Christelijke mythologie en de vertellende schoolmeester
Het was eigenlijk een woord van niets, maar het sprak me aan. Het
straalde kracht uit, maar het betekende niets en het had niets te doen. Toen
dacht ik: zo is alles begonnen. Toen er nog niets was, was er een woord dat
heel sterk was, maar dat niets betekende en niets te doen had.’ (p. 5)
‘Dit waren de verhalen van mijn voorouders. Ik heb ze allemaal
een eigen stem gegeven: Adam, Cham, Selach, Sarai, Isaak en Ben-Oni, om ze tot
leven te wekken, want zij zijn de voorvaderen van het volk dat worstelt met
God.
Ik ben Jochebed, de moeder van Mozes, Mirjam en Aäron, voortgekomen
uit Levi, een zoon van Jakob en Lea. Ik heb deze verhalen doorgegeven aan mijn
kinderen opdat zij zouden weten hoe wij vanuit Mesopotamië in Egypte terecht
zijn gekomen.
Ik ben Jochebed, wier oudste zoon opgroeide als een Egyptische
prins, maar die nooit vergat dat hij een Hebreeër was.
Ik ben Jochebed, maar pas op: verhalen worden meestal verteld na
het vallen van de duisternis, waardoor je niet altijd weet wie er nu precies
aan het woord is. Het kan zijn dat iemand mijn naam gebruikt om zijn verhaal
van meer gezag te voorzien dan het verdient. Blijf dus zelf bedenken wat u
gelooft en wat niet.’ (p. 284)
Inleiding
Guus Kuijer is met de bijbel opgegroeid. Ook toen hij niet meer
geloofde waardeerde hij de verhalen in die bijbel. In dit boek vertelt hij de
verhalen van Genesis op een wijze als betrof het Griekse mythen en
sagen, inclusief verschillende en wraakzuchtige goden.
Goden?
Ja, meerdere goden, van wie de God van Adam en diens nakomelingen er één van is. Toevallig - hoewel we intussen weten dat toeval waar het lezen van boeken betreft niet bestaat - luisterde ik onlangs naar het hoorcollege van Maarten van Buuren en Hans Achterhuis over 'De Tien Geboden'. Ook zij hebben het over meerdere goden zelfs binnen het bestek van het uitverkoren volk van de bijbel. In die zin heeft de God die geen naam heeft, net als als de Griekse Olympiër Zeus, zijn voorgangers stevig de das omgedaan.
Ja, meerdere goden, van wie de God van Adam en diens nakomelingen er één van is. Toevallig - hoewel we intussen weten dat toeval waar het lezen van boeken betreft niet bestaat - luisterde ik onlangs naar het hoorcollege van Maarten van Buuren en Hans Achterhuis over 'De Tien Geboden'. Ook zij hebben het over meerdere goden zelfs binnen het bestek van het uitverkoren volk van de bijbel. In die zin heeft de God die geen naam heeft, net als als de Griekse Olympiër Zeus, zijn voorgangers stevig de das omgedaan.
De bijbel als een verzameling verhalen en mythen
Kuijer vertelt de verhalen over onder anderen Adam, Kaïn en Abel,
Noach, Esau en Jacob, Abraham en Isaac, Jozef en zijn broers - en expliciet ook
over hun moeders en vrouwen - op het niveau van een diep menselijk
beleven en medeleven. Het gaat om verliefdheden, passie en jaloezie tussen
mannen en vrouwen, over diepe afgunst tussen broers om de liefde en de aandacht
van de vader, over mensen die soms weten dat zij verkeerd handelen en het toch
doen, om moord en doodslag, om bedrog en misleiding. Het zijn de
intermenselijke verhoudingen die centraal staan en die van alle tijden zijn.
God komt niet zozeer op de tweede plaats als wel op gelijke plaats met de
mensen.
Die God is niet voor elke mens degene die aanbidding en
gehoorzaamheid verdient.
Bij de rondtrekkende stammen - God houdt niet van landbouwers,
vertelt Kuijer - die later het volk Israël zullen vormen, is er vermenging met
volken die er andere goden op na houden, zoals Rachel, de moeder van Jozef en
Ben-Oni (Benjamin).
