Leesverslag en interview door Evelien Walravens en Tea van Lierop
Uitgeverij Aspekt
Een echo vanuit het oude Egypte
De mysterieuze
omslag met daarop, naar het lijkt, een dodenmasker maakt nieuwsgierig
naar het onderwerp. Nu lazen wij, Evelien en Tea, al meerdere boeken
van Noud Bles, dit kwam door een enthousiaste recensie door Evelien
van zijn roman De verborgen hand. De auteur voelt zich aangetrokken
tot de historie, dit is op te maken uit het gebruik van mythologische
en Bijbelse motieven in de De Poolse weg en De verborgen hand. Zoons
zonder vader lijkt zich zelfs af te spelen in de oudheid,
gedeeltelijk is dat ook zo. Na twee prologen volgt er een groot aantal kortere hoofdstukken die een
patroon vormen.Verleden en heden wisselen elkaar af net als het
lettertype.
De eerste proloog begint een beetje cryptisch met een beschrijving in
het ‘jij’-perspectief over de ontmoeting in Rome tussen een
stijlvol geklede priester met een hoge rang en de persoon die met
‘jij’ aangeduid wordt. Van de priester ontvangt hij de opdracht
te vertrekken naar Egypte om als aankomende jezuïet een kloosterhuis
in El Mynia in de gaten te houden. Dat dit niet zijn enige missie zal
zijn wordt subtiel vermeld na het treffen met de priester; in het
brievengedeelte van het boek wordt duidelijk wat de tweede opdracht
is. Vervolgens vertrekt hij in de tweede proloog daadwerkelijk naar
Egypte. De rest van de dubbelroman bestaat uit afwisselend een
hoofdstuk De god van de zon dat zich afspeelt in het oude Egypte ten
tijde van farao Echnaton ca 1350 v. Chr. en De Amarnabrieven. De twee
verhaallijnen die in het begin weinig met elkaar te maken lijken te
hebben krijgen na verloop van tijd raakvlakken. De tijd waarin de
aankomende jezuïet afreist naar Egypte valt gelijk met de politieke
onrust in 2013 toen de moslimbroeders streden om de macht.
Amarna bron Olaf Tausch |
De Amarnabrieven
De rapportage aan
Rome gaat, ondanks de onbetrouwbare internetverbinding in El Minya,
per elektronische post. Inmiddels weet de lezer dat het personage
Daniël heet, dertig jaar is en de brieven in het ik-perspectief
schrijft. De ontvangst in het klooster is niet overtuigend hartelijk.
De twee medepaters, Vader J. en Vader K. die het kloosterhuis
bewonen, bekijken hun bezoeker met enige argwaan, ze wisten niets van
zijn komst. De titel Zoons zonder vader vindt gedeeltelijk zijn
oorsprong in Daniëls positie ten opzichte van de paters. Het
driemanschap functioneert als een mini-orde met Daniël als handige
boodschappenjongen en schoenenpoetser. Het straatbeeld is grimmig, de
moslimbroeders moeten niets hebben van andere godsdiensten en Daniël
kan alleen in vermomming de straat op.
Behalve de gang van
zaken bij de paters schrijft Daniël ook over zichzelf. Zijn verleden
is gehuld in nevelen, af en toe laat hij iets los. De dood van zijn
moeder is een traumatische gebeurtenis voor Daniël, zijn leven zal
hierdoor ingrijpend veranderen.
"Als er een God is – wat ik niet geloof – wanneer neemt Hij de leiding van de wereld over? Als er geen God is – wat ik sinds de dood van mijn moeder aanneem – wat wacht er mij dan? Gaat mijn reis dan naar het einde van de nacht?"(blz. 151)
In het begin van het boek vertelt hij in een innerlijke monoloog over
zijn judaskus; de ware toedracht is nogal schokkend zo blijkt later,
zijn vader heeft hierin een sleutelpositie. Ook zijn relatie tot ‘N’,
degene in Rome aan wie hij verslag uitbrengt, is een beetje
broeierig. De drie kloosterlingen proberen hun geestelijke leven met
alle bijbehorende rituelen zo goed mogelijk te vervullen. Hierbij
komt enige humor om de hoek kijken. Wijn is een schaars goed in
Egypte, het mag niet verkocht worden, voor de dagelijkse mis wordt de
wijn steeds meer aangelengd met water. Het sacrale mag natuurlijk
niet lijden onder wereldse tekorten, dus wordt er pragmatisch gekeken
wat mogelijk is.
