Uitgeverij Van Gennep
‘Het is heel goed denkbaar dat de
heerlijkheid van het leven
in al haar rijkdom rondom iedereen en
altijd klaarligt,
maar versluierd, in de diepte, onzichtbaar,
heel ver weg.
Maar ze ligt daar, niet vijandig,
niet onwillig, niet doof.
Als je haar met de juiste woorden
roept, bij de juiste naam, dan komt ze.
Dat is het wezen van de magie, die
niet handelt, maar roept.’
-Franz Kafka, Tagebücher,
1921
Een jaar van liefde
en verlies
Met deze biografische
roman heeft Michael Kumpfmühller het
laatste jaar beschreven van Franz Kafka.
Deze laatste leed aan een destijds niet te genezen vorm van tbc en
strottenhoofdkanker. Kumpfmühller is diep de geschiedenis ingedoken om het
verhaal te schrijven over de laatste liefde van Kafka. Hij heeft ook het nodige
geciteerd uit Kafka's eigen aantekeningen. Het resultaat van deze studie is een
mooie roman die het laatste jaar beslaat waarin de relatie tussen de twee
geliefden opbloeide. Ook heeft de auteur de plaatsen bezocht die ze hebben
aangedaan, zoals de badplaats aan de Oostzee,
sanatoria en Berlijn, dat toentertijd de
hoofdstad was van de Weimarrepubliek.
Het verhaal is opgebouwd uit drie delen en wisselt steeds van perspectief, afwisselend vanuit het perspectief
van Franz Kafka en dan weer Dora Diamant,
waardoor het verhaal van twee kanten wordt belicht en je als lezer de kans
krijgt in beide hoofden te kruipen.
Kafka werd op 3 juli 1883
geboren in Praag, in een Joods gezin en had een broze gezondheid. Toen hij in
1917 bloed begon op te geven werd er tuberculose gediagnosticeerd. Ook mentaal
was hij niet een van de sterkste. Hij leed aan depressies, was in hoge mate
hypochondrisch en had last van fobieën. In 1922 kon hij hierdoor op zijn
negenendertigste vervroegd met pensioen. Om zijn gezondheid toch te bevorderen,
bezocht hij in de zomer van 1923 de kust van de Oostzee, waar hij in Graal-Müritz
in contact kwam met de vijfentwintigjarige Joods orthodoxe Poolse Dora Diamant,
die haar beklemmende, strenge leven thuis is ontvlucht en als vrijwilliger
werkt in een kindervakantiekolonie. In het begin van hun ontmoeting noemde ze hem
volhardend; 'de doctor'. De vonk sloeg meteen over en een aantal weken trokken
ze met elkaar op. Weken waarin ze plannen begonnen te maken voor een leven
samen, om te verhuizen naar Berlijn en
later misschien zelfs Palestina.
'Een poosje leven ze als onder een stolp, niet geïnteresseerd in wat daarbuiten gebeurt, de ongelofelijke prijsstijgingen, die hen toch aangaan, de algemene onrust, het geestelijk bankroet. Alleen de verhuurster baart hem zorgen. Toen hij woensdag de sleutel kreeg, heeft hij Dora met geen woord genoemd, en nu zijn de twee elkaar al een paar keer tegengekomen, één keer is het tot een gesprekje gekomen, ze hebben zich vriendelijk aan elkaar voorgesteld, maar hij vermoedt dat dat van de ene op de andere dag kan veranderen.'
Een huwelijksaanzoek kon
natuurlijk niet uitblijven, maar de vader van Diamant was niet van plan om zijn
dochter weg te geven aan een man die in zijn ogen geen goede Jood was. Van een
huwelijk is het uiteindelijk niet gekomen, want ook de progressieve ziekte van
Kafka gooide roet in het eten.
Franz Kafka en Dora Diamant |
Als ongehuwd stel hebben
ze een Berlijn's appartementje bewoond, waar hij steeds zieker werd en
afhankelijker van haar goede zorgen. Het was een bitter moeilijke tijd op
financieel gebied vanwege de inflatie, maar tevens door het opkomende
antisemitisme. De koude winter doet Kafka ook geen goed.
Het derde deel is bijna helemaal
geweid aan het ziekbed en sterven van Franz.
'’s Avonds, als ze bij zijn bed iets zit te naaien of zit te kijken hoe hij ligt te slapen, vraagt ze zich af wie hij is. Is hij degene die ze ziet, een koortsige man met wie ze samenwoont, die ze kust, die haar dat grappige verhaal met de aap voorleest en af en toe een brief, als hij aan zijn ouders schrijft en doet alsof er niets aan de hand is. Hij heeft zich naar de muur gedraaid, daarom kan ze zijn gezicht niet zien, maar ze weet dat het sinds kort iets uitstraalt wat ze niet kent, een licht, voor haar gevoel, maar anders dan destijds in die nacht toen hij haar wakker maakte. Dit keer is het de ziekte, gelooft ze.'
