"Hoewel enkele uitspraken en formuleringen
van Burton in de tekst zijn verweven, zijn de personages en het verhaal
hoofdzakelijk ontsproten aan de verbeelding van de schrijver. Ze maken ook geen
enkele aanspraak op biografische juistheid. Ieder mens is een geheim, en dat
geldt helemaal voor een mens die je nooit hebt ontmoet. Deze roman is een persoonlijke
verkenning van zo'n geheim, zonder het te willen ontsluieren."
Robert Van der Meiren
Aldus auteur Ilija Trojanow
in de inleiding bij zijn boek De
wereldverzamelaar. Mooie woorden, die toch even de wenkbrauwen doen
fronsen, want een historische roman die de geschiedkundige waarheid
uitdrukkelijk níét wil onthullen, klinkt dat niet als een contradictio in
terminis? Het lijkt wel alsof de auteur zich bij voorbaat verontschuldigt voor
de tekortkomingen in zijn roman. Onprofessioneel, zou je dan denken, maar ook:
hier moet een reden voor zijn …
En die is er. Richard Burton, het historische personage rond wie de
roman is opgebouwd, was – en is nog altijd – een van de meest raadselachtige, complexe,
vrijwel niet te doorgronden figuren uit de Britse geschiedenis. Ondanks talrijke
historisch-wetenschappelijke studies, en hoewel hijzelf meer dan tachtig
publicaties op zijn naam heeft staan, is maar weinig geweten over zijn
drijfveren en kunnen zijn bijzondere, zeer on-eigentijdse sociologische
opvattingen amper verklaard, geplaatst of begrepen worden: Richard Burton is
een ondoordringbaar mysterie, en net als de vele historici vóór hem wil
Trojanow niet de pretentie hebben het in zijn roman te kunnen doorprikken.
Die bescheidenheid siert de
auteur, maar als dan toch een roman over Richard Burton moest geschreven
worden, dan was Ilija Trojanow daar toch dé geknipte persoon voor, zoals later
zal blijken.
Over Richard Burton …
Burton in 1864
|
De Brit Sir Richard Francis Burton (1821-1890) was officier in het
Britse leger, diplomaat, spion, schrijver, dichter, polyglot (1), vertaler (onder andere van de Indiase Kama Sutra
en de Arabische verhalenbundel Duizend en
één nacht), etnoloog, seksuoloog, oriëntalist, cartograaf en nog veel meer.
Een ware ‘homo universalis’ dus, maar ook – en vooral – een gedreven
ontdekkingsreiziger die niet bang was van risicovolle avonturen. Enkele van
zijn belangrijkste exploten (2) waren ongetwijfeld zijn gevaarlijke bedevaart
naar Mekka die hij als tweede niet-moslim ooit (3) met succes kon beëindigen
(met dank aan zijn donkere huidskleur en oriëntaals uiterlijk), en zijn
zoektocht naar de bron van de Nijl.
Burton doorkruiste het Amerikaanse, Aziatische en Afrikaanse
continent, en overal probeerde hij zo goed als mogelijk te leven zoals de
inheemse bevolking.
Richard Burton overleed op 20 oktober 1890 in het Italiaanse
Triëste aan de gevolgen van een hartaanval. Hij was 69.
… en waarom hij zo
moeilijk te doorgronden is
Burton had een waarachtige belangstelling voor andere volkeren, en
zijn vooruitstrevende opvattingen over vreemde culturen stonden dwars op het
gangbare Victoriaanse kolonialistische denken. Overal waar zijn
ontdekkingstochten of zijn militaire en diplomatieke opdrachten hem brachten
wilde hij de plaatselijke bevolking door en door leren kennen door zich hun
levenswijze eigen te maken. Hij ging daarin zo ver, dat de grens tussen zijn
eigen identiteit en die van de alter ego’s vervaagde: “Wereldverzamelaar Burton
dompelt zich zo fundamenteel onder in de vreemde culturen die hij wil
begrijpen, dat hij uiteindelijk geen duidelijk eigen kern overhoudt. Hij is
nauwelijks nog te onderscheiden van de rol die hij aanneemt, de ander die hij
zo dicht mogelijk wil benaderen, het masker dat hij opzet.” (4)
De kosmopoliet Burton was een multi-disciplinaire vrijdenker wiens
progressieve, libertijnse (5) gedachten en overtuigingen hem tot een
anachronisme in zijn eigen tijd maakten. En omwille van de vele uiteenlopende
identiteiten die hij in de loop van zijn leven aannam lijkt hij wel
multi-schizofreen.