De verhaallijnen lopen parallel aan elkaar en krijgen een extra
dimensie wanneer de andere helft van de dubbelroman raakt aan de
tegenwoordige tijd. Daniël krijgt (tijdens een van zijn
boodschappenrondjes op zoek naar iets eetbaars) een kunstvoorwerp in
handen gedrukt. Groot is de euforie van de paters want het kunstwerk
blijkt een beeltenis te zijn van farao Echnaton, hij streefde naar
het monotheïsme. De vraag was echter of de Egyptenaren hun
polytheïsme wilden afzweren. De naam Amarna leidt naar de stad die
Echnaton gesticht had om alleen die ene god te eren. Ook Vader K. is
inmiddels in bezit gekomen van een historisch interessant object. Om
dit te bemachtigen maakte hij gebruik van een oude motorfiets die
regelmatig compleet gedemonteerd wordt voor leerdoeleinden. De
brieven eindigen met de opdracht naar Europa te gaan met strikte
instructies.
Echnaton en Nefertiti |
Oude Egypte
Het andere gedeelte
van het boek heet De god van de zon en is in evenveel hoofdstukken
opgedeeld als dat er brieven zijn. Het is een kleurrijke en intense
beschrijving van het wel en wee van het leven aan het Egyptische hof
zo’n 3350 jaar geleden. Het verhaal begint als farao Amenhotep III
al bijna 33 jaar op de troon zit. Hij is zijn zoon Thoetmosis aan het
voorbereiden om de troon over te nemen. Het land op beide oevers van
de Nijl heeft te kampen met grote droogte, het opvoeren van de
offergaven in de tempels van Amon helpt daar nauwelijks aan. Opstand
van het volk dreigt. Als de troonopvolger komt te overlijden aan een
besmettelijke ziekte wordt de tweede zoon van Amonhotep III en zijn
Eerste vrouw Teje de nieuwe troonpretendent. Cheperoe, die nog maar
een kind is, wordt onderwijl al door zijn moeder beïnvloed om over
te stappen op het aanbidden van de nieuwe, grotere god Aton (zon).
Deze moet Amon en alle andere goden overstijgen. Teje heeft ook al
een nieuwe naam bedacht voor haar zoon, die hij zal dragen als hij
farao wordt: Echnaton, hij die weldadig is voor Aton.
De
geschiedenisboeken over het oude Egypte zijn altijd al duidelijk
geweest over de vele bizarre offerandes en rituelen aan het hof van
de farao’s. Ook in deze roman vloeit het bloed van vele offerdieren
en slaven. Daarnaast keek men niet op van meerdere echtgenotes en
huwelijken tussen vaders en dochters om de heilige bloedlijn zuiver
te houden. Wat wel een ontdekking is, is de wetenschap dat Teje kon
lezen en schrijven waardoor zij veel macht naar zich toe kon trekken.
Zij regelt zo de nieuwe naam van Cheperoe, die anders “gewoon”
Amonhotep IV had geheten.
“Als een leeuwin had Teje zich tegen de koningsnaam Amenhotep voor haar zoon verzet. In die naam triomfeerde alsnog Amon, de god in wiens naam de priesters aan de overkant van de Nijl hun macht uitoefenden. Amonhotep wil zeggen: Amon is tevreden. De priesters konden tevreden zijn. Maar ze wist: uiteindelijk krijg ik mijn zin.” (blz. 127)
Tijdens het grote
faraofeest, waar de oude Amonhotep zijn zoon voorstelt aan de edelen
en het volk en waarin ze ook nog eens beiden in het huwelijk zullen
treden, verwisselt Cheperoe’s vader toch nog onverwachts het aardse
voor het eeuwige en zit de jonge prins ineens op de troon. Vanaf dat
moment is er een nieuw Egypte met een nieuwe farao Echnaton en een
nieuwe god Aton. Aan zijn zijde verschijnt al snel de mooie Neferteti
en samen stichten zij een nieuwe stad in het zuiden: Achetaton. Het
land aanbidt nog maar één god en de rampspoed die over het land lag
lijkt te verdwijnen.
Maar zoals het
meestal gaat in het leven: goede tijden worden afgewisseld met
slechte en ook Echnatons tijdperk komt ten einde. Daarmee keert
Egypte weer terug naar het aanbidden van meerdere goden en lijkt
iedereen weer tevreden. Maar de zoons die, vaak al jong zonder vader
op de troon kwamen te zitten, leven voor altijd voort in de
eeuwigheid.
