maandag 9 december 2019

Noud Bles - Zoons zonder vader

Leesverslag en interview door Evelien Walravens en Tea van Lierop

Uitgeverij Aspekt 




Een echo vanuit het oude Egypte


De mysterieuze omslag met daarop, naar het lijkt, een dodenmasker maakt nieuwsgierig naar het onderwerp. Nu lazen wij, Evelien en Tea, al meerdere boeken van Noud Bles, dit kwam door een enthousiaste recensie door Evelien van zijn roman De verborgen hand. De auteur voelt zich aangetrokken tot de historie, dit is op te maken uit het gebruik van mythologische en Bijbelse motieven in de De Poolse weg en De verborgen hand. Zoons zonder vader lijkt zich zelfs af te spelen in de oudheid, gedeeltelijk is dat ook zo. Na twee prologen volgt er een groot aantal kortere hoofdstukken die een patroon vormen.Verleden en heden wisselen elkaar af net als het lettertype.

De eerste proloog begint een beetje cryptisch met een beschrijving in het ‘jij’-perspectief over de ontmoeting in Rome tussen een stijlvol geklede priester met een hoge rang en de persoon die met ‘jij’ aangeduid wordt. Van de priester ontvangt hij de opdracht te vertrekken naar Egypte om als aankomende jezuïet een kloosterhuis in El Mynia in de gaten te houden. Dat dit niet zijn enige missie zal zijn wordt subtiel vermeld na het treffen met de priester; in het brievengedeelte van het boek wordt duidelijk wat de tweede opdracht is. Vervolgens vertrekt hij in de tweede proloog daadwerkelijk naar Egypte. De rest van de dubbelroman bestaat uit afwisselend een hoofdstuk De god van de zon dat zich afspeelt in het oude Egypte ten tijde van farao Echnaton ca 1350 v. Chr. en De Amarnabrieven. De twee verhaallijnen die in het begin weinig met elkaar te maken lijken te hebben krijgen na verloop van tijd raakvlakken. De tijd waarin de aankomende jezuïet afreist naar Egypte valt gelijk met de politieke onrust in 2013 toen de moslimbroeders streden om de macht.

Amarna bron Olaf Tausch

De Amarnabrieven

De rapportage aan Rome gaat, ondanks de onbetrouwbare internetverbinding in El Minya, per elektronische post. Inmiddels weet de lezer dat het personage Daniël heet, dertig jaar is en de brieven in het ik-perspectief schrijft. De ontvangst in het klooster is niet overtuigend hartelijk. De twee medepaters, Vader J. en Vader K. die het kloosterhuis bewonen, bekijken hun bezoeker met enige argwaan, ze wisten niets van zijn komst. De titel Zoons zonder vader vindt gedeeltelijk zijn oorsprong in Daniëls positie ten opzichte van de paters. Het driemanschap functioneert als een mini-orde met Daniël als handige boodschappenjongen en schoenenpoetser. Het straatbeeld is grimmig, de moslimbroeders moeten niets hebben van andere godsdiensten en Daniël kan alleen in vermomming de straat op.

Behalve de gang van zaken bij de paters schrijft Daniël ook over zichzelf. Zijn verleden is gehuld in nevelen, af en toe laat hij iets los. De dood van zijn moeder is een traumatische gebeurtenis voor Daniël, zijn leven zal hierdoor ingrijpend veranderen.

"Als er een God is – wat ik niet geloof – wanneer neemt Hij de leiding van de wereld over? Als er geen God is – wat ik sinds de dood van mijn moeder aanneem – wat wacht er mij dan? Gaat mijn reis dan naar het einde van de nacht?"(blz. 151)

