woensdag 13 juni 2018

Ilija Trojanow - De wereldverzamelaar




Een historische roman: veel roman, een beetje historie


"Hoewel enkele uitspraken en formuleringen van Burton in de tekst zijn verweven, zijn de personages en het verhaal hoofdzakelijk ontsproten aan de verbeelding van de schrijver. Ze maken ook geen enkele aanspraak op biografische juistheid. Ieder mens is een geheim, en dat geldt helemaal voor een mens die je nooit hebt ontmoet. Deze roman is een persoonlijke verkenning van zo'n geheim, zonder het te willen ontsluieren."

Robert Van der Meiren

Aldus auteur Ilija Trojanow in de inleiding bij zijn boek De wereldverzamelaar. Mooie woorden, die toch even de wenkbrauwen doen fronsen, want een historische roman die de geschiedkundige waarheid uitdrukkelijk níét wil onthullen, klinkt dat niet als een contradictio in terminis? Het lijkt wel alsof de auteur zich bij voorbaat verontschuldigt voor de tekortkomingen in zijn roman. Onprofessioneel, zou je dan denken, maar ook: hier moet een reden voor zijn …
En die is er. Richard Burton, het historische personage rond wie de roman is opgebouwd, was – en is nog altijd – een van de meest raadselachtige, complexe, vrijwel niet te doorgronden figuren uit de Britse geschiedenis. Ondanks talrijke historisch-wetenschappelijke studies, en hoewel hijzelf meer dan tachtig publicaties op zijn naam heeft staan, is maar weinig geweten over zijn drijfveren en kunnen zijn bijzondere, zeer on-eigentijdse sociologische opvattingen amper verklaard, geplaatst of begrepen worden: Richard Burton is een ondoordringbaar mysterie, en net als de vele historici vóór hem wil Trojanow niet de pretentie hebben het in zijn roman te kunnen doorprikken.
Die bescheidenheid siert de auteur, maar als dan toch een roman over Richard Burton moest geschreven worden, dan was Ilija Trojanow daar toch dé geknipte persoon voor, zoals later zal blijken.

Over Richard Burton …

Burton in 1864
De Brit Sir Richard Francis Burton (1821-1890) was officier in het Britse leger, diplomaat, spion, schrijver, dichter, polyglot (1), vertaler (onder andere van de Indiase Kama Sutra en de Arabische verhalenbundel Duizend en één nacht), etnoloog, seksuoloog, oriëntalist, cartograaf en nog veel meer. 
Een ware ‘homo universalis’ dus, maar ook – en vooral – een gedreven ontdekkingsreiziger die niet bang was van risicovolle avonturen. Enkele van zijn belangrijkste exploten (2) waren ongetwijfeld zijn gevaarlijke bedevaart naar Mekka die hij als tweede niet-moslim ooit (3) met succes kon beëindigen (met dank aan zijn donkere huidskleur en oriëntaals uiterlijk), en zijn zoektocht naar de bron van de Nijl.
Burton doorkruiste het Amerikaanse, Aziatische en Afrikaanse continent, en overal probeerde hij zo goed als mogelijk te leven zoals de inheemse bevolking.
Richard Burton overleed op 20 oktober 1890 in het Italiaanse Triëste aan de gevolgen van een hartaanval. Hij was 69.

… en waarom hij zo moeilijk te doorgronden is

Burton had een waarachtige belangstelling voor andere volkeren, en zijn vooruitstrevende opvattingen over vreemde culturen stonden dwars op het gangbare Victoriaanse kolonialistische denken. Overal waar zijn ontdekkingstochten of zijn militaire en diplomatieke opdrachten hem brachten wilde hij de plaatselijke bevolking door en door leren kennen door zich hun levenswijze eigen te maken. Hij ging daarin zo ver, dat de grens tussen zijn eigen identiteit en die van de alter ego’s vervaagde: “Wereldverzamelaar Burton dompelt zich zo fundamenteel onder in de vreemde culturen die hij wil begrijpen, dat hij uiteindelijk geen duidelijk eigen kern overhoudt. Hij is nauwelijks nog te onderscheiden van de rol die hij aanneemt, de ander die hij zo dicht mogelijk wil benaderen, het masker dat hij opzet.” (4)

De kosmopoliet Burton was een multi-disciplinaire vrijdenker wiens progressieve, libertijnse (5) gedachten en overtuigingen hem tot een anachronisme in zijn eigen tijd maakten. En omwille van de vele uiteenlopende identiteiten die hij in de loop van zijn leven aannam lijkt hij wel multi-schizofreen.

