Recensie door Roosje
Uitgeverij Karmijn
Een Russische
lente
Frank Reid is een in Rusland geboren en getogen Engelsman;
hij wordt door de Russen Frank
Albertovitsj genoemd; de Russen zijn niet zo van de achternamen. Je zou
denken dat hij, omdat hij in dat grote oosterse land geboren is, ermee vertrouwd
is. Toch lijkt dat niet helemaal het geval. Vadertje Rusland is een duister land dat zijn geheimen niet zo maar aan de
eerste de beste prijs geeft.
In
maart 1913 neemt de vrouw van Frank Reid hun drie kinderen mee op reis,
onaangekondigd. Moskou en zijn
bevolking komen uit de winterkou en de straten zijn overstroomd door vieze en
natte smeltsneeuw; het is de vastenperiode, de veertigdagentijd.
‘In 1913 kostte een treinreis van Moskou naar
Londen, met een overstap in Warschau, veertien pond, zes shilling en drie
penny, en duurde tweeënhalve dag. In de maand maart van 1913 aanvaardde Nellie,
de vrouw van Frank Reid, deze reis vanaf Lipkastraat 22 in de wijk Chamovniki; ze
nam de drie kinderen mee...’ (2018: 5)
Het
vreemde is dat hij op een gegeven moment een telefoontje krijgt dat hij de drie
kinderen kan komen ophalen van een treinstation. Niemand weet waar Nellie is; Frank niet; de kinderen
niet; Nellies nauwste Engelse bloedverwant ook niet. Ze heeft geen briefje
achtergelaten. Zal zij nog terugkomen? Gaandeweg gelooft niemand meer dat zij
ooit zal terugkeren naar haar gezin in Moskou.
Frank
moet de zaken thuis en op zijn drukkerswerkplaats zien te regelen. Dat alles
gaat op zijn Russisch. Dat wil ongeveer zeggen: niet logisch, omzichtig, via
kronkelige zijwegen, vol paradoxen en raadsels; elkeen geeft Frank advies of
biedt aan bij te springen naar eigen levensovertuiging of meer of minder
verholen ambities. Hoofdzetter Jacob
Tvordov, die vijfhonderd letters en spaties per uur kan zetten, penningmeester
van de vakbond, dus veel in staking. Naaste medewerker en bedrijfsleider Tolstojïst
Selwyn, die van niemand iets kwaads wilde horen maar zelf voornamelijk -
verholen over het algemeen maar soms kan hij zich niet helemaal bedwingen -
geïnteresseerd lijkt in de druk van zijn gedichtenbundel 'Berkengedachten'.
Dan
is er nog Arkadi Koerjatin, koopman
tweede klasse, die Frank graag met de opvang van de kinderen wil helpen. Het
kindermeisje is weggelopen en een nieuwe is niet zo snel gevonden. Het gezin en
de handel van Koerjatin zijn voor geen enkel weldenkend mens te vatten. Een
jonge beer, zijn moeder is afgeschoten, die de inboedel in gruzelementen danst;
een moeder die niet op haar kinderen let; wat is de handel van Arkadi eigenlijk, hoe komt hij aan de
kost?
Frank
Albertovitsj wil het liefst de Britse gemeenschap, de Angelicaanse kerk, buiten
de deur houden. Hij is niet heel Engels meer, maar Russisch is hij ook niet. Hij
is een tweede-generatie migrant: nergens meer thuis.
Dit
is nog maar het topje van de zorgen-ijsberg van Frank Albertovitsj; het wordt
van kwaad tot erger; het wordt van maf tot gekker. En dat alles in de
vastentijd, een heel belangrijke periode binnen de Russisch-orthodoxe
gemeenschap: een tijd van vergeving geven en vergeving van anderen ontvangen.
En dat alles ook nog in een politiek zeer roerige tijd van terroristische
aanslagen, opstandelingen, Tolstojïsten, veelpluimige tegenstanders van de tsaar.
We schrijven 1913: de revolutie van Lenin
is niet heel ver meer. Het was al decennia lang uitermate onrustig in Rusland.
