Recensie door Roosje
Uitgeverij De Bezige Bij
Lucebert,
multitalent
Lucebert leerde ik al vrij vroeg kennen als
dichter. Zoals veel mensen begreep ik aanvankelijk niet heel veel van zijn
gedichten. Pas later begon ik te snappen dat zijn poëzie niet alleen om louter
betekenis handelt, maar evenzeer om een vrije(re) associatie en vrije(re)
grammatica en zinsopbouw, om ritme, om klank (zoals assonances - halfrijm - en
alliteraties -stafrijm waarbij de eerste letters gelijk zijn - ), eigenlijk als
de jazzmuziek, waar hij zo dol op was. Daarna pas kreeg ik oog voor zijn
beeldend werk, als een van de Cobra-verwanten. Vaak vind ik zijn
beeldend werk van en met inkttekening en verf subtieler dan het knallende werk
van iemand als Karel Appel. En over het algemeen krijg ik daar
best een beetje kippenvel van.
Ik ben dol op
biografieën. Hoe heerlijk is het over het leven te lezen van een auteur of een
beeldend kunstenaar. Het leven van iemand in de notendop van een boek, of soms
een paar boeken - ik denk aan de biografie van Van het Reve door Nop Maas,
ook goed voor schandalen en rechtszaken. Iemands leven en werk, kunst en literatuur!
Dus begon ik
met zeer veel zin in Wim Hazeu’s
boek over het leven van Lucebert. Ik weet niet zo goed hoe ik het moet brengen,
dus ik zeg maar hoe het voor me is, ondanks de vele goede kritieken van dit
werk van Hazeu: het viel me tegen. Ik heb niet het idee dat ik deze mens, deze
autodidact, deze auteur en dichter, keizer der Vijftigers, deze kunstenaar,
deze fotograaf, deze jazzliefhebber beter heb leren kennen. En dat wil je toch,
wanneer je zo’n boek leest. Het kostte me moeite het uit te lezen.
Waar zit hem
dat dan in? Hoewel chronologisch opgebouwd kreeg ik het gevoel dat het een
grote chaos was, dat leven Lucebert. In het begin de chaos van zijn jeugd, niet
heel prettig, maar het leven in de Amsterdamse
Jordaan beviel Bertus Swaanswijk,
Lichtdrager en Lucifer, toch best
wel. De chaos van de oorlog en zijn verblijf in Duitsland. De chaos van na de oorlog, grote armoede, geen geld,
geen huis, geen vriendin. Daarna de betrekkelijke chaos van vele verhuizingen,
van vakantiehuizen in Spanje. De
chaos van het grote gezin en de beroemde vader, dat vrouw Tony met managershand leidde. De chaos van herinneringen,
overdenkingen van mede-auteurs en vrienden en beeldend kunstenaars. De chaos
van de vele werken, tentoonstellingen in binnen- en buitenland. De chaos van
zijn harde werken en huismusserigheid. De chaos van zijn ziekte.
Nieuw is de
ontdekking van Hazeu - daarom is hij zeer te prijzen -, dat Lucebert in de
oorlog vrijwillig in Duitsland heeft
vertoefd en gewerkt. Dat feit benam me wel even de adem. Vooral vanwege zijn
liefde voor Duitse dichters als Rilke,
Hölderlin en Goethe en de Duitse filosofen,
kwam hem Duitsland voor als een begeerlijk land, had hij zich aangemeld voor de
Arbeitseinsatz, zegt broer Henk.
Ook wilde hij zich graag losmaken van thuis. Hij liet zich ook heel snel
‘infecteren’ (2018: 305, mijn e-book, rdv) met de anti-bolsjewistische
propaganda. Toen hij inmiddels naam had gemaakt, verbleef hij met zijn gezin op
voorspraak van Bertold Brecht een
tijdlang in oost-Berlijn.
Later in zijn
leven was hij er niet trots op zijn vrijwillige gang naar nazi-Duitsland en wilde deze feiten zo veel
mogelijk verdoezelen. Anderzijds is het mogelijk dat zijn naïeviteit en zijn
jeugdig romantisch elan hem parten hebben gespeeld.
