschien nauwelijks sympathie kunt noemen.
Een flintertje, een flikkering.
De
blanken komen er niet goed af maar de zwarten ook niet. Op zijn minst
zijn de groepen in de war, uit op boetedoening dan wel vergelding,
uit op vergeving dan wel respect. Een grote warboel is het maar het
leven gaat door. Mensen proberen te doen wat er te doen is.
‘Voor
een van de honden in de hokken heeft hij een bijzondere genegenheid
opgevat. Het is een jonge reu met een verschrompelde linkerachterpoot
die hij achter zich aan sleept. Of hij ermee geboren is, weet hij
niet. Geen enkele bezoeker heeft interesse getoond om hem te
adopteren.’ (2007: 247)
De
auteur
John
Maxwell (J.M.) Coetzee (Kaapstad, 9 februari 1940) is een
Zuid-Afrikaans schrijver en vertaler. Op 2 oktober 2003 werd hem de
Nobelprijs voor Literatuur toegekend. Hij was de tweede
Zuid-Afrikaanse schrijver die deze eer ten deel viel - Nadine
Gordimer was in 1991 de eerste. De prijs werd op 10 december in
Stockholm aan hem uitgereikt. Coetzee wordt beschouwd als een van de
belangrijkste schrijvers van deze tijd.
Coetzee
was de eerste schrijver die tweemaal de Booker Prize won, in 1983
voor Wereld & wandel van Michael K en in 1999 voor In ongenade.
Omdat hij de publiciteit omtrent de prijzen wilde mijden, kwam hij de
prijzen niet ophalen.
Op
14 mei 2010 ontving hij een koninklijke onderscheiding, Ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw.
Coetzee
schreef diverse romans, waarin vaak het thema terugkeert van de
eenling die zich staande moet zien te houden binnen een groep. Ook
behandelt hij in zijn romans vanuit verscheidene invalshoeken grote
menselijke thema's, zoals liefde, geluk, eenzaamheid, angst,
verdriet, goed en kwaad, of bijvoorbeeld de meer concrete vraag of
mensen die geen kinderen hebben iets wezenlijks missen in het leven.
Auteur:
J.M. Coetzee
Titel:
In ongenade
Uitgever:
Cossee
256
pagina's
Vertaald
door: Joop van Helmond ,Frans van der Wiel
Verschijningsdatum
december
2013; druk 13
ISBN10
9059364562
Categorieën:
Literatuur & Romans Literaire romans
*Eerste
regel van een Gregoriaans lied. Titel van een gedichtenbundel van
J.C. Bloem uit 1931
Media
vita in morte sumus
quem
quaerimus adjutorem
nisi
te, Domine,
qui
pro peccatis nostris
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.