Epiloog
In maar liefst drie
epilogen, die wederom in het bijzondere 'jij'-perspectief geschreven
zijn, worden de belevenissen van Daniël in Egypte afgerond en volgen
we hem op weg terug naar Europa. Daar heeft hij nog een aantal
opdrachten te vervullen. Waar hij eerder zijn leven daar ontvluchtte
door naar El Minya te vertrekken, keert hij nu in een omgekeerde
vlucht weer terug. Maar Daniëls tijd in Egypte is niet zonder
gevolgen gebleven en we zien hem dan ook nog een paar bijzondere
keuzes maken die zijn voortgekomen uit de inzichten die hij heeft
verkregen. Of hij zijn verleden helemaal achter zich kan laten valt
te bezien. Hij heeft er in ieder geval wel andere ideeën over
gekregen. Het boek sluit af met een kort nawoord maar heeft ook nog
een verklarende woordenlijst, die prettig is voor een beter begrip
van het boek. Dat geldt tevens voor een kaart van Egypte en een
stamboom van Echnaton, die ook nog achterin het boek zijn opgenomen.
Conclusie
Evelien: Zoons zonder vaders is geen gemakkelijk boek geworden. Het
snelle afwisselen tussen de Amarnabrieven en de gebeurtenissen in het
oude Egypte vragen concentratie en oplettendheid van de lezer. Toch
is het geen ontoegankelijk boek, de vele herhalingen in vooral het
brievengedeelte maken dat je bij de les blijft. In het oude Egypte
heeft Noud Bles naast de farao’s vooral de vrouwen een stem gegeven
en leren we dat zij een grote invloed hebben gehad in de
geschiedschrijving.
Tea: Deze
dubbelroman vergt veel inlevingsvermogen van de lezer. Vreemd genoeg
voelde ik me wat dat betreft veel meer thuis in
de beschrijvingen van het oude Egypte dan in de brievenroman. Het
inleven in de personages uit de Amarnabrieven wilde maar niet lukken,
Daniël riep slechts weinig momenten van compassie op, sommige
details waren zelfs weerzinwekkend. De oude Egyptenaren maakten veel
goed. De prachtige beschrijvingen van het hofleven deden de oude tijd
herleven, ook de bijzonderheden over de uitgestrektheid van hun
heerschappij en de verdediging ervan zijn zeer interessant.
Interview met Noud
Bles
1) In de prologen (en later ook in de epilogen) maakt u gebruik van
het ‘jij’-perspectief, dit is een niet veelvoorkomend
vertelperspectief en het schept bij ons een gevoel van afstand. Er is
op dat moment nog niet duidelijk wie er met ‘jij’ (over wie de
verteller het heeft) en ‘hij’ (verteller) bedoeld worden en het
trekt de lezer niet direct het verhaal in door de afstand. Is dit met
die reden gedaan of steekt er meer achter?
'Goed gezien, de
prologen en epilogen zijn in het ‘jij’-perspectief. Terwijl de
hoofdstukken Amarnabrieven het ‘ik’-perspectief kennen en de
hoofdstukken De god van de zon geschreven zijn in het
‘hij’-perspectief. Over het vertelperspectief gaf ik in mijn
cursus Verhalen schrijven (Nijmegen 1995-1997 en Bemmel 2004-2005)
aan de cursisten de volgende aanwijzingen: a) Wijk niet onbewust af
van een gekozen vertelperspectief. Je zit als schrijver met je camera
op de schouder van een personage of in diens brein. b) Wisselingen
vinden alleen bewust plaats. Je hebt per wisseling een doel voor
ogen.
In de Proloog 1 is
het snel duidelijk wie de ‘hij’ is: de functie en het uiterlijk
worden op de eerste pagina benoemd en aan het einde van dit hoofdstuk
noemt hij zijn naam: N. van Niccolo. Het ‘jij’-perspectief is
niet alleen gekozen vanwege de iets grotere gevoelsmatige afstand
voor de lezer. Het benadrukt de drieledige opbouw van de roman.