Dat de leden van
Cobra bittere armoede gekend hebben
wist ik wel; dat het voor sommigen zo erg was, wist ik niet: geen inkomen, geen
huis, geen eten, op- en neerliften naar Parijs,
logeren bij anderen, jezelf van alles ontzien om maar aan materiaal te komen.
Aanvankelijk voelde Lucebert zich meer dichter dan schilder-tekenaar en later
ook fotograaf. Eerst vielen zijn gedichten niet zo goed: te afwijkend, te
experimenteel. Een dichter verdient gewoon minder dan een beeldend kunstenaar,
al wisselden de vroegste Cobra-werken
voor een paar gulden van eigenaar. Je was al blij als je gebruik kon maken van
de ‘contra-prestatie’: van de gemeente kreeg je ondersteuning als je een paar
kunstwerken inleverden. Lucebert stapte zo snel hij kon uit deze regeling.
Eenmaal serieus
verkering met Tony Koek, kon
Lucebert veel, zo niet alles aan haar overlaten. Zij deed alles voor hem en
voor het gezin, maar vooral voor Lucebert. Een enkele kritische opmerking maakt
Hazeu over de-vrouw-zijn-van-een-beroemd-kunstenaar, zo’n vrouw als Tony, dat
wil zeggen zij zorgde in alles voor hem; en ook als je kind bent in zo’n gezin,
dan ontbreekt het je wel eens aan aandacht.
Een ding wordt
wel duidelijk: Lucebert leefde voor zijn werk. Hij was geen kroegtijger, hij
hoefde niet zo in de belangstelling, hij was verlegen. Vrienden had hij, en ook
meacenassen, niet onbelangrijk voor een beginnend en arm kunstenaar. Vele
prijzen won hij, met name literaire.
Ik heb wel
documentaires over hem en met hem gezien. Altijd aan het werk, niet zo geneigd
tot veelpraterij. Daarbij moet ik ook aan een beeldend kunstenaar als Armando
denken: als een gek aan het werk, ziek of niet ziek, jong of oud, tremor of
geen tremor. Dat is ook wel een beetje mijn romantisch beeld van een
kunstenaar. Dat geef ik grif toe.
Laat ik het zo
zeggen: de bovengenoemde chronologische chaos had wel wat meer opgedeeld mogen
worden in verschillende thema’s. Het is te veel een wirwar geworden van wat
anderen over Lucebert zeggen en schrijven zonder veel ordening daarin. Het kan ook zo zijn dat
Lucebert als mens niet zo verschrikkelijk interessant was. Ik mis ook wel wat
kunsttheoretische achtergronden. Er wordt veel over Lucebert gezegd, Lucebert
zegt veel in eigen gedichten (niet autobiografisch of in ieder geval zijn ze zo
niet bedoeld), te veel geklets, te weinig inzichten, te weinig verbanden.
De kromme
zinnen her en der en mijn kromme tenen vergeet ik snel.
En vooral kreeg
ik een grote behoefte aan een overzichtstentoonstelling van zijn beeldend werk.
IK SCHIEP EEN SCHEDEL
ik schiep een schedel
ik schiep een schip
schiep een styxschip
maakte vocaalkahn
bouwde de bachboot
ik vaar in een vogel
schrik op in je haren
je wimpers klikken
je haren harpen
een fuga van veren
fontein van het voorjaar
in het stralende stemnest
i am airnest
(uit: Lucebert 1948-1963 gedichten, verzameld
door Simon Vinkenoog met tekeningen van Lucebert, De Bezige Bij, Amsterdam , 1971: 139)
Auteur
Wim Hazeu (Delft,
28 april 1940) is een Nederlands schrijver, journalist, radio- en
televisieprogrammamaker, uitgever, dichter en biograaf. Naast verscheidene
romans en dichtbundels publiceerde hij biografieën van Marten Toonder, Gerrit Achterberg, J. Slauerhoff, M.C. Escher, Simon
Vestdijk en Lucebert. Ook bezorgde hij de briefwisseling tussen Vestdijk en
Henriëtte van Eyk onder de titel 'Wij zijn van elkaar' (2007).
Auteur: Wim
Hazeu
Titel:
Lucebert, Biografie
Pagina's: 976
ISBN:
9789403104706
Uitgeverij De
Bezige Bij
Verschijningsdatum:
februari 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.