zondag 26 april 2020

Hugh Walpole – De verborgen stad

Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij van Maaskant Haun


‘De zon was aan het ondergaan. Hij hing in de nevelige lucht als een perfecte rode bal, zweefde bijna malicieus boven de toren van het kerkje. De rest van de wereld was grijs.’ (blz.112)

Op zoek naar de Russische ziel in een surrealistisch decor

Hugh Walpole, een Brits roman- en scenarioschrijver (1884-1941), schreef een roman over de februarirevolutie van Petrograd in 1917. Als ooggetuige was hij in staat de details en de sfeer briljant te verwerken in De verborgen stad. Natuurlijk schept de titel verwachtingen over het karakter van de verborgenheid, voor een westerling heeft Rusland vaak iets ongrijpbaars, iets mythisch. Vanuit dit perspectief is dit boek het beste te lezen. Stukje bij beetje voert Walpole de lezer mee naar de diepste krochten van Petrograd dat met zijn tot de verbeelding sprekende rivier de Neva en de zeer diverse bevolking een cocktail is van de ongrijpbaarheid van de Russische ziel.

De auteur maakt voor de compositie van zijn roman gebruik van autobiografische elementen, contrastrijke personages, dromen, monsters, menselijke verlangens, ideeën over de (onbereikbare) liefde en de gespannen verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen aan de vooravond van de februarirevolutie van 1917. In het voorwoord van vertaalster Meta Gemert wordt verteld over het leven van de auteur en het vertaalproces dat niet altijd even soepel verliep vanwege onjuistheden in de brontekst. Fijn dat het om een voorwoord gaat, het lezen krijgt hiermee een meerwaarde, autobiografische elementen zijn hierdoor eenvoudiger te herkennen.

De namen van de personages zijn niet altijd makkelijk te onthouden, een lijstje maken helpt hierbij. Het boek is verdeeld in drie delen, in het eerste deel komt het merendeel van de spelers aan bod. De ik-verteller waarschuwt de lezer in het begin dat zijn feiten kloppen, maar dat de lezer de interpretaties zelf mag wegen en veranderen.

Het ‘episch centrum’ van het boek is het appartement waarin Markovitsj met zijn vrouw Vera en schoonzus Nina woont. Toevallig ontmoet Markovitsj het ik-personage Durdles, zo genoemd door zijn Russische vrienden, en het blijkt dat ze beiden ene Semjonov kennen, deze is familie van de Markovitsjs en diende in hetzelfde leger als de verteller. Deze Semjonov heeft een tragisch verleden dat hij obsessief bij zich zal houden en ook de anderen zal bezighouden. Een beetje als een thriller loopt deze verhaallijn verder tot het einde van het boek, samen met de Neva en de politieke onrust. Het appartement is het toneel van kleurrijke figuren, zo is daar ene Boris, een politieke activist waarvan we later nog zullen horen.

En dan zijn er nog de Britse Bohun (de romanticus) en Lawrence (die niets van Rusland moet hebben), zij geven het verhaal een beschouwende laag. Door discussies tussen hen en de Russen komen de verschillen aan bod. Aan de ene kant het oosten, aan de andere kant het westen en wie kent de Russische ziel? Iemand die er zijn leven lang woont of hij die veel gelezen heeft van Russische auteurs en weet van verlangen, vertrouwen en vriendschap? Veel hierover wordt in dialogen uitgewerkt, maar ook dromen roepen erg mooie beelden op. Die zijn fabelachtig en steeds weer speelt de rivier een rol, monsters die normaal onzichtbaar zijn komen in de droom tot leven. Vooral bij ziekte en koorts zijn de fantasieën ongekend sprookjesachtig.

‘Henry droomde. Hij kon me (de verteller tvl) later niet alle details vertellen, maar het was een lange, sombere en mistige droom waarin de muren van het hotel zich leken te openen en te sluiten en kleine zwarte figuurtjes als mieren heen en weer liepen in de kronkelende gangen.’ (blz. 28)

Prachtig taalgebruik waarbij de stad elke keer in een ander licht en weersgesteldheid beschreven wordt maakt het boek poëtisch, ze dienen als rustmomenten waarin het voorafgaande even kan bezinken om vervolgens naar een volgende scene over te gaan.