Prologen en epilogen ‘omarmen’ de twee hoofdverhalen, de
belevenissen van hoofdpersoon Daniël in Egypte en het historische
verhaal van Echnaton. Was jullie de keuze van twee verschillende
lettertypen in het boek opgevallen? Een subtiele handreiking van de
uitgever om het onderscheid te benadrukken. Nog een opmerking over
het ‘hij’-perspectief in de hoofdstukken De god van de zon. In
plaats van ‘hij’-perspectief kunnen we beter van het
‘zij’-perspectief spreken. Ga maar na op wiens schouders
achtereenvolgens de camera van de vertellende persoon in de
hoofdstukken is geplaatst. Het kiezen van het vertelperspectief heeft
een ethische en een esthetische kant. Aan jullie om voor Zoons zonder
vader conclusies te trekken.'
2) Vooral de hoofdstukken die in het oude Egypte spelen, zijn zeer
gedetailleerd geschreven. Heeft u daar veel onderzoek naar gedaan?
Hoe heeft u dat aangepakt? Heeft u er veel tijd aan moeten besteden?
'De details in de
hoofdstukken over het Oude Egypte hebben meerdere functies. Om te
beginnen: wij kennen de wereld van het land langs de Nijl zo’n 3500
jaar geleden niet goed. Behalve enkele globale aanwijzingen zijn het
vooral de details die voor herkenbare en noodzakelijke inkleuring
zorgen. Als die details in het verhaal een rol kunnen gaan spelen,
worden schrijver en lezer echt verrukt. Over het gebruik van details
zouden we nog heel uitvoerig met elkaar kunnen spreken. Over het
onderzoek voor het historische deel van de roman: Het begon allemaal
met een lange reis door Egypte in de zomer van 1989. Daar vond ik de
kiem van de roman in de stad El Minya en in het nabijgelegen Tell
el-Amarna (de ruïnes van Achetaton). Vanaf dat moment heb ik van
tijd tot tijd historisch bronnenonderzoek gedaan, Egyptische musea
bezocht, studiedagen meegemaakt, deskundigen geraadpleegd en
romanfragmenten geschreven. Het kwartje viel (met veel geraas) bij
het uitbreken van de zogenaamde Arabische lente. De opstanden in veel
Arabische landen bereikte Egypte in 2011 en 2012 met een gewelddadig
hoogtepunt in El Minya in 2013. Wat mij fascineerde is de vraag: Hoe
kan het dat religies (en met name monotheïstische religies), die
stuk voor stuk liefde, vrede en verdraagzaamheid uitdragen, als zij
met elkaar geconfronteerd worden tot zulke extreme
gewelduitbarstingen komen? De roman onderzoekt impliciet deze vraag
en geeft even impliciet antwoord. De tijd die ik nodig had lag tussen
1989 en 2019, maar daarnaast schreef en publiceerde ik vier romans,
enkele verhalenbundels en gedichten. En ik deed nog enkele andere
literaire en niet-literaire werkzaamheden.'
3) Religie speelt een belangrijke rol in uw boek. U schrijft over het
dagelijks leven in een (onderbemand) jezuïetenklooster in den
vreemde, maar ook over een hooggeplaatste priester in Rome. Hoort dit
religieuze aspect, waarover u ook nauwgezet schrijft, tot uw
interesse door uw ervaringen in uw jeugd, of is het een onderdeel dat
onlosmakelijk verbonden is wanneer je de oudheid bestudeert?
'Over de rol van
religie in het boek meldde ik hierboven al iets. In de stad El Minya
bezocht ik onder andere het aldaar aanwezige jezuïetenklooster. In
de ontvangkamer vielen mij de portretten aan de wand op: de paus,
Jezus en… Echnaton. Het verhaal van de laatste is zeker van
betekenis voor de (grote) monotheïstische godsdiensten die daarna
kwamen. Iets anders wat mijn aandacht heeft getrokken: de
opmerkelijke rol die de verschillende richtingen van de islam speelt
in onze wereld van vandaag. Waar komt die vaak zelfvernietigende
geloofsdrang vandaan? Waarom zoveel terugkeer naar de oerbronnen en
zo weinig recente ontwikkeling in het denken over geloof versus de
wereld? Eén niet onbelangrijke reden voor de keuze van jezuïeten
ligt in de woorden die ik een van de hoofdpersonen Vader J. in de
mond heb gelegd: ‘Jezuïeten zijn priesters die geloven, maar niet
stoppen met nadenken…’ (p. 108). Deze conclusie trok ik als kind
van een jaar of twaalf nadat ik het optreden van een groepje
jezuïeten had meegemaakt in de verenigingszaal in het dorp waarin ik
opgroeide. Daarvoor en ook daarna hoorde ik iets anders: ‘wat je
niet kunt begrijpen, moet je geloven.’ Dat duurde totdat ik besloot
niet langer te geloven en te proberen te onderzoeken wat ik niet
begreep.'
