Resensie
door Roosje
Ambo
Anthos
Murat Isik wint de Libris Literatuur Prijs 2018
Wees onzichtbaar van schrijver Murat Isik 'verdient groter publiek' en krijgt dus de Nederlandse Boekhandelsprijs
Bijlmer
Blues
‘In
de winter van 1983 reden we onze nieuwe toekomst tegemoet toen we de
grens passeerden bij Nieuwerschans, het meest oostelijk punt van
Nederland. Voor in de auto riep Kadit ‘Hollanda!’ toen we na vele
uren eindelijk de Duitse Autobahn achter ons lieten.’
Metin
is drie jaar als hij met zijn oudere zus en zijn moeder in de Bijlmer
aankomt; het zijn de vroeger jaren 80 van de twintigste eeuw; de
Bijlmer bestaat al een paar decennia. Zijn vader is zijn gezin al
vooruit gereisd. De vier komen weliswaar uit Izmir, aan de westkust
van Turkije maar zijn geen Turken; ze zijn Zaza, een minderheidsgroep
die oorspronkelijk uit Iran stamt, enigszins gelieerd aan de Koerden,
maar met de nadruk op enigszins. Als ze al moslim zijn behoren ze tot
de Alevieten, een stroming die sterk neigt tot het esoterische
soefisme en niets te maken heeft met de orthodoxe islam. Metins vader
is communist en moest daarom Turkije na de staatsgreep van de jaren
tachtig ontvluchten.
Het
gezin had het eerst in Duitsland geprobeerd waar familieleden van de
vader woonde. De Duitse regering had het gezin geen eigen huis
toebedeeld en de familie werd het gelogeer van het gezin van Metin na
een tijdje moe.
In
Nederland kregen zij meer voet aan de grond: een flat in de Bijlmer
en een uitkering voor het levensonderhoud. De vader van Metin was
principieel en heeft in zijn leven nauwelijks gewerkt omdat hij zich
altijd door de kapitalisten voelde uitgebuit. Je zou kunnen zeggen
dat hij in zeker zin een uitvreter was.
Atheïst
Het
huwelijk van de vader en moeder van Metin is niet erg gelukkig.
Eigenlijk had zijn vader niet zo jong willen trouwen en eigenlijk had
hij ook geen kinderen gewild. Dat liet hij regelmatig weten in ruzies
en onenigheden met de moeder. Het liefst was de vader met zijn
communistische maten op stap, op de club, de vereniging, naar het
voetbal, de kroeg in. Drinken doet hij ook, hij is immers geen
moslim, hij noemt zichzelf atheïst. Vreemdgaan doet hij ook, en dat
soms nauwelijks verhuld. Hij is een ongelooflijke egoïst.
‘Op
een dag - ik was een jaar of negen - werd het mij allemaal duidelijk.
‘Ik had nooit kinderen moeten nemen,’ zei mijn vader terwijl hij
naar het tafelblad staarde alsof het pas op dat moment tot hem
doordrong, en we medelijden met hem moesten hebben.’
De
moeder doet haar best de kinderen goed op te voeden, het huishouden
te doen en later gaat zij werken om het krappe gezinsinkomen aan te
vullen. Haar man maakt veel ruzie met haar, maar zij staat haar
vrouwtje; ze laat zich niet zo maar in de hoek zetten, al vernedert
haar man haar waar zij en de kinderen bij staan. Zij is in staat een
behoorlijke carrière op te bouwen ondanks haar gebrek aan scholing.
‘Wanneer
mijn moeder vroeg wat hij ging doen, beweerde mijn vader altijd dat
hij een bezoek ging brengen aan de vereniging, de plek waar hij met
linkse Turken, Koerden en Zaza’s met een anarchistische inborst
over politiek sprak.
Het
enige wat ze met elkaar deelden, was hun haat jegens het kapitalisme
en hun voorliefde voor drank en gokspelen.’
