dinsdag 20 november 2018

Jeroen Brouwers - Het hout


Recensie door Roosje
Uitgeverij Atlas Contact


Miserere mei, Domine *

Misschien moet ik waarschuwen
voor een lichte vorm van spoilerij...!!!


Dit boek moest geschreven worden, zei Jeroen Brouwers, éminence grise van de vaderlandse literatuur, tegen Wim Brands in het VPRO-programma Boeken op 28 december 2014, zonder dit verder toe te lichten. Nee, persoonlijk was hij niet seksueel misbruikt, wel veel geslagen met een voorwerp als de stoffer zonder haren uit Het hout, maar autobiografisch was het verhaal niet (sic! ik ga nog eens een beschouwing wijden aan het begrip 'autobiografisch' in fictie).

Laat ik eerst zeggen dat Jeroen Brouwers al een jaar of dertig tot mijn favoriete schrijvers behoort; en dat Het hout ook weer een geweldige roman is. Ik vind het moeilijk een toegankelijk stukje te schrijven over een boek waar ik zo enthousiast over ben omdat het zo gelaagd is en dat zoveel verschillende facetten kent (vergelijk het met een kaleidoscoop). Brouwers' stijl en taalgebruik zijn haarscherp en loepzuiver; zijn metaforen zijn helder en zijn nooit over the top. Zijn thema's en motieven weet hij als bijna geen ander te weven door het lopende verhaal, waardoor je een veel dieper niveau van lezen en beleven krijgt.

Jongenspensionaat Rodakerken
In het kort is het verhaal als volgt: er is een kwetsbare jongeman, hij heet Eldert Haman. Zijn moeder is Duitse en sterft op jonge leeftijd; zijn vader wordt in de oorlog door de Gestapo weggehaald en komt niet meer terug. Eldert wordt door een oom en tante in Rotterdam opgevoed. Na de oorlog raakt hij als leraar Duits verzeild in het jongenspensionaat in Rodakerken (Kerkrade, Bleijerheide) bij de broeders Franciscanen. Daar wordt hij als een al te makke prooi ingesponnen in het web van de broeders. Eldert raakt zijn naam, zijn fiets, zijn inkomen, zijn boeken en dus zijn vrijheid en zijn identiteit kwijt. Hij wordt broeder Bonaventura. Het dieptepunt in zijn leven is nog niet bereikt: zijn baan wordt hem afgenomen door de nieuwe broeder Mansuetus (in deze naam zie ik het Latijn voor zwijn 'sus'), de ergste tiran van het pensionaat - niet toevallig een Duitser -, die jongens mishandelt en van alle broeders tot de ergste seksuele handelingen overgaat. Bonaventura weet van het misbruik en de mishandelingen maar weet niet goed wat hij daartegen moet ondernemen. Hij wil op de een of andere wijze de jongens beschermen en dat is voor hem de reden het klooster niet te verlaten. Dan krijgt hij kiespijn die zo erg is dat hij buiten de kloostermuren mag gaan om een tandarts te raadplegen. Natuurlijk wordt hem een hart onder de riem gestoken door de mede-broeders, die zeggen dat geen menselijke pijn zo erg kan zijn als het lijden van Jezus en de martelaren. Dat lijden van Bonaventura wordt zijn redding - net zoals bij Jezus himself, rdv. Hij ontmoet de vrijgevochten weduwe Patricia, zijn troosteres en zij is het begin van zijn nieuwe menswording.
Het einde van Het hout is een apotheose op Witte Donderdag, de dag van het Laatste Avondmaal, de belofte van Jezus aan zijn volgelingen en de ontmaskering van het verraad van Judas. Een on-Brouwersiaans einde, zoals hij zelf ook zei tegen Wim Brands. (rdv: vergelijk ook met Dantes Divina Commedia)

Het verhaal bestaat uit drie delen, die genummerd zijn maar geen titel hebben. In deel 1 staat Eldert Haman / Bonaventura centraal; in deel 2 Mansuetus; in deel 3 Patrica. Het vertelde 'nu' vindt plaats in de Heilige Week, waarin voorbereidingen getroffen worden voor het bezoek van de bisschop en diens bijwonen aan de mis op Witte Donderdag. De voornaamste suspence in dit 'nu' is waar Mark Freelink gebleven is en wat er met hem en zijn vriend Wil van Lanschot gebeurd is. Als lezer raak je op de hoogte van van alles en nog wat door flashbacks. Tijd en gebeurtenissen en symboliek zijn ingewikkeld maar helder verknoopt.

