Uitgever Ambo |
Anthos
De
vreemdeling
Dit boek gaat over
de naamloze Arabier die Meursault op een zonovergoten Algerijns
strand neerschiet, zomaar zonder echte reden. Tenminste naar eigen
zeggen was de gekmakende zon, de immer stralende, een flikkering van
iets, door die wrede zon, iets dat wellicht leek op een pistool -
herinner ik het me goed? - dat iets was aanleiding voor de Franse
Algerijn Meursault om een hem onbekende maar dreigend uitziende
Arabier neer te schieten. Daar werd hij voor veroordeeld. Meursault
en hem wachtte de doodstraf.
Die Arabier was
anoniem, hij had geen naam, hij kreeg geen naam van auteur Albert
Camus, hij was een onbeduidend iemand, bijna niet menselijk,
slechts een Arabier.
Over deze onbekende
Arabier, per ongeluk neergeschoten, gaat de roman, de lange monoloog
van Kamel Daoud. Deze Algerijnse schrijver geeft die anonieme
Arabier, van wie we niet eens weten of hij een Algerijn was, een naam,
een geschiedenis, een verhaal, een zin, een eerbetoon.
‘Vandaag is
mijn moeder nog in leven.
Ze zegt niets
meer, maar ze zou heel veel kunnen vertellen.’ (2015: 9)
Zo opent Daoud zijn
roman en je weet direct dat dit boek in alles betrekking heeft op
Camus ‘De vreemdeling’:
‘Vandaag is
moeder gestorven. Of misschien gisteren, ik weet het niet.’
(Camus, 1990: 5)
Je merkt ook direct
het enorme verschil in toon, van energie. Daoud stroomt over van
energie, ongetwijfeld boosheid, hartstocht, dat voel je. Camus is
languissant, de hoofdpersoon een twijfelaar, een navelstaarder.
Opmerkelijk hoe eenvoudige zinnen meteen zoveel gevoel en ideeën
kunnen oproepen.
Verderop in zijn
roman citeert Daoud Camus’ De vreemdeling letterlijk op veel
plaatsen (pp. 20, 62, 63, 94, 95, 110, 116, 147-149).
Niet alleen is de taal die Daoud gebruikt poëtisch, boos, hartstochtelijk, lyrisch en haast episch, maar ook is hij daarin filosofisch en analytisch. De ik van de monoloog, die hij houdt tegen een vriend, is de broer van de neergeschoten Arabier, Moussa is zijn naam. Tenminste dat houdt zijn moeder hem voor. Zijn moeder wil wraak, zij wil dat haar verdwenen zoon Moussa de neergeschoten, naamloze Arabier is. Daarmee krijgt de verdwenen Moussa een graf en niet alleen dat, hij wordt gewroken, en de anonieme Arabier krijgt een naam, wordt daardoor een mens. Moeder kan verder met haar leven, of misschien kan ze dan het leven verlaten, dan heeft haar leven zin gehad. En de verteller van deze roman neemt de plaats van zijn broer in, door wraak te nemen en het verhaal te vertellen. Daarmee krijgt de broer van Moussa, de ik, de verteller, een plaats in het leven, een plaats die hij voordien niet had. Zijn moeder houdt alleen maar zijn dode broer.
Aan de orde komen
natuurlijk het Franse kolonialisme, Camus, de ‘Pieds-Noirs’, de
Franse Algerijnen, de Algerijnse vrijheidsoorlog, Camus en zijn boek
De vreemdeling. Evenals de broer van Moussa zelf en zijn
optiek op de vrijheidsoorlog, Algerije, de meer orthodoxe islam -
waar hij niets van moet hebben -, zijn obsessieve en daardoor bijna
liefdeloze moeder, de behandeling van Algerijnen en Noord-Afrikanen
in het algemeen van hun Afrikaanse buren meer naar het zuiden. De ik
steekt evenzeer de hand in eigen boezem.* De Fransen waren niet mals
in hun omgang met en behandeling van de autochtone bevolking, de
Algerijnen zelf hebben net zo veel boter op hun hoofd.