Genesis is het boek met verhalen van mensen op zoek naar die God,
op zoek naar het verbond met hem, maar op een wijze die de mens meer centraal
stelt dan in de bijbel die voor gelovigen bedoeld is. En dat verbond is er één
van voortdurende twijfel. De reis die de rondtrekkende volken maken op zoek naar
het min of meer beloofde land - ook in spirituele zin - , is er één zonder
doel; het is dus een onzekere weg - ook in spirituele zin. De verhalen
vertellen over de grootheid van menselijke goedheid en liefde en de laagheid
van hun begeerten en ontsporingen.
De verhalen getuigen van een worsteling met God, zoals Jakob met
God streed in het donkerst van de nacht, vlak voor zijn hereniging met zijn
broer Esau, die zijn geboorterecht verkwanseld had voor een bord rode linzen.
God wint het niet, maar Jakob ook niet: het is remise. Het is hier niet het
volle vertrouwen dat Jakob heeft in die God, maar juist zijn twijfel aan die
God en wat de betekenis zou kunnen zijn van hun verbintenis.
Waardering
Op haast onnavolgbare wijze vertelt Kuijer de verhalen die aan de
basis liggen van onze beschaving. Ook al gaat het om nomaden die alsmaar
rondtrekken en wonen in tenten met hun geiten en schapen, toch zijn hun
gevoelens en belevenissen precies dezelfde als van ons, christelijke of gewezen
christelijke westerlingen.
Kuijer brengt de bijbel terug op het menselijk niveau.
Al jaren probeer ik de bijbel te lezen om zijn verhalen. Het lukte
me niet omdat alsmaar dat vertrouwen in die God en dat wraakzuchtige van die
God me in de weg staat. Als je niet (meer) gelooft ,is het lezen van de bijbel
een opgave.
Kuijer brengt de verhalen van die vroege mensen, onze voorvaderen,
bij ons terug.
Wat mij betreft had hij daarin iets bondiger kunnen wezen, maar
een helse straf zijn Kuijers uitweidingen niet.
Over de auteur
Nadat Guus Kuijer (1942) een keer was blijven zitten op een basisschool,
en een keer op het lyceum, werd hij naar een internaat in Zutphen gestuurd. Dit
was voor hem de ergste tijd van zijn leven. Na het internaat volgde hij in
Doetinchem een opleiding tot onderwijzer. Van 1967 tot 1973 was Kuijer
onderwijzer in Didam.
Vanaf 1973 richtte Kuijer zich helemaal op het schrijven van
boeken. In eerste instantie schreef hij boeken voor volwassenen. Hij debuteerde
in 1971 met Rose, met de vrome wimpers. In 1975 verscheen zijn eerste
kinderboek: Met de poppen gooien. Hij schreef dit boek voor Madelief,
een dochtertje van vrienden. De hoofdpersoon uit het boek is naar haar
vernoemd. Het boek werd meteen een succes en leverde hem zijn eerste Gouden
Griffel op. In totaal heeft Guus Kuijer vijf Madelief-boeken geschreven. In
2001 schreef Guus Kuijer het kinderboekenweekgeschenk, Ik ben Polleke hoor!
Kuijers boeken slaan evenals die van Annie M.G. Schmidt een nieuwe
richting in. Ze zijn minder 'braaf' dan de kinderliteratuur die tot dan toe
verscheen. Kuijer schuwde een aantal zaken die tot dan toe in de
kinderliteratuur als taboe werden beschouwd niet, zoals brutaliteit tegenover
volwassenen, verkapte verwijzingen naar tienerzwangerschap en seksualiteit,
orwelliaanse uitdrukkingen en verwijzingen naar foltering, en rokende kinderen.
Om deze redenen waren uitgevers er aanvankelijk huiverig voor om zijn vertaalde
werk uit te geven.
De Madelief-serie werd begin jaren negentig bewerkt tot een
televisieserie en later ook tot een speelfilm (Madelief, Krassen in
het tafelblad) door Ineke Houtman.
In 2012 werd hem de Astrid Lindgrenprijs toegekend.(Bron: https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Guus_Kuijer)
Auteur: Guus Kuijer
Titel: De Bijbel voor ongelovigen 01 - Het begin. Genesis -
Er is ook een luisterboekPagina's: 286
ISBN: 9789025301231
Uitgever: Athenaeum
Verschijningsdatum: april 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.