Thema's zijn onder andere: felle aanklacht tegen het seksueel misbruik van katholieke-kerkdienaren; tegen de uitwassen van de RK kerk; tegen de dehumanisering door het kloosterleven; maar er is hoop: verlossing is mogelijk.

Cover van de eerdere uitgave
Ik denk dat Brouwers niet gelovig is, maar wel is het zo dat hij met opzet christelijke motieven gebruikt voor bewustwording en bevrijding. Het kan ook niet anders: de christelijke kerk maakt al twee millennia deel uit van ons bewustzijn en onze cultuur. Of je nu gelovig bent of niet, het lijden van Christus staat symbool voor het universele lijden van de mens; en daarbij is het instituut kerk niet per se nodig.

Het gebruik van de motieven heeft zo'n beeldende functie dat je het voor je ziet als een schilderij of een bewegend schilderij (ik weet niet zeker of dat een 'film' is) en tegelijk roept het een diepe emotie op. Natuurlijk speelt ook de symboliek van deze motieven een heel belangrijke rol. Motieven zijn onder andere - er zijn er legio -: de bril die achterblijft, als zijn vader door de Gestapo wordt weggevoerd, maar ook de bril van Patricia; de fiets die Eldert Haman wordt afgenomen. De bril staat voor het scherpe zien, het juiste zien. De fiets staat voor de (bewegings)vrijheid.
Dan is er natuurlijk ook het hout, de stoffer zonder haren en vooral de strijkstok, waarmee de jongens geslagen worden. Maar vanzelfsprekend is dat hout ook het hout waaraan Christus gestorven is; dat Hout komt in de Goede Week in het jongenspensionaat naar beneden gedonderd. Die gebeurtenis is symbolisch èn humoristisch; en dat is een knappe combinatie van andersoortige betekenissen. Symboliek kan al te nadrukkelijk aanwezig zijn en een verhaal moeilijk leesbaar maken. De combinatie met humor maakt het geheel lichter en van een gelaagde betekenis.
Hoe Mansuetus en Benedictus praten en hoe taal bezigen is uiterst humoristisch, sarcastisch zelfs.

Haman is de naam van de de Perzische eerste minister in het boek Esther uit het Oude Testament, een jodenhater, die door toedoen van de joodse Esther, zelf opgehangen wordt aan de paal die Haman bestemd had voor de joden in het Perzische rijk -. Ik vraag me nu wel af waarom de hoofdpersoon die naam draagt. Is hij een verdoemde? Is Het hout een omgekeerd Esther-verhaal? Opmerkelijk is dat Bonaventura tijdens zijn penitentie in Duitsland het Oude Testament gaat lezen, dat hij niet kende. Het is zo dat voor katholieken het Nieuwe Testament belangrijker is dan het Oude; en voor protestanten omgekeerd. De naam Bonaventura betekent 'goede toekomst'; misschien moet ik het zo lezen dat de jonge Eldert, een verdoemde, door zijn ervaring als Bonaventura in een klooster, tot loutering komt; een nieuwe mens wordt. Niet voor niets speelt het 'nu' van de roman zich af in de Goede Week: de week van het Lijden en de Opstanding van Christus: de diepste wanhoop leidt tot verlossing.
En die paal van Haman is natuurlijk ook een Hout, een Kruis.
Ook de namen Mansuetus en prior Benedictus zijn vol betekenis.

Klein puntje van kritiek heb ik wel: Patricia is voor een vrouw in het Zuidlimburgse 1953 wel erg vrijgevochten en feministisch. De oranje muts en wanten, die Patricia draagt en die symbool staan voor haar eigenzinnige vrijmoedigheid, horen meer thuis in de jaren 1970 dan in 1953.
En ook het onverwachte einde is een ietsepietsie te theatraal, maar anderzijds past het emotioneel en symbolisch gezien goed. Het is het omgekeerde van de pracht en praal die hoort bij de Heilige Week: humor en diepe betekenis.