Samengevat: om de identiteit van Richard Burton te omschrijven zijn
heel veel adjectieven nodig. De lijst begint ergens bij “bizar” en zou
bijvoorbeeld bij “raadselachtig” kunnen eindigen. Toch is maar één iets zeker,
namelijk dat aan Burton zo goed als niets zeker is.
Het verhaal
Trojanow heeft zijn roman opgebouwd rond drie avonturen uit het
rijkgevulde leven van zijn protagonist. De plaatsen van handeling zijn
Brits-India, Arabië en Oost-Afrika.
Brits-India: “De verhalen van
de schrijver van de bediende van de meester”
Burton is als legerofficier gekazerneerd in India. Hij staat er aan
het hoofd van een regiment dat zo goed als niks omhanden heeft. Gestuwd door
zijn onverzadigbare nieuwsgierigheid ontvlucht hij zoveel mogelijk de eindeloze
verveling en de nutteloosheid van het leven binnen de kazernemuren. In een
recordtempo leert hij een aantal inheemse talen, en hij gaat in de leer bij een
goeroe. Hij laat zich vol overgave de diensten welgevallen van een
tempelprostituee, en doet alsof hij zich tot de islam heeft bekeerd om toch
maar tussen de plaatselijke bevolking te kunnen leven.
Burton als Hadj Abdullah
|
Arabië: “De pelgrim, de
satrapen en de zegel van het verhoor”
Het tweede deel volgt Burton op zijn pelgrimstocht – de hadj – naar Mekka, de stad die voor niet-moslims verboden was. Een zeer gevaarlijke
onderneming, niet alleen omdat de karavanen onderweg geregeld door bandieten
konden worden aangevallen – wat ook effectief gebeurde – doch vooral
omdat ontmaskering onvermijdelijk de dood betekent. Zijn van nature donkere
huidskleur en zijn opvallend oriëntaalse uiterlijk waren natuurlijk een
voordeel. Hij leert Arabisch, en om eventuele opmerkbare accentverschillen te
kunnen verklaren voorziet hij zich van verschillende vestimentaire
vermommingen, zodat hij zich telkens anders kan uitdossen dan de groep waar hij
op dat moment mee optrekt. Uiteraard heeft hij zich grondig verdiept in de
Koran.
Om de kans op ontmaskering nog extra te verkleinen laat hij zich,
overeenkomstig de moslimtraditie, zelfs besnijden. Als Mirza Abdullah the
Bushri, zijn aangenomen identiteit, slaagt hij er uiteindelijk in eerst tot
Medina en later tot Mekka door te dringen.
Oost-Afrika: “In de
herinnering vervloeit het schrift”
Samen met John Hanning Speke vertrekt Burton in 1857 op expeditie
door het Oost-Afrikaanse binnenland om de bron van de Nijl te vinden. De
onderneming wordt van begin tot eind door tegenslag geteisterd: ze worden
meermaals aangevallen door Somalische krijgers (Burton krijgt een speer door
beide kaken, en Speke wordt zelfs een tijdlang gevangengehouden), onbetrouwbare
dragers verlaten zonder boe of bah de expeditie, niet zelden na wat
exploratiemateriaal te hebben gestolen, zowel Burton als Speke krijgen af te
rekenen met diverse tropische ziekten, en bovendien blijken de twee niet met
elkaar overweg te kunnen. Als ze in 1858 eindelijk hun eerste grote ontdekking
doen (het Tanganyikameer) is Burton zo door malaria verzwakt dat hij de
voortzetting van de tocht moet staken. Speke trekt verder en zal uiteindelijk
het Victoriameer en dus de bron van de Nijl ontdekken, zeer tot ongenoegen van
Burton die Speke later van allerhande malversaties zal betichten.