Samengevat: om de identiteit van Richard Burton te omschrijven zijn heel veel adjectieven nodig. De lijst begint ergens bij “bizar” en zou bijvoorbeeld bij “raadselachtig” kunnen eindigen. Toch is maar één iets zeker, namelijk dat aan Burton zo goed als niets zeker is.

Het verhaal

Trojanow heeft zijn roman opgebouwd rond drie avonturen uit het rijkgevulde leven van zijn protagonist. De plaatsen van handeling zijn Brits-India, Arabië en Oost-Afrika.

Brits-India: “De verhalen van de schrijver van de bediende van de meester”
Burton is als legerofficier gekazerneerd in India. Hij staat er aan het hoofd van een regiment dat zo goed als niks omhanden heeft. Gestuwd door zijn onverzadigbare nieuwsgierigheid ontvlucht hij zoveel mogelijk de eindeloze verveling en de nutteloosheid van het leven binnen de kazernemuren. In een recordtempo leert hij een aantal inheemse talen, en hij gaat in de leer bij een goeroe. Hij laat zich vol overgave de diensten welgevallen van een tempelprostituee, en doet alsof hij zich tot de islam heeft bekeerd om toch maar tussen de plaatselijke bevolking te kunnen leven.

Burton als Hadj Abdullah
Arabië: “De pelgrim, de satrapen en de zegel van het verhoor”
Het tweede deel volgt Burton op zijn pelgrimstocht – de hadj – naar Mekka, de stad die voor niet-moslims verboden was. Een zeer gevaarlijke onderneming, niet alleen omdat de karavanen onderweg geregeld door bandieten konden worden aangevallen – wat ook effectief gebeurde – doch vooral omdat ontmaskering onvermijdelijk de dood betekent. Zijn van nature donkere huidskleur en zijn opvallend oriëntaalse uiterlijk waren natuurlijk een voordeel. Hij leert Arabisch, en om eventuele opmerkbare accentverschillen te kunnen verklaren voorziet hij zich van verschillende vestimentaire vermommingen, zodat hij zich telkens anders kan uitdossen dan de groep waar hij op dat moment mee optrekt. Uiteraard heeft hij zich grondig verdiept in de Koran.
Om de kans op ontmaskering nog extra te verkleinen laat hij zich, overeenkomstig de moslimtraditie, zelfs besnijden. Als Mirza Abdullah the Bushri, zijn aangenomen identiteit, slaagt hij er uiteindelijk in eerst tot Medina en later tot Mekka door te dringen.

Oost-Afrika: “In de herinnering vervloeit het schrift”
Samen met John Hanning Speke vertrekt Burton in 1857 op expeditie door het Oost-Afrikaanse binnenland om de bron van de Nijl te vinden. De onderneming wordt van begin tot eind door tegenslag geteisterd: ze worden meermaals aangevallen door Somalische krijgers (Burton krijgt een speer door beide kaken, en Speke wordt zelfs een tijdlang gevangengehouden), onbetrouwbare dragers verlaten zonder boe of bah de expeditie, niet zelden na wat exploratiemateriaal te hebben gestolen, zowel Burton als Speke krijgen af te rekenen met diverse tropische ziekten, en bovendien blijken de twee niet met elkaar overweg te kunnen. Als ze in 1858 eindelijk hun eerste grote ontdekking doen (het Tanganyikameer) is Burton zo door malaria verzwakt dat hij de voortzetting van de tocht moet staken. Speke trekt verder en zal uiteindelijk het Victoriameer en dus de bron van de Nijl ontdekken, zeer tot ongenoegen van Burton die Speke later van allerhande malversaties zal betichten.

