Uitgeverij Jurgen Maas
De vrouw die met de vertraagde trein uit Ankara kwam
De vrouw die met de vertraagde trein uit Ankara kwam
Zebercet, een kleine man
van drieëndertig jaar, zwaait de scepter in het hotel waar hij zijn gehele
leven al woont en ook is geboren. Hotel Moederland is gesitueerd in een herenhuis
- twee verdiepingen, 9 kamers - en de
heer Rüstem heeft indertijd het familiehuis getransformeerd tot hotel. Er komen
regelmatig vaste gasten, een lerarenechtpaar, een hoertje met haar klanten, zakenlui.
Hij werkt er al sinds hij
de lagere school heeft doorlopen. Verder leren of studeren zat er niet in. Nog steeds woont hij in zijn oude kamer, dus eigenlijk op zijn werk, of werkt in
zijn huis. Het is als het ware een cocon voor hem, die hij alleen op vaste
momenten verlaat, echter wel mondjesmaat, omdat hij zich dan steeds zo nerveus
voelt. Elke vier weken gaat hij naar de kapper, eens per jaar, of twee jaar naar
de kleermaker, elk half jaar naar het badhuis en éénmaal per maand naar het
postkantoor.
Plichtsgetrouw voert hij
de leiding, waarbij hij tal van vaste gewoonten heeft - misschien zelfs wel
rituelen te noemen - die hem derhalve houvast lijken te bieden.
Een groot prater is hij
niet, maar zijn gedachten nemen soms een loopje met hem. Dat zijn de momenten waarop de lezer meer in zijn innerlijk kan kijken, want verder is hij zeer
gesloten.
Al van jongs af aan is hij
het slachtoffer van plagerijtjes en wordt hij belachelijk gemaakt. Dat zal de
oorsprong zijn van zijn kwetsbaarheid.
De vrouw
Wanneer er een jonge,
rondborstige en naamloze vrouw 'met de vertraagde trein uit Ankara komt', een
kamer boekt, maar na één nacht vertrekt met de mededeling dat ze snel weer
terug is, raakt hij door haar geobsedeerd. Na drie dagen is ze echter nog niet
terug, maar Zebercet laat alles op haar kamer intact en het licht branden. Hij
gaat er regelmatig even zitten, rookt haar half opgerookte sigaretten op en 'bedrijft
de liefde met haar' door op haar gebruikte handdoek te masturberen.
Het feit dat hij is besneden,
na de lagere school, komt regelmatig terug. Ook in zijn dromen komt 'de tang'
een aantal maal voorbij. Dit lijkt een speciale indruk op hem gemaakt te
hebben. (Tja, dat kan ik me ook heel goed voorstellen).
De werkster
Half dertig en eveneens
geen praatgraag persoon, die houdt van slapen. Dat is de korte omschrijving van
de werkster die ook in het hotel woont en werkt. Zebercet moet haar 's morgens
altijd wekken en gedurende de nacht.......
'Op een nacht toen hij al in bed lag stond hij weer
op, ging de kamer naast de zijne in, deed het licht aan. Het was warm, ze sliep
zonder deken of laken; haar hemd was omhoog gekropen. Hij deed de deur dicht,
liep naar haar toe. Deed de knoopjes open, nam haar borsten in zijn hand: vol,
strak. Hij schudde haar door elkaar. Ze bewoog niet; 'Ben je er, oom?' vroeg ze
in haar slaap. Hij schudde nog een keer: 'Wakker worden, meid!' Ze deed haar
ogen open en ging rechtop zitten: 'Ik sta al op, heer.' 'Nee, niet opstaan,
opschuiven.' [...] Hij stapte in bed, draaide haar op haar rug. Ze deed haar
ogen dicht. Hij wurmde haar onderbroek uit, smeet die weg. Ze had flink wat
haar. Hij ging met zijn volle gewicht op haar liggen en haalde met een hoop
gehijg en gepuf zijn gerief.'
De officier buiten dienst
Een duister figuur - 'noteert u maar officier buiten dienst' -
, is een poosje gast. Zebercet voelt zich behoorlijk ongemakkelijk, omdat de
man 's middags en 's avonds ook in de zitkamer zit.