Underdog
Dit
boek van Isik verhaalt van een jongetje dat niet autochtoon is in
Nederland. Dat jongetje leeft thuis in moeilijke omstandigheden. Zijn
vriendjes komen ook niet uit Nederland, - al wonen er in zijn flat
nog best Nederlandse mensen - maar die vriendjes zijn moslim of juist
heel christelijke: respectievelijk een jongen uit Pakistan en eentje
uit Suriname. Om de een of andere reden vindt Metin het moeilijk om
te zeggen dat zijn vader atheïst is; hij kent namelijk bijna geen
mensen die niet op de een of andere wijze geloven in god of allah,
behalve de juffen en meesters op school en buurman meneer Rolf.
Dat
Metin een introvert en onzeker kind is, dat de toorn van zijn vader
steeds probeert te vermijden, vergemakkelijkt zijn leven evenmin.
Bovendien staan zijn ouders erop dat hij, net als zijn oudere zus,
vwo gaat doen om daarna te gaan studeren. Zijn vader ondersteunt hem
hier helemaal niet in.
Metin
is op geen enkele wijze een doorsnee-allochtoon. Maar dat weet alleen
hij eigenlijk en ook zijn latere vriend op het vwo Kaya, die groot,
sterk en zelfverzekerd is. Kaya sleept hem door de middelbare school,
waar Metin de pispaal en de underdog is, die door iedereen gepest
wordt.
Slachtoffer
Ik
moest wel vaak aan Alfred Birney’s De tolk van Java denken, dat ook
gaat over een Nederlander uit den vreemde, zal ik maar zeggen. Maar
qua toon lijken de boeken totaal niet op elkaar. Waar Birney’s boek
uitmunt in boosheid en energie en overmoedigheid, zo timide is Metin
in Isiks boek. Zo energiek als de belevenissen van de tolk van Java
zijn, van vader en zoon, zo slopend en bijna slachtofferachtig is de
coming-of-age van Metin. Slachtoffer is niet helemaal een goede
aanduiding voor Metin, hij is niet werkelijk een slachtoffer, maar
voor zichzelf opkomen doet hij ook niet makkelijk. Hij laat zich
pesten, hij laat zich door zijn vader koeioneren - zijn zus doet dat
namelijk juist niet -, hij laat zich door anderen voortjagen. Hij is
tamelijk passief, hij trekt zich terug in zichzelf en in zijn
stripboekjes; hij is een zachte jongen.
Dat
maakt het hoofdpersonage in Wees onzichtbaar - de titel is heel
juist! - bijna een anti-held, al leef je erg met hem mee, en soit,
hij redt het toch maar mooi op het vwo zonder enig wiskundig inzicht
- hé, dat komt me bekend voor -. Maar je zou hem af en toe toch wel
eens een flinke schop onder de kont geven of juist een innige aai
over de bol. Maar ik moet ook toegeven, er zijn situaties waarin hij
zeer heroïsch optreedt, waarin hij ineens het inzicht en de overmoed
krijgt dat hij van zich af moet bijten.
Het
hele boek is ook een ode op de Bijlmer; er wordt veel tijd
uitgetrokken voor de geschiedenis en het oorspronkelijk idealistisch
idee van de Bijlmer. Het personage van meneer Rolf, een aan lager wal
geraakte actievoerder, vertegenwoordigt dit personage. Tegelijk is
het natuurlijk ook het verdriet, de blues, over het verval van een
groots opgezette woonwijk: een diverse en verarmde bevolking, junks,
criminaliteit, de Bijlmerramp, de renovatie: het komt allemaal langs.
Als
Metin een vroegere voetbalmaat tegenkomt die verslaafd is geraakt en
hem een fiets probeert te verkopen: voelt Metin zich schuldig:
‘Terwijl
hij (de maat, rdv) wegfietste, werd ik overvallen door een brandend
schuldgevoel. Ik had hem iets moeten geven, wist ik. Al was het maar
om hem terug te betalen voor alle doelpunten en vreugde die hij me
ooit had geschonken.’
