Recensie door Tea
van Lierop
Uitgeverij Aspekt
Metamorphosen in een
modern jasje
Met een
veelbelovende, mysterieuze cover ligt hier de herziene
editie van De Poolse weg. Een goede zaak om dit boek nog eens onder
de aandacht te brengen. De inhoud van deze roman leest nog net zo
fris als in de tijd van de eerste verschijning in 1990. Het – op
het eerste oog – toegankelijke boek zit bomvol allusies, werpt
de huidige mens terug op de essentie en voert hem naar
oudtestamentische tijden. Het hoofdpersonage geeft zich letterlijk
bloot in al zijn kwetsbaarheid en laat zich kennen zonder de
negatieve connotatie die gekoppeld is aan deze uitdrukking. De
Poolse weg is een reis naar het verleden waarbij de thematiek
samen te vatten is in het verlangen naar liefde en de zoektocht naar
de oorsprong.
Het beroep van Zeger
Faber is huisarts. We maken kennis met hem wanneer hij als een ietwat
morsig figuur in zijn prachtige huis met tuin – daarover later meer
– voorbereidingen treft voor zijn reis naar Polen. Let wel, Polen
lag destijds nog achter het IJzeren Gordijn en de benaming
‘uitdaging’ om er veilig aan te komen met je lading is een
understatement. Zeger is van slag, want zijn vrouw Evelien is zomaar
vertrokken en ook Eefke, hun dochter, is het huis uit. Wat rest is
een leeg huis, de praktijk en een tuin die ontworpen is door Evelien
en die wat Zeger betreft volledig op de schop mag.
Deze tuin heeft een
belangrijke plaats in het boek. De combinatie van de
tuin met de appel die Zeger schilt en de namen van zijn vrouw, zijn
dochter en de Poolse tolk Ewa doen sterk denken aan het paradijs.
Maar dan wel het paradijs van na de zondeval natuurlijk, want de
ambiance en de gemoedstoestand van Zeger zijn allerminst
paradijselijk.
Het verhaal belooft
wat. Een reis met een schitterend oldtimer – een Volkswagenbusje
met spijltje in het voorraam (!) – van Nederland naar Polen. De
bezitter van het busje is Alex, de oudere broer. Een totaal ander
type dan Zeger, regelmatig botsen hun meningen als in een Bijbelse
broedertwist.
Maar Alex heeft de
bus en Zeger wil beslist terug naar Ewa, de tolk die hij eerder
ontmoette in Polen.
‘Vorig jaar ontsnapte een schokgolf uit mijn waterdichte geheugencompartiment. In Polen. Ze vertaalde het Pools van onze gastheren in Engels en ons Engels in Pools. Haar huid was wit, haar ogen waren groot en helderblauw. Ik hoorde haar stem. Verstond niet wat ze zei, haar moedertaal noch haar Engels. Ze was jong, droeg langgedragen ouderwetse kleren en had het tengere figuur van een kind. Haar uiterlijk straalde onschuld uit. Ze heette Ewa.’
Het lichaam krijgt
veel aandacht in het boek. Een huisarts krijgt voortdurend
te maken met het menselijk lichaam en Zeger is zich hiervan erg bewust. Hij
schrijft over handen die warm of koud zijn, over lippen die zoveel
zenuwuiteinden hebben zodat die uitermate geschikt zouden zijn om
iets te onderzoeken, maar dat kan natuurlijk niet bij vreemden. Gelukkig blijft er een afstand tussen patiënt en dokter. Hij bekent
zijn voorliefde voor bleke, jonge androgyne, onschuldige meisjes. Deed denken aan Humbert Humbert
uit Lolita van Vladimir Nabokov, die ook dat jonge,
lucide van jonge meisjes zo aantrekkelijk vond. Nou ja, dit thema is
ook al heel oud, denk maar aan de mythe van Salomé waarin het hoofd
van Johannes de Doper geofferd wordt omdat een koning een jong meisje
begeert.