Schrijfstijl
Trojanow schrijft poëtisch mooi, zijn taal is energiek en
sprankelend fris, en het boek staat vol prachtige zinnen die een enorme
‘sprezzatura’ (6) uitstralen. De beeldspraak is ronduit adembenemend, er gaat
zelden een pagina voorbij zonder dat de mond openvalt van bewonderende
verbazing over de soms filosofische, soms komische, altijd diepdoordachte
metaforen die Trojanow uit zijn mouw weet te schudden. De openingszin is meteen
raak: "Hij stierf 's ochtends vroeg, nog voor je een zwarte draad van
een witte had kunnen onderscheiden." (7).
Zo gaat het maar door, en door, en al die schoonheid benevelt de
lezer die zich als in een trance laat meevoeren. Zelfs wie maar weinig
interesse heeft voor het inhoudelijke van de roman zal toch blijven lezen,
geboeid door de vloeiende taal en de schier eindeloze reeks literaire
lekkernijen.
Verteltechniek
Het bijzondere aan deze roman is de manier waarop Trojanow de drie
verhalen ontdubbelt. Uiteraard wordt alles in de eerste plaats vanuit Burtons
standpunt verteld, maar daarnaast worden de gebeurtenissen ook nog eens uit de
doeken gedaan door derde vertellers, telkens iemand van de inheemse bevolking.
In India is dat Burtons bediende Naukaram, die zijn belevenissen met de
Engelsman laat optekenen door een loonschrijver. In Arabië zijn het enkele
plaatselijke ambtenaren die de reisgenoten van Burton ondervragen om zo te
achterhalen wat diens échte bedoelingen zijn, en in Afrika is het de
plaatselijke gids Sidi Moebarak Bombay die zijn ervaringen met de 'gekke'
Engelsman in geuren en kleuren – en flink aangedikt – vertelt aan zijn
dorpsgenoten, vaak tot hun groot jolijt.
Trojanow springt handig om met die dubbelloopse verteltechniek die
een uniek beeld biedt over de gebeurtenissen in hun historisch kader enerzijds,
en anderzijds over de manier waarop de plaatselijke bevolking het allemaal
interpreteert en een plaats tracht te geven. Onderliggend accentueert deze
gevorkte manier van vertellen ook de innerlijke tweespalt van Burton, die als
het ware gekneld zit tussen zijn eigen gevoelens, verlangens en interesses voor
de inheemse bevolking en de beknellende Victoriaanse opvattingen over
kolonisatie en seksualiteit.
Maar …
Ondanks die inventieve verteltechniek en de prachtige taal waarin
hij is geschreven, is deze roman in totaliteit toch geen hoogmis geworden.
Trojanow heeft af en toe problemen met het ‘time management’ in zijn verhalen,
en met name is het tweede deel een vermoeiende – weliswaar in
prachtige frasen verpakte – warboel geworden, terwijl juist die
risicovolle pelgrimstocht een unieke kans bood om het verhaal wat spanning te
geven. In dit deel is de coherentie soms ver te zoeken; aan de andere kant
vertonen de twee andere delen dit euvel niet.
Er is ook nog dit: het overdreven veelvuldig gebruik van (zeer)
vreemde woorden verplicht de lezer voortdurend de zeven pagina’s lange verklarende
woordenlijst achteraan in het boek te raadplegen. Dat heen-en-weergeblader gaat
op den duur irriteren en is niet echt bevorderlijk voor het leesplezier.
Conclusie
Op bladzijde 503 is het boek uit en kennen we Burton nog steeds
niet. Hij blijft de gevangene van de moeilijk te begrijpen schroomvalligheid
waarmee Trojanow zijn protagonist heeft benaderd. Wellicht ligt de mysterieuze
aard van Burton aan de basis van die terughoudendheid. De auteur heeft Burton
jarenlang diepgaand bestudeerd, maar in zijn roman slaagt hij er niet in hem
een ziel te geven. (8)
Van die gereserveerdheid is helemaal geen sprake meer bij de
talrijke nevenfiguren, die dan ook veel feller tot leven komen dan het
hoofdpersonage. Met name de bediende Naukaram – hij is stiekem verliefd op Kundalini,
Burtons plaatselijke concubine – en de grappige gids Sidi Moebarak Bombay zijn
zeer levensechte figuren die onder de huid kruipen en daar lang blijven zitten.