Schrijfstijl

Trojanow schrijft poëtisch mooi, zijn taal is energiek en sprankelend fris, en het boek staat vol prachtige zinnen die een enorme ‘sprezzatura’ (6) uitstralen. De beeldspraak is ronduit adembenemend, er gaat zelden een pagina voorbij zonder dat de mond openvalt van bewonderende verbazing over de soms filosofische, soms komische, altijd diepdoordachte metaforen die Trojanow uit zijn mouw weet te schudden. De openingszin is meteen raak: "Hij stierf 's ochtends vroeg, nog voor je een zwarte draad van een witte had kunnen onderscheiden." (7).
Zo gaat het maar door, en door, en al die schoonheid benevelt de lezer die zich als in een trance laat meevoeren. Zelfs wie maar weinig interesse heeft voor het inhoudelijke van de roman zal toch blijven lezen, geboeid door de vloeiende taal en de schier eindeloze reeks literaire lekkernijen.

Verteltechniek

Het bijzondere aan deze roman is de manier waarop Trojanow de drie verhalen ontdubbelt. Uiteraard wordt alles in de eerste plaats vanuit Burtons standpunt verteld, maar daarnaast worden de gebeurtenissen ook nog eens uit de doeken gedaan door derde vertellers, telkens iemand van de inheemse bevolking. In India is dat Burtons bediende Naukaram, die zijn belevenissen met de Engelsman laat optekenen door een loonschrijver. In Arabië zijn het enkele plaatselijke ambtenaren die de reisgenoten van Burton ondervragen om zo te achterhalen wat diens échte bedoelingen zijn, en in Afrika is het de plaatselijke gids Sidi Moebarak Bombay die zijn ervaringen met de 'gekke' Engelsman in geuren en kleuren – en flink aangedikt – vertelt aan zijn dorpsgenoten, vaak tot hun groot jolijt.

Trojanow springt handig om met die dubbelloopse verteltechniek die een uniek beeld biedt over de gebeurtenissen in hun historisch kader enerzijds, en anderzijds over de manier waarop de plaatselijke bevolking het allemaal interpreteert en een plaats tracht te geven. Onderliggend accentueert deze gevorkte manier van vertellen ook de innerlijke tweespalt van Burton, die als het ware gekneld zit tussen zijn eigen gevoelens, verlangens en interesses voor de inheemse bevolking en de beknellende Victoriaanse opvattingen over kolonisatie en seksualiteit.

Maar …

Ondanks die inventieve verteltechniek en de prachtige taal waarin hij is geschreven, is deze roman in totaliteit toch geen hoogmis geworden. Trojanow heeft af en toe problemen met het ‘time management’ in zijn verhalen, en met name is het tweede deel een vermoeiende weliswaar in prachtige frasen verpakte warboel geworden, terwijl juist die risicovolle pelgrimstocht een unieke kans bood om het verhaal wat spanning te geven. In dit deel is de coherentie soms ver te zoeken; aan de andere kant vertonen de twee andere delen dit euvel niet.
Er is ook nog dit: het overdreven veelvuldig gebruik van (zeer) vreemde woorden verplicht de lezer voortdurend de zeven pagina’s lange verklarende woordenlijst achteraan in het boek te raadplegen. Dat heen-en-weergeblader gaat op den duur irriteren en is niet echt bevorderlijk voor het leesplezier.

Conclusie

Op bladzijde 503 is het boek uit en kennen we Burton nog steeds niet. Hij blijft de gevangene van de moeilijk te begrijpen schroomvalligheid waarmee Trojanow zijn protagonist heeft benaderd. Wellicht ligt de mysterieuze aard van Burton aan de basis van die terughoudendheid. De auteur heeft Burton jarenlang diepgaand bestudeerd, maar in zijn roman slaagt hij er niet in hem een ziel te geven. (8)
Van die gereserveerdheid is helemaal geen sprake meer bij de talrijke nevenfiguren, die dan ook veel feller tot leven komen dan het hoofdpersonage. Met name de bediende Naukaram – hij is stiekem verliefd op Kundalini, Burtons plaatselijke concubine – en de grappige gids Sidi Moebarak Bombay zijn zeer levensechte figuren die onder de huid kruipen en daar lang blijven zitten.