Blues
Dat
is het mooie in dit boek: Metin en de Bijlmer gaan hand in hand;
lopen gelijk op in hun gebeurtenissen en belevenissen. Ode aan en
blues van deze immense wijk.; ode aan en blues van zo’n introvert
en gevoelig jongetje.
Afscheid
van de Bijlmer is de afscheid van zijn jeugd. Als hij later nog eens
terugkomt herkent hij zijn woonwijk wel en niet. Dat is algemeen
menselijk: dat gebeurt ons allemaal als we teruggaan naar het huis,
de wijk, de plek waar we zij opgegroeid.
‘Ik
loop naar mijn oude flat, aarzelend eerst maar daarna steeds sneller,
voordat hij weer van me wordt afgepakt. [...], zie ik dat alles is
zoals we het lang geleden hebben achtergelaten, toen we vertrokken
zonder afscheid te nemen. [...]
Ik
loop verder en passeer de woningen van de andere buren. Het beeld
begint te vervagen. ‘Nog even,’ prevel ik, ‘alsjeblieft nog
even.’’
Het
boek is uiterst leesbaar, ik heb me zeer vermaakt en ik heb erg
meegeleefd met Metin; een kritiekpuntje is dat het verhaal wel
tamelijk eendimensionaal is; het is een verslag van een jeugd. En dan
te bedenken dat ik net met een groepje die-hards De aanslag van
Mulisch heb gelezen en bestudeerd: een roman met zoveel lagen dat die
niet eens te tellen zijn; een grotere tegenstelling bestaat er haast
niet.
Isik
heeft een uitstekende schrijfstijl, goed, nauwkeurig, vlot.
Ik
ga hem volgen, Murat Isik, absoluut.
De
auteur
Murat
Işık (İzmir, 11 september 1977) is een Nederlandse schrijver en
jurist van Zaza-Turkse afkomst. Işık studeerde rechtsgeleerdheid
aan de Universiteit van Amsterdam en San Francisco State University.
Zijn eerste prijs kwam voor zijn korte verhaal 'De purperen citroen'
tijdens de juni Kunstmaand van 2007. Dit verhaal is door regisseur
Thomas Bijsterbosch vertaald in een theaterstuk. In 2011 kreeg hij de
El Hizjra Literatuurprijs voor het korte verhaal 'De laatste reis'.
In
2012 kwam zijn eerste roman uit; 'Verloren Grond', waarvoor hij de
Bronzen Uil Publieksprijs kreeg. Verloren Grond vertelt de
familiegeschiedenis van zijn ouders in Oost-Turkije. In 2017 kwam
zijn tweede roman uit: Wees Onzichtbaar. Dit verhaal speelt zich af
in de Amsterdamse wijk Bijlmermeer, waar Işık is opgegroeid. Deze
roman werd bekroond met de Nederlandse Boekhandelsprijs 2018.