'Het stond het comfort dat de eenzaamheid hem bood
in de weg, dat hij, bijvoorbeeld, zoals hij vroeger deed, kon opstaan om wat
door de zitkamer te lopen, dat hij, als dat af en toe eens nodig was, in zijn
neus kon peuteren, dat hij een beetje naar één kant kon hellen om een luide
scheet te laten, of dat hij, wanneer zijn billen begonnen te zweten van het
zitten, overeind kon komen om met twee handen zijn broek bij zijn dijen vast te
pakken en ermee te wapperen zodat zijn achterste wat frisse lucht kreeg'.
De kat
Het zwarte dier lijkt zijn
baas en de dingen die er in het hotel gebeuren in de gaten te houden. Wanneer
Zebercet als voyeuristische luistervink naar het minnespel in kamer 6 staat te luisteren, ziet
hij een paar glanzende ogen: de kat van het hotel. Zou dat hem ook
ongemakkelijk maken?
Schrijfstijl
Door de zeer
gedetailleerde beschrijvingen zou je, als Turkije-kenner, het provincieplaatsje
misschien wel kunnen lokaliseren. De verschijning van Zebercet krijg je
gemakkelijk op je netvlies, omdat hij zo uitgebreid wordt beschreven.
Gaandeweg het verhaal zie
je steeds wisselende stijlen van schrijven. Een prominente rol is weggelegd
voor de stream of conciousness, oftewel
monologue interieur, van de
protagonist.
De vele herhalingen geven
heel mooi weer hoe de dingen die hem bezighouden door zijn hoofd blijven malen. Met het obsessiever worden van Zebercet, verandert de schrijfstijl mee.
Het loopt als het ware synchroon.
Conclusie
Deze klassieker zit
fenomenaal in elkaar. Zoals hierboven al staat; het is fascinerend om, al
lezende, te ervaren hoe de schrijfstijl parallel laveert met de gemoedstoestand van de
hoofdpersoon. De ontwikkeling van zijn psychoses en de dingen die hij daarbij doet,
krijgen een steeds grotere impact op het geheel. Er wordt psychologisch heel
langzaam toegewerkt naar een trieste en gruwelijke apotheose.
Het is ook niet 'zomaar'
een verhaal. De auteur heeft historische feiten en data op ingenieuze wijze
verweven in de gebeurtenissen en data van het boek. Maar.....eerlijk is
eerlijk, dat is niet mijn eigen constatering, maar het wordt duidelijk
beschreven in het nawoord. Dit nawoord van de vertaler legt de laatste
puzzelstukjes op zijn plaats en is dan ook onmisbaar voor de lezer die iets
meer wil uitdiepen.
Dit klassieke werk is nu
pas in het Nederlands vertaald en uitgegeven, en is ook opgenomen in de
Schwob-lijst.
Auteur
Yusuf Atilgan (1921 -
1989) heeft zelf een groot deel van zijn leven gewoond in het zuidwesten van
Turkije, de omgeving waar hij Hotel Moederland een plaats heeft gegeven. Hij
heeft, als pionier van de moderne Turkse literatuur, veel indruk gemaakt op
literatuurminnend Turkije, terwijl hij maar twee romans heeft geschreven. Toch
werd het boek door de Turkse autoriteiten van de lijst 'Honderd basiswerken'
verwijderd vanwege een paar pittige passages.
Eerder verscheen van zijn
hand De lanterfanter in een
Nederlandse vertaling.
Hotel Moederland
Auteur: Yusuf Atilgan
Verlating en nawoord:
Hanneke van der Heijden
Genre: Literaire roman
Pagina's: 202
ISBN: 9879491921339
Uitgeverij Jurgen Maas
Verschenen: april 2017
Interessant! Hoewel ik nog niks van hem gelezen heb, kende ik zijn naam wel omdat Orhan Pamuk, van wie ik het prachtige "Ik heet Karmozijn" las, hem als een van zijn grote voorbeelden aanwijst. Bijzondere recensie trouwens, die analytische aanpak spreekt mij echt wel aan.
BeantwoordenVerwijderenHet boek vind ik zo fantastisch dat ik 'De lanterfanter' ook ga lezen, Robert. En ja....Pamuk....'De vrouw met het rode haar' ligt op me te wachten. 'Het museum van de onschuld' was mijn eerste en mijn recensie noemde ik 'Luctor et emergo': Ik heb geworsteld, maar gelukkig kwam ik ontroerd boven in het museum van de onschuld.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel, dat mijn recensie je bevalt. ;-)