Ik laat het hierbij. Het is niet zozeer het verhaal wat mij aanspreekt. Het is de combinatie van taalgebruik, thema's, motieven, symboliek, hartstochtelijke aanklacht en humor, die mijn bewondering oproept. Dit is een boek dat je echt verschillende keren moet lezen omdat je makkelijk allerlei zaken ontgaan. Brouwers schrijft naar eigen zeggen maar 15 regels per dag (sinds zijn attaque); misschien moet ik dat als lezer ook doen: 15 regels Het hout per dag!

*Miserere mei, Domine betekent; Wees mij genadig God

Auteur

Jeroen Godfried Maria Brouwers (Batavia, 30 april 1940) is een Nederlandse journalist, schrijver en essayist.
Jeroen Brouwers is het vierde kind van Jacques Theodorus Maria Brouwers (1903-1964) en Henriëtte Elisabeth Maria van Maaren (1908-1981). Later werd nog een broertje geboren. Zijn vader werkte als boekhouder bij een architectenbureau.

Na de Japanse invasie begin 1942 en de capitulatie van het KNIL werd zijn vader overgebracht naar een krijgsgevangenkamp in de buurt van Tokio. Brouwers belandde met zijn grootmoeder Elisabeth Henrica Pos (1885-1945), zijn moeder en zus eerst in het Japanse interneringskamp Kramat. Na een paar maanden werden ze overgeplaatst naar het kamp Tjideng, in een buitenwijk van Batavia. Zijn grootouders hebben de kampen niet overleefd. Hij schreef in 1981 over deze Japanse bezetting van Indonesië een boek Bezonken rood, vertaald in 1988 in het Engels als Sunken Red. Zijn jeugd in Indonesië speelt ook een rol in zijn romans Het verzonkene en De zondvloed. Deze drie romans zijn later in één band uitgebracht.
Na de oorlog werd het gezin herenigd en verhuisde naar Balikpapan (Borneo, het huidige Kalimantan).
Mevrouw Brouwers repatrieerde in 1947 met haar kinderen per schip naar Nederland. In 1948 kwam ook Brouwers' vader naar Nederland.

Tot 1950 woonde Brouwers thuis bij zijn ouders. Van zijn tiende tot zijn zestiende werd hij in diverse rooms-katholieke pensionaten in o.a. Limburg ondergebracht. De reden was dat hij een onhandelbaar kind zou zijn dat na de vrijheid van Indië niet kon wennen aan het Hollandse keurslijf. Ook deze internaats- en kostschoolervaringen bij o.a. Jongenspensionaat 'St. Maria Ter Engelen' Bleijerheide van de broeders Franciscanen te Bleijerheide verwerkte hij in zijn werk, zoals in zijn roman Het Hout (2014), waarvoor hij de ECI Literatuurprijs ontving.
Brouwers werd in 1992 opgenomen in de Orde van de Vlaamse Leeuw, en is sinds 1993 Ridder in de Belgische Kroonorde.

In 2007 kende de Taalunie aan Brouwers de Prijs der Nederlandse Letteren toe. Hij accepteerde eerst de prijs, maar weigerde deze later, omdat het bijbehorende geldbedrag van 16.000 euro volgens hem niet in overeenstemming was met het prestige van de prijs. Zo leverde alleen een debuutprijs bijvoorbeeld al 15.000 euro op, terwijl de Prijs der Nederlandse Letteren een oeuvreprijs is. In dezelfde maand nam Brouwers de Tzumprijs voor de beste literaire zin van 2007 in ontvangst, waaraan een geldbedrag van 52 euro was verbonden. Ook ontving hij in 2007 de cultuurprijs van de gemeente Zutendaal, waaraan geen geldbedrag was verbonden. In 1993 kreeg hij voor zijn hele oeuvre de Constantijn Huygens-prijs , toen 10.000 gulden waard en in november 2015 voor zijn roman Het hout de ECI Literatuurprijs groot 50.000 euro.
In 2018 werd bekend dat de Radboud Universiteit Nijmegen Brouwers een eredoctoraat toekent.


Titel: Het hout
Auteur: Jeroen Brouwers
Pagina's: 288 pagina's
ISBN: 9789046706169
Uitgeverij Atlas Contact
Verschijningsdatum: oktober 2017
Oorspronkelijk geschreven november 2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.