Recensie door Tea
van Lierop
Ambo | Anthos
Peilloze hoogten en
diepten….
Onherbergzaam
Dit is zo'n boek waarin
je je volledig geborgen voelt. Het is alsof je geen lezer bent, maar een
medebewoner van een onherbergzaam IJslands dorp, waar iedereen elkaar
kent en waarin het gevoel de ruimte heeft om te gisten. Slechts 400
mensen wonen er in dit dorp. Voor het sociale verband en de
werkverschaffing waren er het abatoir, de zuivelfabriek, de Co-op en
de breifabriek. Zo
is dit boek, er is geen afstand.
Het verhaal van deze
wonderlijke gemeenschap wordt verteld door ‘we’, dit zijn niet
nader genoemde bewoners, maar zij kunnen het weten, zij leven hier.
In de inleiding beloven ze te vertellen over ‘vreugde en
eenzaamheid, bescheidenheid en nonsens, leven en droom-ach ja,
dromen.’
Verspringen
In
acht hoofdstukken wordt er iedere keer verteld over één of meerdere
personen die alleen of met elkaar een bijzondere band hebben, krijgen
of willen. Daarbij komen de andere bewoners min of meer zijdelings
ook aan bod, maar de focus ligt op de hoofdrolspeler van dat moment.
Stuk voor stuk raken de verhalen de kern van het bestaan, zoals gezegd gaat het onder andere over eenzaamheid. Na het failliet van
de breifabriek kreeg Helga een gecreëerde baan, ze werd achter de
telefoon gezet op een school:
‘Zo simpel is
het, desalniettemin is het niet zo eenvoudig. Sommige mensen bellen
alleen maar op om te kletsen, zijn eenzaam, willen iemands ademhaling
horen, anderen daarentegen moeten opeens alles kwijt, al het
ondraaglijke, de hele ergernis en onrust die het kortademige heden in
ons opwervelt. Solrun beweerde dat Helga’s werk de mensen van hun
stress zou verlossen, bij anderen de knagende eenzaamheid zou
verlichten. Over stress schreef ze in een brief: ‘... een fenomeen
dat zich in ons ophoopt en dus noodzakelijkerwijs af en toe moet
worden geventileerd.’
De
personages worden geweldig beschreven. Hun, vaak imperfecte,
uiterlijk maakt hen menselijk en contrasteert met de enkele bewoner
die begerenswaardig rijk bedeeld is door moeder natuur; prachtige
haren, weelderige vormen of een krachtig, gespierd lijf. Dat
lijfelijke is beslist een rode draad in alle verhalen. Wederzijdse of
juist niet wederzijdse aantrekkingskrachten spelen gedurende alle
seizoenen een grote rol, niet dat er altijd zo open over wordt
gedaan, maar het is er altijd. Net alsof de oerdriften daar in het
hoge noorden behoren tot de cultuur.
Contrasten
Het hele boek staat vol contrasten, waarvan de allerbelangrijkste het
leven tegenover de dood is en waartussen de scheidslijn heel dun is.
‘Er wordt beweerd dat leven en dood hand in hand gaan, dat er
enkel een dunne scheidingswand tussen zit en dat wij daarom soms
schaduwen uit het dodenrijk zien. We hebben het over de dood en
denken dan aan geesten en spoken, want ooit stond er op de plek waar
vandaag de dag Het Warenhuis staat een boerderij waar zich bepaalde
dingen afspeelden: een boer ging in het visseizoen naar Snæfellsnes,
kwam ’s nachts terug en vond zijn vrouw in de armen van een
onbekende man met donker haar, onwezenlijk knap’
De tegenstelling in de titel is ontleend uit het laatste verhaal. Hij
heeft iets heel moois, maar is ook bedreigend vanwege die dunne
scheidslijn. Gesproken wordt er wel, maar veel vaker wordt er gezwegen,
waardoor de spanning te snijden is. Je voelt en ziet de stugge
figuren worstelen met hun gevoelens, de kop in de wind gooien of de
zaak met de botte bijl forceren. Poëtisch en rauw taalgebruik wordt
afgewisseld, soms gebeurt dit volstrekt onverwacht, ook dat levert spanning op.