In het begin van het boek vertelt hij in een innerlijke monoloog over zijn judaskus; de ware toedracht is nogal schokkend zo blijkt later, zijn vader heeft hierin een sleutelpositie. Ook zijn relatie tot ‘N’, degene in Rome aan wie hij verslag uitbrengt, is een beetje broeierig. De drie kloosterlingen proberen hun geestelijke leven met alle bijbehorende rituelen zo goed mogelijk te vervullen. Hierbij komt enige humor om de hoek kijken. Wijn is een schaars goed in Egypte, het mag niet verkocht worden, voor de dagelijkse mis wordt de wijn steeds meer aangelengd met water. Het sacrale mag natuurlijk niet lijden onder wereldse tekorten, dus wordt er pragmatisch gekeken wat mogelijk is.
De verhaallijnen lopen parallel aan elkaar en krijgen een extra dimensie wanneer de andere helft van de dubbelroman raakt aan de tegenwoordige tijd. Daniël krijgt (tijdens een van zijn boodschappenrondjes op zoek naar iets eetbaars) een kunstvoorwerp in handen gedrukt. Groot is de euforie van de paters want het kunstwerk blijkt een beeltenis te zijn van farao Echnaton, hij streefde naar het monotheïsme. De vraag was echter of de Egyptenaren hun polytheïsme wilden afzweren. De naam Amarna leidt naar de stad die Echnaton gesticht had om alleen die ene god te eren. Ook Vader K. is inmiddels in bezit gekomen van een historisch interessant object. Om dit te bemachtigen maakte hij gebruik van een oude motorfiets die regelmatig compleet gedemonteerd wordt voor leerdoeleinden. De brieven eindigen met de opdracht naar Europa te gaan met strikte instructies.

Echnaton en Nefertiti
 Oude Egypte

Het andere gedeelte van het boek heet De god van de zon en is in evenveel hoofdstukken opgedeeld als dat er brieven zijn. Het is een kleurrijke en intense beschrijving van het wel en wee van het leven aan het Egyptische hof zo’n 3350 jaar geleden. Het verhaal begint als farao Amenhotep III al bijna 33 jaar op de troon zit. Hij is zijn zoon Thoetmosis aan het voorbereiden om de troon over te nemen. Het land op beide oevers van de Nijl heeft te kampen met grote droogte, het opvoeren van de offergaven in de tempels van Amon helpt daar nauwelijks aan. Opstand van het volk dreigt. Als de troonopvolger komt te overlijden aan een besmettelijke ziekte wordt de tweede zoon van Amonhotep III en zijn Eerste vrouw Teje de nieuwe troonpretendent. Cheperoe, die nog maar een kind is, wordt onderwijl al door zijn moeder beïnvloed om over te stappen op het aanbidden van de nieuwe, grotere god Aton (zon). Deze moet Amon en alle andere goden overstijgen. Teje heeft ook al een nieuwe naam bedacht voor haar zoon, die hij zal dragen als hij farao wordt: Echnaton, hij die weldadig is voor Aton.

De geschiedenisboeken over het oude Egypte zijn altijd al duidelijk geweest over de vele bizarre offerandes en rituelen aan het hof van de farao’s. Ook in deze roman vloeit het bloed van vele offerdieren en slaven. Daarnaast keek men niet op van meerdere echtgenotes en huwelijken tussen vaders en dochters om de heilige bloedlijn zuiver te houden. Wat wel een ontdekking is, is de wetenschap dat Teje kon lezen en schrijven waardoor zij veel macht naar zich toe kon trekken. Zij regelt zo de nieuwe naam van Cheperoe, die anders “gewoon” Amonhotep IV had geheten.

“Als een leeuwin had Teje zich tegen de koningsnaam Amenhotep voor haar zoon verzet. In die naam triomfeerde alsnog Amon, de god in wiens naam de priesters aan de overkant van de Nijl hun macht uitoefenden. Amonhotep wil zeggen: Amon is tevreden. De priesters konden tevreden zijn. Maar ze wist: uiteindelijk krijg ik mijn zin.” (blz. 127)

Tijdens het grote faraofeest, waar de oude Amonhotep zijn zoon voorstelt aan de edelen en het volk en waarin ze ook nog eens beiden in het huwelijk zullen treden, verwisselt Cheperoe’s vader toch nog onverwachts het aardse voor het eeuwige en zit de jonge prins ineens op de troon. Vanaf dat moment is er een nieuw Egypte met een nieuwe farao Echnaton en een nieuwe god Aton. Aan zijn zijde verschijnt al snel de mooie Neferteti en samen stichten zij een nieuwe stad in het zuiden: Achetaton. Het land aanbidt nog maar één god en de rampspoed die over het land lag lijkt te verdwijnen.

Maar zoals het meestal gaat in het leven: goede tijden worden afgewisseld met slechte en ook Echnatons tijdperk komt ten einde. Daarmee keert Egypte weer terug naar het aanbidden van meerdere goden en lijkt iedereen weer tevreden. Maar de zoons die, vaak al jong zonder vader op de troon kwamen te zitten, leven voor altijd voort in de eeuwigheid.

