woensdag 2 mei 2018

Thomas Mann-De ontgoocheling-Wälsungenblut

Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij de Arbeiderspers



Decadentie in optima forma



Wälsungerblut
 
'De ontgoocheling' is een van de laatst voltooide werken van Thomas Mann, hij schreef het in 1952-1953. Het is een novelle en bevat 91 pagina's. In mijn uitgave, dat per toeval op mijn pad kwam, staat nog een novelle: 'Wälsungerblut', dit verscheen in 1958, hoewel Mann het al in 1906 schreef. Op dit laatste werk kwam kritiek, het zou antisemitische uitlatingen bevatten.

Deze recensie betreft alleen Wälsungerblut, De ontgoocheling wordt apart besproken.
Het werk telt slechts 38 pagina's, maar het is een afgerond geheel en zeer interessant omdat het autobiografische elementen bevat, geïnspireerd is op Wagners opera De Walküre en het één van de terugkerende motieven in zijn werk bevat: de incestueuze verhouding.
En tot slot de eerder genoemde antisemitische elementen die tot discussie leidden. 

Entree

Het beeld van het schitterende huis van familie Aarenhold doet sterk denken aan de uitgebreide beschrijving die Thomas Mann in De Buddenbrooks (1901) gaf van het familiehuis in Lübeck. De gedetailleerdheid van de inrichting, de karakterisering van de bedienden die daarmee de decadentie treffend weergeeft, is een feest van herkenning en brengt de lezer direct in de kringen waarin Thomas Mann zelf ook opgroeide. Onmiddellijk daarna speelt zich een scene af die wederom een beeld oproept uit De Buddenbrooks: één van de vier kinderen, dochter Sieglinde heeft een verloofde en deze meneer Beckerath doet denken aan de aanstaande verloofde van Tony. Geen echte liefde, maar een gearrangeerde verloving.

De familie

Vader is welgesteld, hier komt meteen het antisemitisme om de hoek kijken, want hoe is hij aan zijn bezit gekomen? Dat vraagteken laat zien dat er kennelijk een luchtje moet zitten aan joden die bezit hebben. Aarenhold is van joodse afkomst en dat dit geen pre is in het vooroorlogse Duitsland wordt een aantal keren duidelijk gedurende het verhaal en is daarmee een motief.

Mann laat doorschemeren dat Aarenholds kinderen niet blij zijn met het bloed dat via vader door hun aderen stroomt. Een autobiografisch element wat betreft dit motief is dat de vrouw van Thomas Mann, Katia Pringsheim, joods was.
Dit brengt de bespreking meteen op het tweede element dat Mann ontleende aan zijn eigen leven: Sieglinde en haar tweelingbroer Siegmund zijn gemodelleerd naar Katia Pringsheim en haar tweelingbroer Klaus.
Behalve de tweeling heeft het echtpaar Aarenhold nog twee kinderen, deze spelen geen grote rol in het verhaal. Het gaat om Sieglinde en Siegmund.

Incestueus

De twee hoofdrolspelers worden geportretteerd als zielsverwanten die als twee druppels water op elkaar lijken. Allebei hechten ze enorm veel waarde aan hun uiterlijk, Siegmund bijna nog meer dan Sieglinde, ze zijn verbaal helemaal aan elkaar gewaagd, dit is goed te merken tijdens de discussie aan tafel met meneer Beckerath. De arme man wordt zo'n beetje gefileerd. Dat de twee aan elkaar verknocht zijn wordt eigenlijk al meteen duidelijk wanneer ze hand en hand de eetkamer binnenwandelen, ze zijn negentien. Het thema wordt verder uitgewerkt wanneer het stel naar een uitvoering gaan van De Walküre in de Opera. Wat een geweldige passage in het verhaal, alleen dit stuk al maakt het verhaal zo mooi! Een voorstelling in een verhaal, hún verhaal, een verdubbeling, het bekende Droste-effect oftewel mise en abyme, schitterend uitgewerkt!

