Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij de Arbeiderspers
Decadentie in optima forma
Decadentie in optima forma
'De ontgoocheling' is een van de laatst voltooide werken van Thomas Mann, hij schreef het in 1952-1953. Het is een novelle en bevat 91 pagina's. In mijn uitgave, dat per toeval op mijn pad kwam, staat nog een novelle: 'Wälsungerblut', dit verscheen in 1958, hoewel Mann het al in 1906 schreef. Op dit laatste werk kwam kritiek, het zou antisemitische uitlatingen bevatten.
Deze recensie betreft alleen Wälsungerblut, De ontgoocheling wordt apart besproken.
Het werk
telt slechts 38 pagina's, maar het is een afgerond geheel en zeer interessant
omdat het autobiografische elementen bevat, geïnspireerd is op Wagners opera De
Walküre en het één van de terugkerende motieven in zijn werk bevat: de
incestueuze verhouding.
En tot slot de eerder genoemde antisemitische elementen die tot discussie leidden.
En tot slot de eerder genoemde antisemitische elementen die tot discussie leidden.
Entree
Het beeld
van het schitterende huis van familie Aarenhold doet sterk denken aan de
uitgebreide beschrijving die Thomas Mann in De Buddenbrooks (1901) gaf van het
familiehuis in Lübeck. De gedetailleerdheid van de inrichting, de
karakterisering van de bedienden die daarmee de decadentie treffend weergeeft,
is een feest van herkenning en brengt de lezer direct in de kringen waarin
Thomas Mann zelf ook opgroeide. Onmiddellijk daarna speelt zich een scene af
die wederom een beeld oproept uit De Buddenbrooks: één van de vier kinderen,
dochter Sieglinde heeft een verloofde en deze meneer Beckerath doet denken aan
de aanstaande verloofde van Tony. Geen echte liefde, maar een gearrangeerde
verloving.
De familie
Vader is
welgesteld, hier komt meteen het antisemitisme om de hoek kijken, want hoe
is hij aan zijn bezit gekomen? Dat vraagteken laat zien dat er kennelijk een
luchtje moet zitten aan joden die bezit hebben. Aarenhold is van
joodse afkomst en dat dit geen pre is in het vooroorlogse Duitsland wordt een
aantal keren duidelijk gedurende het verhaal en is daarmee een motief.
Mann
laat doorschemeren dat Aarenholds kinderen niet blij zijn met het bloed dat via
vader door hun aderen stroomt. Een
autobiografisch element wat betreft dit motief is dat de vrouw van Thomas Mann,
Katia Pringsheim, joods was.
Dit
brengt de bespreking meteen op het tweede element dat Mann ontleende aan zijn
eigen leven: Sieglinde en haar tweelingbroer Siegmund zijn gemodelleerd naar
Katia Pringsheim en haar tweelingbroer Klaus.
Behalve
de tweeling heeft het echtpaar Aarenhold nog twee kinderen, deze spelen geen
grote rol in het verhaal. Het gaat om Sieglinde en Siegmund.
Incestueus
De twee
hoofdrolspelers worden geportretteerd als zielsverwanten die als twee druppels
water op elkaar lijken. Allebei hechten ze enorm veel waarde aan hun uiterlijk,
Siegmund bijna nog meer dan Sieglinde, ze zijn verbaal helemaal aan elkaar
gewaagd, dit is goed te merken tijdens de discussie aan tafel met meneer
Beckerath. De arme man wordt zo'n beetje gefileerd. Dat de twee aan elkaar verknocht zijn wordt
eigenlijk al meteen duidelijk wanneer ze hand en hand de eetkamer
binnenwandelen, ze zijn negentien. Het thema wordt verder uitgewerkt wanneer het stel naar een uitvoering gaan van De Walküre in de Opera. Wat een geweldige
passage in het verhaal, alleen dit stuk al maakt het verhaal zo mooi! Een
voorstelling in een verhaal, hún verhaal, een verdubbeling, het bekende
Droste-effect oftewel mise en abyme, schitterend uitgewerkt!
Conclusie
Dit
vroege werk heb ik met veel plezier gelezen. Dat zo'n compact werk zoveel in
zich kan hebben heeft me getroffen en ook dat er herkenning was van de motieven
en thematiek. Deze wat kleinere boekjes van Thomas Mann hebben me verrast en
doen verlangen naar meer Thomas Mann, wat een geweldig auteur!