Epiloog

In maar liefst drie epilogen, die wederom in het bijzondere 'jij'-perspectief geschreven zijn, worden de belevenissen van Daniël in Egypte afgerond en volgen we hem op weg terug naar Europa. Daar heeft hij nog een aantal opdrachten te vervullen. Waar hij eerder zijn leven daar ontvluchtte door naar El Minya te vertrekken, keert hij nu in een omgekeerde vlucht weer terug. Maar Daniëls tijd in Egypte is niet zonder gevolgen gebleven en we zien hem dan ook nog een paar bijzondere keuzes maken die zijn voortgekomen uit de inzichten die hij heeft verkregen. Of hij zijn verleden helemaal achter zich kan laten valt te bezien. Hij heeft er in ieder geval wel andere ideeën over gekregen. Het boek sluit af met een kort nawoord maar heeft ook nog een verklarende woordenlijst, die prettig is voor een beter begrip van het boek. Dat geldt tevens voor een kaart van Egypte en een stamboom van Echnaton, die ook nog achterin het boek zijn opgenomen.

Conclusie

Evelien: Zoons zonder vaders is geen gemakkelijk boek geworden. Het snelle afwisselen tussen de Amarnabrieven en de gebeurtenissen in het oude Egypte vragen concentratie en oplettendheid van de lezer. Toch is het geen ontoegankelijk boek, de vele herhalingen in vooral het brievengedeelte maken dat je bij de les blijft. In het oude Egypte heeft Noud Bles naast de farao’s vooral de vrouwen een stem gegeven en leren we dat zij een grote invloed hebben gehad in de geschiedschrijving.

Tea: Deze dubbelroman vergt veel inlevingsvermogen van de lezer. Vreemd genoeg voelde ik me wat dat betreft veel meer thuis in de beschrijvingen van het oude Egypte dan in de brievenroman. Het inleven in de personages uit de Amarnabrieven wilde maar niet lukken, Daniël riep slechts weinig momenten van compassie op, sommige details waren zelfs weerzinwekkend. De oude Egyptenaren maakten veel goed. De prachtige beschrijvingen van het hofleven deden de oude tijd herleven, ook de bijzonderheden over de uitgestrektheid van hun heerschappij en de verdediging ervan zijn zeer interessant.




Interview met Noud Bles

1) In de prologen (en later ook in de epilogen) maakt u gebruik van het ‘jij’-perspectief, dit is een niet veelvoorkomend vertelperspectief en het schept bij ons een gevoel van afstand. Er is op dat moment nog niet duidelijk wie er met ‘jij’ (over wie de verteller het heeft) en ‘hij’ (verteller) bedoeld worden en het trekt de lezer niet direct het verhaal in door de afstand. Is dit met die reden gedaan of steekt er meer achter?
'Goed gezien, de prologen en epilogen zijn in het ‘jij’-perspectief. Terwijl de hoofdstukken Amarnabrieven het ‘ik’-perspectief kennen en de hoofdstukken De god van de zon geschreven zijn in het ‘hij’-perspectief. Over het vertelperspectief gaf ik in mijn cursus Verhalen schrijven (Nijmegen 1995-1997 en Bemmel 2004-2005) aan de cursisten de volgende aanwijzingen: a) Wijk niet onbewust af van een gekozen vertelperspectief. Je zit als schrijver met je camera op de schouder van een personage of in diens brein. b) Wisselingen vinden alleen bewust plaats. Je hebt per wisseling een doel voor ogen.
In de Proloog 1 is het snel duidelijk wie de ‘hij’ is: de functie en het uiterlijk worden op de eerste pagina benoemd en aan het einde van dit hoofdstuk noemt hij zijn naam: N. van Niccolo. Het ‘jij’-perspectief is niet alleen gekozen vanwege de iets grotere gevoelsmatige afstand voor de lezer. Het benadrukt de drieledige opbouw van de roman. Prologen en epilogen ‘omarmen’ de twee hoofdverhalen, de belevenissen van hoofdpersoon Daniël in Egypte en het historische verhaal van Echnaton. Was jullie de keuze van twee verschillende lettertypen in het boek opgevallen? Een subtiele handreiking van de uitgever om het onderscheid te benadrukken. Nog een opmerking over het ‘hij’-perspectief in de hoofdstukken De god van de zon. In plaats van ‘hij’-perspectief kunnen we beter van het ‘zij’-perspectief spreken. Ga maar na op wiens schouders achtereenvolgens de camera van de vertellende persoon in de hoofdstukken is geplaatst. Het kiezen van het vertelperspectief heeft een ethische en een esthetische kant. Aan jullie om voor Zoons zonder vader conclusies te trekken.'