Eigenlijk leef je met elk personage mee, dader of slachtoffer,
allemaal blijven het personages met hun eigen verleden, afwegingen en
dromen.
Universum
Een apart plekje verdient de directeur van de breifabriek. Op een
nacht droomde hij in het Latijn en sindsdien is niets meer hetzelfde
in het dorp. Zijn naam werd De Astronoom, hij verkocht zijn hele
hebben en houen om Latijn te leren in Reykjavik en vele exclusieve
oude boeken te kopen over astronomie. Hijzelf veranderde ook, hij
richtte zich meer tot de hemel dan tot de aarde.
‘Zijn vastberaden blik was verdwenen, in plaats daarvan was iets
gekomen waarvan we niet wisten hoe het te benoemen, misschien was het
verstrooidheid, misschien dromerigheid en tegelijkertijd leek het
alsof hij dwars door alles heen keek, door al het gedoe, het geleuter
en de poeha die ons leven kenmerkt, dat we ons druk maken over
overgewicht, over geld, rimpels, de politiek en een kapsel.’
Zijn kennis gebruikte hij om lezingen te geven in het
gemeenschapscentrum en later kwam die kennis nog van pas toen er
vragen gesteld werden over bijgeloof, want dat hoorde ook bij het
leven van de dorpelingen. Het verleden heeft zijn sporen
achtergelaten en wanneer je overgeleverd bent aan lange, donkere
winters en er vinden onverklaarbare dingen plaats kun je zomaar
bijgelovig worden. Maar een antwoord komt er niet, zeker niet van De
Astronoom.
Vissen
tellen
De
man die zich afvraagt waarom hij noch de vissen noch zijn tranen kan
tellen is de man die een vraagteken zet bij de reden van zijn
bestaan. Gevlucht in cijfertjes leidt hij z’n leven. Hij is de
meest eenzame figuur, stel je voor hoe het moet zijn wanneer je je
zorgen maakt dat je de vissen niet kunt tellen. Dit is wel heel mooi
verwoord, vooral in combinatie met de tranen en dat alles op het door
zee omsloten IJsland. Maar juist deze man wordt gered uit totaal
onverwachte hoek.
Mijn
conclusie
Adembenemend! Omdat het hele boek raakt aan de ziel, de lelijke en
mooie kanten erkent en beschrijft en de mens één maakt met de
natuur met al zijn driften.
Ongepolijst en puur, zo wil ik er wel meer lezen, machtig mooi!
De
auteur
Jón Kalman Stefánsson (1963) werd geboren in Reykjavík. Hij
behoort tot de grootste Europese schrijvers van deze tijd. In een
poëtische en beeldende stijl schrijft hij over IJsland. Stefánsson
werd genomineerd voor de Nordic Council Literature Prize en won de
IJslandse literatuurprijs en de Per Olov Enquistprijs.
Eerder verschenen onder andere deze romans, die samen een tweeluik
vormen
Vissen hebben geen voeten (2015)
Iets ter grootte van het universum (2016)
Titel: Zomerlicht, en dan komt de nacht
Auteur: Jón Kalman Stefánsson
Vertaler: Marcel Otten
Uitgever: Ambo | Anthos
ISBN: 9789026339158
Pag.: 237
Genre: literaire fictie
Verschenen: februari 2018
Ik heb dit boek een tijdje geleden gekocht, en na het lezen van deze recensie kan ik amper wachten om het te lezen! Mijn nieuwsgierigheid is groot.
BeantwoordenVerwijderenDan wens ik je veel leesplezier, zoek een goed moment uit voor dit bijzondere boek!
Verwijderen