De wereldverzamelaar is dus een historische roman waarin het historische aspect ver ondergeschikt is aan de fantasie. De roman zal vooral gewaardeerd worden door de ervaren lezer van het genre die weet dat de historische feitelijkheid nu eenmaal beperkingen met zich meebrengt, en dat die door de verbeelding van de auteur moeten worden opgevangen.
Vanwege de bijzondere en originele kijk op racisme en multiculturaliteit is deze roman ook absoluut interessant voor al wie geïnteresseerd is in het actuele discours rond die thema’s.
Voor wie voor het eerst wil kennismaken met het genre van de historische roman is De wereldverzamelaar evenwel minder geschikt, of zelfs af te raden.

Over de auteur

Ilija Trojanow werd in 1965 geboren in Sofia (Bulgarije). In 1971 vluchtte hij met zijn familie naar Duitsland waar het gezin politiek asiel kreeg. In 1972 verhuisde de familie naar Kenia waar Ilija’s vader (een ingenieur) een job had gekregen. Ilija woonde tot 1984 in Nairobi, verhuisde daarna voor korte tijd naar Parijs, en ging vervolgens rechten en ethnologie studeren aan de Ludwig Maximiliaan Universiteit in München. Hij woonde afwisselend in Mumbai, Kaapstad en Mainz, en nu in Wenen. Een kosmopoliet zoals Burton dus, én een talenknobbel: naast Bulgaars en Duits spreekt Trojanow ook nog Sanskriet, Arabisch en Hindi.
Voor het schrijven van zijn boek doorkruiste hij gedurende vijf jaar India, trok hij te voet door het Oost-Afrikaanse binnenland naar de bron van de Nijl, en trad hij in Burtons voetsporen op diens bedevaart naar Mekka.
Hij is als het ware een 20ste-eeuwse versie van Richard Burton en daarom, meer dan wie ook, de uitgelezen auteur om een boek als De wereldverzamelaar te schrijven.


(1)    In A Rage to Live: A Biography of Richard & Isabel Burton heeft historica Mary S. Lovell het over 29 talen, en in The Devil Drives: A Life of Sir Richard Burton beweert prof. Fawn McKay Brodie dat Burton 25 talen én 15 dialecten beheerste.
(2)    In de Belgisch-Nederlandse betekenis: opzienbarende prestaties.
(3)    De Italiaan Ludovico de Varthema was in 1503 de eerste.
(4)    Gie Goris in het tijdschrift MO* (Mondiaal Nieuws) van 30 september 2009.
(5)    Met name over seksualiteit. Burton bestudeerde bijvoorbeeld intensief de lengte van de penissen bij diverse bevolkingsgroepen, en de specifieke houdingen tijdens de copulatie. Hij publiceerde zijn werk ook en, het mag nogmaals benadrukt worden, dit in volle Victoriaanse tijd!
(6)    Een term van Italiaanse oorsprong om het effect aan te duiden van kunstwerken die zeer vakkundig doch ogenschijnlijk moeiteloos zijn gerealiseerd; de term is perfect voor De wereldverzamelaar.
(7)    Persoonlijke noot: deze zin staat al jaren op nummer één op mijn lijst met mooie openingszinnen.
(8)    Er is ook geen bibliografie opgenomen in het boek, wat er nogmaals op wijst dat de auteur zich niet heeft willen vastpinnen op de historische feiten of, in het geval van Burton, op historische presumpties, maar duidelijk de nadruk legt op de factor verbeelding.

Oorspronkelijke titel: Der Weltsammler
Nederlandse titel: De wereldverzamelaar
Auteur: Ilija Trojanow
Vertaling: José Rijnaarts en De Geus n.v. Breda
Uitgeverij De Geus
Pagina’s: 511
Genre: historische roman
Zevende druk: 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.