2) Vooral de hoofdstukken die in het oude Egypte spelen, zijn zeer gedetailleerd geschreven. Heeft u daar veel onderzoek naar gedaan? Hoe heeft u dat aangepakt? Heeft u er veel tijd aan moeten besteden?
'De details in de hoofdstukken over het Oude Egypte hebben meerdere functies. Om te beginnen: wij kennen de wereld van het land langs de Nijl zo’n 3500 jaar geleden niet goed. Behalve enkele globale aanwijzingen zijn het vooral de details die voor herkenbare en noodzakelijke inkleuring zorgen. Als die details in het verhaal een rol kunnen gaan spelen, worden schrijver en lezer echt verrukt. Over het gebruik van details zouden we nog heel uitvoerig met elkaar kunnen spreken. Over het onderzoek voor het historische deel van de roman: Het begon allemaal met een lange reis door Egypte in de zomer van 1989. Daar vond ik de kiem van de roman in de stad El Minya en in het nabijgelegen Tell el-Amarna (de ruïnes van Achetaton). Vanaf dat moment heb ik van tijd tot tijd historisch bronnenonderzoek gedaan, Egyptische musea bezocht, studiedagen meegemaakt, deskundigen geraadpleegd en romanfragmenten geschreven. Het kwartje viel (met veel geraas) bij het uitbreken van de zogenaamde Arabische lente. De opstanden in veel Arabische landen bereikte Egypte in 2011 en 2012 met een gewelddadig hoogtepunt in El Minya in 2013. Wat mij fascineerde is de vraag: Hoe kan het dat religies (en met name monotheïstische religies), die stuk voor stuk liefde, vrede en verdraagzaamheid uitdragen, als zij met elkaar geconfronteerd worden tot zulke extreme gewelduitbarstingen komen? De roman onderzoekt impliciet deze vraag en geeft even impliciet antwoord. De tijd die ik nodig had lag tussen 1989 en 2019, maar daarnaast schreef en publiceerde ik vier romans, enkele verhalenbundels en gedichten. En ik deed nog enkele andere literaire en niet-literaire werkzaamheden.'

3) Religie speelt een belangrijke rol in uw boek. U schrijft over het dagelijks leven in een (onderbemand) jezuïetenklooster in den vreemde, maar ook over een hooggeplaatste priester in Rome. Hoort dit religieuze aspect, waarover u ook nauwgezet schrijft, tot uw interesse door uw ervaringen in uw jeugd, of is het een onderdeel dat onlosmakelijk verbonden is wanneer je de oudheid bestudeert?
'Over de rol van religie in het boek meldde ik hierboven al iets. In de stad El Minya bezocht ik onder andere het aldaar aanwezige jezuïetenklooster. In de ontvangkamer vielen mij de portretten aan de wand op: de paus, Jezus en… Echnaton. Het verhaal van de laatste is zeker van betekenis voor de (grote) monotheïstische godsdiensten die daarna kwamen. Iets anders wat mijn aandacht heeft getrokken: de opmerkelijke rol die de verschillende richtingen van de islam speelt in onze wereld van vandaag. Waar komt die vaak zelfvernietigende geloofsdrang vandaan? Waarom zoveel terugkeer naar de oerbronnen en zo weinig recente ontwikkeling in het denken over geloof versus de wereld? Eén niet onbelangrijke reden voor de keuze van jezuïeten ligt in de woorden die ik een van de hoofdpersonen Vader J. in de mond heb gelegd: ‘Jezuïeten zijn priesters die geloven, maar niet stoppen met nadenken…’ (p. 108). Deze conclusie trok ik als kind van een jaar of twaalf nadat ik het optreden van een groepje jezuïeten had meegemaakt in de verenigingszaal in het dorp waarin ik opgroeide. Daarvoor en ook daarna hoorde ik iets anders: ‘wat je niet kunt begrijpen, moet je geloven.’ Dat duurde totdat ik besloot niet langer te geloven en te proberen te onderzoeken wat ik niet begreep.'