4) Deze roman is een soort dubbelroman geworden, de twee verhalen
zouden zelfs apart van elkaar gelezen kunnen worden. Wat is de reden
dat u dit boek in deze vorm heeft gegoten?
'Ja, de roman is een
dubbelroman. Je krijgt als lezer tweemaal waar voor je geld. Los
daarvan gaat er natuurlijk een elkaar beïnvloedende werking van uit.
Het afwisselend lezen van de actuele hoofdstukken verrijkt de lezing
van de historische en omgekeerd. Ook zijn er plaatsen in het actuele
verhaal waar commentaar wordt gegeven op de historische aspecten.
Verder lijkt het mij niet onbelangrijk dat de ene jezuïetenvader
zoektochten onderneemt naar de oorsprong van het monotheïstische
geloof (en dus uitkomt bij Echnaton cs) terwijl de andere Vader
probeert in de huidige wereld en tijd te zoeken naar overeenkomsten
en dialoog.'
5) Uw romans gaan over zeer diverse onderwerpen en thema’s.
Hierdoor bent u als schrijver niet in een bepaald hokje onder te
brengen. Wat voor een soort schrijver zou u uzelf willen noemen?
'Nee, in een bepaald
hokje voel ik mij als schrijver niet thuis. Wel zijn er adjectieven
waaronder ik me wel wil scharen. Denk aan: psychologisch realisme, ik
voel me aangetrokken tot de drijfveren van de karakters in mijn
verhalen en romans, zonder te vervallen in ‘navelstaren.’ Een
ander kenmerk, waar anderen op hebben gewezen, is de faustiaanse
ambitie om het onbereikbare te willen realiseren. Misschien geldt dat
ook voor mij, maar dan telkens weer over een heel ander, voor mij
nieuw thema.'
'Jullie kunnen
steeds uitkijken naar nieuwe projecten. In het boek wordt op pag. 332
van de sluier een tipje opgelicht. In de maand maart 2020 verschijnt
zowel een aangepaste herdruk van mijn roman Bevrijdingsvuur (thema
Tweede Wereldoorlog) en een speciaal nummer van literair tijdschrift
Bühne ter gelegenheid van mijn 75ste verjaardag. Het reguliere
voorjaarsnummer van dit tijdschrift bevat mijn korte verhaal De vrouw
die beefde. Andere projecten vergen een langere adem.'
De auteur
Noud Bles werd 19 maart 1945 in Vinkeveen geboren. Begon in de jaren zestig te schrijven en ontving in 1964 de poëzieprijs van de Jong Nederlands-Belgische Literaire Dagen. Publiceerde vijf romans, twee verhalenbundels, drie gedichtenbundels en losse bijdragen in kranten en tijdschriften. Is zelfstandig auteur, lid van de Auteursbond (voorheen VVL/Vereniging van Schrijvers en Vertalers) en woont in Gendt (Over-Betuwe). Verzorgt cursussen verhalen schrijven, begeleidt leeskringen en maakt literaire programma’s, ook werkt hij aan literaire projecten zoals het culturele huisprogramma Radboud Reppen en Roeren van de Radboud Universiteit. In Nijmegen is hij mede-oprichter van de Stichting Literaire Activiteiten Nijmegen en de werkgroep Literaire bakens Nijmegen. De Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid honoreerde zijn bijdragen aan de lees- en taalcultuur met een TAALent 2016.
Noud Bles schrijft columns en feuilletons, vertaalt soms uit het Duits, vertelt en schrijft over de literatuur uit veel uiteenlopende landen, organiseert regelmatig literaire publieksactiviteiten en werkt aan nieuwe verhalen en aan een nieuwe roman. Op 11 november 2011 verscheen zijn laatste verhalenbundel en werd op museum De Stratemakerstoren het literaire baken Faust aan de Waal onthuld. Op zaterdag 14 oktober verscheen bij Uitgeverij Aspekt zijn nieuwe roman, de zesde, onder de titel: De verborgen hand
Titel: Zoons zonder vader
Auteur: Noud Bles
Uitgever: Uitgeverij Aspekt
ISBN: 9789463387583
Pag.: 332
Genre: fictie
Verschenen: 2019
Auteur: Noud Bles
Uitgever: Uitgeverij Aspekt
ISBN: 9789463387583
Pag.: 332
Genre: fictie
Verschenen: 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.