Auteur:
Murat Isik
Titel:
Wees onzichtbaar
Uitgever:
Ambo Anthos
597
pagina's
Verschijningsdatum:
mei 2017
ISBN: 9789041422903
Literatuur
& Romans Literaire romans
Wees onzichtbaar – Murat Isik
BeantwoordenVerwijderenHet citaat ‘Don’t break character, you’ve got so much heart’ uit de klef romantische popbalade ‘Be still’ past perfect bij de sfeer van ‘Wees onzichtbaar’. Het boek beschrijft het verhaal van Metin, een jongen van Turkse afkomst, woonachtig in de Bijlmer, die zich ontworsteld aan zijn eenvoudig milieu. Een lange weg door 800 pagina’s van de hoofdpersoon, angstig en onzichtbaar tot uiteindelijk zelfstandigheid. Om aan het eind van het verhaal de grootste kwelgeest, zijn vader, de waarheid te zeggen. Zelfs zijn moeder weet zich op te werken tot een goede positie in het Amsterdams Medisch Centrum. De tocht vanuit de hel kent weinig verrassingen. Armoede, gepest op school, eenzaamheid, de familie geterroriseerd door vaders nukken, een troosteloze omgeving. Alle elementen zijn aanwezig met de gebruikelijke lichtpuntjes als nieuwe sportschoenen, eindelijk een vriend en de eerste keer sex. Voor de lezers van een bepaalde leeftijd een feest van herkenning. Jeugdherrinneringen van ‘The Night Rider’, de megahit ‘Lambada’ , de onoogelijke o’Hara’s sportgympen van de Bristol, ‘Fade to black’ van Metallica tot het fiasco van de Bijlmer met al haar junks en het onontkoombare litteken van de vliegtuigramp. Hierdoor komt het tijdsbeeld heel goed uit de verf. Door het vertellen van het levensverhaal vanuit de eerste persoon enkelvoud, krijgt het verhaal een grote impact. En via de hoofdpersoon krijgen we steeds meer te weten van zijn familie, vrienden, school en de Bijlmer. Maar ook voelen we hierdoor de angst voor de narcistische vader Harun, de pestkop Dino op school, de potloodventer in de lift. Dit allemaal kleurt het boek aanstekelijk.
De schrijfstijl van het boek is uitbundig. Soms past de beschrijving echt niet bij de jonge leeftijd zoals ‘als de stormram van een machtig leger lanceerde ik mijzelf…’ (pag 91) in het begin van het boek. Alles wordt extra aangezet met een zee aan adjectieven en alliteraties. Dat gaat op den duur, mij persoonlijk, ietwat irriteren. Bijvoorbeeld: ‘Kaya mee te nemen naar onze vervallen flat waar halfverteerde junks door de trappenhuizen doolden, een warme walm van menselijke stront en braaksel achterlatend terwijl ze een beschutte plek zochten om hun verweerde aderen met een injectienaald te doorboren’ (pag 576). Of, ter illustratie, de personificatie die enigszins overdreven overkomt: ‘Machines met verwoestende krachten zijn losgelaten op de weerloze flat die ons begin jaren tachtig zo warm en gastvrij had opgenomen’ (pag 794).
‘Wees onzichtbaar’ is een mooi geschreven verslag, een beschrijving van een harde jeugd en valt, wat mij betreft, niet in de categorie romans. De enige ontwikkeling van de hoofdpersoon is dat hij van onzichtbaar, stapje voor stapje is opgewassen tegen zijn vader. Een ‘coming-of-age’ van kind naar volwassenheid. Maar dat is voor de lezer geen verrassing. Het verhaal heeft veel emotie’s, maar kent geen diepte en is vrij voorspelbaar. En juist door de omvang gaat dat tegenwerken. Heb het idee dat door een kleinere omvang het verhaal aan kracht zou kunnen winnen.
Voor mij is het verhaal een combinatie van het persoonlijke relaas van ‘Kees de Jongen’ in de hardvochtige wereld van ‘Oliver Twist’, gesitueerd in de Bijlmer. Het verhaal is aangrijpend, ontroerend en leest makkelijk weg. Dat zal ik zeker beamen, maar het zet niet aan tot denken. Integendeel, het laat alleen maar voelen. Het heeft mij uitermate verbaasd dat Murat Isik hiermee de Libris Literatuurprijs 2018 heeft gewonnen gezien de geduchte concurrentie op de shortlist zoals Arjen van Veelen’s ‘Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken’, ‘De Pelikaan’ van Martin Driessen, ‘We noemen hem’ van Marjolijn van Heemstra of de laatste uitgave van Tommy Wieringa. Mijn conclusie is de ‘Wees onzichtbaar’ een vermakelijk boek is, echter niet meer dan dat.
Philipp van Ekeren
Dank je wel, Philipp voor deze heldere boekbeschrijving. Dat is een heel mooie aanvulling.
BeantwoordenVerwijderen