Van de hypochondrische
Kafka is in het boek niet veel te vinden. Hij ondergaat zijn lot, misschien
zelfs wel wat gelaten en loopt over van liefde voor zijn Dora, die ook een
transformatie lijkt te hebben ondergaan. Waar ze eerst een opstandige en
zelfstandige vlucht uit haar ouderlijk huis ondernam, is ze in het jaar van hun
samenzijn een vrouw die zich geheel en al in dienst stelt van haar zieke geliefde. Dat
geduld een schone zaak is, heeft ze zich volledig eigen gemaakt. Ze weet
dat ze geen toekomst samen hebben en leeft volledig bij de dag.
Het is hierdoor dat het
verhaal geen rauwe randjes heeft, heel harmonieus overkomt en misschien zelfs wat
zoet zou kunnen lijken. Kumpfmühller schrijft op een pretentieloze, ingetogen
manier en het siert hem dat hij zonder enig oordeel door te laten schemeren,
dit liefdevolle, verstillende verhaal heeft kunnen maken. Wat zo mooi is, is
dat het geen standaard biografie is geworden, maar dat hij ervoor heeft gekozen
om het in romanvorm te gieten. Nergens droge opsommingen van feiten en
jaartallen, maar een prachtig chronologisch en meeslepend verhaal. Dialogen
zijn sterk in de minderheid, maar de beschrijvingen zijn gedetailleerd en laten
je niet alleen de tekst, maar ook de beelden zien.
'[...] hij (Kafka m.n.) maakt een tevreden indruk, houdt als hij in slaap valt lang haar hand vast, niet erg stevig, zodat ze soms vergeet dat er iets is, hij weegt bijna niets, alsof hij elk moment kan wegvliegen.'
Uiteindelijk is Kafka op 3
juni 1924 in
een kliniek in Kierling gestorven in
de armen van zijn geliefde Dora. De tbc was op zijn strottenhoofd overgeslagen
en omdat hij niet meer zelf kon eten en slikken werd hij steeds magerder,
teerde weg en het is aannemelijk dat hij niet alleen aan zijn ziekte is
gestorven, maar ook verhongerd is.
Tegen de wens van haar
geliefde in - hij vroeg haar vlak voor zijn dood om ze te verbranden, de rest
had hij al aan zijn vriend Max Brod
gegeven - heeft Diamant een groot deel van hun briefwisseling en aantekeningen
van Kafka in haar bezit gehouden en gekoesterd, totdat de Gestapo ze in 1933 in beslag heeft
genomen. Helaas is dit dan ook verloren gegaan. Diamant zelf is aan de klauwen
van de nazi's ontsnapt, verhuisde naar Londen,
waar ze actrice en communiste werd. Op vierenvijftigjarige leeftijd is ze daar
op 15 augustus 1952 overleden.
Auteur
Michael Kumpfmüller (21 juli 1961, München)
bracht zijn kindertijd en jeugd door in de gemeenschap Unterschleissheim in het
noorden van München. Na zijn afstuderen aan de Werner-Heisenberg-Gymnasium
Garching studeerde hij de Duitse literatuur in Tübingen, Wenen en Berlijn en studeerde in 1994 af met een
scriptie over de mythe van de Slag om Stalingrad, waarvoor hij de Werner
Hahlweg Award 1996 ontvangen heeft.
In de jaren negentig
schreef hij rapporten en portretten voor verschillende dag- en weekbladen. Hij
werd tweemaal genomineerd voor de Egon
Erwin Kisch Prize en ontving in 1997 de Catholic
Journalists Prize en het volgende jaar de MPW Journalist Prize; samen met Thomas Hallet werd hij in 2000 geëerd voor een rapport over
patiënten in het Hartcentrum van Berlijn met de Film en Televisie Prijs van de Hartmannbund. Sinds 1999 is hij een
freelance schrijver.
Titel: De heerlijkheid van
het leven
Auteur: Michael Kumpfmühller
Vertaling: Hans Driessen
en Marion Hardoar
Pagina's: 236
ISBN: 9789461642103
Uitgeverij van Gennep
Verschenen: juli 2013
Bedankt voor de mooie wervende recensie. Eén opmerking over de foto: Ik denk dat het Felice Bauer de eerste verloofde van Kafka is en niet DD.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Gust. Ik vrees dat je gelijk hebt. Toen ik Dora Diamant intikte op Google kwam deze ook naar voren, maar bij Felice Bauer ook. Ik ga het snel herstellen.
BeantwoordenVerwijderen