Ik ga
nog even in op de antisemitische uitlatingen. De novelle werd geschreven in
1905, maar Mann trok in 1906 op het allerlaatste moment, er waren al
drukproeven, de stekker eruit. Het verscheen niet. De reden bleek uiteindelijk
niet het antisemitisme, hierover had hij al allang uitleg gegeven, nee, het betrof
het risico op een familieschandaal vanwege het incestueuze karakter! (bron: nawoord van de uitgever)
Die Walküre
Die Walküre is de titel van een opera van
Richard Wagner die wordt opgevoerd op de eerste dag van Wagners tetralogie Der
Ring des Nibelungen, die bestaat uit een vooravond (Das Rheingold) en drie
dagen (respectievelijk Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung).
Sinds Das Rheingold
heeft Wotan niet alleen negen Walküren verwekt, maar ook de tweeling Siegmund
en Sieglinde, en het geslacht van de Wälsungen. De tweeling wordt al jong
gescheiden van elkaar, want toen Siegmund en zijn vader op een dag terugkwamen
van de jacht, hadden rovers zijn moeder vermoord en zijn zuster ontvoerd.
Sieglinde werd uitgehuwelijkt aan Hunding, een lid van de roversbende. Op het
huwelijksfeest verscheen een vreemdeling (feitelijk vader Wolfe = Wotan), die
het zwaard Nothung stootte in de stam van een es. Tot nu toe is het niemand
gelukt het zwaard er uit te trekken. Inmiddels is Siegmund het spoor van zijn
vader kwijt; hij weet eigenlijk niet meer hoe hij zelf heet en wordt
voortdurend achtervolgd door rampspoed.
Opgejaagd door
tegenstanders en een hevige storm betreedt een uitgeputte Siegmund het huis van
Hunding. Hij noemt zichzelf Wehwalt en wordt liefdevol opgevangen door
Sieglinde, de vrouw des huizes. De twee voelen onmiddellijk een bepaalde band.
Als Hunding van de jacht thuiskomt herkent hij, na verloop van tijd, in
Siegmund de vijand die hij eerder die dag met zijn clan heeft opgejaagd.
Niettemin biedt hij Siegmund onderdak voor één nacht. De volgende dag, zo
kondigt Hunding aan, zal hij met Siegmund duelleren. Sieglinde, die Hunding een
slaapdrank heeft gegeven, vertelt Siegmund over het zwaard. Siegmund herinnert
zich dat zijn vader hem "voor als de nood aan de man komt" een zwaard
beloofd had en hij is ervan overtuigd dat dit dat zwaard is. Siegmund en
Sieglinde beseffen inmiddels dat ze elkaars broer en zus zijn. Siegmund zingt
daarop de beroemde aria Winterstürme wichen dem Wonnemond. Sieglinde wijst hem
het zwaard Nothung en Siegmund trekt het uit de stam. De tweeling vlucht weg in
de lentenacht.(Wikipedia)
De auteur
Paul Thomas Mann (Lübeck, 6 juni 1875 -
Zürich, 12 augustus 1955) wordt beschouwd als een van de grootste Duitse
schrijvers uit de twintigste eeuw. Tot zijn bekendste werken behoren de
romans Buddenbrooks en De Toverberg, alsook de novelle De dood in Venetië. Zijn werk werd sterk
beïnvloed door dat van Goethe, Nietzsche en Schopenhauer. In 1929 kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur
(voor De Buddenbrooks, tvl). Hij week in 1936 voor het Duitse naziregime uit
naar Zwitserland, woonde van 1939 tot 1952 in de Verenigde Staten waar hij
uitgroeide tot een belangrijke exponent van de strijd tegen het fascisme, en
daarna tot zijn dood weer in Zwitserland. (Wikipedia)
Auteur: Thomas Mann
Vertaler: Pé Hawinkels
Uitgever: De Arbeiderspers
ISBN: onbekend
Pag.: 158
Genre: literaire fictie
Verschenen: oorspronkelijk 1953
De kwestie rond Wälsungenblut van Thomas Mann is interessant genoeg om er hier wat dieper op in te gaan. Allereerst: Katia was volledig Joods, zowel van vaderszijde als van moederszijde stamde ze af van grote Joodse families die in de negentiende eeuw waren overgegaan tot het christendom. Dit gegeven hebben we straks nodig. Wälsungenblut verscheen in 1921 in een beperkte oplage in een privéuitgave - géén publieksuitgave. Die kwam pas in 1958. Wél verscheen er in 1931 in Frankrijk een roofdruk onder de titel 'Sang reservé', die zeer door nazi's werd gewaardeerd.