‘De stad was gehuld in een dunne mist waarin schaduwen opdoemden en weer verdwenen, trambellen klingelden en vreemde, woeste Russische kreten doordringend en toch loom door de lucht vlogen. Hij ploeterde voort en opeens stond hij in de Nevski Prospekt. Hoewel de straat er in de zompige regen saai en kleurloos uitzag, wist hij vanwege de grootte en grandeur zeker dat het de Nevski was.’ (blz.29)

Voor wie geïnteresseerd is in het opvallende omslag: dit is geschilderd door Boris Grigorjev en stelt Vsevolod Meyerhold (Russische regisseur, acteur en producent) voor. Hij behoorde tot de intellectuele bovenlaag die de mens wilde hervormen: alle burgerlijke gedachten moesten worden afgebroken. Uit die puinhoop moesten nieuwe mensen worden opgebouwd die aan de basis van de communistische heilstaat zouden staan. (wikipedia)
De afbeelding sluit mooi aan op het boek. Een toneelstuk waarbij ook Durdles als toeschouwer een opvoering bijwoont is geregisseerd door Meyerhold.

‘Dit was het hoogtepunt van Meyerholds leven en als we het hadden geweten, zouden we gezegd hebben dat dit ook het hoogtepunt van vele andere levens was, maar dat wisten we die avond niet.’(blz. 138)

De revolutie wordt in de roman levensecht beschreven vanuit de personages die door hun uitgewerkte karakters meer zijn dan alleen voor – of tegenstanders van de omwenteling. Binnen de familie zorgen deze politieke perikelen voor verdeeldheid binnen de familie. De spanning wordt lang vastgehouden en de afloop is verrassend.
Hugh Walpole heeft een groot aantal werken op zijn naam, maar slechts vier romans werden vertaald in het Nederlands, waarvan 3 al in de jaren 20 van de vorige eeuw. (bron)

De auteur

Walpole (Auckland, 13 maart 1884 - Londen, 1 juni 1941) werd geboren in Nieuw-Zeeland als zoon van een bisschop. Hij studeerde aan Engelse kostscholen te Canterbury, Durham en van 1903 tot 1906 te Cambridge (Emmanuel College). Later gaf hij aan dat zijn schooltijd weinig gelukkig was geweest. Hij worstelde met zijn homoseksuele gevoelens en voelde zich, afgesloten van zijn familie, vaak eenzaam.

Na zijn schooltijd koos Walpole al snel voor een literaire carrière. Vanaf zijn debuut in 1909 was hij een bekende verschijning in de Londense literaire wereld. Hij was bevriend met Virginia Woolf. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij voor het Rode Kruis aan het Oostfront en later als verslaggever in Rusland, waar hij ook voor Britse propagandadoelen werd ingezet. In 1917 was hij te Sint-Petersburg getuige van de Russische Revolutie. Na de oorlog bleef hij nog een tijd actief als verslaggever en reisde door Europa. In 1924 had hij een ontmoeting met Adolf Hitler tijdens de Bayreuther Festspiele. Ondertussen verliep zijn literaire carrière erg succesvol en groeide hij uit tot een der meest gelezen Britse romanschrijvers van zijn tijd. In de jaren dertig maakte hij ook naam als scenarioschrijver en reisde zelfs af naar Hollywood. Ook maakte hij naam als literatuurcriticus en schreef studies over Walter Scott, Anthony Trollope en Joseph Conrad. (lees verder op wikipedia)  

Titel: De verborgen stad , The Secret City
Auteur: Hugh Walpole
Uitgever: Uitgeverij van Maaskant Haun
Vertaling: Meta Gemert
ISBN: 9789081786126
Pag.: 320
Genre: fictie
Verschenen: deze editie 2017, oorspronkelijk 1919

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.