Recensie door
Tea van Lierop
Uitgeverij van Maaskant Haun
‘De zon was
aan het ondergaan. Hij hing in de nevelige lucht als een perfecte rode bal,
zweefde bijna malicieus boven de toren van het kerkje. De rest van de wereld
was grijs.’ (blz.112)
Op
zoek naar de Russische ziel in een surrealistisch decor
Hugh Walpole, een Brits
roman- en scenarioschrijver (1884-1941), schreef een roman over de
februarirevolutie van Petrograd in 1917. Als ooggetuige was hij in staat de details
en de sfeer briljant te verwerken in De verborgen stad. Natuurlijk
schept de titel verwachtingen over het karakter van de verborgenheid, voor
een westerling heeft Rusland vaak iets ongrijpbaars, iets mythisch. Vanuit dit
perspectief is dit boek het beste te lezen. Stukje bij beetje voert Walpole de
lezer mee naar de diepste krochten van Petrograd dat met zijn tot de
verbeelding sprekende rivier de Neva en de zeer diverse bevolking een cocktail
is van de ongrijpbaarheid van de Russische ziel.
De auteur
maakt voor de compositie van zijn roman gebruik van autobiografische elementen,
contrastrijke personages, dromen, monsters, menselijke verlangens, ideeën over
de (onbereikbare) liefde en de gespannen verhoudingen tussen de
bevolkingsgroepen aan de vooravond van de februarirevolutie van 1917. In het
voorwoord van vertaalster Meta Gemert wordt verteld over het leven van
de auteur en het vertaalproces dat niet altijd even soepel verliep vanwege
onjuistheden in de brontekst. Fijn dat het om een voorwoord gaat, het lezen
krijgt hiermee een meerwaarde, autobiografische elementen zijn hierdoor eenvoudiger te
herkennen.
De namen van
de personages zijn niet altijd makkelijk te onthouden, een lijstje maken helpt
hierbij. Het boek is verdeeld in drie delen, in het eerste deel komt het
merendeel van de spelers aan bod. De ik-verteller waarschuwt de lezer in het begin dat
zijn feiten kloppen, maar dat de lezer de interpretaties zelf mag wegen en
veranderen.
Het ‘episch
centrum’ van het boek is het appartement waarin Markovitsj met zijn vrouw Vera
en schoonzus Nina woont. Toevallig ontmoet Markovitsj het ik-personage Durdles,
zo genoemd door zijn Russische vrienden, en het blijkt dat ze beiden ene
Semjonov kennen, deze is familie van de Markovitsjs en diende in hetzelfde
leger als de verteller. Deze Semjonov heeft een tragisch verleden dat hij
obsessief bij zich zal houden en ook de anderen zal bezighouden. Een beetje als
een thriller loopt deze verhaallijn verder tot het einde van het boek, samen met
de Neva en de politieke onrust. Het appartement is het toneel van kleurrijke
figuren, zo is daar ene Boris, een politieke activist waarvan we later nog
zullen horen.
En dan zijn
er nog de Britse Bohun (de romanticus) en Lawrence (die niets van Rusland moet
hebben), zij geven het verhaal een beschouwende laag. Door discussies tussen
hen en de Russen komen de verschillen aan bod. Aan de ene kant het oosten, aan
de andere kant het westen en wie kent de Russische ziel? Iemand die er zijn
leven lang woont of hij die veel gelezen heeft van Russische auteurs en weet
van verlangen, vertrouwen en vriendschap? Veel hierover wordt in dialogen
uitgewerkt, maar ook dromen roepen erg mooie beelden op. Die zijn fabelachtig
en steeds weer speelt de rivier een rol, monsters die normaal onzichtbaar zijn
komen in de droom tot leven. Vooral bij ziekte en koorts zijn de fantasieën
ongekend sprookjesachtig.
‘Henry droomde. Hij kon me (de verteller tvl) later niet alle details vertellen, maar het was een lange, sombere en mistige droom waarin de muren van het hotel zich leken te openen en te sluiten en kleine zwarte figuurtjes als mieren heen en weer liepen in de kronkelende gangen.’ (blz. 28)
Prachtig
taalgebruik waarbij de stad elke keer in een ander licht en weersgesteldheid
beschreven wordt maakt het boek poëtisch, ze dienen als rustmomenten waarin het
voorafgaande even kan bezinken om vervolgens naar een volgende scene over te gaan.