BeantwoordenVerwijderenWat was het geval in 1905? De kersverse vader Thomas Mann, nog geen jaar getrouwd, schreef wat hij zelf tegenover Heinrich noemde een "jodenverhaal". Hij was er onzeker over. Terecht. Bleek. In het verhaal zelf is nauwelijks te proeven dat het om een Joods gezin gaat. Het is in dit opzicht - net als Tristan - een "Wagnernovelle", met Wagnerthema. Maar als de tweelingbroer en zus de liefde hebben bedreven in hun ouderlijk huis, op een ijsberenvel, vraagt Sieglinde zich af wat er nu moet met haar verloofde. 'Beganeft haben wir ihn, den Goy', zegt Siegmund: 'Belazerd hebben we hem'... Voor dit Jiddische woord raadpleegde Thomas Mann nota bene zijn schoonvader Alfred Pringsheim, die argeloos antwoord gaf. Het is de slotzin.
Het verhaal zou in het januarinummer van Neue Rundschau worden gepubliceerd. Intussen gaf TM zijn schoonmoeder Hedwig het verhaal te lezen. Ze sprak haar ongerustheid uit. Herkenbaar in het verhaal is het milieu van de Pringsheims - een schets bijvoorbeeld ook naar de Rosenbergs in Berlijn, de bankier en zwager van Hedwig. Maar ook de redactie was ongelukkig met de laatste zin.
Om kort te gaan. Alfred Pringsheim, die zijn Joodse wortels nooit onder stoelen of banken stak, kwam het verhaal ter ore en hij ontstak in woede. Hij stelde een ultimatum. Thomas Mann werd ontboden in de Arcisstrasse. Er deden zelfs verhalen de ronde dat de revolver erbij op tafel kwam. Ofwel het verhaal dat al in drukproef was werd uit de handel gehaald, ofwel TM was niet meer welkom. Over de slotzin werd onderhandeld. TM moest deze veranderen in: 'Hij zal van nu af een minder triviaal leven leiden.' Maar publicatie werd tijdens het leven van Alfred Pringsheim tegengehouden.
Is de novelle nu antisemitisch? Lees over antisemitisme in de negentiende eeuw in Duitsland en de Manns: Heinrich Mann: 'Het goede in de mens', Aspekt, 2014. En over b.v. kwestie: 'Het paleis in de Arcisstrasse, Thomas Mann en de Pringsheims, Aspekt 2017.
De novelle is een fin de siècle verhaal: TM volgde de mode. Incest werd literair verwerkt om de ondergangsstemming te duiden...(zie ook van Couperus de Boeken der Kleine Zielen - Emilie en haar broer....)
Voor degenen die nu ongerust worden: neen, Thomas en Heinrich Mann waren niet bewust en doelgericht antisemiet. Het is ook geen antisemitisch verhaal: het is een novelle waarin de tijdgeest is verwerkt - maar wél een merkwaardige loot aan de stam in het oeuvre van Thomas Mann.
Margreet den Buurman
Hartelijk bedankt voor deze schitterende aanvulling, correctie op mijn bescheiden bijdrage. Ik stel voor hier nu niets meer in te veranderen.
VerwijderenHoe complex het werk van Thomas Mann is blijkt wanneer je gaat graven in zijn leven als auteur en als Duitser. De bewondering stijgt wanneer je ziet welk voorwerk hij heeft verricht voordat een boek van de drukpers rolt.
Al zou je maar een fractie meekrijgen van wat hij nagelaten heeft ben je al een gelukkig mens.
Fijn dat je ons helpt bij het ontdekken van deze geweldige auteur.
Jazeker: ontdekken is het juiste woord... denk alleen al aan: "Thomas Mann Gesellschaft Düsseldorf" - Thomas Mann kring Lübeck/München/Zürich...de onderzoeken blijven m.a.w. gaande...
VerwijderenN.B.: Het verhaal 'De Ontgoocheling' als "laatste waar hij aan werkte" - is mij niet bekend, maar ik sta open voor aanvulling...Wél publiceerde hij een novelle met de titel 'Enttaüschung' in 1896...TM voltooide 'Bekentenissen van de oplichter Felix Krull' als zijn laatste werk... dat bij één deel zou blijven. Punt is dat hij niet zoveel meer scheppend werk maakte in zijn laatste jaren...MdB
BeantwoordenVerwijderenDat heb ik ergens gelezen, weet niet meer waar, er zijn kennelijk meer verhalen in omloop wat de zoektocht naar de waarheid niet eenvoudig maakt.
Verwijderen