De wereldverzamelaar is dus een historische roman waarin het historische aspect ver
ondergeschikt is aan de fantasie. De roman zal vooral gewaardeerd worden door
de ervaren lezer van het genre die weet dat de
historische feitelijkheid nu eenmaal beperkingen met zich meebrengt, en dat die
door de verbeelding van de auteur moeten worden opgevangen.
Vanwege de bijzondere en originele kijk op racisme en
multiculturaliteit is deze roman ook absoluut interessant voor al wie
geïnteresseerd is in het actuele discours rond die thema’s.
Voor wie voor het eerst wil kennismaken met het genre van de
historische roman is De wereldverzamelaar
evenwel minder geschikt, of zelfs af te raden.
Over de auteur
Ilija Trojanow werd in 1965 geboren in Sofia (Bulgarije). In 1971
vluchtte hij met zijn familie naar Duitsland waar het gezin politiek asiel kreeg.
In 1972 verhuisde de familie naar Kenia waar Ilija’s vader (een ingenieur) een
job had gekregen. Ilija woonde tot 1984 in Nairobi, verhuisde daarna voor korte
tijd naar Parijs, en ging vervolgens rechten en ethnologie studeren aan de
Ludwig Maximiliaan Universiteit in München. Hij woonde afwisselend in Mumbai,
Kaapstad en Mainz, en nu in Wenen. Een kosmopoliet zoals Burton dus, én een
talenknobbel: naast Bulgaars en Duits spreekt Trojanow ook nog Sanskriet,
Arabisch en Hindi.
Voor het schrijven van zijn boek doorkruiste hij gedurende vijf jaar
India, trok hij te voet door het Oost-Afrikaanse binnenland naar de bron van de
Nijl, en trad hij in Burtons voetsporen op diens bedevaart naar Mekka.
Hij is als het ware een 20ste-eeuwse versie van Richard Burton en
daarom, meer dan wie ook, de uitgelezen auteur om een boek als De wereldverzamelaar te schrijven.
(1) In A
Rage to Live: A Biography of Richard & Isabel Burton heeft historica
Mary S. Lovell het over 29 talen, en in The Devil Drives: A Life of Sir
Richard Burton beweert prof. Fawn
McKay Brodie dat Burton 25 talen én 15 dialecten beheerste.
(2)
In de Belgisch-Nederlandse
betekenis: opzienbarende prestaties.
(3)
De Italiaan Ludovico de Varthema was in 1503 de eerste.
(4)
Gie Goris in het tijdschrift MO*
(Mondiaal Nieuws) van 30 september 2009.
(5)
Met name over seksualiteit.
Burton bestudeerde bijvoorbeeld intensief de lengte van de penissen bij diverse
bevolkingsgroepen, en de specifieke houdingen tijdens de copulatie. Hij
publiceerde zijn werk ook en, het mag nogmaals benadrukt worden, dit in volle
Victoriaanse tijd!
(6)
Een term van Italiaanse
oorsprong om het effect aan te duiden van kunstwerken die zeer vakkundig doch
ogenschijnlijk moeiteloos zijn gerealiseerd; de term is perfect voor De wereldverzamelaar.
(7)
Persoonlijke noot: deze zin
staat al jaren op nummer één op mijn lijst met mooie openingszinnen.
(8)
Er is ook geen bibliografie
opgenomen in het boek, wat er nogmaals op wijst dat de auteur zich niet heeft
willen vastpinnen op de historische feiten of, in het geval van Burton, op
historische presumpties, maar duidelijk de nadruk legt op de factor
verbeelding.
Oorspronkelijke
titel: Der Weltsammler
Nederlandse
titel: De wereldverzamelaar
Auteur: Ilija
Trojanow
Vertaling: José
Rijnaarts en De Geus n.v. Breda
Uitgeverij De
Geus
Pagina’s: 511
Genre:
historische roman
Zevende druk:
2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.