Psyche en Cupido- Bron |
Eenmaal in Polen
aangekomen met het restant hulpgoederen dat overbleef na de diverse
grenscontroles, volgt de rest van het verhaal. Eigenlijk gaat het
niet eens om de daadwerkelijke gebeurtenissen daar. Door flashbacks
komen we steeds meer te weten over het verleden van Zeger, zijn
relatie met zijn broer en zijn ouders, vooral zijn vader krijgt de
nodige aandacht. Lees en huiver welke gevolgen zijn daad had voor
zijn zoon!
En ja, de
verleidingen waaraan een arts blootstaat zijn groot, een greep in de
opiatenkast is zo gedaan. Verslaving ligt op de loer en ook
dit motief draagt bij aan de ontwikkeling van de personages. Ewa komt
steeds meer in beeld, zij moet het hoofd boven water zien te houden
door meerdere banen tegelijk te hebben. Haar man zit werkloos thuis,
maar is wel politiek actief. Veel liefde is er niet tussen hen, dus
voelt Zeger zich vrij om met haar om te gaan. Ze bezoeken congressen,
ziekenhuizen, haar werk en haar tuberculeuze moeder. Met meegebrachte
medicijnen en verbandmiddelen kan Zeger een kleine bijdrage leveren
aan het eeuwige tekort in een ziekenhuis. Helaas kunnen de meegenomen
handschoenen niet gesteriliseerd worden, ze zijn disposable, dit moet
voor een ziekenhuis daar in die tijd overkomen als een geweldige
verspilling! Wat een verschil met het gemak waarmee hier in het
westen alles zo makkelijk voor het grijpen ligt en vervangen kan
worden.
Het contact met de
praktijk in Nederland is mondjesmaat mogelijk. Zo af en toe spreekt
hij zijn waarnemer en zijn betrokkenheid is groot. Zeger is trots op
zijn grote praktijk en kent zijn patiënten, eigenlijk heeft hij
moeite om de zorg over te dragen, hij blijft zich verantwoordelijk
voelen. Het lijntje tussen Nederland en Polen blijkt uiterst nuttig
in een noodgeval, hoewel je daar achteraf vraagtekens bij kunt
zetten. Maar omdat het verhaal ook een thrillerachtig element heeft
mag de lezer dat zelf ervaren. Net als de titel van deze bespreking,
deze kan pas verklaard worden wanneer het boek gelezen is. Dus is dit
het advies: lees het boek en reis mee naar de peilloze diepten van
het wezen van de mens.
De auteur
Noud Bles werd 19
maart 1945 in Vinkeveen geboren. Begon in de jaren zestig te
schrijven en ontving in 1964 de poëzieprijs van de Jong
Nederlands-Belgische Literaire Dagen. Publiceerde vijf romans, twee
verhalenbundels, drie gedichtenbundels en losse bijdragen in kranten
en tijdschriften. Is zelfstandig auteur, lid van de Auteursbond
(voorheen VVL/Vereniging van Schrijvers en Vertalers) en woont in
Gendt (Over-Betuwe). Verzorgt cursussen verhalen schrijven, begeleidt
leeskringen en maakt literaire programma’s, ook werkt hij aan
literaire projecten zoals het culturele huisprogramma Radboud Reppen
en Roeren van de Radboud Universiteit. In Nijmegen is hij
mede-oprichter van de Stichting Literaire Activiteiten Nijmegen en de
werkgroep Literaire bakens Nijmegen. De Openbare Bibliotheek
Gelderland Zuid honoreerde zijn bijdragen aan de lees- en taalcultuur
met een TAALent 2016.
Noud Bles schrijft
columns en feuilletons, vertaalt soms uit het Duits, vertelt en
schrijft over de literatuur uit veel uiteenlopende landen,
organiseert regelmatig literaire publieksactiviteiten en werkt aan
nieuwe verhalen en aan een nieuwe roman. Op 11 november 2011
verscheen zijn laatste verhalenbundel en werd op museum De
Stratemakerstoren het literaire baken Faust aan de Waal onthuld. Zin roman De laatste hand verscheen in 2017.
Titel: De Poolse weg
Auteur: Noud Bles
Uitgever: Aspekt
ISBN: 9789463384605
Pag.: 257
Genre: roman
Verschenen: deze
herziene editie 2018, oorspronkelijk 1990
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.