Een paar
motieven
Lente, de vastentijd, met het
Paasfeest in het vooruitzicht: het nieuwe begin, boetedoening, vergeving,
zonden wegwassen na een tijd van inkeer en versterving, ook al omdat de
provisiekast leeg raakte.
Berken, de nationale boom van
Rusland. In de donkere winters geven de witte bast aan de stam nog een beetje
licht; in het voorjaar wordt een lichtgroene waas van jong blad langzaam
zichtbaar als aankondigers van het jaar en het nieuwe leven; eveneens in
overdrachtelijke zin, zoals de gedichten van Selwyn die gaan over het leven zoals Tolstoj die predikte: gelijkheid en broederschap, uitbuiting van mensen is uit den boze.
Stad en platteland, iedere grootstedelijke Rus
heeft een datsja, Frank Albertovitsj eveneens, al wil hij van zijn vochtige
boshut af. De stad, daar moet je zijn voor werk, scholing en bescherming in
de koude winters. De datsja buiten geeft weer lucht aan verschrompelde longen
en gezonde kleur op bleke wangen.
Penelope
Fitzgerald
Fitzgerald
is weinig bekend, zeker in Nederland. Ik probeer telkens weer een lans te
breken voor haar romans, maar ik begrijp dat zij geen auteur is voor een groot
publiek. Ze is een echt Brits auteur, haar stijl is verfijnd, precies,
intelligent, licht-melancholiek; opvallend onopvallend, zeg ik altijd. Dat is
een stijl die je heel bewust tot je moet nemen, over je tong moet laten
dansen en dan merk je: ja, dat is echt heel verfijnd. Zo ook is het met haar humor, veelal tongue in cheek, hoewel in deze roman de
humor op absurdistische wijze aanwezig is, maar toch niet heel vet wordt. Ik
kreeg een beetje een associatie met Laxness, de IJslandse schrijver, maar bij
hem nadert het absurdisme bijna het summum, hoewel in 'Het visconcert' de humor toch wel verfijnd is.
Het
absurdisme in deze roman is niet louter een stijl, maar houdt ten nauwste
verband met het leven in Rusland, dat voor veel mensen werkelijk het absurde
nadert, en voor Frank Albertovitsj in het bijzonder; zijn leven gaat totaal op
de schop met het vertrek van zijn vrouw.
'Het begin van de lente' is het vierde boek dat ik van
Fitzgerald heb gelezen. Vooraf gingen: 'De
boekhandel' - dit boek is in 2017 verfilmd -, 'De blauwe bloem' en 'De
engelenpoort'.
Alle
vier zeer verschillende boeken maar altijd in haar zeer precieze,
licht-ironische en licht-melancholieke schrijfstijl. In totaal schreef zij
negen romans, drie biografieën; vier romans zijn in het Nederlands vertaald; ik
kan de uitgever niet genoeg prijzen en evenmin genoeg aansporen ook haar andere
boeken te laten vertalen en uit te geven.
Ik werp me op bescheiden
schaal op als pleitbezorger van Fitzgeralds werk.
Over de
auteur
Penelope Fitzgerald (1916-2000) werd geboren
in een zeer Engels, intellectueel en enigszins exentriek milieu. Haar beide
grootvaders waren geestelijken in de Anglicaanse kerk. Ze was in Oxford een briljant studente; toen al
was het haar droom om schrijfster te worden. Maar Penelope zou in haar leven
door diepe dalen moeten gaan voordat haar opmerkelijke schrijverscarrière
begon. Op haar 58e schreef ze haar eerste boek, een biografie. Op haar 78e haar
laatste roman: 'De Blauwe Bloem'. Viermaal drong Penelope door tot de shortlist
van de Booker Prize. Eenmaal won ze ook. De 'Blauwe Bloem' won in Amerika de
National Book Critics Award en maakte van haar een gefortuneerde vrouw.
Auteur: Penelope Fitzgerald
Titel:
Het begin van de lente (oorspr. 1988)
Vertaling:
Johannes Jonkers
Pagina's:
250
ISBN:
9789492168221
Uitgever:
Uitgeverij Karmijn
Verschenen:
april 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.