Conclusie

Dit vroege werk heb ik met veel plezier gelezen. Dat zo'n compact werk zoveel in zich kan hebben heeft me getroffen en ook dat er herkenning was van de motieven en thematiek. Deze wat kleinere boekjes van Thomas Mann hebben me verrast en doen verlangen naar meer Thomas Mann, wat een geweldig auteur!
Ik ga nog even in op de antisemitische uitlatingen. De novelle werd geschreven in 1905, maar Mann trok in 1906 op het allerlaatste moment, er waren al drukproeven, de stekker eruit. Het verscheen niet. De reden bleek uiteindelijk niet het antisemitisme, hierover had hij al allang uitleg gegeven, nee, het betrof het risico op een familieschandaal vanwege het incestueuze karakter! (bron: nawoord van de uitgever)



Die Walküre

Die Walküre is de titel van een opera van Richard Wagner die wordt opgevoerd op de eerste dag van Wagners tetralogie Der Ring des Nibelungen, die bestaat uit een vooravond (Das Rheingold) en drie dagen (respectievelijk Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung).
Sinds Das Rheingold heeft Wotan niet alleen negen Walküren verwekt, maar ook de tweeling Siegmund en Sieglinde, en het geslacht van de Wälsungen. De tweeling wordt al jong gescheiden van elkaar, want toen Siegmund en zijn vader op een dag terugkwamen van de jacht, hadden rovers zijn moeder vermoord en zijn zuster ontvoerd. Sieglinde werd uitgehuwelijkt aan Hunding, een lid van de roversbende. Op het huwelijksfeest verscheen een vreemdeling (feitelijk vader Wolfe = Wotan), die het zwaard Nothung stootte in de stam van een es. Tot nu toe is het niemand gelukt het zwaard er uit te trekken. Inmiddels is Siegmund het spoor van zijn vader kwijt; hij weet eigenlijk niet meer hoe hij zelf heet en wordt voortdurend achtervolgd door rampspoed.

Opgejaagd door tegenstanders en een hevige storm betreedt een uitgeputte Siegmund het huis van Hunding. Hij noemt zichzelf Wehwalt en wordt liefdevol opgevangen door Sieglinde, de vrouw des huizes. De twee voelen onmiddellijk een bepaalde band. Als Hunding van de jacht thuiskomt herkent hij, na verloop van tijd, in Siegmund de vijand die hij eerder die dag met zijn clan heeft opgejaagd. Niettemin biedt hij Siegmund onderdak voor één nacht. De volgende dag, zo kondigt Hunding aan, zal hij met Siegmund duelleren. Sieglinde, die Hunding een slaapdrank heeft gegeven, vertelt Siegmund over het zwaard. Siegmund herinnert zich dat zijn vader hem "voor als de nood aan de man komt" een zwaard beloofd had en hij is ervan overtuigd dat dit dat zwaard is. Siegmund en Sieglinde beseffen inmiddels dat ze elkaars broer en zus zijn. Siegmund zingt daarop de beroemde aria Winterstürme wichen dem Wonnemond. Sieglinde wijst hem het zwaard Nothung en Siegmund trekt het uit de stam. De tweeling vlucht weg in de lentenacht.(Wikipedia)



De auteur

Paul Thomas Mann (Lübeck, 6 juni 1875 - Zürich, 12 augustus 1955) wordt beschouwd als een van de grootste Duitse schrijvers uit de twintigste eeuw. Tot zijn bekendste werken behoren de romans Buddenbrooks en De Toverberg, alsook de novelle De dood in Venetië. Zijn werk werd sterk beïnvloed door dat van GoetheNietzsche en Schopenhauer. In 1929 kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur (voor De Buddenbrooks, tvl). Hij week in 1936 voor het Duitse naziregime uit naar Zwitserland, woonde van 1939 tot 1952 in de Verenigde Staten waar hij uitgroeide tot een belangrijke exponent van de strijd tegen het fascisme, en daarna tot zijn dood weer in Zwitserland. (Wikipedia)

Auteur: Thomas Mann
Vertaler: Pé Hawinkels
Uitgever: De Arbeiderspers
ISBN: onbekend
Pag.: 158
Genre: literaire fictie
Verschenen: oorspronkelijk 1953


5 opmerkingen:

  1. De kwestie rond Wälsungenblut van Thomas Mann is interessant genoeg om er hier wat dieper op in te gaan. Allereerst: Katia was volledig Joods, zowel van vaderszijde als van moederszijde stamde ze af van grote Joodse families die in de negentiende eeuw waren overgegaan tot het christendom. Dit gegeven hebben we straks nodig. Wälsungenblut verscheen in 1921 in een beperkte oplage in een privéuitgave - géén publieksuitgave. Die kwam pas in 1958. Wél verscheen er in 1931 in Frankrijk een roofdruk onder de titel 'Sang reservé', die zeer door nazi's werd gewaardeerd.