Voor wie geïnteresseerd is in het opvallende omslag: dit is geschilderd door Boris Grigorjev en stelt Vsevolod Meyerhold (Russische regisseur, acteur en producent) voor. Hij behoorde tot de intellectuele bovenlaag die de mens wilde hervormen: alle burgerlijke gedachten moesten worden afgebroken. Uit die puinhoop moesten nieuwe mensen worden opgebouwd die aan de basis van de communistische heilstaat zouden staan. (wikipedia)‘De stad was gehuld in een dunne mist waarin schaduwen opdoemden en weer verdwenen, trambellen klingelden en vreemde, woeste Russische kreten doordringend en toch loom door de lucht vlogen. Hij ploeterde voort en opeens stond hij in de Nevski Prospekt. Hoewel de straat er in de zompige regen saai en kleurloos uitzag, wist hij vanwege de grootte en grandeur zeker dat het de Nevski was.’ (blz.29)
De afbeelding
sluit mooi aan op het boek. Een toneelstuk waarbij ook Durdles als toeschouwer
een opvoering bijwoont is geregisseerd door Meyerhold.
‘Dit was het hoogtepunt van Meyerholds leven en als we het hadden geweten, zouden we gezegd hebben dat dit ook het hoogtepunt van vele andere levens was, maar dat wisten we die avond niet.’(blz. 138)
De revolutie
wordt in de roman levensecht beschreven vanuit de personages die door hun
uitgewerkte karakters meer zijn dan alleen voor – of tegenstanders van de
omwenteling. Binnen de familie zorgen deze politieke perikelen voor
verdeeldheid binnen de familie. De spanning wordt lang vastgehouden en de
afloop is verrassend.
Hugh Walpole heeft een groot aantal werken op zijn naam, maar slechts vier romans werden
vertaald in het Nederlands, waarvan 3 al in de jaren 20 van de vorige eeuw. (bron)
De auteur
Walpole
(Auckland, 13 maart 1884 - Londen, 1 juni 1941) werd geboren in Nieuw-Zeeland
als zoon van een bisschop. Hij studeerde aan Engelse kostscholen te Canterbury,
Durham en van 1903 tot 1906 te Cambridge (Emmanuel College). Later gaf hij aan
dat zijn schooltijd weinig gelukkig was geweest. Hij worstelde met zijn
homoseksuele gevoelens en voelde zich, afgesloten van zijn familie, vaak
eenzaam.
Na zijn
schooltijd koos Walpole al snel voor een literaire carrière. Vanaf zijn debuut
in 1909 was hij een bekende verschijning in de Londense literaire wereld. Hij
was bevriend met Virginia Woolf. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij voor
het Rode Kruis aan het Oostfront en later als verslaggever in Rusland, waar hij
ook voor Britse propagandadoelen werd ingezet. In 1917 was hij te
Sint-Petersburg getuige van de Russische Revolutie. Na de oorlog bleef hij nog
een tijd actief als verslaggever en reisde door Europa. In 1924 had hij een
ontmoeting met Adolf Hitler tijdens de Bayreuther Festspiele. Ondertussen
verliep zijn literaire carrière erg succesvol en groeide hij uit tot een der
meest gelezen Britse romanschrijvers van zijn tijd. In de jaren dertig maakte
hij ook naam als scenarioschrijver en reisde zelfs af naar Hollywood. Ook
maakte hij naam als literatuurcriticus en schreef studies over Walter Scott,
Anthony Trollope en Joseph Conrad. (lees verder op wikipedia)
Titel: De
verborgen stad , The Secret City
Auteur: Hugh
Walpole
Uitgever:
Uitgeverij van Maaskant Haun
Vertaling:
Meta Gemert
ISBN:
9789081786126
Pag.: 320
Genre: fictie
Verschenen:
deze editie 2017, oorspronkelijk 1919
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.