4) Deze roman is een soort dubbelroman geworden, de twee verhalen zouden zelfs apart van elkaar gelezen kunnen worden. Wat is de reden dat u dit boek in deze vorm heeft gegoten?
'Ja, de roman is een dubbelroman. Je krijgt als lezer tweemaal waar voor je geld. Los daarvan gaat er natuurlijk een elkaar beïnvloedende werking van uit. Het afwisselend lezen van de actuele hoofdstukken verrijkt de lezing van de historische en omgekeerd. Ook zijn er plaatsen in het actuele verhaal waar commentaar wordt gegeven op de historische aspecten. Verder lijkt het mij niet onbelangrijk dat de ene jezuïetenvader zoektochten onderneemt naar de oorsprong van het monotheïstische geloof (en dus uitkomt bij Echnaton cs) terwijl de andere Vader probeert in de huidige wereld en tijd te zoeken naar overeenkomsten en dialoog.'

5) Uw romans gaan over zeer diverse onderwerpen en thema’s. Hierdoor bent u als schrijver niet in een bepaald hokje onder te brengen. Wat voor een soort schrijver zou u uzelf willen noemen?
'Nee, in een bepaald hokje voel ik mij als schrijver niet thuis. Wel zijn er adjectieven waaronder ik me wel wil scharen. Denk aan: psychologisch realisme, ik voel me aangetrokken tot de drijfveren van de karakters in mijn verhalen en romans, zonder te vervallen in ‘navelstaren.’ Een ander kenmerk, waar anderen op hebben gewezen, is de faustiaanse ambitie om het onbereikbare te willen realiseren. Misschien geldt dat ook voor mij, maar dan telkens weer over een heel ander, voor mij nieuw thema.'

6) Kunnen we alweer uitkijken naar een nieuw project van Noud Bles?
'Jullie kunnen steeds uitkijken naar nieuwe projecten. In het boek wordt op pag. 332 van de sluier een tipje opgelicht. In de maand maart 2020 verschijnt zowel een aangepaste herdruk van mijn roman Bevrijdingsvuur (thema Tweede Wereldoorlog) en een speciaal nummer van literair tijdschrift Bühne ter gelegenheid van mijn 75ste verjaardag. Het reguliere voorjaarsnummer van dit tijdschrift bevat mijn korte verhaal De vrouw die beefde. Andere projecten vergen een langere adem.'

De auteur

Noud Bles werd 19 maart 1945 in Vinkeveen geboren. Begon in de jaren zestig te schrijven en ontving in 1964 de poëzieprijs van de Jong Nederlands-Belgische Literaire Dagen. Publiceerde vijf romans, twee verhalenbundels, drie gedichtenbundels en losse bijdragen in kranten en tijdschriften. Is zelfstandig auteur, lid van de Auteursbond (voorheen VVL/Vereniging van Schrijvers en Vertalers) en woont in Gendt (Over-Betuwe). Verzorgt cursussen verhalen schrijven, begeleidt leeskringen en maakt literaire programma’s, ook werkt hij aan literaire projecten zoals het culturele huisprogramma Radboud Reppen en Roeren van de Radboud Universiteit. In Nijmegen is hij mede-oprichter van de Stichting Literaire Activiteiten Nijmegen en de werkgroep Literaire bakens Nijmegen. De Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid honoreerde zijn bijdragen aan de lees- en taalcultuur met een TAALent 2016. 

Noud Bles schrijft columns en feuilletons, vertaalt soms uit het Duits, vertelt en schrijft over de literatuur uit veel uiteenlopende landen, organiseert regelmatig literaire publieksactiviteiten en werkt aan nieuwe verhalen en aan een nieuwe roman. Op 11 november 2011 verscheen zijn laatste verhalenbundel en werd op museum De Stratemakerstoren het literaire baken Faust aan de Waal onthuld. Op zaterdag 14 oktober verscheen bij Uitgeverij Aspekt zijn nieuwe roman, de zesde, onder de titel: De verborgen hand

Titel: Zoons zonder vader
Auteur: Noud Bles
Uitgever: Uitgeverij Aspekt
ISBN: 9789463387583
Pag.: 332
Genre: fictie
Verschenen: 2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.