Het is een doorlopend stuivertje verwisselen. De Arabier wordt Moussa, de broer van de verteller, en de dode Moussa wordt de verteller; de verteller wordt Meursault en zelfs Camus, juist omdat hij de verteller is, en wordt de moordenaar, zodat je eigenlijk kunt zeggen dat de ik zowel moordenaar als vermoorde is.
Er is een enorme
tegenstelling tussen dit verhaal en dat van Camus, maar Moussa of de
dood van een Arabier is tegelijkertijd ook een verdubbeling van De
vreemdeling.
De vreemdeling van
Camus is echt een geweldig boek, maar ik heb me net als Daoud wel
altijd druk gemaakt om die vermoorde Arabier. De man die zomaar
vermoord werd en aan wie verder geen woorden worden vuil gemaakt.
Meursault wordt wel veroordeeld voor die moord maar eigenlijk niet om
die moord, maar eerder omdat hij niet genoeg gehuild en getreurd heeft
op zijn moeders begrafenis.
Ik las het boek van
Camus voor het eerst toen ik een opstandige middelbare scholier was.
Ik kon helemaal zwelgen in het onrecht Meursault aangedaan omdat hij
niet openbaar genoeg gehuild had om zijn moeder. Wat een benepen
burgerlijkheid was dat, en zo heeft Camus dat ongetwijfeld ook
bedoeld - onder andere -; de filosofische intenties laat ik hier
achterwege.
Meestal heb ik als
lezer wat moeite met het duidelijke monoloog-zijn van een roman. Dat
geeft de roman iets pamflettistisch, waar op zich geen enkel bezwaar
tegen is, maar ik lees dat niet zo graag. Liever heb ik dat het
verhaal tot me komt via de hoofdpersonen of ook wanneer een verhaal
verteld wordt via een ander aan de hoofdpersoon. Dan loopt het
verhaal over verschillende katrolletjes en bevind ik me als lezer in
de coulissen en niet midden op het toneel. Dan kan ik comfortabel
afstand nemen. Toch heb ik dat met deze monoloog-roman van Daoud
minder; ik kan het aan, zijn stijl en zijn ingewikkelde plots en
verhaal- en persoonsverwisselingen. Juist vanwege dat laatste, denk
ik.
In De Groene
Amsterdammer, nr 22/2018, staat een lang artikel van Daoud over De
Ander. ‘Iedereen is Jonas. Voor de Algerijnse schrijver Kamel Daoud
is de grote vraag van deze tijd: wat doen we met de Ander? Wat doet
bijvoorbeeld het Westen et de zuidelijke immigrant? Maar ook: wat
doet het Zuiden zelf met een vreemdeling? Kan literatuur de wereld
redden?’ kopt het weekblad (pp. 40-45).
Over de auteur
Kamel Daoud
(Mostaganem, 1970) is een Algerijns schrijver en journalist.
Daoud studeerde
eerst wiskunde en later literatuurwetenschappen. Vanaf 1994 werkte
hij voor de krant Le Quotidien d'Oran, waar hij ook acht jaar
hoofdredacteur was. Daarnaast is hij een veel gelezen columnist.
In 2014 werd door
een salafistische imam een fatwa tegen hem uitgesproken.
Daouds romandebuut,
Meursault, contre-enquête (2013) - in het Nederlands dus vertaald
als Moussa of de dood van een Arabier, won de Prix Goncourt du
Premier Roman in 2015.
Auteur: Kamel Daoud
Titel: Moussa of de
dood van een Arabier - oorspronkelijk: Meursault, contre-enquête
(2013)
Uitgever:
Ambo|Anthos
152 pagina's
Vertaler: Manik
Sarkar
Verschijningsdatum maart 2018
ISBN: 9789026341922
Categorieën: Literaire roman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.