    Wat was het geval in 1905? De kersverse vader Thomas Mann, nog geen jaar getrouwd, schreef wat hij zelf tegenover Heinrich noemde een "jodenverhaal". Hij was er onzeker over. Terecht. Bleek. In het verhaal zelf is nauwelijks te proeven dat het om een Joods gezin gaat. Het is in dit opzicht - net als Tristan - een "Wagnernovelle", met Wagnerthema. Maar als de tweelingbroer en zus de liefde hebben bedreven in hun ouderlijk huis, op een ijsberenvel, vraagt Sieglinde zich af wat er nu moet met haar verloofde. 'Beganeft haben wir ihn, den Goy', zegt Siegmund: 'Belazerd hebben we hem'... Voor dit Jiddische woord raadpleegde Thomas Mann nota bene zijn schoonvader Alfred Pringsheim, die argeloos antwoord gaf. Het is de slotzin.

    Het verhaal zou in het januarinummer van Neue Rundschau worden gepubliceerd. Intussen gaf TM zijn schoonmoeder Hedwig het verhaal te lezen. Ze sprak haar ongerustheid uit. Herkenbaar in het verhaal is het milieu van de Pringsheims - een schets bijvoorbeeld ook naar de Rosenbergs in Berlijn, de bankier en zwager van Hedwig. Maar ook de redactie was ongelukkig met de laatste zin.

    Om kort te gaan. Alfred Pringsheim, die zijn Joodse wortels nooit onder stoelen of banken stak, kwam het verhaal ter ore en hij ontstak in woede. Hij stelde een ultimatum. Thomas Mann werd ontboden in de Arcisstrasse. Er deden zelfs verhalen de ronde dat de revolver erbij op tafel kwam. Ofwel het verhaal dat al in drukproef was werd uit de handel gehaald, ofwel TM was niet meer welkom. Over de slotzin werd onderhandeld. TM moest deze veranderen in: 'Hij zal van nu af een minder triviaal leven leiden.' Maar publicatie werd tijdens het leven van Alfred Pringsheim tegengehouden.

    Is de novelle nu antisemitisch? Lees over antisemitisme in de negentiende eeuw in Duitsland en de Manns: Heinrich Mann: 'Het goede in de mens', Aspekt, 2014. En over b.v. kwestie: 'Het paleis in de Arcisstrasse, Thomas Mann en de Pringsheims, Aspekt 2017.

    De novelle is een fin de siècle verhaal: TM volgde de mode. Incest werd literair verwerkt om de ondergangsstemming te duiden...(zie ook van Couperus de Boeken der Kleine Zielen - Emilie en haar broer....)

    Voor degenen die nu ongerust worden: neen, Thomas en Heinrich Mann waren niet bewust en doelgericht antisemiet. Het is ook geen antisemitisch verhaal: het is een novelle waarin de tijdgeest is verwerkt - maar wél een merkwaardige loot aan de stam in het oeuvre van Thomas Mann.

    Margreet den Buurman

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hartelijk bedankt voor deze schitterende aanvulling, correctie op mijn bescheiden bijdrage. Ik stel voor hier nu niets meer in te veranderen.
      Hoe complex het werk van Thomas Mann is blijkt wanneer je gaat graven in zijn leven als auteur en als Duitser. De bewondering stijgt wanneer je ziet welk voorwerk hij heeft verricht voordat een boek van de drukpers rolt.
      Al zou je maar een fractie meekrijgen van wat hij nagelaten heeft ben je al een gelukkig mens.
      Fijn dat je ons helpt bij het ontdekken van deze geweldige auteur.

      Verwijderen
    2. Jazeker: ontdekken is het juiste woord... denk alleen al aan: "Thomas Mann Gesellschaft Düsseldorf" - Thomas Mann kring Lübeck/München/Zürich...de onderzoeken blijven m.a.w. gaande...

      Verwijderen
  2. N.B.: Het verhaal 'De Ontgoocheling' als "laatste waar hij aan werkte" - is mij niet bekend, maar ik sta open voor aanvulling...Wél publiceerde hij een novelle met de titel 'Enttaüschung' in 1896...TM voltooide 'Bekentenissen van de oplichter Felix Krull' als zijn laatste werk... dat bij één deel zou blijven. Punt is dat hij niet zoveel meer scheppend werk maakte in zijn laatste jaren...MdB

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat heb ik ergens gelezen, weet niet meer waar, er zijn kennelijk meer verhalen in omloop wat de zoektocht naar de waarheid niet eenvoudig maakt.

      Verwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.